KIEUWS- EN ADVERTENTIE BEAD VOOR DE GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER. I Ho. 78. 1878. WOENSDAG 25 SEPTEMBER, D R I E-E N-D E RT I G 9 T E J De 31 illioenen-speeeli, 1 SMIhllt 01 l< t VI Wethou- van BIW^XLA X». I l. Er zal in den Haag een commissie worden gevormd, om op het graf van Dunkler een ge- denkleeken op te richten. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco in te zenden. j voor 1879 wordt in hoofdstak biuoeulandsche taken, het volgende Bij do staalsbegrooting V, departement van L gezegd gezegd is de middelen aangevuld met j U__r. Ding. Daar tegenover stelt de Minister nu wel, De Nederl. maatschappij tot bevordering der Pharmacie heeft dezer dagen aan den minister van binnenlandsche zaken een adres gericht, in houdende het verzoek tot wering van den handel in geheime geneesmiddelen. De heer C. P. Mellerkamp te Amsterdam heeft zich tot den Koning gewend met verzoek, dat het besluit van den raad van Amsterdam, waar- dat voor den aanleg van spoorwegen geraamd is f 8,200,000maar daaruit volgt dan toch, dat zonder die leening voor de spoorwegen nagenoeg niets zou beschikbaar zyn geweest en dat wy dus voorlaan geen spoorwegen meer zullen kunnen aanleggen, zonder het geld daarvoor te leenen. De begrooting is ook nog de Minister er kent hel onvolledig. Voor de uitvoering der schoolwet is daarop nog geen cent gebracht; het hoofdstuk voor oorlog heeft slechts een voorloo- pig karakteren het is nog niet zeker, of de millioen, op de Indische begrooting voor het Uit den Haag schryft men aan de N. Rott. Cour. Het bericht van sommige bladen omtrent den toestand van den Minister van Oorlog is over dreven. De waarheid is, dat de toestand van den Mi nister in de twee laatste weken minder gunstig is geworden. Maar de hevige pijnen, waaronder Z Exc. leed, beginnen te bedaren oogenblikke- lijk gevaar is er niet en de hoop op herstel be hoeft nog niet te worden opgegeven. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 1'/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. BEKENDMAKING. De BURGEMEESTER der gemeente Sneek maakt bekend, dat de stukken, bedoeld by art. 6 en ter voldoening aan art. 7 der Wet van 28 Augustus 1851, (Staatsblad no. 125), betreffende den Spoorweg van Stavoren naar Leeuwarden, voor zooveel die in de gemeente Sneek zal zijn gelegen, ter Secretarie dier gemeente ter inzage van een ieder zullen worden nedergelegd van 18 September tot en met 23 October 1878 en dal I e langhebbenden binnen dien termijn hunne be zwaren mondeling ol schriftelijk moeten opgeven aan hel college van Burgemeester en ders. Sneek den 17 September 1878. De Burgemeester voornoemd, J. van DRIESSEN. Binnenlandsch bestuur. Nadat de staten van onder scheidene provinciën wederom verhooging van jaarwedde voor de ambtenaren ter provinciale griffie hadden aan gevraagd, heeft een onderzoek betreffende de inrichting der griffien eu een vergelijking van het aantal ambte naren en van hunne bezolcipng geleid tot de thans voer gesieldu verhoogiugeu Kan het personeel worden ver minder d en dezelfde som overeen kleiner aautal personen verdeeld, dan zal ieders aandeel grooter kunnen zijn, De beoordeeling of het aantal ambtenaren en bedienden op sommige griffien voor inkrimping vatbaar is, hangt van den omvang der werkzaamheden en dus van ver schillende omstandigheden af, die voor elke griffie niet met zekerheid zijn te berekenen. Niet alleen op de bevolking, maar ook op het aantal gemeenten en water schappen moet worden gelet, wier uitgebreidheid zeer ui esuloopt. In sommige provinciën is het aantal hoogere ambtenaren veel te groot in vergelijking met dat der lagere- 1? zijn dan ook geene verhoogingen toegestaan. Voor verhooging van de tracteinenten van de Gom missarissen des Konings en der griffiers heeft de minister geen termen gevonden. Gymnasia. Aau al de verzoeken tot oprichting gevolg te geven kan niet in aaumerking komen. Onder de vragende gemeenten beneden 20 000 zielen zijn er waar een gymnasium of progymnasium geeu levensvatbaarheid zou hebben Alleen daar schijnt subsidie gewettigd waar de oprichting of iustandhouding vau eeu gymnasium of progymnasium vruchten belooft. Na een nauwgezet onderzoek is het den minister voorgekomen, dat, behalve in de gemeenten, boven de 20,000 zielen die ze reeds hebben, met gymnasia te Zutfen, Middelburg, Sneek, Deventer en Assen en pro-gymnasia te Boxmeer, Tiel, Harderwijk, Alkmaar Dockum, Oldenzaal en Winschoten, zou kunnen worden, volstaan,- 21 gymnasia en 7 pro'gymnasia, om van de bijzondere inrichtingen van dien aard (waarvan er thans eeu drietal bestaat, dat vermeerderd kan worden) nie^ te gewagen, mogen geacht, worden in de behoefte aan voo: bereiding voor het universitair onderwijs genoegzaam "te voorzien. Ten aanzion van het verleenen van subsidie wenscht de minister als regel aan te nemen, de gemeente wier bevolking meer dan 100,000 zielen bedraagt, uit te sluiten, daar zij tot dusverre zuuder subsidie de kosten van baar gymnasium, die door de nieuwe wet niet belangrijk verzwaard worden, hebben bestredenaan de overige tot oprichting verplichte gemeenten hoogstens de helft der door den minister goed te keuren kosten te vergoeden. Aan de verdere hierboven vermelde gemeen ten zou evenzeer hoogstens de helft der kosten als subsidie kunnen worden toegekend, De jaarlijksebe kosten van een gymnasium worden geraamd op f 20,000. die van een progymnasium op f 12,000, van een van een moederland uitgetrokken, werkelijk in de moeder- landsche schatkist vloeien zullen. Voeg daarbij, dat ook voor hetgeen de kanalenwet, als zij tol stand komt, eischen zal, bij het opmaken der begroo ling niet is gerekenden neem voorts in aan merking, dat geregeld elk jaar voor opwomeude behoeften credieten worden aangevraagd, die het bedrag der oorspronkelijke begrooting komen verhOogen. »Het blijkt dus zegt de Kamp. Crt.,en nie mand zeker zal dit ontkennen dat de gelde lijke toestand des lands verre van gunstig is.’’ Men moge de zaken toch beschouwen zooals men wil: uit een pessimistisch of optimistisch oogpunt, zóóveel is zeker, dat wij op ’t oogenblik met te korten sukkelen; en niemand zal zeker beweren, dat dit een gezonde toestand is. Vooral in de huishouding van Staat dient het evenwicht tus- schen inkomsten en uitgaven niet te worden ver broken. Toch staan wij voor dat weinig rooskleurig feit en de oorzaak daarvan moet o. i. in de eerste plaats worden gezocht in de ontzettende opdrij ving onzer oorlogsbudgetten. Daarop hadden vele millioenen bezuinigd kunnen worden, die toch improductief zijn weggeworpen. Eene flin ke bezuiniging op dat gebied zou ook zelfs bij mindere karigheid in zaken, die meer bevor derlijk zijn aan het algemeen belang, een ge heel ander resultaat hebben opgeleverd van den finantieelen toestand van ons land. Hadden wij minder millioenen geofferd aan dat danaïden-vat, wij zouden thans niet behoeven te staan voor tekorten, en de minister van financiën had zeer zeker niet noodig gehad, de weinig blijde bood schap Ie brengen, dat men vóór alles bedacht moet zijn op vermeerdering van ’s lands middelen. Intusschen: napieiten helpt niet wij staan voor de cijfers, die ons de tekorten prediken, en om deze, ook in de toekomst, het hoofd te kun nen bieden, moet er geld worden gemaakt, d. w. z. de bestaande belastingen moeten tot een hooger cijfer opgevoerd, of er moeten nieuwe gecreëerd worden. Het laatste schijnt gekozen. Met groot genoegen hebben zeker velen met ons van den minister vernomen, dat hij een voor stel zou doen tot het invoeren eener belasting op de kapitalen in portefeuille en op de bezittingen in de doode hand, waarvan de opbrengst geraamd wordt op f 4,000,000. Een dadelijke vermeerde- i ing van inkomsten is ’t meest dringend, zegt de minister, maar ernstig is hel streven om ver betering in de verdeeling van lasten voor te be reiden. Wij hopen dat daaraan dan ook door de regeering met kracht zal worden gearbeid opdat er eindelijk eens een einde kome aan de vele onbillijkheden en bevoorrechtingen, die nood- wendig voortvloeien uil onze tegenwoordige slech te belastingwetten. UIT DE TWEEDE KAMER. Bij de beraadslaging over de algemeene strek king van het adres van antwoord op de troon rede, aangevangen in de zitting van gisteren (Maan dag), verklaarde de heer Saaymans Vader zich te gen het adres, daar hij zich niet kon vereenigen met den gunsligen toestand in de troonrede ge schetst omtrent de nijverheid, den landbouw en Atcbin. De heer Van Houten verklazrde dat de troonrede een pijnlijken iadruk op hem had ge maakt. Niets was daarin wat dit kabinet als liberaal karakteriseerde. Omtrent de hervorming van het kiesstelsel of hel belastingstelsel bevatte de troonrede niets. Uit de rede van den minis ter van financiën bleek echter dat de regeering wel nieuwe belastingen wil voordiagen, maar met beheud der bestaande drukkende belas'ingen. Die gedragslijn keurde hij af. Geen ander motief was er veor aan gegeven dan geldgebrek, maar dat was niet afdoende. Ernstig vroeg hij opheldering. De minister van financiën antwoordde dat deze regeering niet wil stilzitten, maar evenmin groote beloften doenzijn taak is tweeledig1° herstel van het financieel evenwicht2° voorbereiding der belastingherziening Dit laatste zal niet uit het oog worden verloren. De minister van bin nenlandsche zaken kon geen uitzicht geven, dat in dit zittingjaar een voorstel tot herziening het kiesrecht zou worden aangeboden. De heer De Gasembroot noemde de troonrede allertreurigst. Hij bestreed vooral de militaire politiek der regeering, voornamelijk ten aanzien van Atchin. De minister van koloniën herinner de, dat vermindering van het leger In Atchin een maatregel was van het vorig kabinet, waartegen de heer De Gasembroot opmerkte, dat de regee ring bij de begrooting voor 1878 aan dien maat regel haar adhaesie heeft geschonken. Met 50 tegen 13 stemmen is de algemeene strekking aangenomen. Paragraaf 1 werd goedgekeurd, na verwerping met 46 tegen 17 stemmen van een amendement van den heer Haffmans, om den tweeden volzin weg te laten. 2 werd goedgekeurd, na ver werping met 48 tegen 15 stemmen van een amendement van den heer Van der Hoeven, om niet te spreken van vorstelijke deugden, daar de Kamer niet bevoegd is brevetten uit te geven. 3 is onveranderd goedgekeurd. 4 eveneens, na verwerping met 43 tegen 20 stemmen van een amendement van den heer De Gasembroot, om van de dapperheid der krijgslieden in plaats van hun inspanning te gewagen. Bij 5 wilde de heer Van Kerkwijk aandrin gen op hel betrachten van zuinigheid bij de fi nanciën, maar zag van het voornemen af uit vrees van verwerping. De paragraaf is onver anderd goedgekeurd. Heden voortzetting. (Zie telegram.) waarmeë de Minister van Finantiën in de zilting der Tweede Kamer van Vrijdag jl. de Staatsbe- ^Jgrooliiig voor 187!* heeft aangeboden, doet ons •wzien, dit in de weinig rooskleurige paragraaf in de Troonrede, betreffende de geldmiddelen van den Staat, de toestand niet overdreven is voor gesteld. De geldelijke toestand des lands is verre van gjnstig te noemen, ook al is het tekort dan niet zoo groot als in de maand April van dit jaar, toen het leenings-onlwerp werd aangeboden, i vermoed werd. Toen werd het te kort, waarin voorzien moest worden, geraamd op ƒ26,175,000, en thans blijkt dat, bij nadere berekening, slechts 22,850,000 te zullen bedragen. De voornaamste der door den Minister mede gedeelde cijfers komen in hoofdzaak hierop neèr: De dienstjaren 1874 en ’75 hebben voordeelige saldo’s opgeleverd tot een bedrag van ƒ6,843,607,48, welke echter geheel verslonden worden door het - 'i tekort op het dienstjaar 1876, zoodat ten slotte nog een sorn van 58,439,89’ gedekt moet wor den. Het te kort op den dienst 1877 bedraagt 16,223,429,89, dat op dien van ’78 f 6,580,000. Door den Minister wordt den achterstand tot het einde van dit jaar dan ook begroot op bovenge noemd cijfer (ƒ22,850,000) Hierbij moet echter worden opgemerkt, aan den éénen kant, dat in deze raming voor 1877 gerekend is op de Indische bijdrage vcor onze vestingbouw ad f 2;300,000, die nog moet wor den uitgekeerd; en aan den anderen kant, dat de zaken in zoover kunnen meevallen, dat de dienst ten slotte nog betere resultaten zal kunnen op leveren dan waarop gerekend was. Wat de in dit jaar gesloten leening betreft 4 de opbrengst daarvan gaat bijna geheel op aan te korten, met inbegrip van de bijdrage ad 7,300,000 op de begrooting van 1878. Volgens de raming van den Minister zal er uit die leening slechts eene som van ƒ3,801,250 overblijven. De Mi nister van Koloniën rekent op een voorschot van i 10 millioen uit de geldleening, welke som dus op verre na niet aanwezig blijkt te zijn, tenzij voor Indië de gelden worden aangesproken, die tot dekking der inoederlandsche deficitten bestemd zijn. Op het budget voor 1879 worden zooals l een bedrag van f 7,300,000 uit de opbrengst der lee- iferailliïl

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1878 | | pagina 1