NIEUWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE
GEMEENTE EN BET ARRONDISSEMENT SNEEK,
0
I
t
No. 48
1880.
WOENSDAG
16 JUNI.
I
S M E D E R IJ.
KUIPER IJ.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de
-
1
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
S ML hi: it (01
ééa dag tot negen maanden
van
zestien
SIKAHÜXLAAin.
S TATENG E N E R A A L.
U I T D E PERS.
Dordrecht van
vaste bijdrage
van
a. s.
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
zand, kadaster sectie B, no. 2748.
Sneek den 12 Juni 1880.
J. van DRIESSEN, Burgemeester.
J. W. BENNEWITZ, Secretaris,
gelegd
Sneek den 25 Mei 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN, Burgemeester.
J. W. BENNEWITZ, Secretaris.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATEBDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ125.
Alle brieven en stukken» uitgave of redactie betreffendefranco
in te zenden.
grooten fioancieelen maatregel te beginnen. De
stoutmoedigen alleen worden door de fortuin be
gunstigd.
wetsontwerp ingediend tot
van jaarlijks 2
het voordeeiig saldo van elke
De Regeering heeft een i
bepaling eener vaste Indische bijdrage*
millioen plus de helft van 1
dienst tot een minimum van 8 millioen.
dige sociëteit van dien naatn en
tentoonstelling te Amsterdam te
f 15,000 verkocht aan den heer
Frankfort.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7'Z, Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bjj den
Uitgever.
De Tweede Kamer is thans opgeroepen tegen
Dinsdag 29 Juni half vier.
De Arnh. Ct. vraagt of de Tweode Kamer,
wanneer zij in de laatste helft der maand hare
zittingen hervat, onder de stukken die haar wach
ten, ook de beantwoording van het voorloopig
verslag over de rentebelasting zal vinden.
Volgens de loopende geruchten zou dit stuk,
gesteld dat het inkwam, van zoodanigen aard
zijn, dat op de afdoening van het ontwerp vóór
de opening der nieuwe zitting niet zou mogen
gerekend worden. Het ontwerp, wordt gezegd,
zou geheel zijn omgewerkt en van de gelegen
heid, hem door de Kamer aangeboden, zou de
minister gebruik gemaakt hebben om niet slechts
zijn denkbeelden omtrent de hervorming van ons
stelsel van belasten mede te deelen, maar die
meteen in voorstellen te formuleeren.
Dit zou, meent de Arnhemmer, juist het mid
del zijn om niets te verkrijgen. Wanneer aan
het ontwerp der rentebelasting andere belasting-
ontwerpen werden vastgeknoopt, wanneer thans
een volledig plan van hervorming onzer belas
tingen werd aangeboden, voorziet het blad, dat
een groote teleurstelling en mislukking niet zou
den uitblijven.
De Arnh. Ct. hoopt, dat de minister de ver
standige raadgeving van den heer Blussé, bij de
behandeling der begroeting, niet zal uit het oog
verliezen en niet te veel tegelijk over hoop zal
halen.
Het ontwerp van rentebelasting, zoo besluit het
blad, is thans aan de orde en moet aan de orde
gehouden worden, totdat de wetgevende macht
er haar votum over heeft uitgebracht. Het is
belangrijk en omvattend genoeg om als een op
zich zelf staand deel behandeld te worden en het
niet met andere plannen te vermengen en ver
warren. De eer van den minister van financiën,
de eer van het gansche kabinet is er mede ge
moeid, dat, althans van hunne zijde, niets worde
gedaan of nagelaten, dat vertraging in de behan
deling zou kunnen veroorzaken. Aan de Kamer
moet geenerlei gegronde reden, geen schijnbaar
gegrond voorwendsel zelfs gegeven worden, om
de behandeling te verschuiven. Wanneer de Ka
mer weder bijeen komt, moet zij het ontwerp
der rentebelasting voor haar ter afdoening gereed
vinden liggen. Wil zij het debat tot de aan
staande zitting uitstellen, zij moet dit dan doen
geheel op hare eigene verantwoording. Moest het
debat worden uitgesleld door de schuld der re
geering, hetzij omdat zij niet voortvarend genoeg
geweest is, of omdat zij op het beslissend ocgen-
blik den grooten slag niet durft leveren, dan zou
haar aanzien en zedelijk gezag er een gevoeligen
knak door krijgen. Thans moet zij de kans wa
gen en toonen, dat zij volkomen gereed en vol
komen bereid is het debat over haren eersten
IJ gemeente Sneek.
Gelet op het besluit van den Commissaris des
Konings dezer provincie van den 18 Mei 1880
1 Afdeel. M en S no. 451 brengen door deze
I ter kennis van de belanghebbenden, dat het on-
I derxoek over de verlofgangers van de militie te
land in deze Gemeente zal plaats hebben op
Donderdag den 17 Juni e. k. des voormiddags
te 11 ure.
Dat aan dat onderzoek zullen behooren deel te
J nemen de Miliciens Verlofgangers van de vier
oudste ligtingen, voor zoo ver zij vóór den laten
April jl. in het genot van onbepaald verlof zijn
I gesteld.
p’.'/
Bij vonnis van de rechtbank te
6 April jl. werd de predikant bij de Christelijk
Gereformeerde gemeente te Gorichem, de heer
E. F. S., tot een geldboete van I 24 of sub 7
dagen gevangenisstraf veroordeeld, ter zake dat
hij zich in de voormiddaggodsdienstoefeuing van
Zondag 26 Oct. jl., waarin hij als leeraar optrad,
zou hebben schuldig gemaakt aan beleediging.
Tot de ten deze ingestelde vervolging had het
volgende aanleiding gegeven. De kerkeraad van
bedoelde gemeente had in een spoedigs bevalling
na haar huwelijk van een van de lidmaten der
gemeente, de huisvrouw van E. J. Neen reden
gezien om op haar de kerkelijke censuur toe te
passen. In den avond van 24 Oct. deelde de
predikant dal besluit van den kerkeraad aan de
kraamvrouw mede en den volgenden dag gaf zij
per brief kennis, dat zij, op grond van haar
overtuiging en naar aanleiding van gemoedsbe-
zwaren, zich aan de gemeente onttrok. De pre
dikant meende aan dien brief publiciteit te moeten
geven, zonder vooraf den kerkeraad te hooren,
en deelde des Zondags aan zijn gemeente mede,
dat de bedoelde persoon had bedankt, «omdat
zij wegens overtreding van het zevende gebod
was onder censuur gesteld en zich daaraan niet
wilde onderwerpen.” In de woorden «overtreding
van het zevende gebod” zag de klaagster een
beleediging, en de rechtbank deelde bij zijn ver-
oordeelend vonnis die meening.
Van die uitspraak vóórzagen zich èn de be
klaagde èn het openbaar ministerie in hooger
beroep hetgeen Donderdag aan de be-
oordeeling van het gerechtshof te ’s Gravenhage
was onderworpen, terwijl de behandeling der
zaak Zaterdag werd voortgezet.
De verdediger voor den predikant betoogde, dat
toepassing van kerkelijke tucht geen beleediging
kon zijn en dat het oordeel over de juistheid van
de toepassing aan de kerk en haat lidmaten,
niet aan den staat toekwamen, De reden die voor
het ontslag nemen werd gegeven was bovendien
niet juist. De verdediger voor de «gecensureer
de” toonde aan, dat de beleedigde persoon geen
lid van hei kerkgenootschap was toen de bekend
making geschiedde. Of de opgegeven reden de
juiste was, stond niet ter beslissing van den
predikant.
De uitspraak is bepaald op Donderdag
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek, brengen, ter voldoening aan art. 8 der
wet vpn 2 Juni 1875 (Staatsblad no. 95) ter al
gemeens kennis, dat zij, onder zekere voorwaarden,
vergunning hebben verleend tot uitoefening van
het bedrijf van Smid, aan Johannes Volkers en
£Üne rechtverkrijgenden in het huis op het Groot- uommera ornschrcvea in zijn woning toeiaat,
De verguld zilveren beker, afkomstig van het
vroegere gilde van den edelen voetboog St. Joris
te Middelburg, het eigendom van de tegenwoor-
thans op de
zien, is voor
Rothschild te
De trein, die om 11,49 uit Roosendaal naar
Breda vertrekt, geraakte Donderdag aan het eerste
wachthuis van de gewone route op oen draai
schijf waarvan de lyn op enkele passen eindigt.
3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het
onderzoek niet in voldoenden staat worden be-
1 vonden
4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een
ander toebohoorende, als de zijne vertoont.
I De verlofgangers worden herinnerd dat, nu er
I maar èèn onderzoek in het jaar wordt gehouden,
I zij bepaaldelijk moeten opkomem en dat de straf-
I bepalingen van art. 144 der wet strengelijk zullen
worden toegepast op de zoodanigen, die zonder
I geldige redenen niet verschijnen en dat zoodanige
L verlofgangers, die zich in eene andere gemeente
1 gaan vestigen, de verplichting wordt voorgehou-
I den, welke aan hen bij ait. 134 der wet is op-
Uit ’s Hage meldt men, dat de plechtige ont
hulling van het gedenkleeken op het graf van
wijlen den hooggeschatten directeur der kun.
kapel van de grenadiers en jagers, F. Dunkler,
op Eik en Duinen zal plaats hebben op 25 Juni
a.s., des namiddags ten 2 ure.
Dat do verlofganger bij het onderzoek moet
f verschijnen in uniform gekleed, en voorzien van
j de kleeding en uitrustingstukken, hem bij zijn
vertrek met verlof medegegeven, van zyn zak-
j boekje en van zijn verlofpas.
Dat, behoudens het bepaalde in art. 130 dier
wet, een arrest van twee tot zes dagen door den
Militie-Commissaris kan worden opgelegd aan den
verlofganger
1°. die, zonder geldige redenen, niet bij het
onderzoek verschijnt
2°. die, daarbij verschenen zijnde, zonder gel
dige redenen, niet voorzien is van de hiervoren
I vermelde voorwerpen
Met gevangenisstraf van
of geldboete van f 1 tot f 300 wordt gestraft .-
1. hij die aan iemand, die in kennelijken staat
dronkenschap verkeert, sterken drank toedient.
2. hij die een kind beneden den leeftijd van
jaren opzettelijk dronken maakt.
3. hij die iemand door geweld of bedreiging dwingt
tot het gebruik van sterken drank.
Indien een dezer feiten een ziekte ten gevolge heeft,
wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf vau één
dag tot 5 jareu.
Indien de dood het gevolg is, wordt hij gestraft met
tuchthuisstraf van vijf tot tien jaren.
Üp grond van gewoonte van dronkenschap kan de
meerderjarige onder curateele gesteld worden. Alle be
palingen betreffende de curateele op grond van ver
kwisting en hare gevolgen zijn daarbij van toepassing.
Gewoonte van dronkenschap wordt beschouwd als een
grond, waarop scheiding van tafel en bed kan worden
gevorderd.
In het wetsontwerp, houdende wettelijke bepalingen
tot beteugeling van het misbruik van sterkendrank,
wordt, o a. ook aan den gemeenteraad bevoegdheid ge
geven om bij plaatselijke verordening .-
1. wijken, buurten of straten aan te wijzen, -waar
verkoop van sterken drank in het klein niet mag worden
vergund.
2. een maximum vast te stellen van de binnen de
gwneente te verleeuen vergunningen.
Dit maximum mag niet lager worden gesteld dan
in gemeenten met meer dan 50.000 zielen, 1 op de
500 inwoners'; in gemeenten met meer dan 20.000 en
ten hoogste 50.000 zielen. 1 op de 400 inwoners; in
gemeenten met meer dan 10.000 en ten hoogste 20,000
zielen, 1 op 300 inwoners in do overige gemeenten 1
op 250 inwoners.
Het maximum mag niet lager gesteld worden dan het
bij een kleiner bevolkingscijfer zou mogen worden gesteld
en niet lager dan op twee.
De in dit artikel bedoelde plaatselijke verordeningen
gelden voor een bepaalden daarin genoemden tijd, die
tien jaren niet mag te boven gaan.
Onverminderd de straffen wegens overtreding der
wetten op het patent of wegens het houden van een
huis van hazardspelen, wordt volgens het ontwerp met
gevangenisstraf van 1 tot 21 dagen of geldboete van
f 1 tot f 100 gestraft .-
1. hij die zonder de vereischte vergunning sterken
drank in het klein verkoopt, te koop aanbiedt of ten
verkoop in voorraad heeft.
2. hij die in een localiteit, waar sterke drank in het
klein verkocht wordt, op eenigerlei wijze aan koop van
sterken drank eene kans op winst verbindt,
3. hij die een der handelingen in de beide vorige
De Memorie van Antwoord der Regeering op het
Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over het wets
ontwerp tot verhooging van Hoofdstuk V der Staats-
begroeting voor 1880 (lager onderwijs) is in 't licht
verschenen.
Dat het Koninklijk invoeringsbesluit in elk geval
vóór 1 Juli van dit jaar uitgevaardigd behoort te zijn
opdat de Provinciale Staten in hunne aanstaande zomer
vergadering weten, waaraan zij zich bij de overweging
van aanvragen om subsidie ingevolge art. 36 der school
wet van 1857 te houden hebben, is den Minister niet
duidelijk. Die aanvragen moeten in Juli beoordeeld
worden naar de dan nog geldende wet van 1857 het
tijdstip, waarop de wet van 1878 in werking treedt
staat daarmede in geenerlei verband. Zoolang de wet
van 1857 van kracht is, moet zij worden nageleefd
de aanvragen om subsidie krachtens art. 36 dier wet
zijn te overwegen volgens haar voorschriften.
De Minister bestrijdt voorts de meening dat, zoo de
wet met 1 November 1880 in werking treedt, aan alle
gemeenten een vergoeding wordt gegeven voor kosten,
die eigenlijk niet gemaakt zijn.
Met de groote meerderheid en op de door haar
aangevoerde gronden is de Regeering van oordeel, dat
mededeeling van het advies van den Raad van State
niet raadzaam is.
De Regeering vereenigt zich niet slechts in het afge-
trokxeue geheel met de meening, dat gewone uitgaven,
als waarvan hier sprake is, niet door buitengewone
middelen gedekt moeten worden, maar heeft zich ook
reeds beijverd de middelen te zoeken om tot verster
king van de gewone middelen te gerakennaar zij
hoopt, zal daaraan dienstbaar kunnen zijn een wetsout
werp tot regeling van de bijdragen van Ned. Indie aan
de middelen tot dekking der Staatsuitgaven, volgens
hetwelk reeds de dienst 1880 met een
van f 2,000,000 zou worden gebaat.
Sneek, brengen, ter voldoening aan art. 8 der wet
Vao 2 Juni 1875 (Staatsblad no. 95) ter algemeene
kennis, dat zij onder zekere voorwaarden ver
gunning hebben verleend tot uitoefening van het
bedrijf van Kuiper, aan Evert van der Weijde
I en zijne rechtverkrijgenden in het huis in de Ha-
I venstraat, kadaster sedie B, no. 1120.
Sneek den 12 Juni 1880.
f J. van DRIESSEN, Burgemeester
J. W. BENNEWITZ, Secretaris.