raws- EN AIHEKTEXTIE BLAB VOOR DE
EK.
zal
tot
Een apostel voor list Socialisme,
GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEES,
No. 5B.
r.
WOENSDAG
<en.
I
jp’s
'I
w.
i.
in.
HI.
ir
me-
er
hoort.
UIT DE TWEEDE KAMER.
hel
o
1
illen-
?re
we
Het
tr-
iii
■i.
n-
P.
I de
bij
'ard
zen,
te
er
en
Vol-
liep
te
ttn,
tb.,
ic
ier
or
E<1
werd ver
en het amen
der Oye werd ver-
Art. 25 werd
stelt
het getal kinderen
be
en
en
ar-
Daarbij kwam nog zijn rusteloos rondzwerven
buiten zijn vaderland, zonder ergens een eigen haard
te bezitten. Terwijl hij vroeger als een onbe-
leekenend en onbekend man, in liet pak van be
diende, door zijn genius geleid, hoopvol de wereld
doorreisde, dwaalde hij thans, met zich-zelf
en de wereld in strijd, van al zijne vrienden ver
laten, door zijne vijanden van land tot land ver
volgd, met wrevel in het hart rond even als
Voltaire, zijn ergsten vijand eene grenzelooze
ijdelheid in eigen boezem met zich voerende
De bisschop van Parijs had een herderlijken brief
uitgevaardigd tegen zijn Emile, en Rousseau moest
dientengevolge uit Frankrijk vluchten, terwijl zijn
prachtigst werk door de hand van den beul ver
brand werd, ’t Was weer E'rederik de Groote,
die zich den ongelukkigen dichter aantrok. Deze
bezorgde hem een toevluchtsoord te Nenschatel,
waar hij zijne uitstekende polemische geschriften
uitgaf. De geestelijkheid liet hem echter ook daar
niet met rustzij bracht het fanatieke volk tegen
hem in beweging en hij moest op een eiland in het
Bielermeer vluchten, tot de regeering van Bern
hem ook van daar verdreef, en hij zich, op eene
uitnoodiging van Hume, naar Engeland begaf.
Met Hume echter, die een geheel tegenoverge
steld karakter had als Rousseau, geraakte hij al j
heel spoedig in vijandschap, en nog vóór hij zijne
Confessions”, waarmeê hij in Engeland begon
nen was, had voltooid, keerde hij naar Frankrijk
terug.
In nood en kommer, bijna waanzinnig van ver
driet, dwaalde hij rond, kwam te Parijs, voltooide
Eene herinnering aan den honderd-jarigen
sterfdag van Rousseau f2 Juli
De taal, waarin dit werk is geschreven, is, even
als die van zijne andere werken, welluidend, warm
gevoeld en betooverend door hare lieftalligheid,
waardoor hij, evenzeer als Voltaire door zijn schit
terenden, groótschen, geestigen stijl, vele lezers
vol bewondering meêsleepte.
Het latere leven van Rousseau was een even
veel bewogen leven als de eerste dertig jaren
van zijn verblijf op aaide. Op het toppunt van
zijn roem gekomen, was hij eenzaam en verlaten,
ééndeels, omdat hij zich door zijne geschriften
vele vervolgingen op den hals haalde, namelijk
van de zijde der geestelijkheid,anderdeels, om
dat zijn privaat leven een sterk contrast vormde
met zijn denken en werken. Hij, die een boek
geschreven had over kinderopvoeding, een boek,
dat door alle tijden heen zijn waarde zal behou
den, hij zond zijn eigen vijf kinderen in een
vondelingsgestichthet heerlijke beeld van de
harmonie in het huwelijk, door hem in zijn »nieuwe
Heloïse” geteekend, kon in de werk lijkheid niet
krasser worden wederlegd, als door zijn onge
lukkig huwelijk met Therese Levasseur, die zijner
volkomen onwaardig wasen hij, die zijn »Emile”
met deze woorden aanvingsAlles is goed, wat
uit de handen van den Schepper gekomen is”,
werd de snoodste lasteraar van zijne vroegere
vriendin en weldoenster, mevrouw van Epinay,
die hem de bij haar slot La Chevrelte gelegen
heremitage had geschonken. Dal alles moest,
ondanks zijne zelfwaardeering, wel aan zijn hart
knagen en zijn versland verzwakken.
JU tenlooze en liefdelooze, het onnatuurlijke en
ge*
daar het door hem aangevangen werk omtrent
zijn eigen karakter en gaf toen gevolg aan de
uitnoodiging van den markies de Girardin, die
hem eenp toevluchtso.ord in Erminonville bezorgde.
Voor korten tijd herleefde de phys>ek en gees
telijk afgemartelde mensch weer in Rousseau, te
midden van de schoone, bloeiende natuur, tot
men hem op zekeien morgen als lijk op den
grond vond liggenmet eene leegen koffiekop
naast hem. Sommigen zeggen, dat men hem
heeft vergiftigd, terwijl anderen beweren, dat hij
zich zelf vergiftigd heeft.
Met Rousseau is een even zeldzame, even
schitterende en baanbrekende geest verloren ge
gaan als met Voltaire. Beide vulden elkan
der aaneven als Schiller en Goethe elkaar
completeerden. Rousseau is de idealist de ge-
moedsmensch, Voltaire de verstand-mensch.
Hier echter trokken de tegenover gestelde polen
elkaar niet aan, zij stietten elkaar af, zij bestre
den elkaar, in plaats van zich te verbinden.
Beiden echter hebben een grooten invloed uit
geoefend op de ontwikkeling der menschheid
Voltaire meer in politieke- en kerkelijke verlich
tende, Rousseau meer in sociale en paedagogi-
sche richting Hebben zij beide zeer erg gedwaald,
nog meer hebben zij dit gedaan, die beiden niet
hebben begrepen en in dat opzicht werkt
de invloed van. Rousseau nog direct tot op héden
voort en openbaart hij zich nog een enkele
maal in zijne meest krasse uitwassen.
Het gezond verstand van hel volk echter zal,
ondanks de ziekelijke verschijnselen van dezen
tijd, het sociale vraagstuk, door Rousseau opge
worpen, wel tot heil der menschheid weten op te
lossen, zij ’t dan ook in anderen zin, als Rouk-
seau het gewild heeft. In Duitschland en En-,
geland, in ons land, ja in de meeste landen, is
daarmee reeds een veelbeloovend begin gemaakt,
door hel oprichten van genootschappen en ver-
eenigingen, door congressen van werklieden enz.
Moge men op ’I oogenblik in Duitschland nog op
treurige afdwalingen kunnen wijzen, hoofdza
kelijk een gevolg van de onkunde der massa
tot de oplossing der sociale quaestie te geraken,
eene quaestie die niet kan worden geloochend,
is een edel pogen, de belangstelling der mensch
heid ten volle waardig, en aan Rousseau komt
de verdienste toe, dit vraagstuk het eerst gesteld
en het-eerat naar de oplossing daarvan gezocht te
hebben.
Wat Rousseau als paedagoog was, bewijst
het tegenwoordig schoolwezen, dat echter nog
lang niet op die trap van volmaaktheid staat,
waarop Rousseau bet gebracht wilde hebben. En
daaromeere aan zijne nagedachtenis 1
Het onderwijs-debat werd Vrijdag voortgezet.
AH. 24 bepaalt het aantal onderwijzers naar ge
lang van het aantal schoolgaande kinderen. Het
eischt 4 onderwijzers bij meer dan 170 kinderen,
en als het getal kinderen 200 overtreft op elke
40 kinderen 1 onderwijzer.
De heer Van Naamen stelt voor een andere
regeling, neerkomende ongeveer op 1 ondorwij-
Ook dit boek berust in de hoofdgedachte
rterugkeér tot de natuur”, op een valsche grond-
,EN. I stellinger wordt daarin waarheid en dwaling
zijn I dooreengemengd; het stelt beschaving en zedelijk
heid-in den natuur-toesland op den voorgrond,
in plaats van deze als een middel tol ontwikke
ling te beschouwen. Toch bevat het werk zoo-
veel edels, zooveel goeds en zooveel waars over
opvoeding van kinderen en over godsdienst,
I dat het inderdaad met maar alleen zegenrijk en
vruchtbaar heeft gewerkt voor de tijdgenooten
van Rousseau, maar als zoodanig ook nog voor
het tegenwoordige en de toekomst kan wer-
ken. In den vorm van een verhaal geeft Rous-
seau een modelbeschrijving van kinderopvoeding
van zijn Emile en strooit hij overal met volle
i handen goudkorrels van de hoogste levens-
wijsheid uit. Hij keurt ten zeerste af het gewe-
on-
op-
en
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende franco
in te zenden.
zer 50 leerlingen wanneer het aantal leerlingen
70 overtreft Voorts stelt hij weglating voor van
de alinea, bepalende dat zonder koninklijke ver
gunning niet meer dan 400 kinderen gelijktijdig
op een school mogen worden toegelafen De
heer Van den Berch stelt als amendement voor
het artikel te vervangen door deze bepaling. Het
hoofd der school wordt bijgestaan door een on
derwijzer, als het aantal kinderen meer dan 30
bedraagt, doch het verder aantal onderwijzers be
paalt de gemeenteraad, onder goedkeuring van
den schoolopziener.
De heer Schimmelpenninck van der Oye
voor als maatstaf te nemen 1
op 15 April in plaats van 15 Januari. Hij
streed, even als de hh. Beaufort, Verheijen
Van Nispen, het artikel als te ver gaande
onuitvoerbaar. De minister verdedigde het
tikel; het is gebaseerd op het onderzoek van den
minister Heemskerk en de vergadering der in
specteurs. Ook nu had men op 40 leerlingen 1
onderwijzer als men de kweekelingen niet
derekenl. De geheele quaestie komt dus neer
op vervanging der kweekelingen door onderwij
zers. Dat was wel uitvoerbaar. Het amende-
ment-Van den Berch lustte de quaestie niet op.
De minister ontried de aanneming er van,
gens de moreele beteekenis van dat votum,
bijzonder onderwijs zal van de meerdere vorming
der onderwijzers ook vruchten plukken.
De heer Van Naamen trok daarop zijn beide
amendementen in, doch de heer Sehimmclpennink
nam het eerste over (1 onderwijzer op 50 leer
lingen). Het werd verworpen met 44 tegen 33
stemmen.
Het amendement-Van den Berch
worpen met 51 tegen 25 stemmen
dement-Schimmelpenninck van
worpen met 44 tegen 33 stemmen,
toen onveranderd goedgekeurd.
Art. 25 is onveranderd goedgekeurd- Art. 26
regelt de minima van de jaarwedde der onder
wijzers (f 700 voor hel hoofd eener school van
meer dan 30 leerlingen, f 600 voor het hoofd
eener school van minder dan 30 leerlingen en
f 400 voor gewone onderwijzers). Voorts bepaalt
het dat deKoning voor elke provincie kan bepalen,
waar en hoeveel het minimum hooger zal zijn.
Het amendement-Moens, om voor onderwijzers
in scholen van minder dan 30 leerlingen o jk liet
minimum op f700 te bepalen, is aangenomen
met 38 tegen 34 stemmem. Art. 26 s a inge
nomen met eene kleine wijziging.
Art. 27 is onveranderd goedgekeurd. Op art.
28 (benoeming van onderwijzers door den ge
meenteraad, voor zoover den hoofdonderwijzer
betreft, na vergelijkend examen uit de voordracht
door den districts-schoolopziener aan den raad in
te zenden) waren twee amendementen voorge
steld, een van den heer Verheijen, om de voor
dracht te doen opmaken door Burg, en Weth.
in overleg met den districts-schoolopziener dit
werd verworpen met 45 tegen 27 en een
amendement van den heer Van Naamen, om de
voordracht door den arrond.-schoolopziener te la
ten opmaken T welk met 48 legen 23 stem
men verworpen werd. Arlt. 2832 zijn on
veranderd goedgekeurd.
Op art. 33, in hoofdzaak gelijkluidend met art.
23 der bestaande wet, waarin als doel van
onderwijs o. a. wordt genoemd de opleiding tot
alle christelijke en maatschappelijke deugden, is
voorgesteld een amendement van den héér De
Jonge, om het woord christelijke te doen ver
vallen. De heer De Jonge lichtte in de zitting
von (Maandag) uitvoerig zijn amendement toe.
Hij wilde waarheid, geen fictie. Christelijke deug
den zijn op de openbare school niet te leeren,
vooral bij het toenemend ongeloof ook by oa-
Rousseau heeft zelf in zijn »Emi)e” den weg
er te
TER
ooral
door
JEd.
ver
geeft
dhe-
egen I
nd. I
*k fl aangewezen om zijne ideën verwezenlijkt te krij-
be-
j {en.
verstandige in de tegenwoordige wijze van
voeding, waardoor het lichaam, het gemoed
karakter van het kind vroegtijdig vergiftigd wordt,
en geeft zeer behaitigenswaardige wenken, hoe
men uit de geringste teekens, welke het kind zelf
vermag aan te geven, tot eene natuurlijke en
heilzame behandeling besluiten en hoe men die
'uilvoeren kan. Van bijzonder veel waarde is
zijne bewering, dat de zucht tol vernielen bij
f de kinderen niet voortspruil uit boosheid of een
I aangeboren zucht om te vernielen, maar uit
gebrek aan afleiding, uit eene onbevredigde aan-
I drang naar bezigheid. De waarheid dezer stelling
f hebben Basedow, Pèstalozzi, F/öbel, en, in den
I laatsten tijd, de deensche ritmeester von Clauszen
Kaas, erkend, en deze zijn allen bezig geweest,
om daarin verbetering te brengen zij allen
hebben getracht, deze gapingen in de opvoeding
I van het kind aan te vullen. De tegenwoordige
l kindertuinen d la Fröbel met hunne spelen om
I de kleinen bezig te houden, de arbeidsscholen
van Clauszen Kaas mogen zich reeds in een
vrij algemeenen bijval verheugen en men kan
I gerust zeggen, dat aan dezen de toekomst be
lli deze richting heeft Rousseau zich een
schoon onsterfelijk succes verworven. De geheele
moderne paidagogiek berust op dit boek en heeft
dit nog óp lange na niet bereikt.
Een ander werk van zijn geest is zijne snieuwe
Heloïse", aldus genaamd naar de Heloïse uil de
middeleeuwen, de geliefde van baar leermeester.
Daarin schildert Rousseau, eveneens in verba
lenden vorm, de harmonie tusschen twee reine,
minnende zielen, en de harmonie van het huwe-
lijk in de harmonie der natuur. Het is een be-
vallige, bekoorlijke idylle, die in de werkelijkheid
I ech'er wel nooit zijne vervulling zal erlangen.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 */2 Cents. Bij abonnement is de prjjs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.