NIEUWS- EN ADVERTENflE-BEAD VOOR DE
GEMEENTE EN IIET ARRONDISSEMENT SNEER,
I
.L
1879.
No. 9.
29 JANUARI.
WOENSDAG
-DERTIGSTE J A A R G A N G
i
ï-
2
I
fc
es
De Unie van Utreelit.
I
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
1
c
SUI hlK III H U I.
PERS'.
ging. Al zagen vele vaderlandlievende
I.
Il
t
e
t
i
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betredendefranco
in te zenden.
I
F
I.
1
I
(Z
b
e
I,
!-
P
e
1
L
e
f.
I,
e
wenzcht was zulk een bondgenootschap
ijyerde voor
aan
I,
f»
e
De Midd. Ct. die reeds onmiddel'tjk bij het
overnemen de juistheid van hel bericht van de
Stand, over de mishandeling van den ïhatroos
te Nieuwediep in twijfel trok Lomt thans na
der óp déze zaak terug. Uit een artikel van den
heer Hammacher, scheepsklerk ter marine, blijkt,
dat de delinquent, die volgens de Stand, aan
heimwee leed, reeds een paar maal in Indie is
geweest, telkens gedurende een jaar drie, vier,
en het dus ai tamelijk onder vreemden gewoon
was. Bovendien was hij niet heel jong, want hij
was reeds matroos le kl. geweest en wegens
wangedrag gedegradeerd.
Het blad wijst bij deze gelegenheid op de wei
nige kennis van ons publiek op militair gebied*
speciaal op dat der oorlogsmarine. Als een staal
tje daarvan kan b.v. strekken, dat het Hand, een
bericht opneemt, volgens ’t welk den veroordeel
den matroos, vóór tot de straf werd overgegaan,
de vraag is gedaan of hij de straf zou kunnen
ondergaan, welke vraag hij toestemmend beant
woord zou hebben. «Evenals het marine straf
wetboek zegt het blad bij al zijn onmen-
schelijkheid, voorschrijf, tdat bij het uit voeren van
lijfstraffen alle voorzorgen genomen moeien wor
den om de gezondheid of hel leven der patiënten
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7‘/a Cents. Bij abonnement is de prjjs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bjj den
Uitgever.
De Tijd schrijft de weinige eenstemmigheid,
die er in onze Tweede Kamer tusschen de leden
der minderheid bestaat, toe aan de vreeze die
in Nederland bestaat voor den invloed der ka-
tholieke kerk. Een vocrstel dat van haar leden
in de Kamer, komt, is ónmogelijk, alleen omdat
het van katholieke zijde wordt ingediend. Al
draagt bet al de teekenen ven de strengste en
rechtvaardigste onpartijdigheid, het is en blijft
veroordeeld.
Die vrees voor de kathclieken is volgens het
blad van algemeene bekendheid. Waar in den
lande een katholiek in herstemming staat tegen
over een ander geloovige tol wat partij deze
ook behoore da katholiek wordt niet gekozen.
Wie er ook tegenover hem staat, bij zij liberaal,
radicaal, anti-revolutionair, van de rechter- oflin-
kerzijde, hij zij zelfs conseivatief dit alles houdt
op, hij wordt protestant en zijn mededinger een
paap. Nederland heet een neutiale staat te zijn,
maar hel. wordt beheerschl door de ellendigste
religie-haat.
«Wij behooren hier ernstig de vraag te stellen
zoo luiden de eigen woorden van het blad
of de schuld van dit alles aan de zijde der
katholieken ligt En na ernstig beraad, na stren
ge lekening te hebben gehouden met alles, wat
aan onze zijde door overijling of lichtgeloovigheid
gedwaald, door overprikkelden ijver overdreven,
door hartstocht gezondigd werd, na de mate on
zer feiten en tekortkomingen te hebben erkend
en ten volle erkend, mogen wij toch rustig en
ernstig antwoorden de schuld ligt niet bij de
katholieken. Integendeel, van onze zijde is op
staatkundig gebied steeds naar een ter zijde stel
len van alle godsdienstige bedenkingen, waar het
slechts eenigszins mogelijk was, gestreefd.' Bij
iedere verkiezing hebben wij, zonder voor on»
zelven voordeelige voorwaarden te bedingen, ieder
tegenstander van ’t libeialisme gesteund.”
kwamen er afgevaardigden van Holland, Zeeland,
Utrecht, Gelderland en de Ommelanden bijeen
en teekenden den 23en van die maand de Unie,
welke den 29eu daaraanvolgende openlijk van het
stadshuis werd algekondigd.
Niet allen sloten zich onmiddellijk aan. De
Prins, die zich nog lang met een hereeniging
van Noord en Zuid gevleid had, en daarom bij
deze onderhaudelingea niet op den voorgrond
getreden was teekende in Mei van dit jaar
Gelderland en Drenthe volgden Friesland sloot
zich bij' gedeelten op ongehjke tijden aan; Over
ijssel verklaarde in Augustus 1879, dat het ge
west zich door een onverbrekelijk bondgenoot
schap met de Stalen Generaal en de geünieerde
provinciën verbonden achtte, zonder echter de
Unie formeel te erkennen, en de stad Groningen
werd door prins Maurits, na de overgave van
1594, tel de Unie gebracht. De Zuid Nederland-
sche sleden Antwerpen, Gent en Brugge, die tot
de Uuie toetraden, zijn later door de Spanjaarden
veroverd en afgevallen.
De oorkonde bestond uit zes-en-twintig artike
len, welker inhoud in hootdzaak hierop neerkwam.
De genoemde landen verbinden en vereenigen
zich onderling ten eeuwigen dage, als waren zy
slechts één provincie, met behoud van ieders
bijzondere vrijheden en voorrechtenzoo er ver
schillen ontstaan over die voorrechten, dan moet
de gewone rechter beslissen of de zaak bij min
nelijke schikking geregeld worden. Voorts zul
len de landen elkander met Ijjf, goed en bloed
bijstaan tegen alle geweld, hun onder den naam
des Kqnings of van zijnentwege aangedaan. Die
onderlinge verplichting van wederzijdsche hulp
strekt zich ook uit tegen alle buitenlandsch ge
weld. Geen bestand of vrede wordt gesloten,
geen oorlog aangevangen, geen belasting gehe
ven dan met algemeene toestemming der gewes
ten andere zaken kunnen by meerderheid van
stemmen beslist worden. Geen der provinciën,
steden of leden der Unie mag met den vreem
deling eenig verbond aangaan, zonder bewilliging
van de bondgenoten. Holland en Zeeland mo
gen zich in het stuk van den godsdienst naar
hun goeddunken gedragen de overige gewesten
mogen zich schikken naar den religievrede, mits
de godsdienstvrijheid bewaard blijve. Byaldien
er geschil ontslaat tusschen eenige provincie»,
dan beslissen de andere gewesten is er geschil
van meening tusschen allen, dan wordt de be-
slissing aan de stadhouders der gewesten, nu ter
tyd wezende, onderworpen. Het uitleggen van
duistere of twijfelachtige plaatsen in den teksl
van ’t verbond wordt overgeiaten aan de geza
menlijke provinciën, die bij gemis aan overeen
stemming de hulp inroepen van de stadhouders
enz.
Ter billijke beoordeeling—,yat) de Urne" moét,
fflën wel onderschëi^én, Wal het deel van dit
verbond by haar wording was, van ’t geen waar
toe ze later gediend heeft, nl. tot grondwet van
den slaat, of zooals ze 1
nog onder algemeene toejuiching werd genoemd:
«hel fundament, waarop het glorieuse gebouw
der republiek werd gegrondvest 1" Lel men op
het doelde gemeenschappelijke verdediging en
vereeniging ten eeuwigen dage, dan laat hel
zich gemakkulyk begrypen, dat de Unie, omtrent
de wjjsd hoe de regeeriug zou ingericht zijn,
nagenoeg geheel zweeg. Immers alles bleef het
zelfde ouder gewoonte zou het land bestuurd
worden, zooals ’l altijd bestuurd *was geworden,
en de privileges moesten natuurlijk ongeschon
den blyven.
Langzamerhand, na het Leicestersche tijdperk,
ontstond de republiek als van zelf en werd de
Uuie van Utrecht de hoeksteen van dat slaatkun-
,i begroet, als de band die Noord en Zuid omsnoe
ren zou, beantwoordde slechts kort aan het doel
waarmede ze was gesloten; dweepzucht en verraad
onderminden haar bestaan en de behoefte aan
een nauwere verbintenis tusschen de noordelijke
gewesten deed zich met des te meer aandrang
gevoelen. Reeds in 1577, een jaar na de Paci
ficatie van Genthad de Engelsche koningin
Elisabeth die van Holland, Zeeland Gelderland
Utrecht en Friesland aangeraden een verbond van
onderlinge bescherming mét elkander te sluiten
en had zij hulp toegezegd tegen buitenlandsche
vijanden.
Een dergeljjke Unie lachte den Staten van
Holland wei toe. In een vereeniging toch van
al de noordelijke gewesten kwam aan Holland
het overwicht toe, en bleet de invloed van Bra
bant of Vlaanderen buiten rekening. Even ge-
"1 voor de
andere gewesten; wat vermochten deze zonder de
financieele hulp van het machtige en rjjke Hol
land Wel is waar was hel verschil in gods
dienst een groote hinderpaalwaren Holland en
Zeeland grootendeels der nieuwe leer toegedaan
en hadden in de overige gewesten de belijders
der oude leer verreweg de meerderheid, doch
sinls Jan van Nassau, ’s Prinsen oudste broéder,
stadhouder van Gelderland was en Rennenberg
die waardigheid in de vier noordelijke provinciën
bekleedde, maakte de hervorming ook daar snelle
vordering, terwyl bovendien eerstgenvernde' sterk
een na’dere aansluiting van Gelder
land aan Holland en Zeeland. Hel jaar 1578
De houding, door een der bekwaamste woord
voerder» van de Katholieke partij in dcaen aangenomen
heeft- reeds dadelijk bij ons de overtuiging gevestigd,
dat er van eene algenuene feestviering van bet derde
eeuwfeest der Unib van Dibecht geen sprake meer
kou zijn. Wij geüruLeu h er met opzei het woord
„partij' om 'l aan ieder, the lezen kan en lezen w.l
duidelijk in bet licht te stellen, dat wij de vele onzer
Katholieke laudgenooten, die niet wed doen in de partij
godsdiensi quaes'.ien, welke door mannen van erkende
capacitiet als den heer Alberdingh Thijm steeds op den
voorgrond worden gesteld zoodra er sprake is van een
nationaal feest, niet verantwoordelijk kunnen stellen voor
A dat partij gedrrjf. Dn neemt echter niet weg, dat wij
i het ten zeerste betreuren, dat zoovelen z cli n<>^ laten
L,^intimUereen door eenzijdige beschouwingen vau Uekwuure
penvoerders vau eene zekere partij.
werd het aantal bezwaren, waarop zulk eeu wij
ziging afstuitte. Zelfs een man als Willem UI,
die zooveel macht en invloed had en de vroed
schappen menigmalen naar zijn hand zette, schijnt
er .wat teruggedeinsd te zijn. Had hij 't land
een constitutie gegeven, wat Engeland aan hem
te danken heeft, hij zoude Nederland een wel
daad te meer bewezen hebben. Dat de staat
onder zulk een versteende grondwet eindelijk te
niet ging, behoeft geen verwondering te baren.
Doch er is aan die Unie ook een groote licht
zijde. In haar wapen prijkt een gouden slijge-
rende leeuw, op een rood schild, houdende'met
de rechtervoorpoot een zwaard en met de linker
een bundel bijeengebonden pijlen. Om het schild
slaat te lezen«Concordia res parvae crescunt
d. i. «Eendracht maakt macht!” Die spreuk
kenmerkt het groote doel der Unie: één te» zijn
en te blijven tot wering van den binnen- en bui-
tenlandschen vijand I Zij werd de band, die de
provinciën omsloot en van de verschillende volk
jes «één geheel Nederlandsch volk” maakte. In
de middeleeuwen vormde elk gewest, elke land
streek, elke stad, om zoo te zeggen zelfs een
afzonderlijk staatje; tegenstrijdige belangen en
privileges veroorzaakten twisten en oorlogen,-die -
nogh_ door-eenzelfde "taal, nóch door eenzelfde af
stamming kónden vermeden worden. Dit bleef
zoo voortduren zelfs teen al de gewesten onder
den schepter van Karel V gebracht waren, was
die vereeniging niets dan een persoonlijken band,
bij het vorig eeuwfeest- terwyl het toenmalig staatsrecht den souverein
recht gaf zyn land te schenken aan wien hij
goedvond. De drang der omstandigheden, ’l
gemeenschappelijk gevaar bracht de gewesten tol
elkander, alsof ze maar een provincie waren,
zonder zich ooit ofte immer te zullen scheiden
of laten scheiden. De plechtige vereeniging van
al de Nqord.-Nederlaudsche gewesten is de ver
klaring van onze nationale zelfstandigheid, en als
zoodanig verdient de Unie in blijde herinnering
te blijven. En al helrben groote gebreken dien
regeenngsvorm aangekleefd, gebreken, die, naar
mate de staal in jaren toenam, des te zichtbaar
der werden, te ontkennen valt bet niet, dat
de Unie van Utrecht «gedurende het roemrijksle
I tydperk onzer geschiedenis den staatkundigen
I
band der vereeuigde Nederlanden Leeft uitge-
maakl, waarvan de hoofdgedachte in den legen-
woordigen Nedei landschen staal blyft voortieven”,
I en onze bewondering verdient het, dal zooveel
i leemten en duisterheden aangevuld en vergoed
I werden door de eerlijkheid en bekwaamheid van
velen, «welke aan dien vorm leven trachtten le
I verliep met onderhandelingen en in Januari 1579
Den 23 Januari jl was het driehonderd jaar 1
geleden, dat de nu eens zoo hoog vereerde, dan
weer zoo diep verguisde Unie van Utrecht ge
sloten werd. Zooals men weet zijn er indertijd
pogingen aangewend om dien gedenkwaardigen
dag tol een nationalen feestdag te maken voor
alle Nederlanders zonder onderscheid van staat
kundige of godsdienstige richting. Met dat doel
tevens tot stichting van een gedenkfeeken
ter herinnering aan die voer ons vaderland zbo
"r belangrijke gebeurtenis had zich te Utrecht
eene commissie en in verschillende plaatsen van
ons rijk sub-commissiën gevormd. Door verschil
lende omstandigheden echter is van die voorge-
slelde «nationale” feestviering niets gekomen.
Zy is eigenlijk eerlyk gezegd geheel mislukt.
Intusschen heeft de sub-commissie, die zich
indertijd in onze gemeente heeft gevormd, ge
meend, toch nog op eenigszins feestelijke wijze
den driehonderd jarigen verjaardag van de Unie
van Utrecht te moeten herdenken en wel
blykens achterstaande annonce op morgen
(Woensdag e. k
Met het oog daarop meenen wij aan de lezers
van ons blad geen ondienst te doen, met hun
in ’t ko t de geschiedenis der Usie van Utrecht
in ’t geheugen te roepen es een enkel woord
over de beteekenis daarvan le zeggen.
Dè Gent^che Pacificatie, met zooveel vreugde
U I T D E
dig gebouw, al nam men ook bij lange na niet
al haar artikelen in acht, en al veroorloofde men
zich menigmalen eenige afwijking of niet uit
voering der bepalingen. De regeering, die de
geheele generaliteit vertegenwoordigde, was sa
mengesteld uil afgevaardigden van de zeven ge
ünieerde provinciën, doch elk dier provinciën
vormde een oppermachtige staat op zich-zelf en
had ter algemeene vergadering slechts één stem.
De soevereiniteit van elk gewest berustte bij t
lichaam van de Edelen en de Vroedschappen
(burgemeesters en raden) van de stemhebbende
steden, en de inrichting dier Statenvergadering
was in alle provinciën niet dezelfde In de
meeste gevallen waren de afgevaardigden ter
provinciale of ter algemoene vergadering aan hun
lastbrief gebonden, zoodat de klem der regeering
eigenlijk bij de steden berustte, ’t Zoude ons te
ver afvoeren, zoo we hier een dieper blik gingen
slaan in het voormalig huishouden van onzen I
slaatgenoeg zij Let te zeggen, dal de artikelen
der Utrechtsche Unie öp verre na niet voorzagen
in al de gevallen die er voorkwamen, en zoo
laten zich gemakkelijk de verdeeldheden verkla
ren, die het vaderland, tijdens het bestaan der
republiek, ge'eisterd hebben. Doch men zij recht
vaardig en wijte- dat twjsten niet aan de oor
spronkelijke Unie, maar wel aan haar bestendi
ging. Al zagen velo vaderlandlievende mannen
het verkeerde van de Unie in, tot een wijziging
en aanvulling daarvan is ’t nooit gekomen. En
hoe langer men hiermede draalde, des te grooter
geven,”