IWEÜWS- f ADTOEWIE-BIAD VOOR DE GEMEENTE EA HET ARRONDISSEMENT SNEER; I I I f No. 78 1880. V IJ F-E N-D ERTIGSTE J R G A N G. WOENSDAG 29 SEPTEMBER. e I De Millioencn Speech, ;r b. en t B I BTBl E X L. A M». I I Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden fi.franco per post ƒ125. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffendefranco in te zenden. ie sn >1- »n J. van DRIESSEN. De Secretaris J. W. BENNEWITZ. Bij gelegenheid van den vauxhall, Donderdag door de maatschappij van landbouw in de stads gehoorzaal te Leiden gegeven, hebben wanorde lijkheden plaats gehad. Reeds bij den aanvang moesten twee beschonken studenten uit de zaal verwijderd worden, en tegen het einde der mw De Nederlandsche commissie, aan welke is opgedragen om de inzenders van vee en zuivel op de tentoonstelling te Londen van 26 tot 29 October te vertegenwoordigen, bestaat uit de heeren C. J. M. Jongkindt Goninck te Wage- ningen, Jules van Hasselt te Kampen, I. Zyp Ki. te Abbekerk, A. M. van Slooten te Rauwerden II. de Veer te Amsterdam. Voor dit tekort zou, volgens den minister, een overschot van ongeveer 2 millioen in de plaats treden, bij aanneming van ’t ontwerp betreffende de Indische bijdragen. Maar, behalve dat deze becijfering reeds een anticipeerend karakter draagt, moet hierbij niet uit het oog worden verloren, dat ook de Indische dienst in den laatsten tijd slechts tekorten oplevert; en ’t zal wel moeilijk gaan „tekorten” met „tekorten” te dekken. Die 2 millioen, door Indie te leveren, zou dus slechts een fictief cijfer zijn. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Sneek doen te weten, dat in hunne vergadering van den 25 September jl. voorloopig ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7‘Z, Cents. By abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. Met de Kamp. Crt., waaraan wij bovenstaande cijfers ontleenden, vragen wijWaar gaan wy op deze wijze heen gaven, bijv, voor spoorwegaanleg wordt voor 1881 aangevraagd 13 millioen, tegenover 7 mil lioen in '80. Maar leert de ondervinding dan niet, dat de buitengewone uitgaven jaarlijks even zeer terugkeeren als de gewone In elk geval, ook in die buitengewone uitgaven moet voorzien worden, en wij staan dus voor het treurig voor uitzicht, dat, met het tekort van vorige jaren, aan het einde van 1881, en nadat de opbrengst der leening van 1878 geheel verslonden is, we derom een deficit van ruim 23 milloen te dekken zal zijn. Bij Koninklijk besluit is ingetrokken de benoe ming van den hr. mr. J. J. Bolman tot schoolopziener in het district Assen en is daartoe benoemd de heer J. van Druten. 1! i V versterking -4 daarom is de minister is vastgesteld het aanvullings kohier van de be. lasting op de binnen deze gemeente gehouden wordende Hondenvoor het jaar 1880, en dat dit kohier, te rekenen van den 29 dezer maand, gedurende 14 dagen ter Secretarie alhier voor een ieder ter inzage zal liggen, binnen welken termijn elk zyn bezwaren tegen het kohier, op ongezegeld papier bij den Gemeenteraad kan indienen. Sneek den 28 September 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, BEKEND MA KING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek maken den ingezetenen bekend, dat tot Voorzitters en Leden der volgende raadscommis- siën zijn benoemd a. Commissie van beheer der Stadsreiniging. Voorzitter de Burgemeester leden II. Pijttersen Tz. F. H. W. Mulder en J. Gorter. Commissie voor Stralen en Wallen. Voorzitter, Johs. Schijfsma, Wethouder ledenH. Joustra, II. S. de Vries en Gor ter. Commissie voor Gemeente-eigendommen. Voorzitter, II. Jz. Kingma, Wethouder leden, Mr. L Reitsma, F. II. W. Mulder D Gorter. Sneek den 25 September 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. van DRIESSEN. De Secretaris, J W. BENNEWITZ. Men behoeft waarlijk niet erg pessimistisch te zijn, om den tegenwoordigen toestand van ons finantie-wezen verre van gezond te noemen en het een bedenkelijk verschijnsel te vinden, dat in de ontstane tekorten telkens door nieuwe leeningen zal worden voorzien. Dat zou juist leiden tot het «leven bij dea dag,” waarvan de minister verklaart zoo afkeerig te zijn en waarom hy het dan ook zegt, het zijn plicht te achten, te zorgen dat de gewone inkomsten in even wicht gebracht worden met de gewone uitgaven, sniet enkel door verzwaring, maar ook door billijkerverdeeling van laste n.” Van deze laatste verklaring, hebben wij en zeker velen met ons nota genomen, ’t Is zeker niet ongepast hierbij den wensch uit te spreken, dat het niet bij die «ver klaring” zal blijven, maar het werk der belasting-hervor- mïng ook eens voor goed en krachtig ter hand zal worden genomen. Afgescheiden daarvan blijft echter bij ons neg altijd de vraag over, ot er geen ander genees middel is voor de jaarlijks terugkeerende tekorten op onze staatsbegrootingen, dan het telkens dieper tasten in de beurzen der belastingbetalende bur gers En dan komt het ons voor, dat de Eerste Kamer, in haar adres van antwoord op de troonrede, reeds een duidelijk antwoord op die vraag gegeven en daarmee tevens het een voudig geneesmiddel aangewezen heeft in deze alinea ^Beperking van Uitgaven achten wij een eisch van den staat onzer finantien.’’ Zóó oordeelt onze Eerste Kamer - óns Huis der Lords Zou dat oordeel ook nadere over weging verdienen Beperking van Uitgaven,” bezuiniging dus ziedaar een zeker niet overtollige eisch, als men let op de weelderige wijze, waarop onze huis houding van staat voor een groot gedeelte nog maar al te veel geschoeid is. Zoolang echter nog nagenoeg l/3 deel onzer staatsbegrocting verslon den wordt door het budget van Oorlog en Ma~ rine, het improductieve danaïden-vat, waarin de belastingpenningen (aliashet «zweet en bloed der natie”) versmelten als sneeuw voor de zon doet men onverstandig over beperking van Uitgaven te spreken, omdat die beperking allicht'ten koste zou gaan van de intellectueele en materieele ontwikkeling der natie en dus ten slotte zou blijken een misplaatste zuinigheid te zijn. Is het de regeering en de volksvertegen woordiging waarlijk ernst om door bezuiniging het verloren evenwicht tusschen Uitgaven en In komsten te herstellen, dan is o. i. de weg daartoe aangewezen. In plaats van de nagenoeg. 2 mil lioen, die de minister van Oorlog voor ’t volgend jaar meer vraagt, toe te staan, reduceere men integendeel zyn budget tot het minimum. De welvaart van ons volk zal er niet onder lijden, en *s lands finantien zouden er zeker door gebaat worden. Het centraal-bestuur van het Algemeen Neder- landsch Werkliedenverbond, heeft, naar aanleiding van een besluit der algemeene vergadering, zich andermaal tot den minister van justitie gewend, met het bescheiden doch dringend verzoek, dat het den minister behagen moge, spoedig een be langrijke uitbreiding te ontwerpen en voor te stellen van de kindera^beid-wet. De troonrede geeft adressanten reeds aanvankelijk genoegdoe ning op hun verzoek voor het oogenblik bij de middelenwet een mach tiging voor te dragen, om in het geheele aange wezen tekort, tot een rond bedrag van f21,300,000 voorloopig door de uitgifte of beleening van schat kistbiljetten te voorzien. Wat de minister ten vorigen jare bij de overlegging der begrooting aankondigde, dat een met ver verwijderde toekomst ons vermoedelyk nieuwe lasten zal opleggen, dat een nieuw beroep op het crediet van den staat noodig zal zijn en dat versterking der gewone middelen niet achterwege zal kunnen blijven dit is nu nabij. De minister is afkeerig van een po litiek van «leven bij den dag” en acht het plicht te zorgen dat de gewone inkomsten hoe dan ook, in evenwicht gebracht worden met de ge wone uitgaven, niet enkel door verzwaring maar ook door billijker verdeeling van lasten. De re geering is voor een snelle en krachtige uitvoering van openbare werken en van andere uitgevaar digde wetten met het oog op de bevordering van het algemeen belang. Trage uitvoering kost niet alleen verlies van tijd maar ook geldverlies. De vraag blijft alleen over of wij moed en zelfver trouwen genoeg bezitten om met kracht te doen wat onze hand te doen vindt. Tot zoover de Minister en zijn «lekorten-speech,” want, hoe betrekkelijk rooskleurig zijn uiteen zetting van den geldelijken toestand des lands in den aanvang ook moge klinken ten slotte komt het hinkende paard toch achteraan, want voor 1881 wordt door hem eene begrooting voor gedragen, «die met een tekort sluit, grooter dan tot hiertoe werd aanschouwd.” De gaping tus schen de Staats inkomsten en Uitgaven wordt dus, niettegenstaande het toenemend belasting- cijfer, steeds grooter. Dat dit een ongezonde en op den duur on houdbare toestand is, zal wel door niemand wor den ontkend. Het sukkelen met tekorten toch krygt zoo langzamerhand een epidemisch karakter. In 1875 heeft men voor het laatst een batig slot op den dienst gehad. Sedert dat jaar leverde elk dienstjaar een belangrijk tekort. De gezamen lijke tekorten over de jaren 1876—79 werden aanvankelijk geraamd op f35,892,791,63. Wer den tot dekking daarvan bestemd de overschotten van 1874 en 75 en het restant van de leening van 1878, dan zou er nog altijd een som van f 2,397,006,75 J/2 tekortkomen. Nu vallen echter de diensten aan 1878 en 79 belangrijk meê het verschil is voor die twee jaren f3,791,741,28 bijgevolg zou er aan het einde van den dienst 1879 nog beschikbaar zijn een som van fl,394./34,52 Vj. Maar dan zijn ook ingeteerd de overschotten van 1874 en 75 f 6,843,607,48 l/2 en een bedrag van f26,652,177,39 uit de lee ning. En ook de dienst van 1880 levert een tekort, door den Minister berekend op f 3,207,693.09'/2. Trek daarvan af het bedrag van het op ’t einde van 1879 beschikbare, dan blijft er nog een deficit van f 1,812,958,57. Het grootste tekort van vorige dienstjaren was dat van 1877 f 15,891,589,03. De nu inge diende begrooting voor 1881 wijst een tekort aan van niet minder dan f 21.252.036.47. Zeker een respectabel cijfer 1 Maar zegt de minister dat tekort is voor een groot deel te wijlen aan buitengewone uit- I die men gevoegelijk ook de «tekorten speech” zou I kunnen noemen, jl. Vrijdag door den Minister van finantien bij de aanbieding der Staatsbegroo- I ling voor 1881 uitgesproken, begint met het J doen van eenige mededeelingen betrefïendo ’s lands I algemeenen finantieelen toestand in verhand met de vroegere diensten en de dekking der vroegere I tekorten. Van de daartoe aangewezen middelen I blijft dan nog beschikbaar 11,394,732 tot dekking I van ’t geraamde tekort voor den loopenden dienst I 1880 a f 3,207,693, zoodat voor 1880 nog maar I zou moeten voorzien worden in een bedrag van I 11,812,000, afgescheiden van ’t aanhangige we’s- I ontwerp Indische bijdrage, dat bij aanneming een vaste uitkeering van twee millioen reeds aan I den dienst 1880 zou toevoegen, zoodat voor te- I kort daarop een overschot van circa twee ton I «ou in de plaats treden. I Zoo gaal men den dienst 1881 tegemoet met dé waarschijnlijkheid dat de vorige diensten geene I of althans weinige zorg behoeven te baren. Te- genover de zeer belangrijke buitengewone uitga ven voor de jaren 1876—’80 stonden echter I niet minder belangrijke buitengewone middelen tot bestrijding daarvan. De begrooting der uitgaven i voor ’81 beloopt f126,362,641 of f10,502,979 I mesr dan voor '80. Doch voor spoorwegaanleg wordt voor ’81 aangevraagd 13 millioen tegen- over 7 millioen in ’80. Na af- en byberekening van andere vermeerderingen of verminderingen i wordt voor ’81 meer aangevraagd f4,831,000, I waaronder voor bu tenlandsche zaken f57,709,00, I justitie 1151,827, binnenlandsche zaken f2,771,165, I (waaronder f2,454,174 voor lager onderwijs), I finantien f 507,124, voornamelijk voor de her- I ziening van de belastbare opbrengst der ongeb. i eigendommen en uitkeering van het van I het personeeloorlog f 1,925,000, wegens ver- I hoogingen voor materieel en personeel der land- I macht, en waterstaat f 568,685,00, voor uitbrei- I ding van den dienst der posterijen en telegrafie. De raming der middelen bedraagt 1105,110,605 I en een memoriepost voor de Indische bijdrage. I Vergeleken met de aangevraagde uitgaven wijst f de dienst 1881 een tekort van f21,252,036 aan, waaronder begrepen 13 millioen voor spoorwegen en f 1,950,000 voor de voltooiing van het vesting- ztelsel. De minister aarzelt niet om, in afwach ting van latere voorstellen nopens een geldleening voor de evengenoemde 15 millioen, machtiging te vragen tot de uitgifte of beleening van schat- I kistbiljetten. De begrooting zal echter later nog waarschijn- I hjk verhoogd worden met belangrijke uitgaven I Voor waterstaatswerken, zoodra de plannen tot I genoegzame rijpheid zijn gekomen, waarbij in de I eerste plaats te denken is aan de verbetering der I gemeenschap van Amsterdam met den Rijn, aan I werken ten behoeve van den Rotlerdamschen waterweg en aan kanalen ten dienste van de binnenlandsche scheepvaartmaar deze in de gevolgenproductieve uitgaven zijn zóó buitengewoon I en tevens zóó belangrijk, dat ook daarroor, naar I gelang der behoefte, de toevlucht zal mogen 1 genomen worden tot geldleening, welk middel echter zoo al niet reeds dadelijk, toch in hel ver- n volg verhooging van den rentelast, dus van de H gewone' uitgaven zal medebrengen. 1 Daarentegen zou, wanneer de gedane voor- drachten betreffende de rentsbelasting en de re- t geling der bijdragen uit de geldmiddelen van I Ned Indie tot wet kunnen worden verheven, een versterking van de gewone middelen met 5'/2 a i 6 millioen gulden verwacht mogen worden en ---er toe overgegaan, om SNEEK I Ol lilVT. a ëS c. Jl- ■EMMI mi- i t i t

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1880 | | pagina 1