L GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER. NIEUWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE zaterdag 1880 Ti a A N G. V IJ F-E N-D ERTIGSTE J No. 23. 9 11 1 HHU SHEERER- UIT DE TWEEDE KAMER. WETHOUDERS van gt A Si K XL A X». UIT DE PERS. BIJ dit nummer wordt een Bijblad uit gegeven het ontwerp van wet tot Wissekerke. van het ontwerp tot ver- De N. R. Ct. heeft een tweetal artikelen ge- de door de regeering aanhangig ge le van den militairen genees^ De slotsom der overwegingen ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Gents, voor eiken regel meer 7'/a Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post fl 25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende franco in te zenden. De heer Roëll bestreed het als onnoodig, onnut tig en stelselloos. De heer Hallmans juichte het toe, omdat het de burgemeesters onafhankelijk maakte van de Commissarissen des Konings. De heer van Houten vond het wenschelijk niet gevaarlijk, en Men zal zich herinneren, dat in een correspon dentie, indertijd uit Indie aan de Arnh. Cour. gezonden, gewag werd gemaakt van no delooze wreedheden, door onze troepen gepleegd onder generaal van der Heyden. Een vriend van onzen dapperen veldheer heeft hem mededeeling van deze opmerking gedaan en daarop een schrijven ontvangen, ’t welk hij aan het Vad. ter open baarmaking heeft afgestaan. De generaal spreekt daarin pertinent de bewering tegen. >In geen der veldtochten hier in Atjeh schrijft hij waarin ik onze dapperen aanvoerde, is bij mijn weten een vijand op andere wijze door ons om hel leven gekomen dan in eerlijken, open strijd, volgens het oorlogsrecht en alle daar bij aangenomen wetten en gebruiken. Noch aan mij, noch aan een mijner kolonne- of corpscom- mandanlen is ook slechts het geringste bekend van execution van welken aard ook, in strijd met het goed oorlogsrecht. Van verzwijging of ge heimhouding van hun zijde kan geen sprake zijn: zulke zaken zouden dadelijk uitgelekt, dadelijk ontdekt zijn. Ook komt het niet bij mij op een hunner te verdenken, dat zij in staat zouden geweest zijn handelingen te doenals die, waarvan men hen beschuldigt gaarne uraag ik de solidai re verantwoordelijkheid voor hun handelingen, die altijd aan de strengste eischen der beschaving en humaniteit konden getoetst worden. «Zelfs de toepassing van den m menigen oorlog gehuldigden regel «oog om oog en tand om tand wist ik te vermijden of onnoodig te maken, door mij waarborgen van goede gezindheid der een maal onderworpenen te verschaften, welke waar borgen, hetzij in geld (Hak-gantjing), hetzij in gijzelaars bestonden en geheel naar ’s lands ge bruik waren.” Na daarop herinnerd te hebben, dat van wraakneming, zelfs tegen valschheid en verraad van enkele kampongs, nooit sprake was, vervolgt de generaal aldus; »Is bet niet aan de krijgstucht onzer soldaten en aan het vertrouwen, dat zelfs de vijand in hun humaniteit stelt, te danken, dal reeds dui zenden inwoners in de XXII Moekims met vrouw en kinderen teruggekeerd zijn dal dit terugkeeren zelfs nog vóór het eindigen der vijandelijkheden begon, waarvan tot nog toe geen voorbeeld was? Melden de verslagen en rapporten dan niet in menigte, dat de in het gebergte gevluchte bevol king, alhoewel zij de haar zoekende patrouilles vijandig bejegende, geen letsel werd aangedaan, en dat zij bij honderden tegelijk zich naar haar woonplaatsen liet terugbrengen dal vrouwen en kinderen, aan wie onze troepen voor hel eerst onder de oogen kwamen, rusttig hun arbeid ver volgden? dat lang gezochte moordenaars, toen zij eindelijk in onze handen vielen, niet aan hun wet tigen rechter onttrokken werden Staat dit niet alles uitvoerig vermeld En men kan nog aan KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Sneek, doen te weten, dat het aan deel voor de Nationale Militie, dit jaar door deze gemeente te leveren, bedraagt negentien man. Sneek, den 19 Maart 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. van DRIESSEN. De Secretaris de JONGH, L. S. en zou voorstemmen, mits de zes jarige herbenoeming behouden bleef, waartoe hij een voorstel zal doen. De heer Sickesz bestreed het voorstel met het oog op de practische gevolgen. De heer Keuchenius vond het beginsel zeer wenschelijk. De heer van Kerkwijk verdedigde hel stelsel uitvoerig. Gisteren (Donderdag) werd het debat voortge- Zöt, De heeren Borgesius, Bergsma, Cremers en van Leeuwen bestreden het ais onnoodig, daar de Gemeenteraden reeds bevoegd zijn tot aanbe veling, en als nadeelig in de gevolgen. De heer Bergsma zag er in het gevolg, om door familie-regeering priester-regeering in de plaats te stellen. Hiertegen kwamen de heeren van Nispen en Keuchenius op de eerste vroeg, of hel om prie sterheerschappij te weren, is, dal de partij van den heer Bergsma den clerus van het ongeloof in de Kamer brengt en bij voorkeur in alle be trekkingen, speciaal schoolbetrekkingen, benoemt. Da heeren Teding van Berkhout, de Jonge en wijd aau maakte reorganisatie kundigen dienst. L. van het blad wordt aldus weergegeven: »Hoe gaarne «ij hulde brengen aan de welge zindheid van dezen minister van oorlog, wij ach ten aanvulling en wijziging van zijn ontwerp nood zakelijk, zoo men inderdaad ernstig wil streven naar het bereiken van het doel. Bij afdoendo en bij de wet vastgestelde verbetering van de bezoldiging en van den aan de militaire artsen opgelegden dienst, zal de regeering het aanzien lijke bedrag der «tegemoetkomingen en premien” aan ’s lands schatkist kunnen verzwaren en zal het zelfs niel noodig zijn een Gjarige dienst verbintenis aan de indiensttredenden op te leg gen. Wil de minister niettemin die verbintenis behouden, het zij zoo: maar dan worde hij, die vroeger den dienst verlaten wil, niet gedwongen te blijven, als hij voor de hem ontbrekende ver plichte dienstjaren een billijke schadevergoeding aan de schatkist betaalt; want een onwillige die naar is een slechte dienaar. Wil men éénig voordeel geven aan de studenten, die zich na hun promotie beschikbaar willen stellen voor een be noeming tot militair arts, dan herinnere men zich dat er nj/rs-universiteiten in ons land zijn, en schenke de regeering aan die studenten vrijdom van het betalen der college-gelden aan die inrich tingen van hooger onderwijs.” Het Koninklijk besluit waarbij de inrichting van het departement van oorlog is veranderd, verdient zeer de aandacht. De eenige maatregel, door wijlen den heer De Roo van Alderwerell als minister van oorlog tot stand gebracht, was deze, dat hij de inspecteurs der verschillende wapens en de chefs der onder scheiden dienstvakken aan het hoofd plaatste van de afdeelingen van het departement. Hij wilde daardoor den bureaucratischen geest van het de parlement dooden en het departement in onmid dellijke aanraking brengen met het leger. Deze geheele regeling is thans weder omver geworpen. De tegenwoordige oorlogsminister was van oordeel, dat aan de inspecteurs en de dienstchefs meer gelegenheid moest gegeven wor den om het gezag, waarmede zij bekleed zijn, uit te oefenen en met het leger in aanraking te van Nispen, zoomede de voorsteller verdedigden nader het ontwerp, als in het belang van de au tonomie der gemeenten en niet strijdig met de constitutionele instellingen. De Minister van Binnenl. Zaken gaf nu te kennen, dat de regeering niet alleen op officieele maar ook op officieuse mededeelingen afgaat bij de burgemeestersbenoemingen. Ten slotte werd art. 1 verworpen met 44 te gen 27 stemmen, waardoor het ontwerp verviel. Nog is aangenomen afstand van grond aan Bij de behandeling hooging van het hoofdstuk Marine met f 240,000 voor twee lichtschepen maakten de heeren Oorver Hooft en van Delden bezwaar tegen het niet noodzakelijke van eene suppletoire begrooting. De heer Casembroot stelde een amendement voor tot vermindering van f 120,000 voor het lichtschip op Terschelling, waaromtrent hij vooraf een ernstig onderzoek wenschte. Na bestrijding door den Minister werd het amendement verworpen met 50 tegen 9 stemmen. Hel ontwerp zelf werd onveranderd aangeno men met 53 tegen 5 stemmen. BURGEMEESTER en Sneek Gelet op het bepaalde in artt. 6 en 7 der wel van 2 Juni 1875 (Staatsblad no 95), tot rege ling van het toezicht bij oprichting van inrichtin gen, welke gevaar, schade of hinder kunnen ver oorzaken Brengen bij deze ter kennis van belanghebben- den, dat ter Secretarie dier gemeente ter visie ligt een bij hun college ontvangen verzoekschrift met bijlagen van M VV. Verver, alhier, strek kende tot het erlangen van vergunning tot hel oprichten eener Stoomfabriek, tot het fabriceren van Kandy achter het gebouw, plaatselijk gekwo- teerd wijk 4, no. 444 b, kadastraal bekend in sectie A, no. 171 en 172 der gemeente Sneek. Dat op Woensdag den 24 Maart 1880, des middags ten 12 uur, ten gemeentehuize aldaar gelegenheid zal worden gegeven om tegen het gedaan verzoek bezwaren in te brengen en deze mondeling of schriftelijk toe te lichten en dat zoowel de verzoeker als zij, die bezwaren hebben in te brengen, gedurende drie dagen voor even- gerneld tijdstip ter Secretarie der gemeente, in de gewone bureau uien, van de ter zake ingeko men schrifturen kennis kunnen nemen. Sneek, den 10 Maart 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. van DRIESSEN. De Secretaris DE JONGH, L.-Secr. KENNISGEVING. t f NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Sneek, voldoende aan art. 87 der wet op de Nationale i Militie van den 19den Augustus 1861 (Staa'sblad no. 72), brengen door deze ter kennis der inge P zetenen, dat de t weede zitting van den Mili tieraad voor deze gemeente zal worden gehouden .T, te Bolsward, op Maandag den 19 April 1880, des voormiddags ten 9 '/2 ure Dat in die zifting uitspraak wordt gedaan om trent alle in de eerste zitting niet afgedane zaken en omtrent hen, die als plaatsvervanger of nom- merverwisselaar verlangen op te treden. Dat alzoo voor dien raad moeten verschijnen 1° hij, wiens zaak in de eerste zitting niet is afgedaan; 2° hij, die voor een lo’eling als plaatsver vanger of als nommerverwisselaar verlangt op f te treden. Sneek, den 17 Maart 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. van DRIESSEN. De Secretaris DE JONGH, L. S. komen, Alzoo wordt wat het departement van oorlog heden ophouwt, morgen weer omvergeworpen. Moet men nu aannemen, dal Je minister De Boo met zijn maatregel, waaraan zoo groot ge wicht werd gehecht en die als iets geniaals werd toegejuicht, een misslag heeft begaan Het schijnt wel. Maar heb dan eens vertrouwen in hetgeen van de ministers van oorlog uitgaat 1 De Roo gold nog wel als de bolleboos onder de ontel bare oorlogs-mimsters, die elkander in de laatste jaren zoo snel hebben afgewisseld. Is het wonder, vraagt de Kamp Crt., dat het grooten weerzin wekt, schatten aan hel hoofdstuk Oorlog te zien besteden De interpellatie van den heer van der Hoeven, of een onderzoek is ingesteld naar de waarheid van het bericht uil Atjeh, omtrent hat zonder verhoor ephangen van krijgsgevangenen, gaf in de zitting van Woensdag aanleiding tot een uit voerig debat. De interpellant constateerde ver plicht te zijn tot spreken, wegens de ontijdige publicatie van den brief van generaal van der Heiden, dien hij zelf had uitgelokt, daar hij, al vorens het initiatief te nemen tot een welsont werp, om aan dien generaal van Staatswege eene belooning toe te kennen, zekerheid verlangde omtrent de feiten, in den brief aan de Arnh. Ct. vermeld Na den brief van Generaal van der Heijden twijfelde hij niet aan diens volkomen onschuld, maar hij wenschte, dat uitgemaakt wor de, welk misdrijf is gepleegd een gruwel Ne derland onwaardig, of een laster zonder weerga. Daarom verlangde hy onderzoek. De heeren de Casembroot, Insinger en Rutgers bestreden den aandrang tot onderzoek. Het be richt in de Arnhemsche Courant droeg alle ken merken van onwaarheid, en na de verklaringen van Generaal van der Heijden, ware een onder zoek voor hem en voor het leger beleedigend. De Minister van Koloniën zag ook geen grond tol onderzoek, daar uit de militaire journalen, uitvoerig bijgehouden, blijkt, dat op 26 Februari niets is voorgevallen, terwijl de brief in de Am- hemsche Courant kenmerken draagt van onwaar heid. De heeren Keuchenius en van Dedem stemdem dit niet toe met den interpellant bleven zij op een onderzoek aandringen, om de militaire eer van dien smet Ie vrijwaren. Do heer van de Putte meende, dat de regeering gelegenheid ge noeg had gehad, om het bericht in de Arnh Cl. pertinenter te logenstraffen. De motie van den heer van der Hoeven, om door de Regeeiing een onderzoek te laten beve len, werd, na debat, ten slotte verworpen met 65 tegen 9 stemmen. Daarna werd het debat over het burgemeesters- voorstel van den heer van Kerkwijk hervat. De heer Lobman verdedigde het uit het oogpunt van vrijheid tegenover Staatsdwang. ■•ft

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1880 | | pagina 1