MEI WS ffl ADfflfflTIMHD TOOR DE
fflffl’TE EN RET ARRONDISSEMENT SNEER.
jlk
1 W
w
No. 56.
V IJ F-E N-D E R T I Q S T B
A R O A N G-.
1880.
ur
WOENSDAG
14 JULI.
D.
te
’I Vad.
I
lie
sis
de
nd
i.
ar-
m,
>u-
na,
ze
ng
de
2
»g,
nit
lie
in.
en
■u
ie
er-
op
d I
van
roem
van
ik.i
j
Het besluit van de commissie van rapporteurs*
om het gewijzigd ontwerp voor de r e n t e w e
nogmaals in de afdeelingen te onderzoeken, ont
lokt het Vad, de volgende woorden
«Waartoe mag men vragen. De wijzigingen,
die de regeering in het oorspronkelijk ontwerp
heeft gebracht, zijn in hoofdzaak verbeteringen,
die in het voorloopig verslag gevraagd zijn, of
wel redactie-wijzigingen naar aanleiding der op
merkingen in dat verslag.
»Zal het 45 bladzijden groote Voorloopig ver
slag door een nieuwen lijvigen bundel moeten
gevolgd worden Het is ons een raadsel, hoe
Een treffend ongeval heeft Woensdag jl. op de
Maas nabij Maesedijck plaats gevonden. De heer
H. aldaar was met zijn gezin, bestaande uit vrouw
en 5 kinderen, waarbij zich nog twee kinderen
uit de buurt voegden, uit roeien gegaan. Nabij
een daarliggende schip gekomen, viel plotseling
een der zwaarden van ’t schip op ’t bootje,
waardoor het omsloeg en de opvarenden in’t wa
ter stortten. Slechts 3 kinderen werden gered,
de overigen vonden hun graf in de rivier.
Adriaan van Beest, door het provinciaal gerechts
hof van Noordbrabant tot levenslange tuchthuis-
straf veroordeeld, heeft cassatie aangeteekend te
gen ’s hofs arrest.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATEDDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post /I 25.
Alle hrieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco
in te zenden.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7‘/a Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den
Uitgever.
Hel Zeéuwsch Dbl. maakt in een residentiebrief
gewag van een gerucht, dat er plan bij de Re-
geering zou beslaan om den Koning tot goever-
neur-geoeraal van Nederl. Indie voor te dragen
de heer van Lansberghe wil nu weg den
Minister Six
De verkoop der onafgehaalde prijsvuorwerpen
van de groote watersnoodslotery, welke auctie
Vrijdag jl. in hel venduhuis van de notarissen te
dec Haag plaats had, heeft bruto opgebrachl
f927. Veel van belang schijnt er dus niet vergeten
te zijn.
Dr. Bronsveld, predikant te Utrecht, voert bit
teren strijd tegen dr. Kuyper en schreef onlangs:
»ik zal hem niet met rust laten, zoo lang ik my
insinuatie geheel in den gewonen toon van dat waar
dige orgaan der conservatieven het Dagbl heeft
de moed de woorden van den heer Wintgens
toe te juichen terwijl de Kamp, Crt.,
en de N R. C ze streng afkeuren.
«De waarheid is gezegd en de waarheid heeft
zóó diep ge rollen zegt het Dagbl. dat de
gebruikelijke taktiek van persoonlijk dénigrement
meest worden aangewend op een tot dusver in
het Nederlandsch parlement, neen in eiken kring
buiten de communards-club van Parys, ongekende
wijze. Wij hebben slechts één grief tegen den
heer Wintgens die, dat hij niet krachtig genoeg
zijn mannelijk waarachiig woord beeft gehand
haafd. Trouwens het getier benam hem daartoe
de gelegenheid”
De Kamp. Crt het incident vermeldende, zegt:
«Dergelijke tooneelen in onze Vertegenwoordi
ging zijn diep te betreuren. Wat te zeggen van
den man, die, ofschoon tot de veteranen der Ka
mer hehoorende, door insinuation van het aller
laagst allooi tegen een zijner medeleden ze uit
lokte
De heer Wintgens heeft zich zwaar vergrepen
aan eigen waardigheid en aan die der Kamer.
Wij zouden hem wel willen aanbevelen, wat min
der zijn stadie te maken van de manieren
het Haagsche Dagblad .en er minder zijn
in te stellen, in de Kamer de echo te zijn
dat ergaan.”
Hel Vad zegt: «Men kan, als men iemand
wil aanduiden, hem met name noemen of wel
door gebaren te kennen geven wien men bedoel!.
Dit laatste had de heer Wintgens duidelijk genoeg
gedaan toen hij zich opzettelijk naar den heer
Moens wendde. Geen wonder, dat de houding
van den heer Wintgens, toen hij zich voordeed
alsof hy den heer Moens volstrekt niet bedoeld
had, en in plaats van zijn woorden te herba
len of in te trekken met een meer op andere
plaatsen dan in de Kamer gebruikelijke opmerking
eindigde, talrijke feekenen van afkeuring uitlokte.”
En de N. R. C. zegt: «Hoffelijk, ridderlijk zou
de heer Winlgens zich hebben betoond, indien
hij na het woord van den heer Moens zijn excuses
had gemaakt. In plaats daarvan zeide hij «den
naam van den heer Moens zelfs niet gebezigd te
hebben.” Alsof alleen het noemen van den naam
de beleèdiging uitmaakle 1 Alsof er niet een wijze
van msinueeren bestaat, des te pijnlijker en grie
vender voer hem, voor wien zij bestemd is, wan
neer zij in een algemeene, onbestemde verdacht
making wordt ontwikkeld, en dan zoo geheel on
verdiend als deze.”
Even als het Dagbl zijn de Tijd en de Amst.
Ct. van meening dal de heer Moens geen motief
had om zich de woorden van den heer Wintgens
aan te trekken.
En de Amst Ct èn de Tijd én bel Dagblad
vergeten echter wat de verslaggevers van de N.
R, C. èn ’t Vad. èn 't N. v. d. D. in de tribune
zagen, dat ui. de heer Wintgens zich hij het uit
spieken der beschuldiging van oneerlijkheid direct
tot den heer Moens wendde en dezen dus dwong
zich die woorden aan te trekken.
UIT D E P E R S.
Het incident Winfgens-Moens wordt druk door
de pers besproken. Het Dagbl. en dat was
te verwachten, want de heer W. viel bij zyBe
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek,
brengt ter kennis van de ingezetenen de volgende:
KENNISGEVING
De COMMISSARIS des KONINGS in de pro
vincie Friesland,
Gelet op het besluit van Gedeputeerde Staten
dier provincie, van den 8 Juli 1880, ao 67 le
afdeeling B, en op art. 11 der wet ven 13 Juni
1857 (Staatsblad no. 87);
Brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat
lal worden geopend
1° op Woensdag den elfden Augustus e. k
met aonsopgang, voor xoover betreft de jachtbe
drijven
a. het bij letter d van art. 15 en bij art. 17
der genoemde wet bedoeld schieten van water
wild, ais: eenden, duikers, waterhoeders, water
snippen, schrieken, kemphanen, strandloopers,
wulpen en plevieren, op alle wateren en hunne
oevers, alsmede langs de kusten, moerassen, pet
ten, plassen, grachten en slooten
b. het vangen van eendvogels in een eenden
kooi of daarmede gelijkstaand toestel, bedoeld bij
letter h van art. 15;
2°. op Woensdag den twintigsten October
e. k. met zonsopgang, voor zoover betreft hel
jachtbedrijf van het vangen van wa erwiid met
slagnetten, bedoeld bij letter f van art. 15.
En zal deze cp de gebruikelijke wijze worden
sfekondigd en aangeplakt.
Leeuwarden, den 9 Juli 1880.
De Commissaris des Konings voomoemd
Van HARINXMA thoe SLOOTEN.
Sneek den 13 Juli 1880
De Burgemeester voornoemd
J. van DRIESSEN.
Door de politie te Amsterdam is de hand ge
legd op een vijftal Duitscheis, die zich iu een
kostbare woning op de Stadhouderskade aldaar
hadden gevestigd en het huis op weelderige wijze
ten koste van tal van Amsterdamsche leveranciers
hadden gemeubeld en ingericht. De meubels en
kostbaarheden, die op erudiet afgeleverd werden,
verdwenen echter weder op geheimzinnige wijze,
zoodat, toen de politie in het huis drong slechts
de tapijten overig waren van al het huisraad en
de vele kostbaarheden die afgeleverd waren.
Het schijnt gebleken te zijn, dat een van de
beeren, die zich daar op zulk een eigenaardig
kostbare wijze hadden gevestigd, regelrecht uit
eene Duitsche gevangenis kwam en hier slechts
eenige weken het genot zijner vrijheid heeft mo
gen smaken.
na de volle en dikke bundels over de effecten-
en rentebelastingen nog iets nieuws zou kunnen
worden opgemerkt.
«Bij de behandeling der staatsbegrooting was
de kamer vol van wenscheu naar allerlei belang
rijke wetsontwerpen. Hartstochteiijk werd door
haar naar arbeid veel arbeid gevraagdzij
vroeg zelfs zooveel, dat, waren haar wenscheu
ingewilligd, zij wel voor 26 jaren zwaar werk
zou hebben gehad. Bij dien overdreven ijver,
waarbij aan de regeering bespottelijk overdreven
eischen werden gesteld, steekt de houding ten
aanzien van de aanhangige belastingwet scherp af.
«Doch wellicht zullen de afdeelingen verstandi
ger zijn en niet in een herhaling van alles vallen.
«In dat geval kan men nog op een spoedig
uitgebracht eindverslag en een openbare behande
ling in deze zitting hopen. Blijft het ontwerp
nu onafgedaan, dan begrijpen wij niet, hoe de
kamer neg tegenover deze regeering ooit op spoed
zal durven aandringen en hoe zij zonder blozen
de algemeene beschouwingen zou kunnen nalezen,
die zij eenige maanden geleden bij de staatsbe
groting ten beste heeft gegeven.”
A' M E X E A urn.
list
L
ft
I
6
I
1/
/‘3
;ia
i
tf.
J
en
dr.
der
fif
ing
ide
!l)S
1)8,
eel
in-
ms
Wiatgens eischte bij, dat hij de laaghartige beschuldiging
zou intrekken of duidelyk. met dea naam er bij, zou
Van deliberate banken weerklonk daarop luid bravo!
bravo. De heer Wintgens aulwoordde.- „Ik heb
d!n,uaan'„vaü. 116,1 ileer Moens niet genoemd
„Lafaard! nep meu hem toe, en verschillende
stemmen herhaalden; „Lafaard! laaghartige De Voor
zitter klopte met den hamer. „Maar" vervolgde de
heer Wintgens „als hij het zich aantrekt dan zeg
ik: die den schoen past trekke hem aan
Op deze woorden volgde een heftige agitatie in de
kamer. „Lafaard, laaghartige!" klonk het uit. den mond
van verschillende leden, die zich in de vrije ruimte in
he. midden der kamer voor de bank van den hr. Wiot
geus bevonden.
Toen de heer Van Nispen daarop zeide te pro
testeeren dat hier tot een persoonlijk feit werd gemaakt,
wat niet tot een bepaald persoon was gezegd, verklaaide
de V o o r z 1 t t e r tegen dit protest te protesteeren,
Hij bad den heer Moens, met stilzwijgende goedkeuring
der Kamer, het woord voor eou persoonlijk feit verleend
en hij het daarop geen critiek toe.
De heer Van Nispen zette daarop zijn rede voort
na verklaard te hebben, dat hij zich wilde vrijwaren
tegen de meening, dat hij een bijzonder persoon op het
oog bad, wanneer hij verklaarde, dat een geheele categorie
van personen geldelijk belang heeft bij de invoering der
wet. Nadat hij de verschillende grieven tegen de school
wet nog eens had opgesoind en zijn rede eindigde, sloot
de V oorzitter, schoon er nog een uur vóór de ge
wone sluiting moest verloopen, de zifting,
De heer Moens vroeg gisteren (Maandag; bij het
begin der zitting het woord om aan te vullen wat in
het officieel Bijblad van Vrijdag is weggelaten, namelijk
dat hij het woord vroeg tijdens de heer Wintgens sprak
tn dut. de heer Wintgens zich omkeerde, en hem met
den vinger aanwees, toen hij zijne beschuldiging uitte.
Door deze weglating wordt het officieel verslag onver
staanbaar.
De beeren van Eek en Heijdenrijck verklaarden na
mens de commissie voor de stenograph ie, dat de ge
woonte medebracht alleen interruptiën op le nemen, die
van invloed op het recht verstand van het gesprokene
waren, maar dal -het Bijblad eukel vermeldt, wat ge
sproken wordt, en niet wat geschiedt. Beiden meenden,
dat het verslag duidelijk genoeg en verstaanbaar was
door de opgaaf van den heer Moens aan den voorzitter
waarin het persoonlijk feit bestond.
De, heer Wintgens ontkende, dat hij den heer Moens
met den vinger zou hebben aangewezen, gelijk het ver
slag van sommige dagbladen, die er altijd op uit zijn
zijne gezegden verkeerd voor te dragen, meldde. Leden
in zijn nabijheid hadden verklaard, dat hij het niet ge
daau had.
De heer Moens bleef volhouden, dat in het Bijblad
het verslag onverstaanbaar was, en verklaarde, dal een
vriend van deu heer Wintgens uit eigen hoofde hem
8eze£" ‘ucl< (lal i‘Ü en anderen gezien hadcieu, dal de
heer Wintgens hem met vinger of band had aangewezen
Hiermede is hst incident afgeloopeu.
Daarna is de di-cussie over de ciedictwet voor de
invoering der onderwijswet hervat.
De heer Keuchenius bestreed uitvoerig het ontwerp
dat de schoolwet uitvoerde vóór dat ze is ingevoerd, en
uitgaven voorstelt zonder aanwijzing der middelen. Te
veus vraagt hij, boe de staatkunde van dit Kabinet met
de invoering dezer wet te rijmen is.
De heer Lohman betoogt, dat het nut der schoolwet,
eene uitgaaf vau 6 millioen jaars niet waard is voor
het gebeide Nederlandsche volk. Rij protesteert te-en
de wet, verwondert zich niet, dat dit Ministerie de wet
uitvoert, daar bet niets is of kan zijn dan de dienaar
der meerderheid van de Kamer, maar hij verwondert
zich, dat de liberalen zoo millioenen wegwerpen, om een
onbereikbaar doel te bereiken een Christendom boveu
geloofsverdeeldheid,
De heer de Bruijn bestrijdt ook sterk het ongemoti
veerd ontwerp tot uitvoering eeuer wet, die wrange
vruchten zal dragen.
TWEEDE KAMER.
In ons vorig nummer hebben we onderde telegr. berieh!
ten reeds in korte woorden melding gemaakt van het
incident, dat j 1 Vrijdag in de Kamer plaats had,bij gele
genheid van ‘l toen aangev. debat over de suppletoire be
glooiing van Hoofdstuk V (invoering der nieuwe onder
wijswet op" 1 Nov. a. s) Wij hebben gemeend hierop
echter nog wat uitvoeriger te moeten terugkomen.
Nadat de beeren Vermeulen, Heijdenrijck, de Casrm-
iroot en Van Baar de voordracht hadden bestreden, èu
omdat er geen, geld voor de uitvoering is èu wijl zij
ontijdig, niet'voldoende voorbereid, moet worden geuoemd
kwam de heer Wintgens aan ’t woord. Hij verklaar
do tegen dit ontwerp te zulleu stemmen, wij! hij het in
strijd achtte met de onderwijswet zelf cu omdat hel een
financieele misgreep moest heeteu. De verantwoordelijk-
beid voor de gevolgen met betrekking tot de belasting
«liuldigerf wierp hij dan ook van zich af Voorts achtte
lij het in strijd mei een wijze staatkunde Men moet
:ich niet laten medeslepen door een valsehe opinie en
loor hel geschrijf in de bladen, evenmin door de pressie
'au onderwijzers eu scboolautoriteijen die en hier
eerde zich de heer Wintgens, volgens de verslaggevers
fan de meeste bladen, tot deu heer Moens, die op
>at oogenblik achter hem gezeten was voor zien
self financieel belang hebben bij de invoering der wel
Onmiddellijk vroeg de heer Moens bet woord voor
ee*> persoonlijk feit. Door deu Voorzitter gevraagd
«aarin dit bestond, antwoordde de heer Moans, dat de
►otiga epreker hem beschuldigde dat by tot de herzie
•ing der wet zou zijn gedreven door geldelijke belangen
,Neen, neen, dat heeft de heer Wintgens niet gezegd,”
klonk het van eenige banken. „Ja, ja, het is wel gezeg’
iepen anderen.
De heer Moens het woord verkrijgende, verklaarde
daarop de lasterlijke aanlijgiug van zich af te werpen
!n beriep zich op alle lijn vrienden om te verklaren of
tij niet steeds had ontraden de bezoldiging van de in
ipecleurs te verhoogen. Hij kon dan ook de verzekering
teven, dat zijn financieele belangen ‘t zij bij na de
Invoering der wet al dan niet bij het schooltoezicht
bleef nitjjd benadeeld zouden zijn. Van den heer
BEKEND MA KIN G