NIEUWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE
GEMEENTE EN BET ARRONDISSEMENT SNEEIC
No. 89.
D R I E-E N-D E R T I O S T E J
1878.
A R G A N Gh
ZATERDAG
2 NOVEMBER»
Ji.
o,
>0.
50
50
e
4.
6»
S\IU
lURAl'T.
18.
2e
12.
HST VOORSPEL VAN EEN NIEUWEN OORLOG
ik.
0(1-
In den Nederl. Spectator van 19 en 26 Oei.
bijv, de ontevredenheid in beide rijken en de
naderende winter, het uitbreken van den oorlog
tusschen Engeland en Rusland nog verschuiven
het blijft toch slechts een quaestie van tijd, die
waarschijnlijk ook van de vloot van Ochotsk, hel
Sebastopol van Siberië, overwachte verrassingen
zal brengen.
'0;
00
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco
in te zenden.
in-
am
»0,
Ie
IS
ie
K-
le
r-
d.
i0.
sle
.36
,30
,43
585
,43
d
en
rd.
30
14
a
50
'O.
»or
oor
,34
51
oor
oor
oor
.14
-10
De Wayn Courredacteur ds. Buitendijk te
Kralingen, is niet ingenomen met het oprichten
eener orthodoxe theologische faculteit te Amster
dam.
Ware hel de bedoeling zegt zij dat nu
bepaald te Utrecht van Ooslerzee de dogmatiek
niet meer zal onderwijzen, een weg, zoo mogelijk,
te openen, ten einde hem, indien niet formeel,
dan materieel waardiglijk te vervangen, dan waren
we ’t daarmee ten volle eensl Is echter daaren
tegen de bedoeling en die vrees bekruipt ons
om nu eens echt gereformeerde predikanten
te gaan vormen van *t zuiverst allooi, gelijk we
dit tol nu toe niet hadden, dan zou zulks al van
zeer weimg piëteit getuigen tegenover mannen
als van Oosterzee, Doedes en Beets, die reeds
jaren lang de smaadheid van ’t kruis zich niet
geschaamd hebben, ook toen de orthodoxie veel
meer dan thans een aanfluiting was. En we zijn
dan ook ten volle overtuigd, dat de zeer groote
meerderheid onzer rechtzinnige predikanten wei
geren zal een plan te ondersteunen, waardoor
direct of indirect aan onze geloovige hocgleeraren
te Utrecht en te Groningen als een klap in het
aangezicht gegeven wordt
De Standaard werkt het denkbeeld, dal bij de
oprichting van den anti-revolutionairen bend, onder
het motto>een school met den Bybel" voorzat,
wat nader uit en vestigt er vooral de aandacht
op, dat het hier een vereeniging geldt, die overal
in elke gemeente vrij en op eigene wijie zal
werken. Het zal een vereeniging zijn lot bevor
dering der algemeene christelijke belangen en het
volstrekt zelfbeheer zal er in gewaarborgd zijn.
De voordeelen daarvan worden door het blad
aldus geformuleerd:
Vooreerst hetgeen de locale comité’s jaarhjkz
opzamelen gaat niet naar Amsterdam of Utrecht,
maar blijft in het dorp of ter beschikking van uw
stad. Men kan er mee doen wat men wil en er
vrijelijk over beschikken. Vertrouwen, niet regle-
menteering, is richtsnoer.
»Dan, men zal allereerst de zaak van het on
derwijs in de plaats zelf waar men woont aan
pakken, en alzoo als onder zijn eigen oogen, op
bekend terrein, man tegen man, een worsteling
aanbinden, die op ongelooflijke wyze de veer
kracht sterken kan.
»En eindelijk er zal niet enkel over de school
verhandeld worden, maar eindelijk dan toch wor
den ingezien, dal de schoolquaestie met geheel
onze huiselijke, kerkelyke en sociale toestanden
saamhangt, en dien overeenkomstig zal men de
hand slaan niet alleen aan wat rechtstreeks school
heet, maar ook aan de persook aan de lectuur
voor ons volk ook aan de ten pla'telande vooral
zoo noodzakelijke wintersamenkomsten ook aan
het verspreiden van kennis onzer volkshistorie
ook aan da algemeene volksontwikkeling in Chris-
telijk-historischen zin kortom aan al datgeen
waarvan men zelf in de plaats zyner woning voe
len zal: dit raakt onze Christelijke belangen en
lag tot dusver braak.’’
Met het oog op de tegenwoordige verwikkelingen
tusschen Engeland en Afghanistan, meenden wij aan
vee onzer lezer» geen ondienst te doen, bovenstaand
I artikel, door on» aan de llluitrirte Zeiteng ontleend, in
onze kolommen op te nemen*
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 V2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
koning lord Lytton op nieuw opmerkzaam ge
maakt op zekere verschijnselen, waaruit te be
wijzen was, dat emir Ali, een Aziaat, die
gewoon is zijne handen naar beide kanten ge
opend te houden, zich in een gevaarlijk ver
keer had ingelalen met Russische gezanten. En
geland was toen ten tijde te Kaboel vertegen
woordigd door een geboren Indiër. Deze betaalde
toen aan den Emir nog belangrijke sommen,
waarmeê hij de bescherming voor zijne handels-
karavanen moest koopen. In plaats van reeds
tóen naar hel zwaard te grijpen, trachtte men
den Emir door diplomatieke formaliteiten te im-
poneeren. De vertegenwoordiger der Indische
regeering werd uit Kaboel teruggeroepen.
Emir Ali, die de Britsche subsidie’s niet graag
wilde missen, knoopte op nieuw onderhandelin-
gen aan met den onderkoning. Deze werden
echter afgebroken, omdat hjj niet wilde toestaan,
dat een Britsch gezant te Kaboel werd toegela
ten, waarschijnlijk omdat hij van zijn valsch spel
met Rusland niets wilde laten uitlekken, ’t Zou
dan ook in dien tijd reeds tot een openlijke breuk
met Engeland gekomen zijn, als andere omstan
digheden dit voorloopig niet hadden opgekeerd.
Alle diplomatiek verkeer, even als dat met kara.
vanen, bleef van nu af geheel afgebroken tusschen
de beide landen. Slrooptochten van Afghaansche
stammen op Indisch gebied kwamen niet zelden
voor. Wie te Kaboel ten voordeele van Enge
land sprak, werd als spion ter dood gebracht,
terwijl, in strijd met de vroegere uitdrukkelijke
verzekering van den Czaar, een Russisch gezant
schap te Kaboel werd ontvangen. De dubbele
Russisch^ adelaar had zich daar reeds wekenlang
een koekoeksnest gebouwd, alvorens de Engel
sche regeering eenige tijding ontving van hel
gebeurde; even verrassend was voor haar het
nieuwe verbond tusschen Rusland en Perzië.
Hierbij komt nog het spionneeren der passen in
het grensgebergte van Thian-schan, de opstape
ling van proviand aan den rechteroever van den
Oxus en het uitzenden van geheime zendelingen
onder de Turkomanen.
Al het voorafgegane nu rechtvaardigt het vermoe
den, dat emir Ali, die zeer goed op de hoogte
is van de diplomatieke gebruiken en regels, en
die daarbij zeer goed bekend is met -de gevoe
ligheid der Britten in‘dergelijke zaken, niet bui
ten Russischen invloed gehandeld heeft.
Het is dan ook volstrekt niet twijfelachtig, of
Engeland zal de beleediging van den kant van
Afghanistan ondervonden en de gevaarlijke intri
gues van Rusland, wel niet onbeantwoord laten.
Hetzelfde Engeland, dat nog voor weinige jaren
geleden, tengevolge van het gevangen nemen van
zijn gezant door wijlen koning Theodorus van
Abyssinië, 10 millioen pond sterling voor één
veldtocht heeft uitgegeven, en dat, tengevolge
eene beleediging, zijn vlag in de chineesche wa
teren aangedaan een kostbaren veldtocht heeft
ondernomen, het zal zeker de beleediging
het voor het aangezicht van zijne indische vasal-
vorsten door Afghanistan aangedaan, niet op zich
laten zitten. Op dit oogenblik mogen finanlieele,
militaire en vele andere omstandigheden, zooals
Het Ooslersche vraagstuk is sedert het Ber-
lijner vredesverdrag nog Oosterscher geworden,
dan het ooit geweest is. Terwijl Rusland de meest
rredelievende verzekeringen gaf, heeft het in
Afghanistan voor het Indisch-Britsche rijk eene
mijn neergelegd, waarvan de ontploffing ook de
Europeesche staten geweldig kan doen schokken.
Nog waren de hymne’s van den vrede niet
weggestorven, toen men hoorde van een brief
wisseling tusschen emir Ali, den beheerscher van
Afghanistan, en den sultan Abdnl-Hamid. In dat
schrijven waarschuwde emir Ali den sultan voor
de vriendschap met het wvalsche Albion”, terwijl hij
met den meeslen lof van Rusland sprak. Abdul
Hamid daarentegen ried den emir dringend aan,
den Engelschen vol vertrouwen de hand te reiken.
Gedurende dienzelfden tjjd wachtte de onderkoning
nn Indie, of liever geheel Engeland, het antwoord
un den emir op eene depêche, waarin over de
toelating van een Engelsch gezantschap te Kaboel
onderhandeld werd. De emir echter verwaardig
de zich niet op die depêche te antwoorden. Des
niettegenstaande begaf een Engelsch gezantschap,
Vergezeld van verschillende Indische vorsten en
van een escorte van duizend man, zich op weg
naar den Khyber-pas. Dit gezantschap moest
en verricht er zake terug keeren op het gezicht van
^tienduizend Afghaansche vuurroeren, die het van
ne vesting Alimusjed tegen flikkerden. Aan het
hoofd van het gezantschap werd door den Af-
ghaanschen bevelhebber meègedeeld, dat deze het
slechts aan zijn persoonlijke vriendschap had te
danken, dat hij hem voor mijne vermetelheidhet Af-
Ighaansche gebied te durven betreden, niet liet
neerschieten, en het gezantschap van het
trotsche Albion moest terugkeeren. De emir
wistdat zich daarbjj Indische vasal-vorsten
bevonden, en de smaad werd daardoor nog te
meer beleedigend.
Hel is thans de vraag, of de insolente houding
van den vorst van Afghanië een gevolg is van
eigen vrije wil of van russischen invloed, en,
daar het niet Ie verwachten is, dat Engeland
,ich dezen smaad ongewroken zal laten aandoen,
of dit conflict niet zal leiden tot een oorlog
tusschen Engeland en Rusland in Azië en, zooals
dan van zelf spreekt, ook in Europa. Laat ons
eerst even een terugblik slaan op hetgeen vroe
ger is voorafgegaan.
Tengevolge de gebeurtenissen in centraal Azië
gedurende de laatste jaren, waardoor de russische
grenzen zich tot aan Britsch-Indie hebben uiige-
«et, heeft Alghanislan eene allergewichtigste be-
leekenis gekregen èn voor Rusland én voor En
geland. Het is het bolwerk geworden, dat de
beide vijandelyke machten van elkaar scheidt en
een botsing tusschen die beiden verhinderen kan.
Sedert geruimen tijd reeds lag het dan ook in
beider belang, den beheerscher van Afghanistan
voor zich in zijne bedoelingen te winnen. Reeds
de verovering van Egypte door Napoleon, en diens
grootsche plannen voor een veldtocht naar Indie,
deden de regeering van Britsch-Indie een verbond
sluiten met Afghanistan en Perzie, terwijl aan
den anderen kant Napoleon, na den vrede bij
Tilsitzich met Rusland verbond om de Engel
schen in Indië aan te tasten. Men sprak, ver
haalde Thiers, in die dagen te Petersburg in
vertrouwelijke kringen veel en dikwijls over een
veldtocht tegen Je Engelschen in Indie. »Als de
afstand maar niet zoo groot was, en als die
woestijnen er maar niet waren”, zei de Gzaar,
>en als er maar op eene gemakkehjke wijze te
zorgen was voor de levensmiddelen voor men-
schen en dieren”. »Komaan”, antwoordde de
fransche gezant Gaulaincourt, die blijkbaar van
de aardrijkskunde van Azië geen bijzondere studie
gemaakt had, »de russische troepen, die van
den Rijn gekomen
gemakkelijk aan den
Irkoetsk naar de oevers van
zijn, zullen ook wel even
Indus kunnen komen.”
Na den val van Napoleon waren ook deze
plannen gevallen en vergeten, en Engeland maakte
er hoegenaamd geen werk meer van om eene
nadere verbintenis te sluiten met Afghanistan.
Zelfs de weinig roemvolle veldtocht tegen Kaboel
in het jaar 1839 en de vreeselijke ondergang van
het engelsche leger onder generaal Elpherectore
in de Khyber-passen, schijnen voor de Engelschen
geen voldoende les te zijn geweest.
De vóór-geschiedenis van den toekomstigen
strijd in den engslen zin engelsch afghaanschen
strijd genoemd bewijst reeds, dat Engeland
sedert jaren veel te slaperig geweest is. Toen
de onderkoning van Indië voor eenige jaren, ter
gelegenheid eener feestelijke bijeenkomst van zijne
vasal-vorsten ook een bezoek ontving van den
emir van Afghanistan, toen was de gelegenheid
als aangeboden om een óf- en defensief"verbond
te sluiten, ’t Scheen echter, dat men het gevaar,
’l welk van russische zijde dreigde, nog beschouw
de als in een ver verschiet te liggen.
Trouwens, nog slechts weinige weken geleden,
hebben sommige engelsche bladen, op grond van
ingekomen berichten van geografische vakmannen,
zich daarmee getroost, Jat eerst voor hunne ach;
ter-kleinkinderem de taak zou zijn weggelegd, om
Indië tegen den noordschén kolossus te moeten
verdedigen.
Men liet dan ook indertijd emir Ali heengaan
met beleefdheids betuigingen, met wapen-geschen-
ken en beloften van subsidiën.
’t Schijnt, dat emir Ali reeds tóen aanzoeken
van Russische zijde ontvangen, maar die steeds
gewantrouwd had, en toch, toen hij den on
derkoning van Indië waarschuwde en opmerk
zaam maakte op den toenemenden invloed van
Rusland in centraal-Azie, toen werd daarop
heel weinig acht geslagenmen vertrouwde meer
op de onschuldsbetuigingen van Gortschakoff.
Intusschen gingen drie jaren voorbij, die Rus
land in zijn eigen belang zich kosteloos ten nutte
maakte. In Maart 1876 werd de nieuwe onder-
UIT DE PERS.
J-