e
GEMEENTE EN BET ARRONDISSEMENT SNEEK
NIEUWS- EN ADÏERTENTIE-BEAD VOOR BE
Pa
a r d e n m a r k t
1
9 7-
1880.
V ÏJ F-F N-D E RTIGSTE JAARGANG.
No. 43.
29 MEI.
ZATERDAG
\i'i
TE SSEEK.
Voorjaars-Paardenmarkt
mm
SIEEKE
HD
H3
UIT DE PERS.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post fl 25.
Alie brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco
in te zenden.
in
te
ADVERTENTIËN van
voor eiken regel
langrijk lager.
Uitgever.
Hel Urt. D. vestigt de aandacht op het adres
door de vereeniginj van godsdienstonderwijzers
te Amsterdam aan den kerkeraad aldaar gericht,
waarin wordt gevraagd hen te ontheffen van de
verplichting om onderwijs te geven in de lokalen
der openbare school, omdat de ouders in den
waan worden gebracht dat het onderwijs
der openbare school bevorderlijk, kan zijn aan
een christelijke opvoeding.
Het U. D. spreekt van een adiep bedroevend”
adres, de zachtste uitdrukking die voor zulk een
stuk te vinden is, en is geneigd de adressanten
toe te roepen; »Voor u is de godsdienst niet:
»doeZ’’want dan zoudt gij dien op het voor
beeld van den goddehjken Meester brengen, daar,
wannéér en waar Gij dit slechts vermoogtmaar
voor U is de godsdienst slechts het middel’
om een ander doel de bevestiging of veikry-
ging uwer eigen heerschappij te verzekerenl”
Moge, zoo besluit het blad, ons vaderland voor
een heerschappij, waartoe zulke middelen worden
aangewend, blijven bewaard.
Ëwafe gemeentegrond.
I 8 Voorstel tol wijz.ging der dagen, waarop
IKalvermarken zullen worden gehouden.
I 9 Behandeling voorstel raadslid H. Pijttersen
Tz betreffende de demping van havens.
I 10. Af- en ovér&chrjjving op de begroeting
«rer 4879.
1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
meer 7*/s Cents. Bij abonnement is de prijs be-
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de gemeenie Sneek maken hiermede bekend
dat de
dit jaar invalt op Woensdag den 2 Juni
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN, Burgemeester.
J. W. BENNEW1TZ, Secretaris.
De vraag, of het wenschehjk is, de staathuis
houdkunde als leervak bij het middelbaar onder
wijs te behouden, is in den laatsten tijd van
onderscheidene kanten besproken en in verschil
lenden zin beantwoord. De heer M. M. L. Rul
len te Maastricht treedt in het laatste nr. van
het tijdschrift vde Economist” ais een warm voor
stander van het onderwijs in genoemde weten
schap op laat ons zien op welke gronden.
Op een paar vergaderingen van leeraars bij
het middelbaar onderwijs, in 1876 en 1878 ge
houden, werd met meerderheid van stemmen
veiklaard, dat de staathuishoudkunde geen af
zonderlijk leervak behoort uit te maken op de
middelbare school.
In de wet op het hooger onderwijs werden
de staatswetenschappen niet opgenotnen onder de
vakken, waarin aan de gymnasia onderwijs gege
ven wordt, en bij de reorganisa ie van het on-
dorwys aan de Kon Militaire Academie te Breda
heeft de wetgever onderwijs in staathuishoudkun
de niet ncodzakelyk geoordeeld voor toekomstige
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek, brengen ter kennis van de ingezetenen, dat
ter Secretarie der Gemeente, voor den prys van
25 cent per stuk, afdrukken verkrijgbaar zijn
van het Verslag van den toestand der gemeente
over 1879, hetwelk den Raad in zijne vergadering
van den 24 April j. 1. is aangeboden.
Sneek, den 25 Mei 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. van DRIESSEN.
De Secretaris,
J. W. BENNEW1TZ.
VERGADERING
■van den Gemeenteraad van Sneek,
ep Zaterdag 29 Mei 1880, ’s namiddags 6 uur
Punten ter behandeling
J 1. Resumtie der Notulen.
I 2. Mededeelingen van goedgekeurde raadsbe
sluiten, ingekomen stukken, enz.
I 3 Missive van het raadslid Mulder, houdende
Verzoek ontheven te worden van het lidmaat
schap der Commissie voor openbare werken.
4 Voorstel der Commissie voor strafveror
deningen tot wijziging van enkele artikelen der
walgemeene Pohtie-varordening.
I 5. Vaststelling van het leerplan voor het Gym
nasium, cursus 1880—1881
6. Benoeming van een curator voor het Gym
nasium.
Adres van A. van Vierhouten ozn afstand
deze oppositie ligt. In het onderwijs toch, gewijd
aan »de vorming der talrijke burgery welke naar
kennis en voorbereiding voor de bedrijven der
nijvere maatschappij trachd’, zou een plaats ont
zegd worden aan die wetenschap, welke meer dan
eenig ander vak van M. O., de kennis der maat
schappelijke toestanden bevordert I Bij de voor
bereiding van hen, die een plaats zoeken te ver
werven in de nijvere maatschappij, acht men het
Onderwijs in de leer des maatschappelijke welvaart
misplaatst. Men wil de burgerij helpen, om haar zoo
goed mogelijk <®or te bereiden op het voeren van
»den strijd om 't bestaan,” doch onthoudt haar de
beste wapenen.
Meenen de legenstanders der economie, dat het
onderwijs in deze wetenschap geen vruchten voor
de toekomst dragen zal en dat de theorie van
de maatschappelijke welvaart voor de burgerij
geen practisrh nut opleveren zal, dan toonen zij
onbekendheid met of miskenning van de werking
dor staathuishoudkunde. Dè invloed, in den be-
trekkeiijk korten tijd, gedurende welken zij als
wetenschap beoefend wordt, reeds door haar ver
kregen, bewijst dit. Xt'.e hieraan twijfelen mocht,
lette op de dwalingen, waarvan zij de mensch-
heid bevrijdde, de vooroordeelen, welke zij tegen
maatschappelijke kwalen aan de baud heeft ge
daan, en de instellingen, wier ontstaan zij heeft
voorbereid Men denke slechts aan de verander
de denkbeelden over vrijen handel, belastingrege
ling en armenzorg, aan de instelling vau spaar
banken, hulpbanken, enz., en vergete vooral niet,
dat juist de staathuishoudkunde duidelijk de les
predikt, dat alleen arbeid en spaarzaamheid tot
welvaart kunnen leiden. In den grooteu invloed
der economie op de tegenwoordige maatschappij
ligt een dringende reden, om. hare kennis niet te
onthouden aan hen, die in het M. O. skennisder
tegenwoordige wereld” zoeken. Zonder die we
tenschap tast men omtrent lal van vraagstukken,
welke aan de orde van den dag zijn, in het duis
ter rond.
Als argument tegen hel behoud der economie
als leervak wordt aangevoerd, dat hare beoefenaars
nog strijd voeren over hare methode en over
eenige barer beginselen, duch hetzelfde kan van
menige andere wetenschap worden getuigd,
waarin niemand het onderwijs overbedig acht.
Vooral aan de hoogere burgerscholen wordt
tegenwoordig onderwijs ia de staathuishoudkunde
gegeven en men moet dus in de eerste plaats
onderzoeken, of er bijzondere redenen zijn, die
voor haar behoud als leervak aan deze soort van
inrichtingen pleiten. De hoogere burgerscholen
nu hebben ten doel, om tot opleiding te strekken
voor allen, die, zonder geleerde vorming te er
langen, zich wenschen voor te bereiden om in
de beschaaide en steeds vooilgaande maatschap
pij Ie verkeeren. Wel licht het in den aard der
zaak, dat in de eerste plaats zij, die tot eenigen
tak van handel en nijverheid wenschen te worden
opgeleid, van de hun aangeboden gelegenheid tot
onderricht gebruik zullen maken, maar ook voor
alle andere maatschappelijke betiekkingen moet
daar een degelijke, grondige voorbereiding kunnen
verkregen worden (Mem. v. toelichting tot de
wet van 1863).
T Belang nu, dat allen, die voor handel en
nijverheid opgeleid worden, bij de kennis der
staathuishoudkunde hebben, valt moeilijk te loo
chenen. »De negentiende eeuw”, zegt prof N.
G. Pierson. »stelt zwaarder eischen aan alle on
dernemers in het groot dan vroegere tijden de
geest meet kloeker, het oordeel scherper, de
blik ruimer zijn dan voorheen. Ieder, die een
rol van eenige beteékenis vervult in het werk
der productie, is door zijn eigen belang verplicht
■eer wyd om zich heen te zien geen feit van
i aan
officieren. Er bestaat dus kans, dat de staats
wetenschappen, bij een herziening der wet op
het middelbaar onderwijs, waaraan de behoefte
zich meer en meer doet gevoelen, ook daar van
hel programma zullen worden geschrapt.
Hare handhaving of invoering als afzonderlijk j
leervak vond reeds krachtige verdedigers in de
hh'. rnr. J. Domela Nieuwenhuis, mr. H. B. Gre-
ven en J. H. Dijkman Bzn., die eenige jaren
geleden, een bepaalde manifestatie op touw zetten
tegen de verklaring in tegenovergestelden zin, op
de genoemde vergaderingen van leeraars afgelegd.
Van andere zijde werd ook gewezen op den heil-
zamen invloed, welken dat onderwijs op de bur-
gerdag- en avondscholen kan uitoefenen, met het
oog op de meer en meer veldwinnende socialis
tische en communistische begrippen. En waar-
lyk, men denke in dit opzicht niet te gering over
de werking der staathuishoudkunde bij de arbei
dende bevolking de socialisten zelf schatten dien
invloed niet licht. De geschiedenis der Fraosche
revolutie van 1848 strekt hiervoor ten bewijze.
De Provisioneele regeering toch, die nog al
socialistisch gekleurd was, hief de leerstoelen voor
de staathuishoudkunde in Frankrijk op; de Na
tionale vergadering daarentegen op welke de
zware taak rustte, om de roode republiek mei
hare communistische denkbeelden te bestrijden,
bewees, dal zij op de ondersteuning der econo
mie in dien strijd prijs stelde, door de opgeheven
leerstoelen onmiddeilyk weer te herstellen,
Al behoeven we in ons land gelukkig weinig
bevreesd te zijn voor hei socialisme, toch is hel
voorzichtig, dien vijand in het oog te houden en
met bestrijden niet te wachten, lot hij binnen-
gedrongen is.
Bovendien pleiten ook anderen gronden voor
het behoud der staathuishoudkunde. Wy hébben
slechts de aandacht te vestigen op de strekking
der wei van 1863, die door den Minister Thor-
beeke in de memorie van toelichting op zijn
ontwerp aldus omschreven werd »Het middel
baar onderwijs omvat de vorming van die talrijke
burgerij, welke, het lager onderwijs te boven,
naar algerneene kennis, beschaving en voorberei
ding voor de onderscheidene bedrijven der nijve
re maatschappij tracht. Nijvere maatschappij,
niet enkel in hare richting op landbouw, fabriek-,
vlijt of handel, maar in den meest uitgebreiden
zin genomen, is het daarbij blijkbaar om kennis
der tegenwoordige wereld en om toepassing op
economiiche en technische diensten te doen....
als aan den ingang geplaatst van die velerlei we
gen» waarop de arbeid van den middenstand zich
beweegt is het, meer dan eenig ander deel van
hef get n de grondwet openbaar onderwijs noemt,
bestemd, om in den wijdsten omvang invloed en
licht te verspreidenNaar (des ministers)
inzien moet het hoofdkarakter van hel van staats
wege te regelen Middelb Onderw. algerneene
voorbereiding zijn tot een groote verscheidenheid
van maatschappelijke betrekking, beroep of dienst.
Hetgeen (de minister) voorslelt is niet de prak
tijk zelve in haar bijzonderheden te doen leeren,
maar geest en zintuig zoo te ontwikkelen, dat zij
voor de praktijk bekwaam worden.”
Nu wijst men er herhaaldeiijk op, dal het M
O. niet voldoet aan zijn bestemmingom
den wijdsten omvang invloed en licht
verspreiden, daar er op de middelbare schelen be-
tiékke.ijk slechts weinig leerlingen zijn.
Hel aantal vakken en de zware eischèn, Voor
het eind-examen aan de hoogere burgerscholen
gesteld, worden als oorzaken hiervan 'opgegeven.
Hoe dit ook zij, het gaat niet aan, de staathuis
houdkunde onder de mm of meer overtollige vak
ken te rangschikken. Zij, die dit doen, misken
nen het doel, door de wet beoogd, en men zou zeer wya om zien neen ie zien geen reit
byna durven zeggen, dat er iels ongerymds in I ^ewicht in Je economische wereld onlsnappe
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE
I BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de
gemeente Sneek.
is Gelet up het besluit van den Commissaris des
Kouiogs dezer provincie van den 18 Mei 1880
‘l Afdeel. M en S no. 451 brengen door deze
l<ir kennis van de belanghebbenden, dat het cn-
fcerz ek over de verlofgangers van de mili'ie te
land in deze Gemeente zal plaats hebben op
Kondeidag den 17 Juni e. k. des voormiddags
ke 11 u e.
Dat aan dat onderzoek zullen behooren deel te
‘ricnien de Miliciens Verlofgangers van de vier
oudste ligiingen, voor zoo ver zij vóór den Isten
April jl. in het genot van onbepaald verluf zyn
gesteld.
Dat do verlofganger bij bel onderzoek moet
Verschijnen in uniform gekleed, en voorzien van
..iixle kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zyn
Ik vertrek met verlof medegegeven, van zyn zak-
I boekje en van zyn verlofpas..
Dat, behoudens het bepaalde in art. 136 dier
wet, een arrest van twee tót zes dagen door den
Militie-Gommissaris kan worden opgelegd aan den
verlofganger
H 1°. die, zonder geldige redenen, niet bij hel
^..onderzoek verschijnt
2°. die, daarbij verschenen zijnde, zonder gel-
dige redenen, niet voorzien is van de hiei voren
■vermelde voorwerpen
3°. wiens kleeding- ol uitrustingstukken bij het
.onderzoek niet in voldoenden slaat werden be-
Avonden
4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een
jander toebehoorende, als de zijne vertoont.
De verlofgangers worden herinnerd dal, nu er
waar één onderzoek in het jiar wordt gehouden,
lay bepaaldelijk moeten opkomem en dat de straf
bepalingenvan art. 144 der wet slrengelijk zullen
/werden toegepast op de zoodanigen, die zonder
geldige redenen niet verschijnen en dat zoodanige
verlofgangers, die zich in eene andere gen eente
I gaan vestigen, de verplichting wordt voorgehou-
I den, welke aan hen by art. 134 der wet is op-
i geleed
i Sneek den 25 Mei 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN, Burgemeester.
Ju W. BENNEWITZ, Secretaris.