GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEEK.
NIEUWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE
L.
t
No. 43.
1819.
VIE R-E N-D ERTIGSTE J A
28 M E I.
WOENSDAG
I
vema xn.
-
SHEERER
PERS.
UIT DE TWEEDE KAMER.
V
of Hoogere-Burgerschool-periode. Zy
■V
Voor do vacante betrekking van secretaris der
maatschappij van weldadigheid hebben zich 120
sollicitanten aangemeld.
Bij vonnis van de arrondissements-rechtbank te
Leeuwarden van Zaterdag, is F. W., hooMouder»
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post fi 25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende franco
in te zenden.
nister geen hooger contingent
t
OlttAV
zich groole uitgaven getroosten, om
Al de administratie-boeken van de stichtingen
van Dijk te Doetinchem zullen door een alge
meen geacht notaris worden nagezien en van het
resultaat dier contróle zal een officieel rapport
worden uitgebracht.
KENNISGEVING.
SCHUTTERIJ.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek brengen bij deze ter kennis van de be
langhebbenden, dat de Commissie van onderzoek
voor de Schutterij, hare zitting zal houden
ten Gemeenlehuize op Vrijdag den 30 Mei 1879,
des middags 12 uur, tot onderzoek der redenen
van vrijstelling Van hen, die ten vorigen jare
voorwaardelijk van de Schutterijdienst zijn vrij
gesteld
Voorts wordt herinnerd dat, indien zij niet voor
de Commissie verschijnen, zij gehouden worden
geene redenen van vrijstelling Ie hebben
Ter bekoming van inlichtingen omtrent de ton
dezen gevorderde bewijsstukken, zullen belang
hebbenden van af heden zich, des voormiddags
lusschen 10 en 12 uur, ter Secretarie dezer ge
meente kunnen aanmelden.
Sneek dei) 16 Mei 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN.
De Secretaris
W. van WANING Jr.
Het Vad. verneemt dat de minister Tak van
Poortvliet zijn portefeuille ter beschikking van Zijn
Majesteit zou gesteld hebben.
Als kantteekening op de Pincoffs-berichten der
laatste dagen, en leven? als moraal der geschie
denis, biedt de tijd zijnen 'lezers een schets aan
van hel ontwikkelingsproces der liberale Rotter
dammers, in de laatste helft van de negentiende
eeuw.
Eerste of Hoogere-Burgerschool-periode. Zy
worden verlicht.
Tweede of liberale genootschappen-periode. Zy
worden ingelicht.
Derde of Nieutve Rotterdamsche Courant-pe-
riode. Zij worden voorgelicht.
Vierde of Pincoffs-periode. Zij worden opge
licht.
De Tijd voege hierbij, zegt de Asser Cour., het
ontwikkelings proces van de door de priesters te
München zoo hooggeachte Adèle Spitzeder en van
eenige aanzienlijke Belgen.
Wat aan het eene proces mocht ontbreken,
kan door het andere worden aangevuld.
Z M. heeft benoemd tol lid van het college
van regenten over de cellulaire gevangenis te
Sneek den heer S. van Braam leeraar aan het
gymnasium aldaar.
ADVERTENTIÊN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7'Z, Cents. Bij abonnement is de pry's be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den
Uitgever.
De te Amsterdam in staat van faillissement gestel
de coöperatieve winkelvereeniging »Ons voordeel”
heeft een tekort van negen en twintig duizend
gulden, een verlies, waardoor menige werkman
zal getroffen worden, die daarin aandeelen van
tien of vijf en twintig gulden had genomen.
In T Alg. Politieblad is gesignaleerd Lodewyk
Pincoffs, oud 52 jaren, geboren en laatst woon
achtig te Rotterdam, mede-directeur der Afrikaan»
sche Handelsvereeniging, lang 1,7 meter, aange
zicht rond en bol, kleur bleek, haar donker
grijzend, wenkbrauwen donker, baard grys, oogen
sluw uitriende, voorhoofd hoog, neus krom, mond
klein, kin rond, spraak langzaam lijmerig, bijzon
dere teekenen: eenigzins waggelenden gang, een
gevolg van vetheid, ook zichtbaar aan hals, nek
en handen; kleeding meestal donker.
Tegen hem is door den Hoogen Raad der Ne
derlanden rechtsingang verleend met bevel van
gevangenneming, ter zake van valschheid in ge
schriften van koophandel. De procureur-generaal
bij den Hoogen Raad verzoekt opsporing, aanhou
ding en bericht en deelt mede, dal de medebe-
klaagde Henri Polak Kerdijk reeds is aangehou
den.
De instructie in de strafzaak tegen L. Pincoffs
is Zaterdag voor den Hoogen Raad aangevangen.
Door de daartoe benoemden raadsheer commissaris
mr. Feith, bijgestaan door den subsl.-griffier mr.
baron Cbllol d’Escury, werd in het lokaal van
den Hoogen Raad de eerste zitting gehouden tot
het hooren van een viertal getuigen.
In de zitting van jl. Vrijdag is ingekomen
een missive van de ministers van waterstaat en
van financiën, houdende rnededeeling van de in
trekking der kanalenwet. De discussie over het
definitief oorlogsbudget is aangevangen. De heer
De Bieberstein zal legen, stemmen wegens het
hooge eindcyfer, met dat van marine circa 35
millioen. De heer De Casembroot vraagt naar
des ministers plannen omtrent de afschaffing der
plaatsvervanging en weltelijke legerorgani-alie
hy slaat overigens voor de oprichting van een
departement van nationale defensie, desnoods met
een civiel peisoon aan het hoofd.
De heer Van der Schrieck vroeg inlichtingen.
De heer Kerkwijk wees er op, dat vermindering
van het zakgeld niet strekte om het lot van den
soldaat te verbeteren, en kwam op tegen bet op
last des Konings bestraffen van een officier en
een schildwacht aan de hoofdwacht der residen
tie. De minister van oorlog zette uiteen de nood
zakelijkheid om de onafhankelijkheid des lands
te verdedigen, wat zeer goed mogelijk is zonder
onze financieele en persoueele krachten te boven
te gaanbij verklaart zich daarbij voorstander
van persoonlijken dienstplicht;.hij verbindt zich
niet tot weltelijke legerorganisatie. Zijn voorne
men is de geneeskundige opleiding by de wet te
regelen en den rang van off. van gez. 3e kl. op
te heffen. Vermeerdering van traclementen der
officieren staal hy voor. De zaak der hoofdwacht
jn de residentie was bij het optreden van den mi
nister afgeloopen. Geen officier heeft een klacht
ingediend De heer Heydenryck constateerde
dat de minister uitbreiding wil, dus den dood
steek gaf aan de anti militaristen, en bracht hulde
aan de kordaatheid om zich voor persoonlijken
dienstplicht te verklaren. De heer Van Houten
beriep zich daarentegen op hel feit, dat de mi-
t en geen hooger
budget noodig acht. Hij betreurt het, dat de
minister geeu legerorganisatie bij de wet wit
Hel debat is Maandag voortgezel.
De heer Koel bestieed de rneening van den
beer van Houten, dal het veldleger niet noodig
zou zijn. Het is onmisbaar tot handhaving der
neutraliteit en als waarborg voor de onaf
hankelijkheid van den Slaat. Grooter dan 1 per
cent der bevolking behoeft ’l echter niet te zyn.
De heer van der Hoeven zal tegen de begroe
ting stemmen, niet uil stelselmatige
want op positieve en negatieve gronden'acht hij
het aanblyven van dit Ministerie wenschelijk
maar omdat de Minister voorstaat den persoon
lijken dienstplicht. Spreker acht peisoonlijken
dienstplicht in strijd met den Nederlandschen
volksaard en in strijd mei de grondwet.
De heer van Eek spreekt over het gebeurde
met den kapilien van de Spiegel, wat hij in strijd
acht met de mili'aire wetgeving.
De beer van Wassenaar beveelt den Minister
krachtig aan vei betering van de kazernering en
van het lot van den soldaat.
De heer Viruly hoopt dat de Minister nog zal
terugkomen op zijne aanvankelijke rneening en
wel zal indienen eene wetlelijke legerorganisatie;
hy maakt van de toezeggingen van den Minister
zijne stem afhankelijk.
De heer Vader bestrydt den persoonlijken dienst
plicht.
De heer de Jonge is ingenomen met ’s Mi
nisters verklaring omtrent den persoonlijken dienst
plicht.
Heden voortzetting.
ken geldelyken grondslag, zegt de meerderheid
der Tweede Kamer, tot de regeering, maar tevens
tot het geheele land; en Rotterdam is daar, om
aan die les kracht by te zetten. Wei zeker,
men mag voor openbare werken leenen, men
De Kamp. Cour., die steeds krachtig protesteer
de tegen de schandelijke geldvennorserij ten be
hoeve van ons schromelijk hoog budget van
Oorlog een protest, dat ook meermalen van
onze zijde is opgegaan stelt ook thans, nu de
begroeiing van oorlog en de vestingbegrooting
van den tegenwoordigen minister den heer Beer
Portugael in behandeling is, de vraag:
Wat zal de Kamer doen De begroetingen
goedkeuren, zooals zij zijn voorgedragen? Den
nieuwen minister van oorlog toestaan wal hij
vraagt?
Wij achten dit, zegt het blad, vooral met het
oog op het gevallen votum over de kanalenwet,
eene onmogelijkheid. Dezelfde Kamer, die, hoofd
zakelijk uil bezorgdheid voor de finantiën gelden
weigerde om nuttige wei ken tot stand te bren
gen, zal niet dadelijk daarop schatten geld wer
pen in dit bodemlooze vat, dat men ’s lands
defensie noemt. Dit zou inderdaad de Kamer in
de publieke schatting doen dalen. Als de nood
zóó hoog is geklommen, dat men zich zelfs ont
houden moet van uitgaven, die in hooge mate
productief zijn, dan vooral niet langer geduld,
dat de militaire uitgaven op haar tegenwoordig
hoog cijfer worden gehandhaafd.
De depai tementen van oorlog en marine ver
slinden niet minder dan nagenoeg 35 millioen
in één jaar. Dat gaat de financieele krachten
des lands ver te boven. 35 millioen toe te staan
voor zulke uitgaven, terwijl aan de bevolking
nieuwe lasten moeten worden opgelegd, zou on
verantwoordelijk en onvergeefelyk zijn.
De Kamer mag dat niet doen. Zij zou eene
groote ontevredenheid in het land wekken.
Wij zijn gelukkig de periode voorbij, dat men
uit angst voor hel naderen van oorlogsgevaren
toestond al wat de militaire ministers goedvonden
te vragen. Er is geen wolkje aan de lucht. De
groole mogendheden hebben voor eene lange
reeks van jaren genoeg van het oorlogvoeren.
De noodlottige terugwerking van den oorlog op
de economische toestanden der volken is zóó open-
-baar, dat de.regeeringen wel naar rust en vre
de verlangen móeten.
Wat staal de Kamer in deze omstandigheden,
en met het oog op den weinigen tijd dien zij aan
het oorlogsbudget kan wijden, te doen?
Eene principieele beslissing is op dit oogen-
blik niet mogelijk. Men weet ook buitendien
niet genoeg van de plannen en inzichten des
mihisters. Het is daarom wenschelijk, de be-
gröoting terug te brengen tot het karakter van
eene credislwet, dat wil zeggen daaruit al het
nieuwe te verwijderen, en eene grondige gedachten -
wisseling over het militaire vraagstuk in ver
band met ’s lands geldmiddelen te verdagen tot
het najaar.
De minister kan dan inmiddels zijn program
ma nader uitwerken en de Kamer, vollediger dan
nu geschied is, inlichten.
Aan beschouwingen omtrent de stemming over
art. 1 der kanalenwet blijft het in de pers
niet ontbreken. De meerderheid der bladen is
van oordeel, dat de minister Tak van Poortvliet,
wijl de hoofdinhoud der voordracht aangenomen
is, geen motief heeft om af te treden. Naar aanlei
ding van T beweren, dat het geheele ministerie
door ’t votum getroffen is, schrijft o a. 't Rott.
Nbl. 't volgende: »Men zegt, dal het ministerie
zijn ontslag zal aanbieden. Wanneer dit gebeurt,
dan moet er toch zeker een andere reden bijko
men. Het gold hier geen wel van beginselen
en niemand zou er het ministerie lastig om val
len, wanneer het bleef. Het kon dan bij de
staatsbegrooting van 1880 terugkomen op de wa
terwegen van Meppel naar de Zuiderzee en van
Amsterdam naar Rotterdam en op de kanalen in
Drenthe en Overijssel, tegen de verbetering waar
van de meerderheid der Kamer geen bezwaar
had. 'Trad het ministerie nu af, dan zou de groote
vraag zijn wie het moest vervangen. Niemand
is op 'l oogenblik tot hel vormen van een nieuw
kabinet aangewezen het zou dus alleen kunnen
leiden tot verwarring en stilstand.”
Hel Utr. Dbl. wijst er met ingenomenheid op,
dat elk voorwendsel, alsof naijver op Amsterdam
den doorslag, gegeven heeft bij de stemming, is
weggenomen. De Kamer heeft getoond/ door'
zelfs het dure kanaal door de Geldersche Vallei
aan te nemen, dat zij wel met de regeering wil
medewerken tot den aanleg van openbare wer
ken, waarvan verlevendiging van handel en ver
keer wordt verwacht, maar zij heeft, art. 1 ver
werpende, getoond, dat zij de wijze, waarop de
regeering hare plannen heeft willen doordrijven,
afkeurt Zij veroordeelde voorts de lichtvaardig
heid, waarmede de geldelijke zyde der zaak is
behandeld.
»Uit dat laatste oogpunt, schryft het blad, is
inzonderheid in deze dagen de beslissing merk
waardig, en bevat zy een les voor de burgerij
en den handel, een les, waarop de gebeurtenis
sen der laatste dagen de morale en action geven.
Geen groole werken, geen grootsche plannen
geen schoone ondernemingen, zonder deugdelij-
U I T DE
oppositie 1 mag, in tijden van geldelijke ongelegenheid zelfs,
i.-- - iom ’8 jands wel
vaart te versterken en de draagkracht der inge
zetenen te verhoogen. Dat is al te maal waar.
Doch onder één voorwaarde dat men geen ver
plichtingen op zich neine, zonder te weten of
men er aan voldoen kan.”
Het N. v. d. D spoort Amsterdam aan tot
een krachtige manifestatie om zeer duidelijk getui
genis af te leggen van den ernstigen wil der
hoofdstad om liet kanaal door de Geldersche Val
lei tot stand te zien brengen.