SElEffl El HET ARP OiVDISSEMElVT SAEEK. NIEUWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE I Oiiflerwijs on ODvoeflino ra Muisjos. 1 II 1880. No. 5. V IJ F-E N-D ERTIGSTE JjkAR.GA.NG. 17 JANUARI. ZATERDAG I I* KIESRECHT. ld I l. ADVERTENTIËN I Uitgaande van no. 7, Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ4.franco per post 25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco in te zenden. de in middel h ll De Voorzitter van den Gemeenteraad van Snoek noodigtter voldoening aan art. 7 der Wet tot regeling van het Kiesrecht enz. van den 4 Juli 1850 (Staatsblad na. 37), de inwoners dezer gemeente uit, om, zoo zij elders in de Directe Belastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór den 15en Februari e. k., hetzij door de aanslag biljetten, hetzij door andere daartoe betrekkelijke bescheiden te doen blijken Sneek, den 13 Januari 1880. De Voorzitter voornoemd J. van DRIESSEN. Wethouders voornoemdt J. van DRIESSEN. De Secretaris W. van WANING Jr. I. te bekwamen voor de een of andere betrekking, die zij later zoo noodig in de maatschappij zullen kunnen bekleeden. En ook al blijkt die noodzakelijkheid later niet, ook dan nog zullen de zegeningen van het onderwijs en de opvoeding, door haar genoten, niet uitblijven, maar rijke vruchten dragen in de eerste plaats in engeren kring, voor eigen huis gezin en eigen kroost. Eene degelijk ontwikkelde moeder, naar hoofd en hart beide is ech ter niet alleen een zegen voor haar eigene om geving zij werkt tevens weldadig op anderen. De meerdere of mindere verstandelijke en zedelijke ontwikkeling van een toekomstig geslacht, berust immers voor een groot deel bij de moeders. Ook dddrom vooral noemen wij 't een zegen, dat thans, in zooveel ruimeren kring en zooveel beter dan vroeger, voor de meisjes de gelegenheid geopend is, zich door degelijk onderwijs, intellectueel zoo krachtig toe te rusten voor den strijd des levens en zich sterk te maken voor de verheven levens taak, die velen van haar later wacht. In het laatste nommer van de Vragen des Tijds komt een artikel voor van mevrouw G. Vrolik te Utrecht, over het onderwijs en de opvoeding van meisjes in Zwitserland en in Nederland. Dat wel geschreven artikel bevat menig nuttige les en practische wenk, en 't komt ons belangrijk genoeg voor, het hier in hoofdzaak aan onze lezers meê te deelen. De schrijfster zet in den aanvang van haar artikel uiteen, hoeveel overeenstemming in denk beelden en beginselen er bestaat tusschen de Zwitsers en de Hollanders. Ze wijst er op, dat Holland en Zwitserland, meer bijzonder Genève, steeds door machtige banden van achting en sympathie waren verbonden en hoe inzonderheid op kerkelijk terrein eenzelfde fstreven in beide zichtbaar is. Het protestantisme, vooral het Cal vinisme, heeft op beide zijn stempel gedrukt. Na een en ander meer in deu breede te hebben toe gelicht, gaat zij tot haar eigenlijk onderwerp over, de beantwoording van de vraag Zouden hel onderwijs en de opvoeding, die in Holland aan de jonge meisjes gegeven worden, er niet bij winnen, wanneer zij, op het voorbeeld van Genève, hun kader en hun programma eenigszins uitbrei den van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 1'/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den Uitgever. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Gemeente Sneek, voldoende aan de circulaire van Heeren Gedeputeerde Staten van Friesland van den 8 Januari 1880 no 57, brengen ter kennis van de ingezetenen, navolgende ÜITNOOD1G1NG. «De Gedeputeerde Staten van de Provincie «Friesland, «Gelet op het 2e lid van art. 73 der wet van a>4 Juli 1850 (Staatsblad no. 37) «Noodigen de inwoners der Provincie uit om, »zoo zij in andere provinciën in de ryks directe «belastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór den »len April aanstaande aan hunne vergadering te «doen blijken, ten einde door haar daarop kunne «worden gelet bij de opmaking der lijst van .hoogstaangeslagenen voor de verki ezing van de «afgevaardigden ter Eerste Kamer van de Staten «Generaal.” En zal deze op de gebruikelijke wjjze worden afgekondigd, tevens met plaatsing in de Sneeker Courant. Sneek den 16 Januari 1880. Burgemeester en daarin behulpzaam te zijn. Dit bureau, aan welks hoofd de heer Mounier, president van het inter nationale comité van het Roode Kruis, staat en dat onder zijn leden vele mannen telt van talent en maatschappelijke positie, heeft te Genève een agencé de placement opgericht, dat zijn diensten geheel kosteloos verstrekt, betrekkingen heeft aangeknoopt met alle Zwitsersche consuls in den vreemde en, waar zulks mogelijk is, met raad en daad ten dienste staat van belanghebbenden. In ons land wordt, blijkens de vergelijkende opgave van de vier jaar die sedert de oprichting verloopen zijn, van dit agentschap nog zeer wei nig gebruik gemaakt. Uit die opgave blijkt verder dat het aantal onderwijzeressen (gouvernantes) ’t welk geplaatst is, veel geringer is dan het aantal bonnes en huishoudsters. De vraag naar onderwijzeressen wordt in de laatste jaren minder, waarschijnlijk door de meerdere zorg die aan het onderwijs voor meisjes wordt besteed en richtingen voor meer uifgebreid lager en baar onderwijs, die overal verrijzen. Het bureau vestigt daarop de aandacht van de ouders in Zwitserland, opdat zij de jonge meisjes niet te veel aanmoedigen om onderwijzeres te worden alleen wanneer haar kennis en smaak haar in staat stellen die betrekking op volkomen bevre digende wijze te vervullen, moeten zij het onder- wys voor zich kiezen. De meening dat alleen onderwijs geven het middel kan zijn voor jonge meisjes die in hun onderhoud moeten voorzien, is in Zwitserland, gelijk trouwens schier overal, te lang verspreid geweest. Men komt daar allengs tot betei e gedachten, en ook bij ons zijn sporen van verandering en begint men in te zien dat de intelligente vrouw ook op andere wijze nut tig werkzaam kan zijn. Niet alleen voor haar die onderwijs moeten geven als gouvernante zal dit een verbetering zijn; haar positie toch is in den regel alles behalve aangenaammaar ook voor haar die onderwijs ontvangen is het onein dig beter dat zij een flinke school bezoeken dan huisonderwijs ontvangen. Degelijk onderwijs gaat dan samen met het leven in den huiselijken kring. Op de school vindt het kind gelegenheid om te doen wat Montaigne aanbeveelt, als een der eerste beginselen van zedelijke ontwikkeling «de frotter et limer sa cervelle contre celle d’autruy”het is een soort van onbewuste, on derlinge opvoeding die daar plaats heeft, een strijd van belangen, een wedijver die aan de kleinen reeds een voorproef geeft van hetgeen haar in de maatschappij wacht. In het ouderlijk huis ontspant hel kind zich telkens weer niets dat in die omgeving aan schoolschheid herinnert en is het werk gedaan, dan kan het naar harte lust rondspringen, de school en al wat daarbij komt, vergetend zoodoende wordt nieuwe veer kracht hernomen, om ’t werk met lust voort te zetten. Op die wijze blijft de eigenlijke opvoe ding wat zij behoort te zijn het werk van het huisgezin. De moeder heeft in haar huis haar gezag niet met een ander te deelenzij vormt het hart barer dochter, zij leert haar de manieren en den goeden toon der wereld. Er. zijn weinig landen waar meer dan bij ons einds lange jaren en met voorliefde de opvoeding van jonge meisjes aan bijzondere onderwijzeres sen is toevertrouwd. Van de 2000 Zwitsersche vrouwen, die over geheel Europa als bonnes, huishoudsters of onderwijzeressen (gouvernantes) verspreid zijn, treft men er een groot aantal in Nederland aan. ’t Was een noodzakelijk gevolg van het gemis aan middelbaar onderwijs. Onder haar die Zwitserland verlieten, waren vele voor treffelijke onderwijzeressen, maar er zijn er ook geweest, die voor haar taak geheel onbekwaam waren en haar collega's in discrediet brachten Om dat te voorkomen, werd in 1874 in Zwitser land een officieel bureau opgericht, bestemd om de meisjes, die buitenslands een plaats zochten, Al meer en meer begint de overtuiging veld te K winnen, dat ook de vrouw, evenzeer als de man, behoefte heeft aan- en recht op eene meer alge- meene intelleclueele ontwikkeling, dan haar vroe- 1 ger ten deel viel De tijd is gelukkig voorbij, toen men meende, dat een meisje wel met een «beetje" van het lager onderwijs afgewisseid met wat catechi- satie-kamer lesjes en wat brei- en-naainaalden- dressuur kon worden «afgezouten.” Men is begonnen in te zien, dat men onrecht pleegde en daarby teven» onverstandig handelde, door de intelleclueele ontwikkeling der vrouw als 't ware I stelselmatig tegen te gaan men heeft begrepen, dat dientengevolge een uitgebreid veld bijna ge heel braak is blijven liggen, waarop vruchten hadden kunnen worden vergaard, honderd en duizendvoud, zoowel in engeren als ruimeren kring, zoowel voor het huisgezin, als voor de maatschappij. Eu men heeft de hand aan de ploeg geslagen, en getracht het breede arbeidsveld, dat veel te lang braak had gelegen althans voor de toe komst in vruchtbelovende akkers te herscheppen. van de overtuiging, dat van de intel ligentie en de werkkrachten der vrouw op i sociaal gebied meer en beter zou kunnen worden geprofiteerd dan tot nu toe 't geval was, is 1 men begonnen de enge grenzen uit te breiden waar binnen het ontwikkelings-proces van het meisje zich veelal uitsluitend bewoog. De meis jesscholen voor lager en m u. I. onderwijs zijn toegenomen en verbeterd, terwijl daarnaast reeds hier en daar een meisjesschool van middelbaar onderwijs is venezen, of wel: haar de gelegen- r' heid werd aangeboden van de reeds bestaande inrich'ingen tegelijk met de jongens te profitee- ren, zooals dat bijv, ia onze gemeente het geval is. En al blyft er dan ook in dit opzicht zeker nog veel te wenseben over ai kan het ook niet wor- X den ontkend, dat het middelbaar onderwijs voor meisjes nog lang niet tol zijn recht gekomen is toch moeten we dankbaar erkennen, dat reeds een belangrijken stap is gedaan op den goeden weg, die aan vele mei-jes een betere toekomst z‘jp belooft, nu zij zich de gelegenheid zien aangebo den, zich intellectueel te ontwikkelen en te be kwamen voor een nuttigen, eervolien werkkring, die haar later in staat zal stellen op eigen wieken te dryven en zich zelf baan te breken. Vooral voor meisjes uit den onbemiddelden bur gerstand is dit een byna niet genoeg te waar- deeren voorrecht. Waar aan deze anders in hare ouders de eenige steun haars levens ont- I zinkt en zy, zonder degelijke opleiding, eene be trekking als huishoudster of kinderjuffrouw moeten zoeken, vaak minder begeerlijk dan die der dienstmeiden daar zien zy zich thans, aan de ook voor haar toegankelijk gestelde inrichtingen van M. O., de gelegenheid aangeboden, om zich AFKONDIGING. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS Sneek, doen te weten I. dat door den Raad dier gemeente in zyne vergadering van 22 November 1879, no. 7, is vastgesteld het volgende besluit Eenig artikel. Er zal, te beginnen met le Ja nuari 1880, ten voordeele der gemeente worden geheven, voor de voltrekking van een huwelyk op anderen tijd dan die, daarvoor ingevolge art. 4 der wet van 23 April 1879 (Staatsblad °no 72) aangewezen. Op dezelfde dagen, doch andere uren, als bovenbedoeld ƒ10. Op een anderen dag f 15. Van deze betaling worden echter uitgezonderd minvermogende lieden, die, uithoofde van gewich tige en wettige oorzaken, verlangen mochten hunne huwelijken te voltrekken op eenen buiten gewonen dag of een buitengewoon uur. II. dat dit besluit is goedgekeurd by Konink lijk besluit van 20 December 1879 no 24, en III. dal de invordering van bovengenoemd recht zal plaats hebben ingevolge de voorschriften der volgende verordering, in den Staat, bij ge- meld Koninklijk besluit gevoegd, aangehaald r SHEERER r i i. EEN EEN BUI- OIRAVI'. BESLUIT TOT HET HEFFEN VAN RECHT VOOR HET TROUWEN OP BUITENGEWONEN DAG OF EEN TEN GE WOON UUR.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1880 | | pagina 1