rm e GEEll HET ARROMlSSEfflT SNEEK, NIEUWS- EJI ADVERTENTIE BLAD VOOR DE 1879. No. 28. VIE R-E N-n E R T I G fe ZATERDAG I De Spoorwegzaak. I SMI'Mit (01 KM Mb van i zend personeel 5. V-- - het tarief van Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende franco in te zenden. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7'Z, Cents. Bij abonnement is de prys be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den Uitgever. in staat is de juistheid en waarde te toetsen, de oogen te verblinden en zich een grooten schijn van soliditeit aan te matigen; bovendien worden zij hier te lande door niet de minste controle gebonden, zijn zij aan geen belasting onderwor pen en genieten dus feitelijk veel meer voorrech- ten dan de Nederlandsche Maatschappijen. Met voldoening maken directeuren daarom melding van eenige gevallen, die zich in den loop van dit jaar bij hen voordeden van personen, die, door vreemde Maatschappijen tot het sluiten eener ver zekering aangezocht, liever wenschen zich bij eene binnenlandse he Maatschappij te verzekeren. Zy hopen, dal ditzelfde ook bij andere Nederlandsche weer van lauwe onverschilligheid, kleingeest'ge en geniepige tegenwerking, vooral van den kant der visschers in troebel water, die aan niemand iets gunnen, tenzij zij er zelf direct ook bij kunnen profiteeren. In ’t vertrouwen op eene eerhjke uitvoering der wet van 1875, die aan ons en aan den -Zuidwesthoek onzer provincie de spoorwegver binding verzekert, heeft men hier in den laatsten tijd eene afwachtende houding aangenomen en gezwegen, in afwachting van het oogenblik, waarop men meer met vrucht zou kunnen spreken. Dat oogenblik is o.i. thans gekomen, nu de minister op nieuw de onteigeningswet voor den spoorweg Stavoren—Leeuwarden, gelijkluidend aan de primitief ingediende wet, bij de Tweede Kamer heeft ingediend. Thans niet op nieuw gekibbeld over de vraag: j of we misschien ook beter zouden gediend zijn met eene andere richting der lijn; thans niet op nieuw den strijd op touw gezet voor locale- of Hel kleingeestig gekibbel en eene vernieuwing van de reeds afgezaagde polimiek over hel meer of minder wenschelijke van deze of gene richting, kwam ons vooral le minder wenschelijk voor, na dat ten slotte van Staatswege zou warden gedaan, wat door middel van het particulier initiatief niet tot stand scheen le kunnen komen. De aanneming toch der spoorwegwet van 1875 verzekerde aan onze gemeente en aan den zuidwesthoek onzer provincie ten slotte de spoorwegverbinding, waar naar door zoo velen reeds lang reikhalzend was ui!gezien, en dat wel zonder bijzondere flnanliêele offers onzerzijds. Gelijk men weet, is ook hierop echter weer teleurstelling voor ons gevolgd. De bekende motie Sickesz, tengevolge waarvan later door de Tweede Kamer in afwijking van hel primitief door den minister ingediende onleigenings-wets- onlwerp eene wijziging in de richting van de spoorweglijn werd gebracht door de ombuiging Bolsward, en de daarop gevolgde verwerping van het aldus gewijzigde wetsontwerp door de Eerste Kamer, heeft weer nieuwe teleurstelling en noodeiooze vertraging veroorzaakt, en daarbij van verschillende kanten weer aspiraties in ’t le ven geroepen, waardoor, indien daaraan werd toegegeven, onze spoorwegzaak weer geheel op losse schroeven zou worden gezet. Nog vóór de door de Tweede Kamer aangeno men onteigeningswet de Eerste had bereikt, was toch de Friesche Courant reeds in de weer om te betoogen, dat afstemming daarvan door die Kamer wenschelijk was, en dadelijk nadat het afkeurend votum gevallen was, kon men in dal zelfde blad lezen dat de Sneekers reeds vroegen>wat er nu kon gedaan worden, om een lijn HarlingenHeerenveen of zoo mogelijk HarlingenSalzbergen tot stand te brengen Nadat de Fr. Ct. het consigne gegeven en bij trommelslag de spoorweg Harlingen—Heerenveen op nieuw aan de rrde gesteld---had, gingen natuurlijk van uit Harlingen, Joure en Heeren- veen dadelijk stemmen op in denzelfden geest en werd daarvoor een nieuwe bewegirg op touw gezet. Men wendde zich per adres tol den mi nister en vroeg van dezen niet meer of minder, dan intrekking van de wel van 1875, voor zoover de spoorwegaanleg StavorenLeeuwarden betreft, en drong baarbij aan op de indiening van een wetsontwerp, waarbij de lijn HarlingenHeeren veen wordt gelast. Men is zelfs zoo vriendelijk geweest daarvoor de medewerking van Sneek in le roepen; maar men is daar, gelukkig, verstandig genoeg geweest niet te bijten in het lokaas. Voor zoover wij welen heeft hier niemand deelgenomen aan die HarlingerJoureHeerenveensier spoorwegbe- weging, omdat men hier zeer terecht begreep, dat men daardoor eigenhandig zou helpen afbre ken, wat na zooveel jaren van strijd en gedulds- oefening ons eindelijk bij de wet verzekerd was omdat men den vogel, dien men eindelijk in de hand had, niet weer wilde laten vliegen voor een die nog in de lucht zweefde. Ook de voorstan ders van de spoorweglijn HarlingenHeerenveen hebben hier terecht ingezien, dat het onder de tegenwoordige omstandigheden een daad van groote onvoorzichtigheid zou zij, indien zij zich Ihans aansloten bij bovengenoemde manifest alien. Wij hopen en vertrouwen, dat later en dat wel hoe eerder hoe liever de tijd zal komen, waarin ook Sneek krachtig kan meêwerken om deze, door velen geweuschte spoorwegverbinding KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en de gemeente Sneek voldoende aan art. 87 der wet op de Nationale Militie van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad, no. 72), brengen door deze *er kennis der inge zetenen, dat de tweede zitting van den Mili tieraad voor deze gemeente zal worden gehouden le Heerenveen, op Dinsdag den 22 April 1879, des voormiddags ten 9‘/2 ure. Dat in die zitting uitspraak wordt gedaan om trent alle in de eerste zitting niet afgedane zaken en omtrent hen, die als plaatsvervanger of nom- merverwisselaar verlangen op te treden. Dat alzoo voor dien raad moeten verschijnen 1°. hij, wiens zaak in de eerste zitting niet is afgedaan 2°. hij, die voor een loteling als plaatsvervan ger of als nommerverwisselaar verlangt op te tieden. Sneek den-2den April 1879, Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. van DRIESSEN. De Secretaris' W. van WANING Jr. 10. Voorstellen naar aanleiding van het adres van den Gemeenle-Architect, om verhooging zijner jaarwedde. 11. Voorstel op het adres van G. H. Visser, ter bekoming van gemeentegrond. 12 Reclames in zake Hoofdelijken Omslag. 13. Adres van adhaesie, aan het wetsontwerp tot onteigening ten behoeve van den aanleg van een spoorweg van Stavoren naar Leeuwarden. De jaarlijksche algemeene vergadering van aan deelhouders der Maatschappij van Levensverze kering, te Dordrecht gevestigd, werd Dinsdag aldaar gehouden. Vertegenwoordigd waren 168 aandeelen. Tot hun groot genoegen konden directeuren wijzen op de allezins gunstige resultaten, welke 1 in 1878 verkregen werden. Terwijl namelijk 13,534 nieuwe verzekeringen gesloten werden, dus, ondanks de zeer ongunstige tijdsomstandig heden, slechts 112 contracten minder dan het voorgaande jaar, bedroeg het bij deze contracten verzekerd kapitaal belangrijk meer dan dat van vroegere jaren. Zij achten dit feit van des te grooter aanbelang, doordien de hoogst onbillijke concurrentie met buitenlandsche Maatschappijen aan de binnenlandsche het wei ken hoe langer zoo meer bemoeielijkt. De buitenlandsche Maat schappijen tech laten niet na, door eene groe- peering van verbazende cijfers, waarvan niemand dö Meisjesschool. ’c iniathairl on la Inalcnn rlo en het beurtteer bijzondere belangen, die toch onmogelijk alle j kunnen worden bevredigd, thans slechts ge let op het algemeen belang, ’t welk onze ge meente en de geheele zuidwesthoek onzer pro vincie heeft bij de spoedige totstandkoming van den langgewenschten spoorweg. De handen dus inééngeslagen en de klip van verdeeldheid ver meden, waarop reeds zooveel goeds is gestrand, wat, bij eendrachtige samenwerking, vaak zoo gemakkelijk tot stand had kunnen worden gebracht. Alle bij deze belangrijke zaak betrokken ge meenten en, als representanten daarvan in de eerste plaats de Gemeentebesturen, Kamers van Koophandel en andere corporation, moeten o i. in dezen het voorbeeld geven, door krachtig en een drachtig bij de Tweede Kamer aan te dringen op de onveranderde aanneming van de thans door den minister ingediende onteigeningswet. En niet alleen de gemeentebesturen en verdere cor poraties moeten daarop aandringen, ook van de ingezetenen der verschillende gemeenten moet een krachtige stem uitgaan, die aandringt op eene eerlijke uitvoering van de spoorwegwet van 1875, waarop wij, en de geheele zuidwesthoek onzer provincie met ons, nu reeds zoo lang wach ten. Moge het dan thans ook uit onze van vele handteekeningen voorziene adressen blijken, dat wij meer prijs stellen op de eindelijke totstand koming van den spoorweg, dan op het eindeloos' gekibbel over het meer of minder wenschelijke van deze of gene richting. Wie met ons overtuigd is van de waarheid der spreuk dat het in zekere gevallen verstandiger is le zivijgen dan te spreken, al kost dat zwijgen dan ook vaak veel moeite, zal er ons zeker geen verwijt van maken, dat wij ons in den laatsten tijd hebben onthouden van het bespreken onzer spoorwegzaak. Er is daarover trouwens in de laatste jaren, zoowel in onze gemeente als daarbuiten, reeds zoo dikwijls van gedachten gewisseld er is reeds zooveel vaak met zoo groote animositeit en met zoo weinig waardeering van eikaars zienswijze, waar deze uiteenliep geschreven en gedebat teerd over het meer of minder wenschelijke van deze of geene spoorwegverbinding, dat men die zaak wel als genoegzaam besproken, bekeken en van alle kanten zooveel mogelijk toegelicht, kon beschouwen, ’t Kwam ons vooral ook daarom te, minder wenschelijk voor, haar op nieuw tot een punt van bespreking te zien maken, nadat de ondervinding ook hier zoo duidelijk heeft ge leerd, dat niets verderfelijker is voor hel lolstand- brengen van eene algemeen gewenschte zaak, dan verdeeldheid van sprake in eigen boezem Die verdeeldheid nu heeft zich bij ons maar al te vaak geopenbaard, zoodra het spoorwegbe- langen gold, waarbij ook onze gemeente betrokken - was, en zij heeft er zeker niet weinig toe bijge dragen, dat we zoolang zijn verstoken gebleven van de z >ozeer gevvenschle en vcor den voort- durenden bloei onzer gemeente zeker ook hoogst noodzakelijke spoorweggemeenschap Wie onze spoorweggeschiedenis nagaat; waarmeè een lijvig boekdeel zou te vullen zijn wie zich de verschillende spoorwegplannen her innert, door het particulier initiatief ontworpen, en waaronder er waren, die zóó krachtig werd gesteund, zoowel van particuliere zijde als door gemeentelijke en geweslelijke besturen, dat men zich vaak reeds vleide met de totstandkoming daarvan, die zal zich daarbij tevens wel her inneren, hoe bijna al die plannen ten slotte ges'rand zijn op de klippen van onderlinge verdeeldheid, die zich meestal het ki achtigst deed gelden, als men de haven reeds bijna meende te hebben bereikt. Waar eendracht en samen werking in de eerste plaats noodig was om het hooggewensch'e doel te bereiken, daar lieten vaak tweedracht en verschil van gevoelen hun verlammeoden invloed gelden, daar traden vaak bijzondere inzichten en bijzondere belangen op den voorgrond, ten koste van het algemeen be lang. En alsof ’t nog niet genoeg warever deeldheid in eigen boezem en een onver- zettelyk vasthouden aan eigen inzichten, ook al kon men ’t op de vingers narekenen, dat dit juist het rechte middel was om niets tot stand te krijgen en bij dat alles kwam zich dan nog de locale nay ver voegen, die bij voorkeur in troebel water visschende zijn invloeden ten slotte nog deed gelden, om voer goed af te maken, wat hem niet alleen geen dadelyk voor deel, maar misschien in *t vervolg zelfs schade zou kunnen berokkenen. Men denke hier slechts aan de Harlinger invloeden, de zich telkens hebben aangekant tegen elk spoorwegplan, waar bij onze gemeente en de geheele zuidwesthoek onzer provincie gebaat zou worden, maar waar bij het nijvere, energieke, zich-zelf helpende, nooit van de staatsruif vretende Harlingen, niet zou. profïteeren. Wij herhalen nog eenswie onze spoorweg geschiedenis nagaat, eene zeer leerzame ge schiedenis voer hen die leeren willen hij zal ons moeten bestemmen, dat zij eenerzijdsspreekt van veel wilskracht, van offervaardige volhaiding en aanvankelijke réussite, maar anderzijds ook WETHOUDERS van tot stand te helpen brengen Voorshands echter was en is onze medewerking daartoe onmogelijk. VERGADERING van den Gemeenteraad van Sneek, Zaterdag 5 April ’79, ’s namidd. 6 uur. Punten ter behandeling 1. Resumtie der notulen. 2. Mededeelingen van goedgekeurde raadsbe sluiten, ingekomen stukken, enz. 3 Adres van mej. A. Brunne, om eervol ont slag als hulponderwijzeres. 4. Voorstel tot aanvulling van het raadsbe sluit, regelende de jaarwedden van het onderwij- l aan de Meisjesschool. Voorstel tol wijziging der verordening vrachlloonen van 1- WolvegaSneek. 6. Voorstel ten aanzien der benoeming een concierge van het Raadhuis. 7. Voorstel tot wijziging der overeenkomst met de gemeente Wijmbritseradee), betreffende het aandeel dezer gemeente in de kosten van onderhoud van den grindweg naar Oppenhuizen. 8. Voorstel tot vervolging in rechten van Ulbe Jaasma. wegens achterstallige landhuur. 9 Voorstel op het adres van S. G. ten Gate, betreffende hel leggen van een dam.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1879 | | pagina 1