GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNERK. NIEUWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE 1 w jij t II o I M' 1879. VIE jR-E N-E E R T I GS T E No. 17. 26 FEBRUARI. WOENSDAG Ni PERS. a 1 IK E X L l %ïl- Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden fi.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco in te zenden. H. J. Scholten, als leden Rijks-adviseurs voor degedenk- vaderiandsche geschiedenis nt )e A.DVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Gents, voor eiken regel meer 7'Z, Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent ie vernemen by den Uitgever. Met den meesten eenvoud, geheel overeenkom* stig den aard en het karakter van den overledene, werd het stoffelijk overschot van mr. P. P. van Bosse gisteren (Maandag) op Eik-en Duinen ter aarde besteld. De eenvoudige lijkstoet werd, be halve door de familieleden, alleen gevolgd door een vertegenwoordiger van prins Alexander, ad judant van Goens. Op het kerkhof was een tal rijke schare vereenigd. Alle ministers, vele vroe gere ambtgenooten van den overledene, de pre sident en de leden der Tweede Kamer, de leden van den Raad van State, de ambtenaren van het departement van koloniën, de gewezen gou- verneur-generaal van Indie, den heer Loudon en verscheidene oud-Indische hoofdambtenaren een deputatie der Indische instelling te Delft, de directeur en eenige ambtenaren der broodfabriek, De conservatieve Amsterdamsche Courant be- spreekt thans insgelijks de belasting op de goe deren in de doode hand en keurt ook dat ont werp af. Op zichzelf zou het blad niet tegen in algemeene trekken zijn plannen in dier voege hebben ontwikkeld, dat hij, plaatsvervanging en nummerverwisseliog zoo regelend, dat het met eene nieuwe beperking gelijk zou staan door zulk een hernieuwing der schutterij wet, waarbij de pefeningsplich* in loco feilelijk wordt gede creteerd, de weerbaarheid des volks krachtig zou verhoogen, zonder lot den algemeenen of per soonlijken mili ieplicht te komen. X'K «J Jdi fi- MWIfii ■- I d- is )e h e or n. M ïb. i 16 2 8 i 9 8 8 16 re ii- C- k- ni et Ier P e h in 5 1 mij van Het, eerste behelst ons recht om, ondanks eeuw ons die te 8 2 0 De heer Peter Philip van Bosse, de jl. Vrydag overleden Minister van Koloniën, was geboren te Amsterdam den 16den December 1809 en is dus zeventig jaar oud geworden. Hij studeerde aan de Leidsche hoogeschool en promoveerde in 1833 tot doctor in de rechten. Aanvankelijk werd hij fabrikant te Weesp, maar weldra vestigde hij zich als advocaat te Amsterdam. In 1844 werd hij referendaris bij het Ministerie van Financiën In 1848 werd bij benoemd tot Minister van Fi nanciën en hij bleef dat tot 1853, toen hij met Thorbecke, tengevolge der Apiilbeweging, aftrad. Tol lid der Tweede Kamer gekozen, werd hij in 1858 opnieuw tot Minister van Financiën be noemd. Hij bleef dat tot 1860, toen hij de por tefeuille neerlegde. Door het district Zutphen wederom afgevaardigd naar de Tweede Kamer, trad hij in 1866 opnieuw als Minister van Finan ciën op. Maar hij behield ditmaal de portefeuille slechts vijf maanden en nam in 1868 voor Dordrecht zitting in de Tweede Kamer. In dat jaar weder tot Minister van Financiën benoemd, verruilde hij ’twas onder het Ministe rie Heemskerk zijne betrekking met die van Minister van Koloniën In 1872 afgetreden en benoemd tot Minister van staat aanvaardde hij in het tegenwoordige Kabinet opnieuw het beheer van het Departement van Koloniën. 't Handelsblad zegt van van Bosse »Hij is, als Thorbecke, op het «veld van eer,*‘ als Minister gestorven; zijn groot organiseerend talent kan niet beter dan door die woorden wor pen gekenschetst. Tol aan zijn einde bleef hij arbeiden en ging hij mede met zijn tijd. «Tal van Nederl. en vreemde ridderorden mocht hij dragen van de builenlandsche was zeker die van de Uzeren Kroon 1ste kl. van Oostenrijk de grootste onderscheiding; in 1868 had de be kwame financier te Isch een onderhoud met den Keizer van Oostenrijk en zijn Ministers over de regeling der financieele vraagstukken. «Boeken heeft de heer van Bosse niet geschre- ved, maar menig opstel in tijdschriften, o. a. in dat van Ned. Indie.” Het blad bepaalt zich tot eene korte aanstipping van enkele bijzonderheden uit zijn leven. Een volledige schels verdient deze merkwaardige man ten vollezij is echter eene moeielijke taak want zij omvat schier de geheele geschiedenis van ons land sedert 1848. Het artikel van prof. Pierson over Schaepman’s gedachtenisrede van Vondel wordt door prof. Al berdingk Thijm aldus beantwoord »Na lezing en herlezing van dr. A. Pierson’s betoog, komt het mij voor, dat alle de door mijn geachten collega in het poëem van mijn vriend dr. Schaepman gewraakte uitdrukkingen op goe de gronden te verdedigen zijn en gehandhaafd kunnen worden. Wat mij aangaat, ik zal bepalen tot het uitspieken van twee woorden verzet. I de bewondering, die de republiek der XVHe - ons inboezemt, ondanks de fierheid, die in hart getuigt, dat wij medeërfgenamen van glorie zijn, volkomen vrij in ons oordeel blijven over de revolution van Kerk en Staal der XVIe. Het andere is van Vondel en getuigt «dat luden van geen geringe geleerdheid en we tenschap, zich luttel met poesye bemoeide (d. i. zeldzaam als dichter praktisch optredende) bij wijlen al te nauwe en strenge keurmeesters over deze kunst zijn en niet wel begrijpen hoe die te teer en te edel zy om zulck een harde proef uit te slaen, zander een groot deel van haere aertig- heit en luister te verliezen;” (aan Vossius, voor de Gebroeders) en elders: «dat men de gebloem de wijze van spreken niet al te neuswijs behoor te ziften, nochle nae de steilheil der schoollessen te regelen.” Het Hand, deelt het gevoelen van de N. Rott. Cour., dat het geen zaak is een nieuwe belasting in hel leven te roepen, zonder Iegelijkertijd ót een beslaande hela ting te verlichten, óf wel die af te schaffen. De voorgestelde effecten belasting draagt in hoofdzaak de goedkeuring van *t libe rale oigaan weg, maar de aanneming er van zou meer verzekerd zijn als de minister er bij voor beeld opheffing der belasting op zeep en op het geslacht aan verbond. Mocht de geraamde in komst dan weder te luttel zijn voor het bedrag dat benoodigd wordt, dan zou de herziening van het recht van zegel, overeenkomstig ’t ontwerp, indertijd door den heer Van der Heim ingediend, in dat gemis kunnen voorzien. Bracht de regeering het tot deze wijziging in hare financieele plannen, dan zou de kracht van den tegenstand naar ’l Hand, meent gioo- lendeels zijn gebroken. Zij zou dan tevens met terdaad hebben bewezen, dal zij naast verzwaring van lasten tevens op herziening van het belas tingstelsel bedacht is. «De regeering heelt echter een anderen weg gevolgd zoo besluit hel blad een moeilij- ker weg, waarop zij meer hinderpalen zal ont moeten, dan ingeval zij het zoo even aangewezen pad ingeslagen had. Want omtrent hare verdere plannen leert de toelichting der beide ontwerpen niets. Toch zal natuurlijk, reeds bij het onder zoek in de afdeelingen, de vraag niet uitblijven, of de regeering oik thans nog geen meer uit voerige mededeelingen kan doen over hare plan nen tot herziening der bestaande heffingen. Een ontwijkend antwoord verwachten wjj van dezen minister nietwaarom dan niet de vraag voor komen, door, hetzij uit eigen beweging in de toelichtende memorien in eenige bijzonderheden te treden over de hervormingsplannen, die toch wel, althans ten deele, tot rijpheid zullen zijn gekomen, of wat nog beter ware, reeds dadelijk een deel der plannen in den vorm van ontwer pen aangeboden Z. M. heeft eervol ontslag verleend aan jhr. mr. V. E. L de Stuers, P. J. H. Guipers, mr. A. J. Enschedé, J. G. van den Bergh J. Gosschalk, L. Lingeman en H. J. Scholten, als leden van het College van leekenen van vaderlandsche geschiedenis en kunst, en aan J. E. H. Hooft van Iddekinge, als lid en secretaris van voornoeind College. Naar wij vernemen is bij den Raad van State ingekomen een wetontwerp tot invoering van postspaarbanken. Volgens den schr. der residenlie-brieven in het Zeeuwsch Dagblad, zou van den nieuwen Minister van Oorlog den Beer Poorlugeal geen invoering van den persoonlijken dienstplicht te wachten zijn. De Minister, die vóór zijne be noeming met zijne aanslaande ambtgenooten uit voerig van gedachten wisselde over de defensie- quaestie en wat daarmede in verband staat, zou De N. R. C, bespreekt nog een paar zaken die tegen de effeclenbelasling worden ingebracht. Vooreerst hebben sommigen bezwaren tegen de openbaarheid der aanslagen, blijkbaar uit de kie zerslijsten. Het blad wijst er echter <ip dat de zelfde lijst de aanslagen voor grondbelasting, pa tentrecht en personeel vermeldttegen de open baarheid daarvan heeft men nooit bezwaren ge opperd, en de viaag is in deze natuurlijk waarom het vermogen in effecten heiliger zen zijn dan dat van den grondeigendom. Blijkt hel bezwaar echter van ernstigen aard, welnu, dan ware de kieswet te wijzigen in dien zin, dat de onderschei den aanslagen in de directe belastingen bij den naam van den kiezer gecombineerd werden ver meld. Het tweede punt betreft hel bepalen der beurs waarde. Voor sommige aandeelen, b v. die van de Nederlandsche bank, is op den laatslen werk dag van Februari onder de noleering der waarde ook bel dividend berekend. Door de belasting te berekenen naar die noleering, zou dus niet alleen het kapitaal, maar ook de rente getroffen warden. Bij deze bedenking wordt echter het geringe bedrag der belasting voorbijgezien één per mille, voor die enkele pei centen berekend, schijnt te gering verschil te maken om er bij stil te staan. Soortgelijke kleine bezwaren zullen zich trou wens bij elke belasting voordoen. j zulk een belasting zijn, maar de wijze van heffing, 1 door den minister voorgesteld, kan niet gebillijkt worden. Veel beter is de regeling zooals zij in Frankrijk werkt. Daar bepaalt zich de wet, door eenvoud uitmuntende, tol de vaststelling eener belasting op de goederen in de doode hand, bij wijze van suppletoire grondbelasting, tot zoodanig bedrag, als geacht wordt een equivalent te zijn voor de rechten van successie en mu'atie, waar aan de goederen buiten de doode hand zijn on derworpen. Als goederen in de doode hand worden daar beschouwd alle vaste goederen, in de termen der grondbelasting vallende en .toebe- hoorende aan de departementen, gemeenten, gast huizen, seininaiien, kerkfabrieken, geestelijke ge nootschappen, consistorien, instellingen van wel dadigheid, armbesturen, naamiooze vennootschap pen en alle openbare weltehjk erkende en toege laten etablissementen. Dit mag juist in beginsel, zuiver consequent in de toepassing heeten. Maar onze minister heeft er, in stede van dit vooi beeld te volgen, de voorkeur aan gegeven, om te doen wat tot nu toe alleen in Oostenrijk en I'.afie geschied is en aan het Fransche stelsel een uitbreiding ge geven, die, ware zij passend en noodig, naar het ontwerp op de eflectenbelasting had kunnen worden overgebracht. De definities, door den minister van de doode hand gegeven «de doode hand erft maar laat niet na, wordt begiftigd maar geelt niet terug, koopt maar vervreemdt niet weder”, zijn niet juist. Vervreemding toch van goederen in de doode hand is niet uitgesloten, b v. bij het in veiling brengen van woeste gronden en bij ’t verkoopen van bouwgrond door gemeenten. Het punt van uitgang van ’t wetsontwerp is aldus geformuleerd .«liet gevolg van het blij vend bezit der goederen in de doode hand is, dal daarvan geen rechten van successie of over- gang, bij overlijden en onder levenden, aan de schatkist ten goede komen, zoodat daaruit een voorrecht ontstaat, dat voor eigendommen, in handen van physieke personen, niet wordt geno ten.” De strekking van een belasting op goederen in de doode hand moet dus zijn een equivalent, te vinden voor de verliezen, die om bovengemelde reden aan de schatkist worden berokkend. Dit is een zuiver geformuleerd doel, dal voor onroe rende goederen zeer goed kan worden bereikt, maar ook beheerscht wordt door beginselen, die algemeen in zake belastingen in acht dienen ge nomen te worden. Bet gaat hierbij niet aan, uitzonderingen te maken, wijl daardoor het be ginsel verloochend wordt. Waarom vrijstelling van de ontworpen belasting verleend in de eerste plaats aan naamlooze ven nootschappen, zooals b. v. de Ned. Handelmaat schappij en zooveel anderen Hebben die instel lingen het karakter van physieke personen De minister meent, dat de gewone rechten van suc cessie daarvan verzekerd zijn, door den overgang hij erflating der aandeelen, die o a. ook de re presentatieve waarde der aan de Vennootschap toebehoorende onroerende goederen uitdrukken, maar de minister schijnt daarbij niet te hebben gedacht aan vreemde aandeelhouders, die zelfs ook vrij zullen blijven van het recht van overgang, bedoeld bij 2°. van art. 1 der wet op hel recht van successie. En zijn de mutatierechten, anders dan hij overlijden verschuldigd? Evenmin mag er eenige uitzondering gemaakt worden voor inrich tingen van weldadigheid en alle daaraan verwante instellingen omdat de wetten, die door het ontwerp worden aangevuld evenmin onthef fingen in dien zin toelaten. De zorg voor phi- lantropische dreinden moet in onze algemeene wetgeving een andere plaats innemen. UIT DE Nog wijst het blad er op, dat de bezwaren die het legen de effeclenbelasting te berde heeft ge bracht ook gelden wat belieft deze belasting voor zoover het geldt roerende goederen, kapitaal enz. De inschrijvingen op het grootboek zullen inkrimpen de firma Villeforl Co. en dergelijken zullen er stellig geen hoofd meer cp innemen onze nog uit te schrijven leeuingen zullen slechts tegen lagere koetsen te plaatsen zijn en de Ne- derlandsche kapitalen waarschijnlijk in den vreemde een uitweg en veiligheid zoeken. Ten slotte doet de A. C nog opmerken, dal beide belastingen zullen drijven op cieu eed en de geheimhouding. De laatste wordt illusoir door art. 76 der grondwet en de daarmede in verband staande bepaling van het kiesreglement. De effectenbelasting zal gelden voor den census en het bedrag ligt ter visie. Misschien echter zal de minister in dit moeilijke geval bij het Amsterdamsche gemeentebestuur te rade gaan om Ie leeren hoe de bij de wet voorgeschreven openbaarheid lot geheimhouding kan worden gemaakt.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1879 | | pagina 1