rm
fiEMEFJTE EN DET ARR01VDISSEIE1VT SNEEK;
NIEUWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE
s
a
k
Ko. 103.
1878.
:e
ZATERDAG
21 DECEMBER.
Reddingsbaken
9
2°.
6°.
-
1
7°.
8°.
-
SUIh!
Illi Al
na
ontwerp tot bekrachtiging
van de uitgaven p hel budget.
Verzoek van K. Hoekstra, orn ontslag als
O
de
e
van
1°.
i
5”.
UIT DE TWEEDE KAMER.
ICS
PERS.
de
i
M'
3
I
l
I
8
r
t
8
I
1
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco
in te zenden.
e
3°.
4°.
n
I.
7
5
i
anwezig zijn bij
Rietje Tjerkstra, by den houtmeten van
den heer ter Horst.
T. T. Bloksmapompmaker buiten het
Hoogënd.
Wed. A Prins, aan den Prinsengracht.
Tjipke Ferwerda grofsmid buiten de
voormalige Noorderpoort.
R. Gilhuis, winkelier buiten de voorma»
lige Oosterpoort, naast den timmerwinkel
van wijlen den heer Hk. Wouda
Antoon de Jong, timmerman, achter Wil
lem Molenaar.
den Concierge der Hoogere Burgerschool.
in de Oliemolen van den heer Veen aan
de Franekervaart.
Sneek den 20 December 1878.
J. van DRIESSEN, Burgem.
De Secretaris, W. van WANING Jr.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents
voor eiken regel meer l'/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lage/. Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den
Uitgever.
KENNISGEVING
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
de gemeente Snerk doen te weten, dat er
In een ingezonden artikel in de N. R. Cf.
komt Z. op tegen de klachten, die in den laat»
sten tijd worden aangeheven over het vermissen
van aangeteekende brieven. Hij noemt dat zeer
overdreven, blijkende uit T volgende
In 1876 werden door de Nederlandsche post
naar binnen- en buitenland verzonden 1,021,714
gewone aangeteekende brieven en 62,375 brie
ven met een aangegeven geldswaarde van
f32,805,017.59. Achtereenvolgens werden hier
van als vermist opgegeven 80 stuks. Hiervan
bleken 70 opgaven ongegrond te zijn. Van de
tien overige kwamen twee vermissingen ten las
te van den Nederlandschen postdienst, vier gin
gen op Duilsch grondgebied verloren en vier met
het verongelukte stoomschip, Willem Kroonprins
der Nederlanden.
In 1877 werden naar binnea- en buitenland*
VERGADERING
van den Gemeenteraad van Sneek,
Zaterdag den 21 December ’78, ’s namidd. 6 uur.
Punten ter behandeling
1. Resumtie der notulen.
2. Mededeehngen van goedgekeurde raadsbe
sluiten, ingekomen stukken, enz.
3. Benoeming van hulponderwijzeressen.
4. Idem van leden in de Plaatselijke School
commissie.
KT- -
o» vviavua van ix. lAvcitau ay vin ui
hulponderwijzer aan de Jongensschool.
6. Vooistel tot goadkeuring van het herziene
tarief van de prijzen der geneesmiddelen voor
I879, ten behoeve der Algemeene Armen
7. Vaststelling van het suppletoir kohier der
londenbelasting, dienst 1878.
8. Voorstel op hel adres van A. Kestens, om
iwijtschelding van boete, wegens te late opleve-
ing van de restauratie der Hoogendster Water-
loarl.
9. Voorstel op het. adres van de schippers
n het trekvoer tusschen Leeuwarden en Sneek
lot continuatie der huur van de stallen in die
pmeenten en van de pacht der opkomsten van
ien tol der trekschippers.
10. Voorstel tot continuatie der huur van het
oor K. Poiesz bewoonde huis.
11. Voorstel betreffende het gebouw, bestemd
'oor Gymnasium.
12. Reglementen voor het Gymnasium.
Prof. Vissering richt in ’t Vad. een schrijven
aan den heer De Beaufort, lid der Tweede Kamer,
naar aanleiding van diens opmerking dal het
klein aantal studenten bij de colleges nadeehg
zal werken op den ijver der hoogleeraren.
»Ik kan u verzekeren schrijft de hoogleeraar
dat het feit, dat mijn lessen over statistiek
en over staathuishoudkunde voor meergevorderden
slechts door een klein getal hoorders gevolgd
De heer Winfgens had als amendement voorga
steld het eenig artikel der net aldus te lez u
„Voor rekening van den Staat wordt aangelegd een
spoorweg van
Harlingen over Bolsward, Sneek en Jotire naar Hee-
renveen-
Art. 1. 5° der wet van 10 November 1875 (no. 205)
wordt ingetrokken.’’
2) De heer Bergsma had als amendement voorge-
stëld in het. eonigjartikel te roieeren het woord Bols-
ward, en daarvoor te lezen IJlst, eh Verder in plaats
van de woorden „in meer noordelijke richting bij Mun
nikenburen in rechte richting tot nabij en ten zuiden
van Bolsward met een boog waarin een recht gedeelte
over de Wijmerts of Bolswardervaart en in zuidooste! ij
ke richting langs Nijland en Folsgare naar en met eene
oostelijke ombuiging ten wésten van Sneek** te stellen
„in eene oostelijke richting ten noorden langs Oudega,
van daar na ombuiging in noordoostelijke richting ten
noordwesten langs IJlst en Sneek.**
worden, op mij geenszins ontmoedigend werkt.
Ik heb dal feit reeds lang geleden voorzien, voor
speld, gewenscht als het noodzakelijk en heilzaam
gevolg van de nieuwe regeling van het hooger
onderwijs in den geest, zooals ik ze begeerde.
Ik houd er niet van, mij zelven te citeeren.
Maar ik moet u toch verzoeken, zoo ge toevallig
mijn in 1868 geschrevene «Studiën over hooger
onderwijs” ter hand hebt, nog eens te willen na
lezen, wat ik mij daar als het ideaal van aca
demische studiën heb voorgesteld. En wil mij
vergunnen hier eenige regelen af te schrijven
««Het getal der toehoorders op die colleges
of wilt gij het liever dus uitgedrukl zien, der
ingeschrevenen voor die colleges zal aanmer
kelijk verminderen. Toegegeven, maar wat scha
de De hoogleeraar, die voor zijn vak ijvert,
heeft liever drie of vier toehoorders, die uit eigen
aandrift met belangstelling voor het Vak komen
luisteren, dan een getal neem het zoo groot
als gij wilt die zich van tijd tot tijd vertne-
nen, omdat zij het niet durven laten."
«Mijn wensch is nu vervuld, Ook vroeger had
ik zeker elk jaar onder mijne «vele” hoorders
eenigen, wien het om ernstige studie der vakken,
die ik doceer, te doen was. Maar bij de inrich
ting mijner voordracht moest ik mij schikken
naar het groote getal. Nu kan ik de «weinigen"
op mijn studeerkamer ontvangen, hun mijn boe
ken en kaarten laten zien, met hen auteurs lezen,
met hen praten, vragen en bedenkingen uitlok
ken. Ik kan u verzekeren, dat deze methode
ook hun uitmuntend behaagt. En ik ben over
tuigd, dat op deze wijze mijn werk het best kan
beantwoorden aan de bestemming van het hoo
ger onderwijsde vorming van discipelen, diode
wetenschap liefhebben.
«Voor het overige moge dit u eenigszins ge
ruststellen, wanneer gij evenwel blijft meenen,
dat dan toch dat getal discipelen wal al te klein
dreigt te worden. Naar het zich laat aanzien
zullen vele sti’.dentan in de juiidische faculteit
onder de nieuwe orde van zaken zoowel het doc
toraat in de staatswetenschap als in de rechts
wetenschap begeeren. Zoo althans is mij verze
kerd. Maar verreweg de meesten hebben er dit
jaar de voorkeur aan gegeven, zich eerst op de
rechtswetenschap toe te leggen en daarin af te
studeeren, vóór zij zich met de andere inlaten.
Deze wijze van handelen schijnt in de voorschrif
ten omtrent de examens haren' goeden grond te
vinden. Is dit nu werkelijk hel geval, dan kan
men verwachten, dat met een paar jaar de lessen
over staatswetenschappen wederom meer bezocht
zullen worden.
«Voor alles: laat ons een weinig geduld oefe
nen en niet al te haastig de nieuwe regefing van
het hooger onderwijs vproordeelen, omdat zich
bij haar toepassing aanvankelijk eenige wezenlij
ke of vermeende bezwaren voordoen.’’
Een vyftal ontwerpen is in de zitting van jl.
[Dinsdag aangenomen, waaronder de begrooting
boor het domeinfonds, voor de provinciale belas
tingen in Friesland en voor den verkoop van
heslinggrond aan de stad Groningen.
I Daarna is hel algemeen debat over hoofdstuk
1 Vaterstaat enz, aangevangen.
De heer Godefroi drong er op aan, dat
islaat moreel en materiëel de maatschappijen tot
[redding van schipbreukelingen zou steunen.
De heer de Gasembroot wenschte voorzieningen
legen merkbare afneming van den duinvoet langs
de Hollandsche kust, waardoor gevaar voor eene
groote overstrooming ontstaat.
De heer Bastert drong aan op eene wet op
!e concessiën in het algemeen en beepiak de
ontwerp tot bekrachtiging van provinciale belas
tingen in Limburg lot langdurige discussie aan
leiding gegeven, wegens de daarop voorkomende
subsidien voor een kerk en woning voor den
bisschop te Roermond. De heeren van Eek
Godefroi, van der Linden en van Gennep hebben
die subsidien bestreden, als van niet enkel pro
vinciaal belang en waartoe de provincie niet ge
rechtigd is, ook met het oog op het beginsel tot
scheiding van kerk en staat.
De heeren van Baar, Brouwers, Haffmans en
van Tienhoven verdedigden met den minister
het ontwerp. De minister betoogde, dat de pro
vincie bevoegd was tut het doen van uitgaven,
en hij, zonder onrechtvaardig te handelende
provinciale begroeting niet kon atkeurer. ’I Ont
werp is aangenomen met 50 tegen 21 stemmen.
Daarna is de behandeling van hoofdstuk water
staat voortgezet.
’t Amendement-van der Werk, on de verbou
wing van een deel van het Binnenhof uit te stel
len, is verworpen met 59 tegen 8 stemmen. Bij
art. 75 der wet op het spoor weg-toezicht kwam
de zaak van doorgaande taiieven ter sprake. De
minister verklaarde, dat de werkkring der regee-
ring zich niet uitstrekte om maatschappijen lot
doorgaand verkeer met h<t b .Reuland te nood
zaken. Vóór de behandeling der spoorwegbe-
grooting kwam aan de orde hel ontwerp tot ont
eigening voor den spoorweg StavorenLeeuwar
den over Bolsward. Op voors el van den voor
zitter werd besloten, met 56 tegen 7 stemmen,
het voorstel van den heer Wintgens niet als
amendement te beschouwen, daar het wijziging
voorstel’, in de wet van 1875. De discussie over
het eenig artikel is aangevangen met een amen
dement van den heer Bergsma, 2) om de rich
ting niet over Bolsward, maar over IJlst te nemen.
De heer Heydenrijck was vóór het amendement-
Bergsma, met het oog op den geest van de spoor
wegwet van 1875. De heer Idzerda bestreed het
amendement. De wet van 187a noemde IJlst
noch Bolsward. Spreker en de heer van Swin-
deren verklaarden, dat de staten van Fiiesland
niet tegen de ombuiging bij Bolsward waren.
Heden voortzetting. (Zie telegram)
UIT DE
organisatie van het corps van den waterstaat.
De heer Teding van Berkhout betoogde, dat
bet onderzoek naar den waterstaatkundigen toe
stand van het land onn. o lig is.
De heer Winlgens kwam op tegen opdrijving
De financiële
toestand van hel land en de toenemende belas
tingdruk eischten matiging en zelfbeperking. Geen
nieuwe werken moeten worden aangelegd.
De heer van Delden dringt aan op afschaffing
der objecten van Rijks- en Provincialen Water
staat en op wettelijke regeling van publieke we
gen en voetpaden.
De heer Heijdenrijck constateert, dat de Minis
ter den toestand der kleine rivieren onhoudbaar
acht.
De Minister van Waterstaat enz de sprekers
beantwoordende, verklaarde stuksgewijze voorzie
ningen omtrent den Waterstaat Ie zullen nemen
in de volgorde, in de Memorie van Antwoord
aangegeven. Eens algemeene regeling van
concessie, acht hij nuttig. De toestand van de
zeeweringen wordt door de Regeering niet uit
het oog verloren. Vroegere onderzoekingen om
trent den waterstaatkundigen toestand van het
land worden niet ter zijde gesteld. In zake de
redding van schipbreukelingen kan de Regeering
alleen particuliere maatschappijen steunen en dal
doet zij. Gepaste zuinigheid is bij deze begroo
ting betracht. De gewone onderhoudskosten zijn
verminderd en daardoor is eene nieuwe voorzie
ning mogelijk geworden.
Hel algemeen debat is gesloten.
By art. 8 werd met 56 legen 12 stemmen
verworpen een amendement van den heer Bas-
terl tot schrapping van de verhoogingen van het
tractement der brug- en sluiswachters. Bij art.
10 werd verworpen met 51 tegen 16 stemmen
een amendement van den heer van Delden om
f 30,000 te schrappen voor de beschrijving van
den Waterstaatkundigen toestand des lands.
Het debat is in de zitting van den volgenden
dag voortgezet. Tal van artikelen werden bespro
ken. De post tol oprichting van nieuwe peil
schalen is aangenomen met 50 tegen 3 stemmen.
Art. 21, Rolterdamsche waterweg, is zonder stem
ming goedgekeurd, nadat de heer de Bieberslein
zijne bezwaren daartegen had ontwikkeld en de
Minister op de Vragen van den heer van den Berch
had geantwoord, dat binnen betrekkelijk niet lan
gen tyd het lapport der commissie is te verwach
ten en de Slaat voor de aanbesteding der uitbag
gering voor niet meer dan 5 ton boven de thans
uitgetrokken som is verbonden.
Bij art. 30 had eene langdurige.discussie plaats
over de Voorziening van den Oudelandschen zee-j.»
dijk.
De heer Roëll stelde een amendement voor om
de uitgetrokken som van f105,000 te doen ver
vallen in afwachting van een nader onderzoek
De Minister bestreed dit sterk. Deskundigen
waren van de noodzakelijkheid volkomen overtuigd.
De Minister liet de verantwoordelijkheid der aan
neming van het amendement op de Kamer rus
ten.
Het amendement is ten slotte verworpen met
35 tegen 33 stemmen.
Na bespreking van verschillende posten kwam
bij art. 71 een araendement-Patijn in behandeling,
om f 1000 uit te trekken als eerste bijdrage in
het subsidie van 1 ton voor droogmaking der
plassen onder Reeuwyk en Sluipwijk.
De hëer Rutgers en de Minister bestreden het
amendément, de laatste ook met het oog op den
financiëelen toestand.
De heer Holtzman verdedigde hel.
Met 52 tegen 16 stemmen werd het amende
ment verworpen.
In de zitting van Donderdag heeft het wets-