rm
GEBEENTE EN HET ARRO.WISSEHEIVTSOK.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR BE
1
h
if
o
IS78.
No. 39.
ZATERDAG
j 1
i.
i
I
Ml
o
0.
o
KM
i i J
S II'. K
L
Vrijdag 20 e.i 21 Juni
X).
UIT DE TWEEDE KAMER.
liberaal
M.
i.
Wethouders voornoemd,
J. van DBIESSEN.
W. van WANING Jr Secretaris.
i
i
i<
i
)O
0,
t
h
1
Deze COURANT verschynt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco
in te zenden.
9.
ding
ra-
sorns
van
0.
Tt
van
4.
li
nt
e
e
is
1,
n
>0
>30
1,29
>,53
683
1,43
i
loor
hl 6
loor
1,34
>61
loor
loor
loor
J 14
-10
1
1
en
I.
'1
10
0.
0;
2e
vooroordee-
in den
nog gaarne op den
christelijke deugden.
wanneer men ziet
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7'4 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de gemeente Sneek maken bekend, dat de JAAR
MARKT, op welke geene bedelaars, ryfelaars
hazardspelers ot loterijen met kaartjes om koek
glas en aardewerk of andere voorwerpen, zullen
worden toegelaten, alhier zal ingaan op Dinsdag
13 Augustus 1878, des morgens acht uur, en
eindigen op Vrijdag 23 Augustus daaraanvolgende,
des morgens acht uur, en dat vóór den 25 dier
maand, alle kramen, disschen, tenten enz. zullen
moeten zijn afgebroken en weggeruimd.
Tevens wordt hierbij herinnerd aan art. 46
van de algemeene Politie-verordening, waarbij is
bepaald: vdat niemand eene tent, kraam of
iets dergelijks, op den voor den openbaren dienst
bestemden grond mag opslaan, dan op aanwijzing
1 van den Marktmeester en na voldoening van
het marktgeld
Sneek, 12 Juli 1878.
Burgemeester en
AFKONDIGING.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek
Gelet op de missive van den heer Commissa
ris des Konings in de provincie Friesland van
19 Juni 1878, ie afd, no. 1166, (Prov. blad no.
66),
Brengt ter kennis van de ingezetenen, de na
volgende, door den Minister van Financiën in de
Staatscourant gedane bekendmaking, blijkens welke
de uitgifte van nieuwe bronzen centen ook tot de
provincie Friesland wordt uitgestrekt
«DE MINISTER VAN FINANCIËN,
maakt bekend dat voortaan, gedurende de nage
melde dagen, op de gewone kantooruren, ten
kantore van alle betaalmeesters, voor zoover de
voorraad strekt, voor ieder, op aanvraag, ver
krijgbaar zullen zyn bronzen stukken van een
cent, geslagen naar de wet van 28 Maart 1877
(Staatsblad no. 43) en hel Koninklijk besluit van
18 April 1877 (Staatsblad no. 84), en zulks in
sommen van niet minder dan twintig cents, tegen
overgave van een geljjk bedrag in ander wettig
Nederlandsch betaalmiddel, hetwelk voor minstens
een vierde zal moeten beslaan in Nederlandsche
koperen centen, geslagen naar de wellen van 28
September 1816 (Staatsblad no 50) en 26 No
vember 1847 (Staatsblad no. 69).
De laatstbedoelde centen blijven intussclien wet
tig betaalmiddel zoolang zij niet, op een bij alge-
meenen maatregel van inwendig bestuur te be
palen tijdstip, builen omloop zijn gesteld.
De belaulmeesters-kantoren zijn, behalve op
zon- en feestdagen, voor de bedoelde verwisseling
opengesteld van den 16 tot en met 25 van elke
maand, met uitzondering nochtans voor de kan
toren ’s Uertogenbosch, Arnhem, *s Gravenhage
Rotterdam, Dordrecht, Middelburg, Utrecht,
Leeuwarden, Zwolle, Groningen, Assen en Maas
tricht van Donderdag en "J nn L"
1878.
’s Giavenhage, den 12 Juni 1878.
De Minister voornoemd,
(getGLEICHMAN.
Voor kopij conform,
De Secretaris Generaal,
B A R T S T R A.
Snoek, den 24 Juni 1878,
De Burgemeester voornoemd,
J. van DRIESSEN.
Na discussie werd het amendement verworpen Loeft over, om geneeskundige hulp uit te zende
rnet 51 tegen 25 stemmen, waarna het artikel, ren en duidelyk te doen uitkomen,
dat door den heer Bergman werd bestreden
onveranderd is goedgekeurd.
Artt. 58 en 59 zijn goedgekeurd.
Artt. 60—64 zijn goedgekeurd, na verwerping
met 44 tegen 34 stemmen op art. 61 van het
amendement-Verheijen om voor hoofdonderwij
zers niet te vergen een examen in de wiskunde
en voor hoofdonderwijzeressen niet te eischen
een examen in de wiskunde en het handteekenen.
Op art. 65 zijn voorgesteld twee amendemen
ten 1. van den heer Verheijen, om niet de hoofd
onderwijzers acte te vorderen voor het verkrijgen
,van acten voor levende talen en andere vakken
2. van de heeren van der Kaay en Beaufort
van gelijke strekking, maar tevens strekkende
om de examens te doen afleggen voor gewone
commissiëu van middelbaar onderwijs.
Het debat over art 65 der onderwijswet en de
daarop voorgestelde amendementen van de heeren
Verheijen en van der Kaay, is jl. Woensdag voort
gezet. De heeren Moens, Borgesius en de Mi
nister bestreden- ze uitvoerig. Ze bestendigden
alle misbruiken en de Minister achtte ze in strijd
met den samenhang en de economie der wet.
Daarentegen bleven de heeren van der Kaay, Ver
heijen, Beaufort en van der Hoeven betwisten,
dat voor ac'en voor talen of speciale vakken hoofd
of hulponderwijzersacte noodzakelijk zoude zijn
en vooral keurden zij afneming der examens door
commissien van middelbaar onderwijs sterk af.
Ten slotte zijn beide amendementen verworpen
met 43 tegen 39 stemmen en is art. 65 onver
anderd goedgekeurd, gelijk mede het aangehouden
art. 65.
Artt. 6680 zijn na korte discussie onveran
derd goedgekeurd, het laatste met 58 tegen 22
stemmen.
Op art. 81 is voorgesteld een amendement van
de heeren van der Oije en Barge, om weg te
laten de vierde alinea, dat gemeentelijke onder
steuning aan ouders, wier kinderen niet ter school
gaan, wordt geweigerd.
De Minister verdedigde die alineagelijke be
paling beslaat in de reglementen der armbesturen.
Alleen wordt daarin ondersteuning afhankelijk
gesteld van genot van openbaar onderwijs. Dit
artikel wil te dien opzichte geen onderscheid ma
ken tusschen openbaar en bijzonder onderwijs.
Dit werd anderzijds door verschillende sprekers
bestreden, die het art. in strijd met de armenwet
achtten.
De Minister liet uit het artikel vervallen de
woorden van welken aard ook, ten einde genees
kundige hulp als politiezorg niet uit te sluiten.
Over hel amendement-Barge staakten de stem
men, 40 tegen 40, zoodat het art. is aangehou
den.
Aitt. 83—87 zijn goedgekeurd.
De Regeering stelde in plaats van art 88 en
89 eene gewijzigde redactie voor.
Het onderwijsdebat werd Donderdag voortge
zet. Artt 88 en 89 zijn vervangen door nieuwe,
de redactie daarvan is door den Minister goedge
keurd, na verwerping van het amendement
Moens, om den termijn van 1883 te veranderen
in 1881. De overige artikelen zijn goedgekeurd,
na verwerping van het amendementRoëll, om
de ontslagen inspecteurs hunne volle wedde te
verzekeren.
Het aangehouden art. 81 gaf nog aanleiding
tot debat, in verband mei hel amendement van
der Oije—Barge tot weglating van de bepaling,
dat ondersteuning wordt geweigerd als de kin
deren niet ter school gaan.
De minister nam het amendement—van der
dat alleen
bedoeld wordt gewone ondersteuning door arm-
bestuien. De minister herhaalde zijne verklaring,
dat weigering van ondersteuning ook thans ge
schiedde door de armbesturen, maar alleen bij
niet bezoek op de openbare school. Het artikel
maakte geen onderscheid tusschen openbaar- en
bijzonder onderwijs.
Het amendementBarge is verworpen met 42
tegen 40 stemmen, waarna de geheele wet is
aangenomen met 52 tegen 30 stemmen.
(Van den uitslag der eindstemming gaven wij
gistermiddag reeds bij afzonderlijk bulletin aan onze
abonné’s kennis.)
Tegen de wet stemden: de heeren Heijdenrijck,
Saaijmans Vader, de Casembroot, Arnoldts, Bar
ge, Verheijen, Haftmans, van der Schrieck, Te-
ding van Berkhout, Insinger, Borrel, Mackay, van
der Hoeven, van Baar, de Jonge, Schimmelpen-
ninck, van Asch van Wijek, van der Oije, Wint-
gens, Bichon, de Bieberslein, van den Berch
van Nispen, Kerens, Bergman, Brouwers, Lam
brechts, Gorver Hooft, Luyben en Reekers.
Vervolgens is na discussie aangenomen, mét
75 tegen 3 stemmen, het ontwerp tot vaststelling
van bijzondere bepalingen tot beteugeling der
longziekte bij het rundvee in bepaalde deelen des
lands.
Na de vaststelling der huishoudelijke raming in
commiltè is de Kamer gescheiden.
In de zitting van jl. Dinsdag is aangenomen
de wijziging der spoorwegbegrooting voor 1878.
De Minister van Waterstaat verklaarde, dal spoed
zal worden betracht bij de lijn ZwolleAlmelo
en het goederenstation te Feijenoord. De afba
kening van de ombuiging over Bolsward is af-
geloopen, de opname nog niet.
Vervolgens werd behandeld het ontwerp tot
verhooging van hoofdstuk 9. De minister van
Waterstaat betreurde, dat de som voor de Parij-
sche expositie was overschreden en zou bij voor
komende gelegenheid trachten dit te voorkomen.
Van indiscrete beschikking over ’s Lands geld
door de hoofdcommissie, wat de heer Oldenhuis
Gratama beweerde, kon geen sprake zijn.
Het onderartikel, waarbij 260,000 gulden ver
hooging wordt aangevraagd voor den Rotlerdam-
schen waterweg, is goedgekeurd mei 56 tegen 3
stemmen. De heeren van den Berch, de Casem
broot en Insinger betwijfelden het welslagen der
zaak.
De minister meende, dat oogenblikkelijke ach
teruitgang niet mocht doen wanhopen aan het
welslagen. Evenmin kon hij nu reeds ui'gaan
van de onderstelling, dat de staatscommissie in
haar rapport het welslagen van den waterweg
zou ontkennen.
Bij onderdeel: verhooging van het subsidie voor
de Parijsche expositie, werden op nieuw door ver
schillende sprekers onze expositie en de hande
lingen der hoofdcommissie afgekeurd. De heeren
Teding van Berkhout, van Kerkwijk en de Mi
nister verdedigden de commissie uitvoerig.
Het onderdeel is aangenomen met 57 tegen 14
stemmen.
Het geheel ontwerp is aangenomen met 67 te
gen 3 stemmen.
Daarna is het onderwijsdebat voortgezet. Art.
55 is goedgekeurd. Art. 56 aangehouden tot na
art. 65. Op art. 57 was voorgesteld een amen
dement Moens om het hulponderwijzersexamen te
doen afnemen niet door eene commissie van school
opzieners, maar door eene commissie van des
kundigen, waaronder de voorsteller de onderwij
zer» verstond.
De minister bestreed dit amendement. De aard
van dit examen bracht mede afneming door niet-
spccialiteiten.
De Tijd schrijft ten aanzien van het achtdaag-
sche debat in de Tweede Kamer over de onder-
wijs-wet, en hoe ontstemd dat blad is, blijkt uit
het volgende
«De heer Basterl behoort soms tot de rechter-,
soms tot de linkerzijde.
«Hij mist den hundenniuth om afhankelijk te
zijn en is te onklaar van begrippen, te verward
van voorstellingen, om een radicaal, een
van beginselen te kunnen wezen.
«Hij mengt en haspelt allerlei dingen dooreen
en meent in ernst, dat de christelijke deugden
der wet de nieuwe aera der heeren Straatman
en van Houten zullen tegenhouden.
»De heer van Houten is een liberaal, al behoort
hij niet tot de liberale partij.
»Is hij geheel onafhankelijk
«IJdle waanhij wilde eene ongeloovigo
school en schept zich een toekomst, maar vergeet,
dat die wel eens geheel anders zou kunnen zijn,
als hij zich haar voorstelt.
»De heer van Houten meent alle
len te hebben afgelegd en vermeidt zich
waan, als een toonbeeld van zuivere, naakte men-
schelijkheid rond te wandelen. Zijne persoonlijk
heid kleedt hem als in een wapenrusting en zijne
vooroordeelen omgeven hem als een staatsieman-
tel, met langen, ruischenden sleep.
«Hij ontkent dat, maar Pascal voegt hem toe
«begrijp toch, trotschaard, welke paradox gij voor
u zelven zijt.”
«De heer Goeman Borgesius rent als een
zende Roeland op de ultramontanen toe en
doet hij denken aan den Don Quichotte
Wiertz: Don Quiblague.
«De heer Meijier speelt
doedelzak het deuntje der
Vernam hij nooit de les
dat de Kamer gaal slapen en haar oogen toeval
len van vermoeienis, dan moet men niet op een
doedelzak gaan spelen, om haar slaap nog dieper
te maken.”
«Op den heer Godefroi is deze schets van Ti-
mon: »»de advocaten zijn heet van tong en koud
VERGADERING
van den Gemeenteraad van Sneek,
Maandag den 22 Juli 1878, 's nam. 6 uur.
Punten ter behandeling
1. Resumtie der notulen.
2. Mededeelingen van goedgekeurde raadsbe
sluiten, ingekomen stukken, enz.
3. Aanvulling van het raadsbesluit d. d. 22
Juni jltot verhooging der toelage ten behoeve
den kweekeling Anne Kuipers.
Onderzoek der geloofsbrieven van het be
noemd lid van den raad den heer D. Gorter.
5. Adres van J. Rooda, tot bekoming van een
subsidie, ad f100, voor een te houden harddra
verij.
6. Adres van den heer G. B. Reddingius
verzoekende eervol ontslag als gemeente-ontvan-
ger.
7. Bepaling van het bedrag van den borgtocht,
door den te benoemen gemeente-ontvanger te
stellen.
8. Benoeming van 2 plaatsvervangende Wet
houders.
Voorstel van Burg, en Weth. naar aanlei-
van door den heer dr. B. Symons bewezen
diensten ten behoeve der Latynsche school.
10. Missives van Heeren Curatoren der La-
tijnsche school, betreffende de belangen dier in
richting.
UIT DE PERS.