M
GEMEENTE EN HET ARROlISSffiNT SM;
NIEUWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE
.1
I
1880.
No. 30
V IJ F-E N-D E R TI G8TE JAARGANG.
14 APRIL.
WOENSDAG
Hou ek a in a Leen*
1
en
voldoende aan art. 87 der wet op de Nationale
UIT DE PERS.
a
ft
i. i
z'j
4
o
e
n
e
n
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post fl 25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betrellende franco
in te zenden.
e
g
n
n
I,
n
i-
r
1
De mannen der bijzondere school zondigen
-- bewust of onbewust tegen de waarheid,
v anneer zij zeggen, dat onze richting naar ver-
n ietiging of bemoeilijking streeft van hetgeen hun
oierbaar is. Doch zeker is het dat een verbele
ding der openbare school de bezwaren, waarme
de de bijzondere te kampen heeft, vergroeien
kan; maar hieruit volgt dan cok dat een tegen
stander der openbare school als lid vr; het
bespreekt naar aanleiding
de aanstaande bevalling
der Koningin, de quaeslie der troonopvolging,
j ->3
Hierin moet verandering komen
de heer Van Lijnden, hoveling op en .top,
man
ADVERTENTLËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7'/a Cents. Bij abonnement is de prjjs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den
Uitgever.
UIT DE TWEEDE KAMER.
‘De discussie over de conventie aangaande Terneuzcn
is gisteren (Maandag) voortgezet.
De Minister van Buiteulandsche Zaken noemt de con
ventie de vervulling van een internationalen plicht te
genover Belgie. Zij vergunt Belgie een kanaal te
verbeteren, waarvan een doel op Nederlandsch grondge
bied ligt, zonder opoffering onzerzijds. Aan weigering
dier vergunning is nimmer gedacht, maar bij de onder
handelingen heeft de gelegenheid zich voorgedaan we
derzijde van Belgie een dienst te krijgen. De vraag is
wie van beiden is het meest gebaat De conventie
moet beschouwd werden onafhankelijk vau art- 11 van
het trnctaat van 1874, dat geen Nederlandsch, maar
een zuiver Belgisch belang beoogde. De Minister ver
klaart pertinent, dat artikel 8 van het (ractaat van
1867 bindend blijft en de Belgische Regecring dit met
de onze eens is. Het belang van Terneuzcn wordt niet
geschaad. Door verwerping der conventie zouden wij
het voordeel prijs geven der verkrijging van de lijnen
der Grand Central, een politiek en materieel belang.
De Minister van Waterstaat licht dit laatste nader toe
De Ministers van Waterstaat eh van Finantiën zet
ten nader uiteen, dat Terneuzen niet wordt opgeofferd
aan groote gemeenten, Laai sigeaoftrude verzekerde, .dat,
Het Gemeentebestuur van Sneek, brengt ter
kennis van de-ingezetenen, die behooren tot het
geslacht van den Stichter van het Houckama
Leen te Bolsward, dat de Bestuurders Collaloren
van dat leen voornemens zijn, een deel der in
komsten Ie begeven aan een bekwamen Scholier
uit het geslacht van den Stichter, waarvoor de
belanghebbenden zich ter mededinging moeten
aangeven bij Ds. M. E. van der Meulen te Bols
ward, voor den 30 April a. s.
Saeek, den 9 April 1880.
J. VAN DRIESSEN, Voorzitter.
J. W. BENNEWITZ, Secretaris.
Wel wijst men op de goedkeuring van het
huwelijk door de Staten-Generaal, maar dit is
slechts een waarborg in schijn, daar over zulk
een voordracht nooit ernstig gediscussieerd wordt,
nl niet in het besef dat men over Nederlands
toekomst handelt. En daarenboven kunnen de
omstandigheden ten opzichte van het betrokken
rijk na het huwelijk veranderen.
Na daarop herinnerd te hebben dat wij een
maal een vrije republiek zijn geweest, zegt de
StandaardAl komt het ons ook voor, dat, na
de gebeurtenissen van 1789, het denkbeeld om,
wat God verhoede, tot dezen regeeringsvorm terug
te keeren, min aanbevele.nswaatd is, toch behoeft
daarom de vraag niet op de lippen gesmoord, of
ons historisch verleden ons niet op iets hoogers
en iets edelers recht geeft, dan op de zelfverla-
ging, die er ligt in het bij erfenis overgaan onder
vreemde beheerschers.
Wat zou er ook in steken, indien men in de
Grondwet voorschreef: 1. dat de regeeringsvorm
erfelijk monarchaal zal blyven2. dat zoolang er
Prinsen van Oranje-Nassau zijn, deze de Kroon
erven; maar 3. dat by onverhoopte ontstentenis
van zulke prinsen, de Kroon door de ‘Staten-
Generaal, in dubbelen getale «aamgeroepen, aan
zulk een Vorstenhuis zal worden opgedragen, dat
het best waarborg biedt van de Oranje-traditien
te zullen voortzetten
Een opdracht door de Staten Generaal bied' zulk
een waarborg toch in hooger mate, dan de liefde
van een prinses voor een vorstelijk persoon.
Terwjjl bovendien, ook al viel eventueel de keus
op het Huis, dat anders toch zou erven, zulk een
opdracht de positie van dit nieuwe Huis aanmer
kelijk zou verbeleren.”
Ter verduidelijking zjjner bedoeling wijst het
blad op de mogelijkheid,dat b.v. op het oogen-
blik van het uitsterven van het Huis van Oranje
Nassau, geen onzer prinsessen of nakomelingen
van prinsessen uit den bloede in maagschap stond
’tmet hertogelyk Huis van Nassau, en dat toch de
natie, indachtig aan haar historie, zeer besliste
voorkeur schonk aan een Vorstenhuis, dat het
»Wilhelmus van Nassauwen” op onze lippen zou
Maar hoe dat zij en niettegenstaande er op
'f oogenblik geen reden bestaat van onmiddellijke
tusschenkomst, is toch een verandering van de
beslaande regeling zeer noodzakeljjk. Er moet
voor gezorgd, er moet tegen gewaakt, dat de
onnauwkeurigheid van onzen wetgever niet te
eeniger tijd gevaar van een verwoeden oorlog
over Nederland en Europa brenge.
Gelet op het bepaalde in artt. 6 en 7 der wet
van 2 Juni 1875 (Staatsblad no. 95), tot rege
ling van het toezicht by oprichting van inrichtin
gen, welke gevaar, schade of hinder kunnen ver
oorzaken;
Brohgen by deze ter kennis van belanghebben
den, dat ter Secretarie dior gemeente ter visie
ligt eön bü hun college ontvangen verzoekschrift
met bijlagen van Wopke Hübert, fr Hübert
/e Henjeto, strekkende tot het erlangen
van vergunning lot het stichten van een fabrieks-
De N. R. C wijdt een enkel woord aan het
toekomstig schooltoezicht en de vraag of ook te
genstanders van het openbaar onderwijs belast
kunnen worden met het schooltoezicht van staats
wege. Het blad beantwoordt die vraag ontken
nend. Het meent dat de regeering haar plicht
verzaken, den geest der wel miskennen zou, als
zy met de zorg over dit toezicht mannen belast
te, die er roem op dragen verklaarde tegenstan
ders der schoolwet te zijn. Overeenkomstig de
bepaling toch onzer Grondwet, is de school
wetgeving gebouwd op den grondslag, dut de
openbare school van overheidswege met kracht
en ijver tot den hoogst mogelijken graad van
bloei en ontwikkeling moet worden gebracht
Daartoe mede te werken, is de taak van het
schooltoezicht. Het vervullen van die taak is on
mogeiijk voor wie de openbare school haal toe
draagt in plaats van liefde, voor wie haar een
ramp in plaats van een zegen acht voor ons volk.
Hel spieekt dus als van zelf, dat die taak niet
mag worden opgedragen aan tegenstanders.
Het gaat niet aan om de schoolau'oriteiten te
vergelijken met b v. rechterlijke ambtenaren die
zeer goed wetten kunnen helpen uitvoeren al zijn
zij er niet meê ingenomen. Daar spreekt de
wet duideljjk, hier is het behartiging van be
langen aan de zorg van ambtenaren toevertrouwd.
Dat een rechter, een eisch afwijst, omdat de wet
naar zijn meening ten onrechte geen ter
men bevat om den eisch toe te staan, is een
zeer gewoon verschijnselmaar eön ambtenaar,
die een zaak welke hij in hooge mate afkeurt en
diep betreurt, even goed behartigt als hij doen
zou, zoo hij haar van harte was toegedaan
zulk een menschelijk wezen is op den ganschen
aardbodem niet te vinden.
»En dit is ongetwijfeld aldus vervolgt het
blad nergens meer van toepassing dan juist
op het gebied van het volksonderwijs. Om een
dubbele reden. Niet slechts, omdat hier de over
tuigingen scherp geteekend zijn, en dus de men-
\schelyke eigenschappen van voor- of tegeninge-
nomenheid sterker zich openbaren. Ook, en niet
thinder, omdat uit den aard der verhouding tus-
sphen openbaar en bijzonder onderwijs beider be
langen niet zelden met elkander in botsing ko-
n en. De mannen der bijzondere school zondigen
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek, doen te weten dat voorlaau de aan de
gemeente verschuldigde grondrenten, recognitiën
enzniet meer door of namens den Gemeente
ontvanger, zullen worden opgehaald, doch dat
ieder verplicht is, het verschuldigde binnen vier
Weken na den verschyndag, d i. 1 of 12 Mei of
1 of 12 November, te betalen, ten Kantore van
den Gemeente Ontvanger.
Sneek, 10 April 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J van DRIESSEN, Burgem'eester
J. W. BENNEWITZ, Secretaris.
Onder de argumenten legen de afschaffing der
doodstraf bekleedt de toeneming van het aantal
zware misdrijven, dat, naar men beweert, in de
laatste 4 ot 5 jaren in ons land valt waar te
nemen, eene groole plaats. Het verliest echter
wel iets tan zijn kracht, zegt de Midd Cour,
wanneer men ziet, dat in hel Duitsche Rijk, waar
de doodstraf niet is afgeschaft, hetzelfde verschijn
sel in veel sterker male zich vertoont. Zoo nam
in Saksen, in een tijdsverloop van 7 jaren, de
bevolking met 7, hel aantal veroordeelden met
93 pel. toe. Daarbij was de toeneming van de
misdrijven tegen personen het sterkstvan 3 pet.
van allé misdrijven in 1871, tot 9 pet. in 1877.
De oorzaken van dezen ongunstigen slaat van
zaken liggen grootendeels in het duister. Niet
onwaarschijnlijk is de veronderstelling,dat de slech
te tijden voor handel en nijVeiheid en de daar
door veroorzaakte ellende er de grootste hand in
gehad hebbenmaar nog ernstiger overweging
verdient de vraag: of ook niet de oorlogen in
4866 en 1870, de daaruit imnri<>»snrnian«
Wildei.inC on ruwheid, het groot aantal zedigloo-
pende ot tot rustigen arbeid ongeschikte mannen,
die daardoor in het land zijn gebracht, er op
helreurenswaardige wijze toe hebben bijgedragen.
In elk geval zijn het echter de maatschappelij
ke toestanden, niet de afschaffing of de instand
houding der doodstraf, welke deze gevolgen heb
ben te weeg gebracht. Ook verdient hier nog
herinnering, dat dit in misdadigheid toenemende
geslacht is opgegroeid en opgevoed in scholen op
welke de bijbel niet geweerd, maar officieel in
in eer gehouden en aan het gezag van predikant
en pastoor in het schooltoezicht eene officieele
plaats loegekend wordt.
De Standaard
der lijding van
dti ten onzent, naar ’t blad meent,, zoo goed als
ongeregeld is. I-
en 1- -
l’huis in genealogische quaestien, is juist de
om deze zaak te regelen.
De moeilijkheden die zich voordoen, moeten
niet gering geschat worden.
de vraagheeft men in 1813 en ’14 welgedaan
met de Kroon der Nederlanden op gewone wijze
erfelijk tè verklaren, ook na een eventueel uit
sterven van het Huis van Oranje-Nassau? Volgt
het zoo van zelf, dat een of ander buitenlandsch
vorstenhuis, ’l wejk niets met ons verleden van
doen heeft, enkel wijl een prins er van een prin
ses uit ons Huis huwde, hier Koningshuis moet
gebouw, op hel terrein, gelegen aan de Frane-
kervaart alhier, kadastraal bekend in sectie A, no.
863, der gemeente Sneek.
Dat op Woensdag den 28 April 1880, des
middags te 12 uur, ten gemeentehuize aldaar
gelegenheid zal worden gegeven om legen het
gedaan verzoek bezwaren in te brengen en deze
mondeling of schriitelijk toe te lichten en dat
zoowel de verzoeker als zij, die bezwaren hebben
in te brengen, gedurende drie dagen voor even-
gemeld tijdstip ter Secretarie der gemeente, in
de gewone bureau uren, van de ter zake inge
komen schrifturen kennis kunnen nemen.
Sneek, den 13 April 1880.
Burgemeester en Wethouder s voornoemd
J. van DRIESSEN.
De Secretaris
J. W. BENNEWITZ.
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de gemeente Sneek,
voldoende aan art. 87 der wet op de Nationale
Militie van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad
no. 72), brengen door deze ter kennis der inge
zetenen, dat de t weede zitting van den Mili
tieraad voor deze gemeente zal worden gehouden
te llcerenoeen, op Maandag den 19 April 1880,
des voormiddags ten 9'/2 ure.
Dat in die zitting uitspraak wordt gedaan om
treat alle in de eerste zitting niet afgedane zaken
en omtrent hen, die als plaatsvervanger of nom-
mer.erwisseiaar verlangen op te treden.
Da', alzoo voor dien raad moeten verschijnen
1° hij, wiens zaak in de eerste zitting niet
is afgedaan
2° hij, die voor een loteling als plaatsver
vanger of als nommerverwisselaar verlangt op
te tjeden.
Sneek, den 17 Maart 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN.
De Secretaris
DE JONGHL. S.
schooltoezicht in voortdurenden strijd moet leven,
't tij met zijn overtuiging, die zoo hy een
ernstig man is zijn gansche leven beheerscht,
l’t zij met zijn geweten als ambtenaar.
I Een tegenstander van ’t openbaar onderwijs
kan dan ook, naar ’t blad meent, niet ter goeder
trouw bereid zijn den ambtseed af te leggen.
f De Tijd beantwoordt met êen enkel woord het
artikel der N. R Ct. »Wij zijn van de juistheid
an het betoog niet overtuigd, zegt het blad
’t geen echter niet wil zeggen dat wij de con
fusie verwerpelijk achten. Integendeel. Maar
?nze motieven zijn andere. Ofschoon wij over
tuigd zijn, dat het gunnen van eenige schoolamb
ten aan personen, die niet geheel en al tot de
/liberalen behooren, het volksverzet tegen de nieu-
we schoolwet niet zou doen bedaren, kan het
toch, onzes bedunkens, volstrekt geen kwaad, dat
ook door de benoemingen bhjke, waarheen die
wet eigenlijk streeft. En het opvolgen vau het
advies der N. R. Ct. zou daartoe bij uitnemend
heid geschikt zijn.”
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek.'
SHEERER (OI K
5
J
3
VUUl UUCUj IMvVkVU i
Al aanstonds rijst
I
i.
F
Q
I.
e
T.