NIEUWS- EN ADVERTEJHE-BIAD VOOR DE
GEMEENTE EN MET ARRONDISSEMENT SNEEK,
I
No. 81.
1879.
VIE R-E N-D ERTIGSTE .1
A R G A N G
WOENSDAG
8 OCTOBER.
klacht- of aanklacht
n.
N
len.
0
f
I
f
irik
11 us
wo-
ri
SNEEK
,81
d.
U 1 T DE PERS.
i
I
I
I
le
ike
I
n
r
an
65
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post 25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco
in te zenden.
ir-
te
oy
Oct.
b z.
n
?pt.
Jo-
dijk
llje
Irik
ske
ga.
Zis-
en
dv.
n:
:as
op
onzen
l (H1LU T.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Maandag 6 October.
De heet Aeuoheeiu» i» in de zitting »ru heden
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regel», gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7’Z, Cents. By abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den
Uitgever.
In de jongste-aflevering van de Vragen des
Tijds wijdt mr. J. D. Veegens een beschouwing
aan den staatkundigen toestand van het ©ogen
blik. De titel «Een Grafschrift” duidt aan, zegt
de Zw. Ct., dat het in de eerste plaats een woord
is, dat het ministerie Kappeyne geldt.
In vorige artikelen, aan hel nu afgetreden li
berale kabinet gewijd, heeft mr Veegens duidelijk
doen uitkomen, dat hij met de wijze, waarop het
meende de liberale politiek te moeten drijven
niet instemde. Heihaaldehjk trok hij er tegen
te velde. Thans betoogt hij, dat de val van het
ministerie, de fouten, waaraan het bezwijken moest,
zoo helder mogelijk in het licht heeft gesteld.
Het gedeelte van het artikel,’l welk betrekking
heeft op de geschiedenis van de crisis, kan ach
terwege gelaten worden, wijl de heer Veegens
geen nieuwe bijzonderheden te berde brengt en
de uitvoerige stukken en mededeelingsn daarom
trent nog versch in het geheugen liggen. Van
meer direct belang is het aanwijzen der fouten,
waarin z. i. de val van het kabinet te wijten is.
De opvatting, die Kappeyne van een parlementai
re regeering heeft, berust op een wanbegrip. Hij
acht het, volgens mr. V., blijkbaar niet noodza
kelijk, dat de volksvertegenwoordiging een zelf
standig oordeelend lichaam zij, waarvan de leden
de voorstellen der regeeiing toetsen aan de be
ginselen van staatsbeleid, die door hen en door
hun kiezers worden voorgestaan Het bestuur
van hel land door het land, dat uit overeenstem
ming van beginselen tusschen een onafhankelijke
vertegenwoordiging en de regeering voortvloeit,
is voor hem een overtollige weelde. Zijn de mi
nisters en de afgevaardigden toevallig homogeen,
des te beter; maar ook zonder de gelukkige om
standigheid gelooft de heer Kappeyne een consti
tutioneel gouvernement in het leven te kunnen
houden. Wanneer iets meer dan de helft van
de afgevaardigden zich slechts wil verbinden om
te zamen een partij te vormen en een ministerie
uit die partij te ondersteunen, dan acht Kappeyne
de voor waai den voor een parlementaire regeering
aanwezig, al beslaat ook onder de leden der partij
schier over geen enkel hoofdpunt van regeerings
beleid eensgezindheid. Een regeering naar de
t om de weinige za
ken lot stand te brengen, waarover de heteroge-
'ne verbondenen het onderling eens kunnen wor
den, en de talrijke maatregelen achterwege le
laten, die in het tweedrachtig gezelschap geen al-
gemeene instemming kunnen vinden.
De loop, dien de crisis genomen heeft, leidt er
den heer Veegens nog toe om te wijzen op de
wonderlijke verhouding, die tusschen de Kroon
en haar dienaren bleek te bestaan. Er zijn mi
nisters, die geheel op eigen gelegenheid den Ko
ning plannen voorstellen er is een ministerraad,
die over de voordrachten van zijn eigen leden
van den Vorst schriftelijke mededeeling ontvangt -- behouden
en daarover beraadslaagt in afwezigheid van die ren tijd
Heeft de harde noodzakelijkheid ons alzoo
Voortdurend gedwongen zelf de hacd aan de ploeg
te slaan en ons geleerd zooveel mogeljjk het
«selfhelp" iu toepassing te brengen, dit neemt
volstrekt niet weg, dat het voor de noordelijke
provinciën, die steeds behoorlijk hun »schot
en lot** aan de vaderlandsche schatkist hebben
moeten opbrengen alles behalve aangenaam
is, zich in vele opzichten zoowat als stiefkinderen
behandeld te weten. Waar men hier behoorlijk
bijdroeg in de algemeens lasten, daar, zóó
dom is de «Friesche boet” nog niet, of dót be
grypt hij heel goed daar meende men hier
ook recht te hebben op een gedeelte der lusten,
die ook door anderen werden genoten. En nu
meende men by herhaling op te merken, dat,
waar het op verdeeling van lusten en lasten
aankwam, de noordelijke provinciën in de lasten
nog al vrygevig bedacht, maar bij de toekenning
der lusten meestal wel wat erg stiefmoederlijk
bedeeld werden tegenover andere provinciën van
ons vaderland, die, met minder energie en
minder zucht tot aselfhelp” zich vaak méér
mochten verheugen in den steun van Rijkswege,
in de tegemoetkoming der Nederlandsche schat
kist bij het tot stand brengen van werken van
algemeen nut, welke, zonder dien steun, niet tot
stand konden komen.
Zoo is het o.a. voor ons, Friezen, en met
name voor de talryke bewoners van den produc-
tieven Zuidwesthoek onzer provincie - een voort
durende grief, dat we, niettegenstaande de ener
gieke pogingen, bij herhaling aangewend, om
ook in dit opzicht ons-zelf le helpen, toch nog
altijd verstoken zijn gebleven van het versnelde
vervoermiddel, dat dit welvarend gedeelte onzer
provincie uit xyn tegenwoordige!! staat van isele
ment zou kunnen opbeuren. Levert als zoodanig
aan den eenen kant de geschiedenis van de
spoorwegcomité's Wouda en Hloem de welspre-
kenste bewyzen van de onvermoeide krachtsin
spanning en de bereidvaardige offerzucht, die men
zich hier wel beeft willen gelroostea om dit wel
varend gedeelte onzer provincie het spoorweg
verkeer te doen deelachlig worden, - aan den
anderen kant levert het tevens eene treurige
bydrage van de weinige medewerking en steun,
die men in dat opzicht van regeeringswege mocht
ondervinden; van de' onverschilligheid, waarmeé
mon onze voortdurende worsteling heeff aange
zien om door >self-belp” tot dit zoo algemeen
gewenschie doel te geraken.
Eindelijk echter, na jarenlang worstelen en
stryden, na allerlei bittere teleurstellingen en
nadat gebleken was, dat door het particulier ini
tiatief alléén de zaak niet tot stand te brengen
was meenden we ons ten slotte toch in het
vooruitzicht le mogen verheugen in eene spoedige
opheffing uit den staat van ivoloqaent, waarin we
voortdurend bleveu vetkeeren en meenden we
eene spoedige aansluiting van het wereldverkeer
mot volle vertrouwen tegemoet te mogen zien.
beöed'gd en heeft zitting genomen. Ingekomen zijn de
door de regeering loegezegde stukken betreffende den
loop der jongste miuisterieele crisis. Ze zijn ter inzage
van de leden onder geheimhouding ter griff,e neergelegd
Ingekomen is een wetsontwerp tut wijziging en aan
valling der Indische comptabiliteitswet betrekkelijk de
algemeene rekenkamer van Indie. Verder is ingekomen
-eeu vborstel van den heer Van Kerkwijk tot wijziging
vm art. 59 der gemeentewet.
De voorsteller wil de burgemeesters laten beöoemen
door den Koning op een aanbeveling vau drie personen
door den gemeenteraad, door tusscheokomst vau den
commissaris des kontngs in te dienen.
Ook wil hij de zesjarige herbenoeming laten vervallen.
Morgen te 11 uur discussie over het rapport tot on
derzoek der geloofsbrieven vau den heer Du Tour.
(Zie telegram)
Bij de spoor weg wet toch van 1875, werd mede
aangenomen den aanleg van een spoorweg van
Stavoren langs liindeloopen en Sneek naar
Leeuwarden.
Op de hoop van eene spoedige tot stand koming
van bedoelden spoorweg, is - gelijk men weet
echter weer teleurstelling op teleurstelling, ver
traging op vertraging gevolgd, totdat den 24
Juni van dit jaar eindelijk dc onteigeningswet
voor den spoorweg Stavoren—Sneek—Leeuwarden
werd aangenomen.
Nu meende men hier gerust te mogen ver
wachten, dat, na al die bittere teleurstellingen en
noodelooze vertragingen, de uitvoering dier wet
althans niet meer op zich zou laten wachten en dat
daarna oW dadelijk met de werkzaamheden zou
worden aangevangen, opdat de langverwachte spoor
weg toch nog in den kortst mogelijken tijd gereed
zou kunnen zijn.
Zij, die zoo dachten, hebben zich blijkbaar met
eene illusie gevleid zij hebben er zeker niet aan
gedacht, dat de schade, die elke dag van verdere
vertraging in de uitvoering der wet veroorzaakte
hoofdzakelijk slechts behoefde gedragen te
worden door een aanzienlijk deel van een der
meest welvarende en productieve gedeelten van
de provincie Friesland Zj hebben er
niet op gerekend, dat men zich hier in *t noorden
gewoonlijk tevreden moet stellen met de kruimels,
die er vallen van de tafel des rijken, als een
ander eerst behoorlijk verzadigd is 1 Zij hebben
mazr wij zullen op die wijze niet voort
gaan, teneinde niet al te bitter te worden. Want,
waarlijk, *t valt moeilijk telkens de biltere pil der
teleurstelling le moeten slikken, zonder zelf bitter
te worden.
Er zijn dan nu toch reeds weer ruim drie
maanden voorbijgegaan, sedert de onteigeningswet
ten behoeve van den spoorweg StavorenSneek—
Leeuwarden werd aangenomen, en nog altijd
vraagt men elkasir hier af: wanneer er dan nu
toch eindelijk eens uitvoering zal worden gegeven
aan die wet Dat er tot nu toe ook maar een
enkelen stap in die richting werd gedaan, daarvan
bemerkt men hier niets en men tast even
zeer in den blinde, als men vraagt naar de oor
zaak van deze nieuwe en schijnbaar althans
noodelooze vertraging.
De voorbereidende werkzaamheden, zegt men,
zjjn reeds sedert geruimen tijd afgeloopen. Op
de Slaatsbegrooting van het loopende jaar zijn
5 ton voor den spoorweg uitgetrokken, waarvan,
voor zoover ons bekend, nog niets is verwerkt.
Van waar dan toch zoo vraagt men terecht
die nieuwe vertraging in de uitvoering Waarom inzichten van Kappeyne strekt
althans niet begonnen met het onteigenings-werk? ,'u ,o
Op deze en dergelijke voor de hand liggende
vragen zoekt men het antwoord te vergeefs.
Is het ie verwonderen, dat velen zich hier
spottenden en wreveligen toon uitlaten over
spoorweg in spe
ledener is een Koning met een eigen kabinet,
geheel afgescheiden van zijn natuurlijke en con-
sthutioneele raadslieden. De vraag rijst hoe deze
drieledige splitsing van een gezag, dat één en
ondeelbaar behoort te zijn, ooit goed kan werken.
Een en ander is voor een deel het gevolg van
de fout door den heer Kappeyne begaan, nl. de
wederbenoeming van e?n directeur van het ka*
binet des Konings, terwijl juist de eerste minister
de aangewezen persoon is voor dat beheer.
Alles wat er geschied is, doet ten duidelijkste
uitkomen, dat het ministerie zwak, zeer zwak was,
even zwak als de betrekkelijk groote parlemen
taire meerderheid, waaruit tiet was voortgekomen
en waarop het steunde, een en ander een nood
zakelijk gevolg van hel feil, dat een hechten grond
slag ontbreekt. Deze ministers en deze afgevaar
digden toch vertegenwoordigen slecht* de fictie,
dat de belangen van ruim honderdduizend kiezers
overeenstemmen met die van het volk. Zij wed
ijveren in zwakheid, omdat zij gelijkelijk gevoelen,
dat hun gezag op een zandgrond gebouwd is.
De heer Veegens bespreekt daarop Je grond
wetsherziening en juicht 'hél in den hr. Kappeyne
toe, dat hij althans hieraan den stoot beeft gege
ven, ofschoon het volstrekt niet te betreuren is,
dat hem niet gegeven is aan deze taak te werken.
De staatslieden, die de hervorming van onze in
stellingen tol het doelwit van hun streven maken,
moeten doordrongen zijn van den ernst hunner
keuze, en men mag eischen, dal de noodzakehjke
hernieuwing, welke zij beoogen, meer zal zyn dan
een zet op het schaakbord op een oogenblik, dat
de tegenpartij bet volste recht had de poging als
een daad van wanhoop te beschouwen.
Toch is er in het aftreden van den heer Kap
peyne iets, dat de beneden het vriespunt gedaalde
sympathie voer dezen staatsman weder eeuige gra
den vermag te verhoogen. Hij had in *s Konings
weigering om hem ontslag te verleenen kunnen
berusten en, in den geest der schoolwel-meerder-
heid, blijven administreeren Niets zou hem ver
hinderd hebben om le doen, wat het behoud «li
beraal regeeren” noemt, gelijk 'tjHbl. het uitdruk-
te »de bestaande wetten in liberalen geest hand
haven, bij benoemingen en besluiten zorgen voor
de toepassing der wezenlijke vrijzinnige beginselen,
met één woord, liberaal regeeren Niels heeft
zooveel bijgedragen om de vrijzinnige denkbeel
den bij de natie te discrediteeren dan deze poli
tiek van werkeloosheid op wetgevend gebied
waar zoo oneindig veel te organiseeren en te her
vormen valt; van krachtsbetoon tegenover een
of ander plattelar.dsgemeenteraad, die in eenig
opzicht in strijd met de liberale opvatting van
een of andere wet heeft gehandeldvan stelsel*
matige benoeming van burgemeesters, notarissen,
rechters en andere ambtenaren met liberale re
lation. Het strekt Kappeyne tot eer, dat hy het
versmaad heeft óp deze wijze liberaal te blyven
regeeren. Wat men hem ook moge verwijten,
men dankt aan hem dat de herziening der grond
wet in Nederland aan de orde is en aan de orde
blijft. De eerste stoot is gegeven en de toekomst
zal de wenschen der hervormingsgezinden be
vredigen.
Dal de poging van de hh. Van de Putte en
Gremers, om een nieuw liberaal ministerie samen
te stellen, op de verdeeldheid der liberale party
afstuitte, behoeft geen verwondering te baren. Het
woord grondwetsherziening toch is de tooverfor-
mule geweest, die het kunstig gelegd partijver
band heeft verbroken. Het ministerie, toen door
den heer Van Lynden samengebracht, is onge
veer het beste, dal in de gegeven omstandighe
den denkbaar is. Het is een conservatief miniate-
rie in den goeden zin van het woord, hetwelk de
reeds verkregen instellingen van den nieuwe-
en te ontwikkelen.