1 11 GE1EENTE EN MET ARRONDISSEMENT SNEER, NIEUWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE 9 k 1 W' 1879. Nu. 21. VIE R-E N-n E R T I G S T E J A R G A N G WOENSDAG 12 MAART. N r I. 0 s nmnKsn i. Idem van het kohier der Hondenbelasting, Idem van het kohier van den Hoofdelijken PERS. lu- s ia MNXEXLAAIb ,_-q 1 t. 5 0 3 13 3 t h 3 e K l ir 5 >r 4 1 ir >r jr 4 0 s i; t. n r. 0 e r. i>5.3 f3 fc’ - Het openbaar Ministerie heeft tegen de suiker- makelaars Ledeboer en Dudok de Wit (A. E de Wit Zn.) gevangenisstraf van vijf jaar en een boete van f1500 geëischt. De verdediger heelt tot vrijspraak geconcludeerd. De uitspraak is bepaald op Zaterdag 15 dezer. Men leest in het N. v. d. D. »Ten einde zooveel mogelijk een eind te maken aan de minder juiste voorstellingen omtrent den bekenden te ’s Hage gestraften soldaat, deelen wij hieronder den uitslag mede van een onder zoek, dat wij daaromtrent hebben gedaan. Wij kunnen onzen lezers de verzekering geven, dat dit bericht niets dan waarheid, zoo niet de ge- heele waarheid bevat. »Door Z. M. was bevel gegeven aan den gou- ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7‘Z, Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. Van Houten aangegeven, wenschen gevolgd te zien, moeten zich niet langer op sleeptouw laten nemen door de conservatieven, die als schoolwet- liberalen of als anti-clericalen in de rijen der liberalen zijn gedrongen. Men herkent de laalslen het best door hun onwil om zich anders dan in zeer algemeene, rekbare termen over kiesrecht, herziening van belasting, of mililie-wet uit te laten niet zelden ook aan de bijzondeie felheid, waar mede zy tegen de kerkelijken uitvaren, ten einde te midden der opgewekte godsdienstige hartstoch ten andere vraagstukken, ten aanzien waarvan hun meenigen ver van liberaal zijn, te doen ver geten. De quaestie van keik en school kan men laten rusten, wijl een liberaal daarover geen an dere dan duidelijke meeningen heeft. Men poise hen op de andere punten en dan zal het blijken of men met een liberaal of een vermomd con servatief te doen heeft. De heer Van Houten besluit zijn artikel aldus »In 1848 week de vertegenwoordiging der aristo cratie van geboorte voor de vertegenwoordiging van het bezit. Laat deze nu op hare beurt plaats maken voor een vertegenwoordiging des geheelen volks. Slechts als overgang daartoe zal de grond wet van 1848 een schoone bladzijde in de geschie denis zijn, niet als steunpunt eener klassenheer schappij. Laat vrij Kappeyne beweren, gelijk hij bij onze jongste discussien deed, dat ik mijn mandaat vertrap, als ik beweer dat de tegenwoor dige staten-geueiaal slechts één klasse vertegen woordigen en voorde belangen dier klasse bijzonder waken, en als ik, op grond van toenemende verwijdering tusschen volk en vertegenwoordiging, tegen het voortduren van dien toestand strijd. Alleen om dien strijd, reeds van mijn binnentreden in de kamer af gevoerd, nog krachtiger dan tot dusverre te kunnen voortzetlen, wensch ik ver lenging van mijn mandaat. Wie meent, dat ik dit door mijne handelwijze vertrap, drage het mij niet op. Met hechte banden ben ik verbonden aan het liberalisme, maar slechts cmdat ik het in gedachten heb vereenzelvigd met het streven naar geleidelijke bereiking van de hooge idealen van vrijheid en rechtsgelijkheid, welke een vorig geslacht wel kon proclameeren, maar niet verwe zenlijken. Het streven om deze beweging af te sluiten, en op de puinhoopen dier idealen de heerschappij van een bourgeoisie te vestigen, zal ik steeds met alle kracht weerstaan. Nu Kappeyne tweifelt, en hij zich op een helling bevind, welke, tenzij er een krachtige liberale impulsie van de natie uitga, hem er toe leiden zal, om zijn talenten en zijn prestige in dienst van zoodanige bourgeoisie te stellen, nu vooral hoop ik, dat de stembus van Juni die impulsie geeft, of da’, zij anders mjj van mijn staatkundige plichten en verantwoorde lijkheid ontheft.” In het jongste nomtner van de Vragen des Tijds richt de heer Van Houten een woord tot de liberale kiezers iu ons land een artikel waar van ongetwijfeld velen met de meeste belangstelling kennis zullen nemen. De begaafde schrijver zet daarin de motieven uiteen die tot den tegen woor- digen staatkundigen toestand hebben geleid, schetst ons dien toestand zelf, om te eindigen met een overzicht te geven van hetgeen er gedaan moet worden om in de toekomst werkelijk datgene te verwerven, wat voor onzen staat het beste is. In onze politiek waren tot op de periode waarop Heemskerk invloed begon uit te oefenen, vier groepende hervormingsgezinde of liberale, de conservatieve, de roomsche en de proteslantech- orthodoxe. Thorbecke had de liberalen en de roomschen vereenigd, terwijl Van Hall zijn best deed de orthodox-protestanten en conservatieven te doen samengaan. In 1866 kwam hierin ver andering Heemskerk aanvaardde den steun van de hoofdleiders der katholieken en dezen verlieten het Thorbeckiaansche vaandel. Waarom dat laatste geschiedde is niet geheel bekend, ’t Was waar schijnlijk een gevolg van den anti-kerkehjken geest die in de kringen der liberalen veld won en van de sti ijdlustige politiek van Pius IX. De katho lieken verwachtten, als belooning voor hun steun, een herziening der schoolwet in clericalen geest. Heemskeik nam de hulp der katholieken aan, maar vervreemdde zich daardoor van de conser vatieven, in wien nog steeds de anli-paapsche geest en de vrees voor woelzieke geestelijken huisden. Naarmate de katholieken overliepen, werd Heemskerk door de conservatieven verlaten. Zij, die hem nog trouw bleven, bezweken goed deels bij de verkiezingen, en op dit oogenblik is ver- de laatste VERGADERING van den Gemeenteraad van Sneek, Woensdag 12 Maart’19, ’s voormidd. 10 uur Punten ter behandeling 1. Resumtie der notulen. 2. Mededeelingen van goedgekeurde raadsbe sluiten, ingekornen stukken, enz. 3. Benoeming van twee hulponderwijzeressen. 4. Voorstel op het adres van S. T. Weima tot inhouding op het tractement van F. Kuipers. doeleinden zelf van den politieken strijd. De voornaamste maatregelen, die genomen moeten worden, omvatten drie hoofdpunten 1° de samen stelling der volksvertegenwoordiging 2° het stelsel van directe belastingen, en 3° de defensie. Deze drie onderwerpen blijven voortdurend te zamen aan de orde, wijl de steeds voortgezette tegenstand uit dezelfde oorzaak voortvloeit. Bij de grondwet van 1848 sloop de fout in, dat alleen de meer gegoeden politieke macht kregen. Hand having van de bevoorrechting der gegoeden bij de verdeeling der financieele en militaire lasten moest hieruit noodwendig voortvloeien. In die verhoudingen moet door de liberalen verbetering worden gebracht. Men moet daarbij letten op de toenemende ongelijkheid in de economische toestanden. Vol komen gelijkheid is wel niet denkbaar, maar het verschil behoeft niet zoo groot te zijn als het tegenwoordig is. In 1848 heeft de grondwetgever, geleid door de vrees voor de overheersching door de numerieke meerderheid der mingegoeden, het staatsburgerschap van allen opgeofferd niet min der dan circa der bevolking is van het volle staatsburgerschap uitgesloten. Die vrees is een slechte raadgeefster geweest en heeft verhinderd een duurzaam werk tot stand te brengen. Het eigenbelang bestaat bij alle klassen en de uitsluitend vertegenwoordigde klasse in ons land kan zich niet aan dien invloed onttrekken. Het wordt tijd dat aan dien toestand, zoo het heet tot waarborg, maar inderdaad tot bevoorrechting van enkele belangen geschapen, een eind gemaakt worde, want een staatsrecht, volgens ’t welk de natie niet alleen in twee deelen wordt geplilst van hetwelk het een zijn belangen gewaarborgd ziet en het andere van allen invloed verstoken is, waarbij zelfs de beslissing der vertegenwoordigers van één belang voor allen als recht gelden kan onmogelijk duurzaam zijn. Wordt het niet in een rustigen tijd herzien, dan stort het in een bewogen tijd ineen. Volgens den heer Van Hou ten moet het kiesstelsel herzien worden in dien zin, dat alle meerderjarige, mannelijke ingezeienen, Nederlanders, op de kiezerslijsten worden gebracht. Die Nederlanders moeien in hel volle genot zijn der burgerlijke en burgerschapsrechten, geen bedeehng in de laatste drie jaren van burgerlijk of keikeiijk armbestuur genoten hebben, gedurende het laatste jaar hoofdverblijf in het kiesdistrict gehouden hebben en door inlevering van een eigenhandig geschreven en geteekend verzoek of op een andere bij de wet te bepalen wijze het bewijs hebben geleverd, dat zij de schrijfkunst hebben geleerd Het tweede hoofdpunt is hervorming van de directe belastingen. De grondbelasting, de regi stratie- en hypotheekrechten, het personeel en het patent moeten vervangen worden door a. een grondbelasting volgens herziene waardeering, met zoodanige verhooging, dat daarin mede een equi valent wordt gevonden voor de afschaffing of aanzienlijke verlaging der bij rechtshandelingen betreffende onroerend goed geheven belastingen b. een belasting naarmate van den uiterlijken staat of de verteringc. een belasting der inkom sten in verschillende afdeelingen, naarmate van de bron, waaruit zij voortspruilen d. heffingen van enkele bedrijven, voor welker uitoefening vergunning der overheid noodig is (licenses). Het derde hoofdpunt van actueel belang is de regeling van de militaire aangelegenheden. De schromelijke geldverspilling, die op dit terrein bestaat, dient op te houden. Wij moeien ons bepalen tot een leger, in staat onze defensie linien te verdedigen de miliciens moeten locaal geoefend worden, alleen voor korte kampeering uit hun burgerlijken werkkring worden gerukt, enz. De liberalen, die de gedragslijn, door den heer 5. Wijziging van hel Reglement voor de ge meentelijke Muziek- en Zangschool. 6. Vaststelling van een slaat van waterstaats werken. 7. dienst 1879. 8. Omslag, dienst 1879. dwenen. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betre'iendefranco in te zenden. de oude conservatieve partij zoo goed als Er zijn nog slechts drie partijen beide kerkelijke en de liberale, in welke de voormalige liberale en conservatieve partijen zijn saamgesmalten. Het gehalte der liberale partij was er door deze samensmelting niet op verbeterd. Om den steun van de vroegere con servatieven te verwerven, hadden zij bij de can- I didaten hun eischen tot twee beperkttegenstan der van Heemskerk te zijn en voorstander der K, neutrale school. Elk liberaal beginsel, dat de candidaat nog bovendien huldigde, was meer een bezwaar dan een aanbeveling. Zoo kwam de tegenwoordige regeeringspartij tot stand. Deze partij heeft haar bestemming vervuld door Heems kerk op zij te schuiven en de schoolwet nader te bevestigen. De inmenging der conservatieve elementen had echter geen goed gedaan en tot machteloosheid geleid, wat betreft het invoeren van liberale her vormingen. In naam hield de liberale partij de overhand, maar er kwamen tal van zaken tot stand, die vóór 1866 door haar met kracht bestreden waren. Het eenige lichtpunt in dien donkeren tijd was de bekende redevoering van den heer Kappeijne van 24 Nov. 1874, en van dat tijdstip af dagleekent de betere aaneensluiting der libe ralen. Naar vermogen werkte de heer Van Heu len tot die eenheid mede, vooral wijl hij bij de bekende gezindheid van den heer Kappeijne tot het tot stand brengen van groote hervormingen, van zijn optreden de nederlaag wachtte van het in de rijen der liberalen ingeslopen conservatisme. Teleurstelling bleef echter niet uit. Reeds de samenstelling van het kabinet-Kap- peijne gaf stof tot bezorgdheid, wijl er van de meest conservatieve elementen in werden opge nomen, die gevoeglijk in een kabinet-Heemskerk konden plaats nemen, terwijl Kappeijne zelf noch door het opperbestuur van ’s Konings kabinet in handen te houden, noch door zich meer, als in Engeland, tot eersten minister te maken, noch door de betrekking als kamerlid te behouden, voor versterking van zijn positie zorgde. Hierbij voeg den zich de eerste handelingen van den minister van financiën, den heer Gleichman, de intrekking der ontwerpen van den heer Van der Heim, die in ’t laatst van zijn ministerieel leven een paar belangrijke financieele hervormingen had voor- gesteld herziening der huurwaarde van de onge bouwde eigendommen en vervanging van de be lasting op de zeep en van de registratierechten op den overgang van vaste goederen door een successiebelasting in de rechte lijn. Toen de schoolwet behandeld was en de mi nister van financiën door een leening in staal was gesteld zijn tijd aan de studie van hel financie wezen te wijden, verwachtte de heer Van Houten dat de tijd der hervormingen aangebroken was. De troonrede leerde het echter andersdaarin werd alleen melding gemaakt van het strafwet boek, terwijl de minister van financiën spoedig daarna alle verwachtingen den bodem insloeg door de mededeeling, dat de herziening der grondbelasting zou achterwege blijven uit geldgebrek. Dat was te veel het bleek duidelijk dat de behoudspartij in het kabinet had gezegevierd. Van de zijde des heeren Van Hou en v.lgde een krachtig pro test andere bevriende stemmen voegden zich er bij en de opbreugststaat der middelen over de maand October viel zoo bevredigend uit, dat de minister vrijheid vond het ontwerp betreffende de herziening der grondbelasting weder aanhangig te maken. Men zal nu den loop van het ontwerp moeten afwachten. Het zal bezwaarlijk wet wor den en tot een nieuwe, betere regeling der van de vaste goederen geheven lasten leiden, als niet ook de door hun egoisme verblinde groote grond bezitters de overtuiging erlangen, dat de verwer ping het sein zal zal zijn voor den aanvang liefst met, doch zoo noodig ook zonder Kappeyne van een constitulioneelen strijd, om hun zoo ergerlijk misbruikte politieke voorrechten in te krimpen. De heer Van Houten deelt vervolgens mede.dat het partijverband van de liberalen allengs onder Kappeyne een geheel onbeteekenende zaak ge worden is en dat het lidmaatschap der commissie, die tot bemiddelaar zou dienen, de meest volmaakte sinecure is, die men zich denken kan. De schrij ver besluit dit gedeelte met de opmerking, dat Kappeyne de twee groepen liberalen en con servatieven onder zich vereenigd hebbende, niet iu staat ze te verbinden en verplicht een keuze te doen tusschen verwijdering van de meest- conservatieve of van de meest-liberale, het laatste gekozen heeft. De tweede vraag, die de heer Van Hou'en zich ter beantwoording heeft voorgesteld, betreft de neutrale school. Elk liberaal beginsel, dat de UIT DE

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1879 | | pagina 1