GEMEENTE BN HI T ARRONDISSEMENT SNEER,
NIEUWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE
L
1879.
Ko. 94.
22 NOVEMBER.
ZATERDAG
lerschc toestanden»
o
0
0
9'4
ii.
1
SKEEKEIt COIRAVE
aan
UIT DE PERS.
M.
1
Zooals men weet, was de Minister Kappeyne
van
In de Ned Kunstbode bespreek! dr. Jan ten
re
rs
de
en
;n
»n
d.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post 25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco
in te zenden.
10
10
s
I
Natuuilyk hebben vele Engelsche staatslieden,
die bet ook met lei land goed meenden, reeds
voorlang pogingen aangewend, om verbetering in
i van een
zijner tabaksfabriek, in het pand aan het
nl
e
n
a.
9
a
3)
o
ós
De nieuwe schoolwel wordt verschoven lot
Januari 1881.
voornemens de wel op 1 Januari 1880 in werking
I te doen treden, en had hij met het oog daarop
Idem van den Hoofdelijken Omslag in deze
Zooals men weet, zijn thans de stukken
aan de Hiaten Generaal medegedeeld, doch on
der geheimhouding, en zoo volledig of onvolle-
ming der Land-act. Daarin wordt bepaald, dat j
de pachters hun pacht geheel of gedeeltelijk aan
een post op de begrooting gebracht. De tegen
woordige Minister, die bij zijn optreden de ont-
werpbjgrooting gereed vond, schrapte dien post,
en stelt nu het tijdstip voor hel in werking tre
den van de wet op een jaar later. En zelfs geefi
VERGADERING
van den Gemeenteraad van Sneek,
Zaterdag 22 Nov. 1879, ’s namiddags 6 uur
Punten ter behandeling
1. Resumtie der notulen.
2. Mededeelingen van goedgekeuido raadsbe
sluiten, ingekomen stukken, enz.
3. Adres van J. J. Rooda, verzoekende wij
ziging van het uur van vertrek der wagendienst
op Leeuwarden van S. Bokina.
4. Vaststelling van het suppletoir kohier der
belasting op de honden, dienst 1879.
5. Motie van den heer H. Joustra, nopens de
toegeslaue Rtjkssubsidie voor het Gymnasium.
6. Voorstel lot het verleenen eener erkenning
aan den heer B. Selhorst, wegens de waarneming
van hel Directeurschap der H B. School.
7. Heffing en invordering van een recht voor j
Huwelijksvoltrekking op buitengewone dagen en i
uren.
8
Gemeente.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
Sneek
Gelet op art. 8 der Wet van 2 Juni 1875
(Staatsblad no. 95) tol regeling van hel toezicht
by het oprichlen van inrichtingen, welke gevaar,
ben, a>s zij een plaats verlaten, op veigoeding
voor hetgeen zij daaraan ter verbetering hebben
tuegebrachtmaar vooral, en het was Bright
die deze clausule in de wet bracht, wilde men
daardoor de Ieren gemakkeltjker in de gelegen -
heid stellen om zelf grondeigendom Ie verknjgen;
de hooge overgangsrechten werden belangrijk
verminderd en men wilde het stelsel invoeren,
dat de pachter eigenaar van zijn hoeve worden
kon door betaling in termijnen cr werden zelfs
fondsen aangewezen, waaruit de regeering hun
daartoe een voorschot doen kon. Maar deze wet
heeft niet zooveel uitgewerkt als men er zich van
voorstelde. Eenerzijds zijn de landheeren, door
zich op vorige wetten en verkregen rechten te
beroepen, er dikwijls in geslaagd haar geheel,
illusoir te maken men haalt voorbeelden aan
van eenige pachters, die zich onderling vereenigd
hadden om hun hoeven te koope.i en in 22 jaar
af te betalen alles was afgesproken, de landheer
had loegestemd, de daartoe geroepen autoriteiten
de zaak goedgekeurd eo ziel, de eigenaar van
het aangrenzende goed wist bij de rechtbank een
oud recht te doen gelden, dat hem loekwam,
namelijk dat hij de voorkeur had, als zijn buur
man zijn land verkocht, om het over te nemen
tegen taxatie en den prijs daarvan in 37 jiar-
lijksche termijnen af te doen. Maar anderzijds
zijn buitenlandsche speculanten dikwijls de eei ige
geweest, die met de bepalingen der Land act
hun voordeel wisten te doen.
Thans is men weder sterk op andere maatre
gelen bedacht, allen van meer of minder ingrtj-
penden aard. Een verbond der pachters om
strike te maken en eenvoudig geen pacht te be
talen, zonder echter de hoeven te verlaten, is
hier en daar reeds gesloten, doch zal door de
regeering natuurlijk niet geduld worden. Wat
zij echter wèl zal kunnen of willen doen, om bij
het stijgen der prijzen van brandstof ea levens
behoeften en den dreigenden hongersnood, de
gemoederen in leiland te bevredigen en er de
rust te handhaven, is ons nog niet recht duide
lijk. (Zie telegram)
wenscht te leiden
dat de wet op dat tijdstip zal kunnen in wer
king treden
Wij zijn zeer belangstellend, zegt de Kamp.
Crl., wat de Vertegenwoordiging hiervan zeggen
zal.
Voor ons is het vrij duidelijk, dat in het uit
stellen van de schoolwet een middel wordt gezocht
om het leven van het Ministerie Van Lynden te
verlengen. Waarom anders, als Kappeyne met
1 Januari 1880 kon gereed zijn, neemt zijn op
volger een vol jaar langer tijd? - Zelfs deelt de
minister Six in zijn memorie van antwoord mede,
dat hij bij zijn optreden nagenoeg alles gereed
vond hij kan zich dus niet achter het voorwend
sel verschuilen, dat zijn voorganger hem nog
veel te doen heeft overgelaten.
Er is echter nog iets. De Minister deelt mede
dal «in den loop van dit zittingjaar” eene «voor
ziening” aan het oordeel der wetgevende macht
zal worden onderworpen, hoe de kosten der
uitvoering van de nieuwe schoolwet te vinden.
De regeering schijnt dus het stelsel van de be
strijders der wet te zijn toegedaan, dat het in
werkingtreden der wel afhankelijk moet worden
gesteld van eene afzonderlijke fiuancieele voor
dracht. Teiwijl tot dusver de kosten voor het
onderwys eenvoudig op het budget werden ge
bracht, zal van dezen regel thans, ten believe
van hen die de wet niet willen en da irom be
lemmeringen in den weg willen leggen, wordeu
afgeweken.
Zou de liberale meerderheid der Tweede Kamer
helder genoeg uit de oogen zien, om te ontwa
ren, welken weg men onder allerlei fraaie ver
klaringen op wil
dat beden aan Jacob Fortuin vergunning is j hij daaromtrent geen zekerheid neen, hij zegt
i verleend tot het oprichlen van een eest, ten be- slechts, dal hij het daarheen 1
anderen mogen overdoen ook dal zij recht heb- i hoeve zijner tabaksfabriek, in het pand aan het
1 Kleinzand wijk 10 no. 1067, kadaster Sectie B
no. 2579.
Sneek den 19 November 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J van DRIESSEN.
De Secretaris
W van WANING Jr.
Bij het stelsel van zeer uitgestrekte eigendommen
in één hand, heeft men in Ierland een stelsel van
bebouwing in zeer kleine gedeelten. De eigenaar
woont meestal niet in leiland zelf, maar laat het
bestuur van zijn goed over aan rentmeesters, die
dus van zelf ook zeer gewichtige personen zijn
hoewel zij in hoofdzaak slechts te zorgen hebben,
dat de landheer op zyn lijd de pacht ontvangt
Daar de lereu arm zijn en het kapitaal onlbreekt
om op groote schaal te werken, is het aantal der
pachters zeer groot en de uitgestrektheid van
elke hoeve zeer klein. De landbouw kan er dus
ónmogelijk bijzonder bloeien Het klimaat is
zeer geschikt voor grasgewassen, en de zucht om
zoo weinig mogelyk met pachters en werkvolk
te doen te hebben, hebben tengevolge, dal veel
bouwgrond in weiland veranderd wordt en de
veefokkerij er toeneemt, hetgeen de opbrengst in
graan en aardappelen natuurlijk vermindert. Als
de oogst dus vier jaar achter elkander beneden
het middelmatige blijft, zooals thar.s, en nu daar
nog bijkomt, dat de aanvoer uil Rusland en
Amerika verhindert dat men in hoogere prijzen
vergoeding vindt voor de mindere opbrengst,
wordt de toestand van den landbouwenden stand
zier hachelyk Als de tegenspoed nog grooter
is en een ramp wordt, zooals in 1847 bij de
groote aardappelziekte, volgt er hongersnood in
het genoemde jaar s ierven er, ondanks al wat
de liefdadigheid vermocht, ruim 290,000 Ieren
aan honger of de gevolgen daarvan.
Deze weing schitterende toestand van den land
bouw in leiland maakt bet dan ook duidelijk hoe
de pachters steeds zooveel moeite hebben oin de
pacht op te brengen, vooral daar de eigenaars
na een paar voorspoedige jaren die wel verhoo-
gen, maar zeiden oi nooit in het tegenoverge
stelde geval iets van veilaging willen w«ten.
Liever dan daaiin toe te stemmen geeft men den
pachter crediet, in de hoop dal hij, als de oogst
beter uit valt, alles weder zal aanzuiveren. Zoo
zyn er voorbeelden van, dat er in tien of meer
jat en geen pacht betaald is, en als de landheer
ol zijn rentmeester ten slutle op afrekening aan
dringt, vraagt hij iels onim gelyks. Als dan alle
middelen van overreding of dwang uitgeput zijn;
als de deurwaarder er menig en menig koer ge
wet st is; als het vee in beslag genomen en
vei kocht is en er niets meer te halen valt, blylt
er slechts een zaak te doen over de pachter
wordt met zijn gezin van de plaats afgezel met
behulp van Jeu sTërkei» ai m ran het gezag. Maar
op deze plaats heeft hij bijna alles zelf gedaan
by heeft de sloten gegiaveu en de heggen ge
poot, de schuren gebouwd en voor de gebouwen:
gezorgdhy heeft die plaats als zijn eigendom
ondeihouden, verbeterd en zelfs beschouwd
In zulke gevallen gebeurt hel dan ook maar al
te dikwijls, dat de pachter die zyn huur niet
beialen kan, een geweer neemt en den landheer
of ziju agent een kogel naar het hoofd zendt.
In 1847 wist men bij de algemeene ellende er
niets beters op, dan dat men de ongelukkigeu
naar Amerika zond Eerst had men bel met
aanleggen van openbare werken beproefd, wegen
gemaakt enz Toon dat onvoldoende bleek, be
taalde de staal den overtocht van wie maar het
land uil wilde gaan, en verscheidene honderddui
zenden maakten er gebruik van een ware
uittocht uit Egypte I
Het Vad. heeft met groot genoegen kennis
genomen van het finantiéel program dezer re
geering. Hel blijkt nu, dat het de regeering
ernst is 1° om verslet king der middelen uitslui
tend te zoeken in uitbreiding der directe belas
tingen, en 2° om geen voorstellen te doen lot
het scheppen van nieuwe inkomsten zi nder levens
ons belastingstelsel van de meest in het oog loo-
pende gebreken te zuiveren. Met andere woor
den, het ministerie wil op financieel gebied thans
verwezenlijken wat reeds jaren lang het program
ma der hervormingsgezinde liberalen heeft uit
gemaakt, maar door geen der opvolgende kabi
netten nog lol uitvoering gebracht kon worden.
Van harte wenscht het blad den minister van
financiën kracht en moed toe..quo tot den einde
te volharden. De flinke wijze, waarop hij zonder
terughouding meedeeltwal men van hem te
wachten en le vreezen heelt, is wel geschikt om
hel vei trouwen in zijn beleid le verslet ken. Moge
ook de intrekking van de effeclenbelasting eerst
den indruk gegeven hebben, dat deze regeering
van ingrijpende maatregelen, waardoor in de eer
ste plaats de meergegoeden worden getroffen,
afkeerig was de thans verschenen memorie
van antwoord bewijst het tegendeel. Indien het
den minister Visseiing mag gelukken zijn aange-
kondigde belastingvoorstellen ook in het Staatsblad
te zien verschijnen, dan zal men wel niel in
naam, maar dan toch feilelijk een algemeene in
komstenbelasting krijgen, waai de verschillende
inkomsten zullen dan alle in billijke verhouding
en direct worden getroffen.
De overige verklaringen heeft het liberale or
gaan mede met voldoening gehoerd. Het minst
echter is het ingenemen met de houding der
regeering in zake het kiesrecht.
Een hoogst belangrijk geschrift is verschenen
van de hand van den oud-minister Den Beer
Poortugael»De noodzakelijkheid lot grondwets
herziening voor de defensie Belangrijk vooral
om hetgeen in de inleiding wordt medegedeeld.
Met groote warmte komt de oud minister op
tegen het verwijt, den heer Kappeyne lichtvaar
dig van vele kanten toegevoegd, dat zijn voor
stel tut grondwetsherziening niet ernstig gemeend
was, te elfder ure verzonnen, een kunstgreep om
met eere uit het gedrang le komen.
Tegenover dit uit de lucht gegrepen verwijl,
èn door de anti-liberale pers èn door de vijan
den van Kappeyne, (zooals de Arnhemsche Cou
rant) ijverig geëxploiteerd, stelt de heer Den
Beer Poortugael feiten, feiten «die aauloonen, dat
eene wijziging der grondwet reeds lang over
dacht en besloten was.”
«Voor uiy zeiven (schrijft hij) is het overtui
gend gebleken en staat het vast, dal het begin
sel van die herziening, reeds vóór de Kabinets
formatie opgevat, by de formatie heeft voorgeze
ten, tijdens de ziekte van den heer De Roo van
Aide, wereld is vastgehouden en bij het opnemen
van een nieuwen Minister van Oorlog in het Ka
biuet zóó weinig is losgelaten, dat in twee con
ferenties met dezen, eeisl in die van 17 Januari
en later in die van den 25slen d a. v., over die
grondwetsherziening is gehandeld.”
Ten allen overvloede bèroept zich de schrijver
op de generrals Van der Star en Booms, aan wie
hij de memorie heeft laten lezen, door hem na
hel eerste onderhoud inel Kappeyne opgesteld en
waaruit blijkt, dat bij de ondei handeling grond
wetsherziening op den voorgrond stond.
Wij verheugen ons, zegt de Kamp. Ct., dat
dit geschrift het licht heeft gezien. Kappeyne
zelf voelt zich blijkbaar te diep gekrenktcm
zelf de aantijgingen le weerleggen, die men zich
ten zijnen aanzien heeft veroorloofd. Hij heeft
I gewenscht, dat de stukken, op de crisis betrek
king hebbende, zouden worden openbaar gemaakt,
blykbaar omdat die stukken zijne rechtvaardiging
bevatten. Doch de Koning heeft die openbaar
making niel gewild. Kappeyne is afgetreden
en heelt gezwegen, aan den lyd zijne rechtvaar
diging overlatende. Wat hij niet l^eft willen
dueri, doet thans de beer Pooitugael, wien daar
voor de hulde toekomt van elk eerlijk gemoed.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 7, Cents. Bij abonnement is de prijs be-
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent le vernemen by den
Uitgever.
Gladstone in 187f van het parlement de aanne-
doen te welea
gen dienstig heeft geoordeeld..
eenzijdigheid van de regeering in de keus van