■M1’ HET BOOMT Sffll Bl> 11DBTEWM1DI00R DE I I n a. I' I e j a a. r a 1881. No. 10 REODHGSHAKE^ W O JE IV S I>2V O K 1°. 2°. I 5°. 6°. 9°. gewicht zijn beladen. 3°. 4°. 7°. 8°. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7'/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. I I zage zal liggen eene opgave van de uitkomsten, bedoeld in de artikelen 15, 23 en 43 der Wet van den 26 Mei 1870 (Staatsblad no. 82), be treffende de grondbelasting van gebouwde en ongebouwde eigendommen. Sneek den 2 Februari 1881. De Burgemeester voornoemd J. van DRIESSEN. AFKONDIGING. De BURGEMEESTER van de gemeente Sneek brengt bij deze ter kennis van de inge- van de gemeente, KENNISGEVING. De BURGEMEESTER, Hoofd van het plaat selijk bestuur te Sneek, maakt door deze aan de ingezetenen bekenddat het 2e suppletoir kohier van den Hoofdelijken Omslag, voor het dienstjaar 1880, door Heeren Gedeputeerde Sta ten van Friesland, bij hun besluit van den 27 Januari jL m\ 4 2e Afdeelmg, goedgekeurd, aan den heer Gemeente-Ontvanger ter invordering is overgegeven, en dat een ieder verplicht is zijn aanslag op den bij de Wet gevorderden voet te voldoen. Sneek den 31 Januari 1881. De Burgemeester voornoemd, J. van DRIESSEN. of op grond van te zijn eenige wettige zoon, als mede dat, om vrijstelling wegens eigen militairen j dienst of die van broeders te verkrijgen, het paspoort of ander bewijs van ontslag of een uit treksel uit het stamboek, of een bewijs van werkelijken dienst, ten minste tien dagen vóór den dag, waarop de eerste zitting van den Mi- litie-raad wordt geopend, ter Secretarie voornoemd moet worden ingeleverd. Sneek, den 28 Januari 1881. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. van DRIESSEN. De Secretaris J. W. BENNEWITZ. BEKENDMAKING. Het GEMEENTEBESTUUR van Sneek maakt, ingevolge daartoe ontvangen aanschrij ving, bekend, dat de Heer Commissaris des Ko- nings in de Provincie Friesland heeft goedge vonden en verstaan te bepalen a. Dat van heden af, tot nadere aankondi ging, de groote wegen in deze Provincie, zoo mede de trekweg van Dockum naar Stroobos, zullen zijn afgesloten voor rij- en voertuigen, welke, wat betreft de diligences en wagens met breede veilingen aan de raderen (buiten en be halve de reizigers met hunne gewone bagage), met zwaarder vrachten dan van 500 kilogram i en wat aangaat alle rij-en voertuigen met smalle of gewone veilingen, zwaarder vrachten hebbende dan 400 kilogram; en dat in allen gevalle niet anders dan halfspoor zal mogen worden gereden, naar aanwijzing van de op die wogen te vinden spoorleiders, welke evenwel ’s nachts zullen zij weggenomen b. dat de tolgaarders en andere beambten van het bestuur der wegen voor de stipte nale ving van deze bepalingen nauwkeurig zorg zul len dragen, zijnde zij gemachtigd en gelast, om, gedurende dezen winter, bij invallenden en door- gaanden dooi, alle zoodanige rij- en voertuigen, waarvan zij, bij gemis van weegbruggen, de ze delijke overtuiging hebben, dat ze met meer dan het bepaalde gewicht zijn bevracht, niet te laten doorrijden, maar voor de zoodanige de tol- boomen gesloten te houden, tot zoolang het te zware gewicht is afgenomen, hetwelk alsdan met afzonderlijke middelen zal moeten worden vervoerd. Sneek den 1 Februari 1881. Het Gemeentebestuur van Sneek J. van DRIESSEN, Burgemeester. J. W. BENNEWITZ, Secretaris. I Dit middel zou hem dan tevens leeren, dat die verachte dramatische kunst, welker invloed op de waarheid hij zoozeer vreest, op den duur het levendigst protest behelst tegen onwaarheid in ’t leven.” Over het tweede punt der stelling bepaalt het blad zich tot verwijzing naar Shakespeare’s dra ma’s, terwijl hij het derde punt voldoende be wezen acht met de aanhaling van een leeken- dichtje van De Genestet tegen deftigheid, die „bastaard van den ernst,” KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Gemeente Sneek, voldoende aan de circulaire van heeren Gedeputeerde Staten van den 13 Januari 18S1 N°. 24, brengen ter kennis van Lde ingezetenen, navolgende UITNOODIGING. „De Gedeputeerde Staten van de provincie „Friesland, gelet op het 2e lid van art. 73 der „wet van 4 Juli 1850 (Staatsblad N°. 37); „noodigen de inwoners der provincie uit om, „zoo zij in andere provinciën in de rijks directe r’ „belastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór den „1 April aanstaande aan hunne vergadering te „doen blijken, ten einde door haar daarop kun- „nen worden gelet bij het opmaken der lijst van „hoogstaangeslagenen voor de verkiezing van de „afgevaardigden ter Eerste Kamer van de Staten- i „Generaal.” En zal deze op de gebruikelijke wijze worden afgekondigd, tevens met plaatsing in de Sneeker Courant. Sneek den 25 Januari 1S81. Bane neester en Wethouders voornoemd, J. van DRIESSEN. De Secretaris, J. W. BENNEWITZ. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Gemeente Sneek. Gelet op art. 28 der Wet betrekkelijk de Na tionale Militie van den 19den Augustus 1861 L (Staatsblad no. 72) en artt 20 en 21 van Z. M. besluit van den 8.sten Mei 1862 (Staatsblad no. Brengen door deze ter kennisse der belang hebbenden, dat de loting van de ingezetenen M gemeente, die in het vorige jaar voor de .Militie zijn ingeschreven, voor zoo ver zij op den pls’-en December 1880 nog in leven waren en I -ingezeten van het Rijk zijn gebleven, zal plaats ijhebben te Sneek in de Concertzaal, op Woens- ls|aag den 16 Februari e. k., des voonniddags ten jJlO*/, ure; V dat op den 18en dier maand, ter Secretarie vaA der gemeente door of van wege de lotelingen aanvraag kan geschieden voor de getuigschriften gedurende dertig dagen, te rekenen van den 2en UIT DE PERS. De Amsterdammer, weekblad voor Nederland, beantwoordt te vraagWaarheen die zich de liberale partij op politiek gebied stelt, met den raad: Houdt op de meest mogelijke uitbreiding van stemrecht onder de tegenwoordige grondwet aan. Stelt men aan een candidaat voor de Tweede Kamer de vraagZijt gij voor grond wetsherziening dan derft op dit oogenblik ook het meest krachtige bevestigende antwoord alle practische beteekens. De eenige overweging die gelden mag en gelden moet, is: Zijt ge genegen de voorbereiding tot grondwetsherziening moge lijk te maken? „Dit nu, vervolgt het blad, kan niet anders geschieden dan door uitbreiding van stemrecht op de grootst mogelijke schaal. Hierdoor wordt het getal der kiesbevoegden verveelvoudigd en een belangrijk deel der natie tot staatkundige werkzaamheid geroepen: de eerste voorwaarde om het volk zelf voor grondwetsherziening be langstelling in te boezemen. Dit zal tevens een volksvertegenwoordiging schenken, die niet slechts in naam, maar in de daad de kern der ontwik kelde burgerij vertegenwoordigt; zoo zal men een Tweede Kamer kunnen verkrijgen, wier wenschen door de Eerste Kamer, ook op het stuk van grondwetsherziening, genoeg geacht worden, om een minderheid voor goed van den lust te genezen, den volkswil te weerstaan. Zet de liberale partij, voor zoover de grondwet het gedoogt, de sluizen open, er zal voor het minst een stroom worden gevormd, die beroering brengt fti het stilstaande water, dat thans al te veel op een poel gelijkt, waarvan men met af keer, zoo niet met walging, den blik terugtrekt; er zal een eind komen aan de ontzenuwende moeras koorts, die reeds te lang heerschte en ons staat kundig leven ondermijnt. Daarom, met het oog op de grondwetsherziening in het verschiet, uit breiding van stemrecht en zoo spoedig mogelijk.” Men zegt wel dat, als ons belastingstelsel goed was, heel veel kiezers meer op de lijsten zullen worden geschreven, doch zelfs al ware men met deze oplossing tevreden, het belastingstelsel is nog niet hervormd, en wij leven in Nederland; het zal dus zoo spoedig niet hervormd wezen. Nog dezer dagen waren twee afgevaardigden van Noordholland ter Eerste Kamer, twee edel achtbare hoogmogenden, vriéndelijk genoeg om hun waarschuwende stem tegen het opdrijven van directe belastingen te doen hooren. Indirecte belastingen, dus verzekerden zij, draagt men zoo gemakkelijk. Helaas er zijn, vooral onder onze welgestelde burgers, nog altijd zooveel zachtmoe dige geesten, die aan het indirecte karakter eener heffing dezelfde uitwerking toeschrijven als de geneesheer aan chloroform bij een amputatie ongemerkt zet men op die wijs af, de patient gevoelt er tijdens de operatie niets van. Waar twee liberalen zoo spreken, zou het onvoorzich- i tig zijn zich van deze zijde veel goeds te belo- ven. i „Neen, de uitbreiding van stemrecht is een zaak, die men niet aan een andere ondergeschikt i mag maken. Zij behoort rechtstreeks verkregen te worden. En heeft men haar veroverd, dan zal elke verbetering in het belastingstelsel, waarbij K E N N I S GE VING. I| BURGEMEESTER en WETHOUDERS van 'f de gemeente Sneek doen te weten dat er aanwezig zijn bij Bintje Tjerkstra, bij den Houtmolen van den heer Ter Horst. T. T.-Bloksma, Pompmaker buiten het Hoogënd. Wed. A. Prins, aan den Prinsengracht. Tjipke FerwerdaGrofsmid buiten de voormalige Noorderpoort. Wed. Johs. Jonk, Winkeliersche buiten de voormalige Oosterpoort, nabij het houtstek van den heer 8. C. ten Cate C°. Antoon de Jong, Timmerman, achter Wil lem Molenaar. Den Concierge der Hoogere Burgerschool. Den Concierge der School voor Koste loos Onderwijs. In den Oliemolen van den heer Veen aan de Franekervaart. Sneek den 21 Januari 1881. J. van DRIESSEN, Burgemeester. J. W. BENNEWITZ, Secretaris. De Standaard geeft een zevende artikel over publiek vermaak en toont daar met „een 1 wolke van getuigen” aan, dat de christelijke kerk, 1 althans in de dagen dat ze zich zelve eerde, on voorwaardelijk het tooneel als bedorven en on- herstelbaar heeft veroordeeld. Do artikelen in de Standaard hebben een korte bestrijding uitgelokt van de zijde van het Utr. Dgbl. Daarin wordt betoogd: 1°. dat de dramatische kunst als zoodanig volstrekt niet i don akteur tot een leugenleven behoeft te lei den; 2°. dat de dramatische kunst integendeel het krachtigst protest is tegen alle onwaarheid in ’tleven; en 3°. dat zij, die de dramatische kunst uit het oogpunt van ’t onware bestrijden, wel beginnen mochten met zich af te vragen, of zij zelven altijd waar zijn. Wat het eerste punt, het hoofdpunt betreft, schrijft het U. D. ’t volgende; „Welk een naïeve opvatting van het wezen der dramatische kunst heeft de Standaard. Als of deze werkelijk haar beoefenaar verplichtte tot een algeheel leugenleven. Alsof die kolos sale inspanning, die de tooneelspeler zich moet ge troosten, om in houding, stem en gebaar een ander te schijnen, werkelijk al het rein en zui ver menschelijke van zijn eigen persoonlijkheid zou vernietigen! Maar is dan niet alle kunst schijn? Liegt dan naar die opvatting niet de dichter, die ons zooveel goeds en schoons voor- toovert, tooneelen schetst, die hij uit zijn ver beelding put, en verkondigt dan ook de schil der geen onwaarheid, die op zijn doek ons een natuur doet zien, die toch de natuur niet is? En zou dan de hoogste kunst, de kunst, om door levende wezens een mensch voor te stellen, buiten de orde der zedelijke wereld liggen? Moet dit noodzakelijk hem, die zich daartoe leent, verlagen en in een bedriegelijk wezen herschep pen? Wij zouden veeleer zeggen: hoe hooger de tooneelspeler het brengt in zijn kunst, des te meer kan hij zich zelven blijven. Het is zeker niet te ontkennen, dat er tooneelspelers zijn, die door hunne kunst tot een schijnleven verleid worden. Doch zij, die 't meest daarin zijn gevorderd, heb ben, in plaatst van zich zelf te verhezenook als menschen uitgemunt. „Wordt er b.v. niet van een Ristori verhaald, dat zij, in Madrid opgetreden en gehoord heb bende van een onrechtvaardig vonnis, over een soldaat uitgesproken, waartegen de geheele pu blieke opinie zich verzette, van de Koningin van Spanje gratie voor den ongelukkige verkreeg als loon voor haar overweldigend talent? Worden niet algemeen de menschelijke deugden van de beide groote tooneelspelers der comédie framjaise. Got en Coquelin, geroemd En ging er niet bij ’t sterven van onzen Albregt één stem in ons vaderland op, dat er een edel mensch was ont slapen Alleen onbekendheid met de werkelijke toóneelwereld heeft den schrijver der Standaard- artikelen tot zijn sofismen kunnen brengen; wij zouden hem dan ook in gemoede willen aanra den, om, alvorens hij weder zijne christenen op het punt der dramatische kunst onderhoudt, eerst I eens van nabij de tooneel^ereld gade te slaan. zetenen, dat ter Secretarie vrijstelling wegens broederdiens( i dezer maand, voor de belanghebbenden ter in- ER COURANT S\EE SSI «39S533 i ‘I ‘1 k i A v> 1 VclD. n 4-nil in re nrAO-nnp T\n.*nr>rJ o i An»rnv maonA "VClCYï* fl P Viol <1 Tl O"11 pVillPTï fl OTl tlOT* lil-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1881 | | pagina 1