GEJIEEiXTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER,'
NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR DE
k
No. 99.
1878.
D R I E-E N-D E R T I O S T E
ZATERDAG
7 DECEMBER.
van
ADVERTENTIËN
,50.
weduwnaar
f-
11
n.
,00
,50
50;
zal worden gehouden tol inschrijving de”
1
,00
de
ep
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden fi.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende franco
in te zenden.
50
te
en
ten
10
em-
«ie-
ird
eren
den.
20
16
10 a
f80
ske
itje
4
6
8
10
nnl»
den
isti-
Icn,
Het
?'or-
ore
kka
de
ran
or-
nes
rat
te
van
stje
,00.
tste
De
hy
ing
AJi-
aen
is.
gis-
SNEEKE
Al'"1
UIT DE PERS.
De Arnh. Cour, bespreekt de door den minis*
9 uur.
A M.
ec.
/ie
I
van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7’/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
095
s
Minister dat de Vertegenwoordiging niet uitdrukte
de opinie van het wik. Ware dit het geval, de
Regeering zou hier niet langer zitten. Hij hoopt,
dat de heer van Houten zijn isolement zal opge-
ven.
De Minister van Finantien heeft de finantieele
politiek verdedigd en toegezegd na het Kerstreces
opnieuw eene voordracht lot herziening der be
las bare opbrengst van ongebouwde eigendommen
te zullen indienen.
Na verschillende replieken en nadat de Minister
Kappeyne zich nogmaals verklaard had legen het
algemeen stemrecht in eiken vorm en tegen wet-
telijken dwang tot bevordering van zedelijkheid,
zijn de algemeene beraadslagingen gesleten.
Hoofdstuk 1 is eenparig aangenomen.
Een tiental kleinere ontwerpen zijn gisteren
(Donderdag) aangenomen, waaronder de begroe
ting voor het pensioenenfonds voor ambtenaren.
Met 43 tegen 16 stemmen werd verworpen het
ontwerp 'o' bekrachtiging van den verkoop van
spoorweggrond van Zutphen, op grond, dat daarbjj
de zorg der afsluiting van den spoorweg, in strijd
met de spoorwegpolitiewet, aan die gemeente
werd opgedragen, terwijl zij bij den ondernemer
behoort en zulks in het belang der veiligheid
noodzakelijk is.
Daarna is het debat over hoofdstuk 2 (Hooge
Colleges) der Staalsbegrooting aangevangen.
Hoofdstuk 2 is eenparig aangenomen, nadat
de heer Verheijen dank had betuigd voor de ver
vulling der betrekking van directeur van hel Ka
binet des Konings
Voor den aanvang der beraadslaging over hoofd
stuk 3 (Buitenlaudsche Zaken) verklaarde, naar
aanleiding van het deswege ui'gebrachte rapport,
de Minister van Heeckeren dat de geschillen tus
schen Nederlanders te Smyrna over eigendoms-
inkomslen zijn bijgelegd en eene verzoening tot
stand is gebracht tusschen hen en den Neder-
landschen consul. De behandeling van hoofdstuk
Builenl. Zaken is daarop aangevangen.
De heeren Godefroi en Wintgens drongen aan
op internationale regeling van de executie van
vreemde vonnissen en het wisselrecht. De rege
ling van avarijrgrosse werd door den heer Wint
gens wè), door den Godefroi niet dringend noodig
geacht.
De heer van Eek drong aan op bevordering
van internationale arbitrage en bestreed interna
tionale regeling van de executie van vreemde
vonnissen.
De heer Teding van Berkhout vroeg of alle
quaestien met Venezuela opgelost waren en be
twijfelde, dat Nederland hel sluiten van een han-
delstractaat met Bumenie afhankelijk moest stel
len van gelijke erkenning van alle inwoners daar
te lande
De heer Casembrool verklaarde zich tegen ver-
eeniging van missies in China en Japan en dringt
er op aan maatregelen te nemen, om de handels-
betrekkingen met Japan te vermeerderen.
De Minister van Builenl. Zaken beloofd» ern
stig ter harte te zullen nemen de onderwerpen,
door de heeren Wintgens en Godefroi besproken.
Met Venezuela zijn nog eenige punten te rege
len. Met hel oog op het verworpen tractaat met
Zwitserland kan er zeker geen bedenking bestaan
omtrent eene regeepingsverklaring nopens een
handelsverdrag met Rumenie. Behoud van de
missie in Japan is noodig, ook omdat over een
handelstractaat wordt onderhandeld.
De Minister van Jnstitie wees op de nreielijk-
heid van het sluiten van tractaten betreffende de
uitvoerbaarheid van vreemde vonnissen.
Het hoofdstuk is eenparig aangenomi n.
BEKENDMAKING
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de
iemeente Sneek,
Get op art. 19 der Wet op de Nationale Mi-
Jie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad no. 72),
m op de wet van 1 Mei 1863 (Staatsblad no. 44).
Brengen door deze ter kennis der ingezetenen,
jat in Hoofdstuk III dier wet, handelende over
ie inschrijving voor de militie, onder anderen
roorkomt het navolgende
Art. 15. Jaarlijks worden voor de militie inge-
ichreven alle mannelijke ingezetenen, die op den j
Isten Januari van het jaar hun 19de jaar waren
ngetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden
1. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens
noeder, of, zijn beide overleden, wiens voogd in
gezeten is volgens de wel van den 28sten Juli
1850 (Staatsblad no. 44); 'c
2. hij, die, geen ouders of voogd hebbende,
'edurende de laatste, aan het in de eerste zin
snede van dit artikel vermelde tijdstip vooraf-
pande, achttien maanden in Nederland verblijf
lield
3. hij, van wiens ouders de langstlevende in-
pieten was, ai is zijn voogd geen ingezeten,
mits hij binnen het rijk verblijf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreem-
L ’teling’, behoorende tot eenen Staat, waar de Ne-
lerlander niet aan den verplichten krijgsdienst
s onderworpen of waar ten aanzien der dienst
plichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is
aangenomen.
Art. 16. De inschrijving geschiedt:
1. van een ongehuwde in de gemeente, waar
de vader, of, is deie overleden, de moeder, of,
zijn beiden overleden, de voogd woont
2. van een gehuwde en van een weduwnaar
n de gemeente waar hij woont
3. van hem, die geen vader, moeder of voogd
heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens
minne
lijke ingezetenen, die op den Isten Januari 1879
2e
UIT DE TWEEDE KAMER.
Het algemeen begrootingsdebat is in de zitting
van jl. Dinsdag voortgezet.
De heer Corver Hooft meende dat de Regee
ring de schoolwet spoediger had moeten uitvoe
ren. Nu is het alsof het het Ministerie meer Ie
doen was om schijn dan wezenlijkheid. Hij be
sprak de benoeming van geestverwanten tot hoege
staatsambten en keurde de benoeming van’ den
vice-president van den Hoogen Raad af uit een
oogpunt van prestige der rechterlijke macht.
De Finantien gaven hem reden tot bezorgd
heid.
Eigenlijk is de begrooting hooger dan het vo
rig jaar. Hij betreuide, dat de Regeering haar
plannen niet voor de begrooting' had ingediend
en bestreed eene eventueele verhooging der grond
belasting.
De heer van Houten beschouwde de finantien
niet zoo pessimistische om verschillende redenen
Hij veerde critiek over het algemeen regerings
beleid. Zijn lijdelijk terugtreden uit hel liberaal
partijverband geschiedde niet om persoonlijke re
denen, maar wegen gewis aan homogeniteit met
de Regering omtienl twee punten: betastingen
en kiesrecht. Terwijl de Regeering de middelen
alleen wil vermeerdei en, wil spreker tevens be
lastinghervorming nair het bekende liberale pro
gram: inkomstenbelasting, verandering van de
belasting op hel personeel in een verteringsbe
lasting met gemeente opcenten, afschoffing van
het evenredig regislia ierecht, oveibedeelingsrecht
en mutatierech'.en Wat het kiesrecht belieft,
hervorming was noodig en daar de Regeering
grondwetsherziening onvermijdelijk- daarvoor acht
te, had zij daartoe een voorstel moeten doen
Opnieuw wees hij er op, dat de kamermeerder
heid niet uitdrukte het gevoelen van de meer
derbeid der natie. De schoolwet had niet de
meerderheid der natie voor zich. Daarom dien
de de Regeering te zorgen, dat de disharmonie
werd weggenomen Eindelijk laakte spreker de
benoeming van den directeur van het Kabinet
des Konings bij de beslaande bezwaren op dit
oogenblik.
De Kamer besloot bij de terugkeer van den
Koning in de residentie aan Z. M. een adres van
gelukwensching te richten De commissie van re
dactie bestaat uit de heeren Meinesz, Blussé, Wint
gens, van Delden en Cremers.
Daarna is hel debat over de staatsbegrooting
vooi tgezel.
De heer Mees betoogt, dat bij den onvolkomen
toestand onzer uitgaven geen rationeel belasting
stelsel mogelijk is. De indirecte belastingen zul
len nog lang gehandhaafd moeten worden. Maar
toch blijft nog een ruim terrein over voor ver-
1 betering wijziging der grondbelasting, herziening
der patentbelasting en partiële herziening der
i registratiewetgeving.
De heer Heijdenrijek betoogde, dat geen uit
zicht beslaat, dat de volgende jaren geen deficit
zullen opte eren. Hij laakt den loon en den in
houd der rapper en nopens het petitionnement.
Met het oog op de moeielijke positie der Regee
ring in verband met dé tijdsomstandigheden, wil
hij de Re,, earing niet 1 istig vallen maar hoopt
dat zij de beslaande onrustige, maatschappelijke
tendenzen zal helpen bestrijden.
De heer llafftnatis heeft de rapporten nopens
het petitionnement scherp geïroniseerd. Hij noem
de ze pamfletten en schotschriften. Ir dien bel
volk niet zoo lijdzaam ware en weinig vatbaar
voor verontwaardiging, een kreet van afkeuring
zou daartegen zijn opgegaan.
De heer van Wassenaer betoogde, dat het Mi
nisterie zijn zedelijk s'andpunt niet in het oog
houdt, door niet voldoende de dronkensehap en
de prostitutie te keeren en niet iets gedaan te
hebben om gevaren van builen op socialistisch
gebied te keeren.
Na aanneming van verschillende naluralisatie-
en suppletoire begrootingswetlen en van de be
grooting voor de landsdrukkerij, is het debat over
de Staatsbegrooting Woensdag jl. hervat. De
heer Rutgers hoopt, dat de heer van Houten al
leen zal blijven in zijn wensch omtrent het stem
recht, dat de zuivere weerspiegeling is van het
volk. Aan bestrijders der schoolwetrapporten
meent hij dat gelegenheid moet gegeven worden
om na te pleiten en rechters te vervloeken Wa'.
de finantien betreft, komt hij op tegen bekrom
pen bezuiniging waar millioenen voor groote zaken
klakkeloos zijn gevoteerd. Zuinigheid begint in
kruimeligheid en eindigt m spilzucht. Voorts dringt
hij aan op handhaving der voordiacht tot her
ziening der opbrengst van ongebouwde eigen
dommen en vermindering van mutatierechten.
De heer Van den Berch wijst op hel gevaar
der sociaal-democraten en dringt ter voorkoming
aan op eene wet als in Duitschland.
De heer Saaymans Vader schetst uitvoerig de
gevaren van gemis van godsdienstzin voor vader
land en volk en keurt ook de rapporten nopens
hel petitionnement af.
Een incident ontstond tusschen de heeren van
der Hoeven en Rutgers daarover, dat laatstge
noemde hel petitionnement onleereiid had genoemd.
De Leer van der Hoeven protesteerde daartegen
en schreef dal gezegde toe aan eene manie van
den heer Rutgers sedert zijn val in Haarlemmer
meer, waardoor hij in woede geraakt, waar *t
geldt Catholieken of clericalen.
De beer Rutgers rechtvaardigde zich hij er
kende hel recht van petitionnement, maar vond
het onlee ende gelegen in de pressie op en de
agitatie bij de lagere volksmassa’s uitgewerkt.
De heeren Borgesius en van Eek verklaarden
beiden de uittreding van den heer vae Houten
uit de liberale partij niet gerechtvaardigd.
De Minister Kappeijne beantwoordde de sprekers.
In eene fraaie rede betoogde hij dal de rapporten
nopens het petitionnement waren eene toelichting
van de afwijzing des Konings, die volgens de
grondwet niet gemotiveerd kan zijn. Hel volks
petitionnement zelf bleef bij afkeuren wegens de
verwekte agitatie. Door de afwijzing heeft ’s Ko
nings wijsheid, juist mei het oog op de tijdsom
standigheden, het land voor een groot gevaar
behoed. De Onderwijswet was eene gematigde
wet. Ingrijpen op zedelijk gebied kon de Re
geering niet. Evenmin waren van haar maatre
gelen tegen het socialisme te wachten. Het beste
voorbehoedmiddel is vrijheid van spreken en
schi jven. Het afscheiden van den heer van
Houten betreurde hij diep voor de liberale partij.
Zijn eisch tot in voeling van het algemeen stem
recht kan de Minister niet inwilligen, ze was
van hem niet Ie verwachten. Ook ontkende de
voor
*s morgens
T>
’s middags 12
’s namiddags
de inschrijving ter Secretarie
i van ’s morgens 9
tot ’s namiddags 1 uur.
En zal deze worden afgekondigd waar het be
hoort, den 7 en 28 December 1878
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN.
De Secretaris,
W. van WANING Jr.
voogd buitenlands gevestigd is, in de gemeente,
waar hij woont
4 van den buitenlands wonenden zoon van een
Nederlander, die ter zake van ’s lands dienst in
een vreemd land woont, ia de gemeente waar zijn
vader of voogd hel laatst in Nederland gewoond
heeft.
Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven
1. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon
van een ingezeten, die geen Nederlander is
2. de m een vreemd Rijk verblijf houdende
ouderlooze zoon van eeii vreemdeling, al is .zijn
voogd ingezeten
3. de zoon van den Nederlander, die ter zake
van ’s lands dienst in Rjjks overzeesche bezittin
gen of Koloniën woont.
Art. 18. Elk, die volgens arl. 15 behoort te
worden ingeschreven, is verplicht, zich daai toe bij
Burgemeester en Wethouders aan te geven tus
schen den Isten en 3isten Januari.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is
zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder,
of, zijn beiden overleden, zijn voogd lot het doen
van <lie aangifte verplicht.
Art. 20. Hij, die eerst na hel intreden van
zijn 19de jaar, doch vóór hel volbrengen van zijn
2üste ingezeten wordt, is verplicht, zich, zoodra
dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij
fBurgemeesler en Wethouders der gemeente, waar
de inschrijving, volgens art. 16, moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de
zinsnede van art 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van
hel jaar, waartoe hij volgens zijn leeftijd behoort,
i Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen
□naken Burgemeester en Wethouders verder be-
jkend, dat op Maandag den Qden Januari 1879
ten Gemeentebuize alhier eene bijzondere zitting
boren zijn in i860, en wel
en
3 en
5 en
7 en
9 en
hun 19de jaar zijn ingelreden, en die alzoo ge-
VVijk 1
Terwijl overigens
dezer gemeente kan geschieden
tnf nn nvirl in<ro 1 im»