W: I P- Katei nerbe |uig ■eva; :G IK Een trotsch hart. I ben van .2 zei zijt Jfeadt fostl Her 1 [T st e rd: Wan I jHaga ®rda Tje A. T sum. drukking verloren. „En als ik u nu dan toch eens geen verkeerd idéé had gegeven van mijne positie Bütorherelder.s, die den vooruitgang in hun bedrijf op prijs stellen en daarom het onderricht van den heer Gabel wensehen, moeten vóór 20 Juni e. k. den heer Hylkema kennis geven, dat ze een bezoek van hem met genoemden leeraar verlangen en verder met hem den dag vast te stellen, waarop dit zal plaats hebben. Het onderricht wordt gratis toegezonden. Ille as ■t zi off I er b |n ii |id t >n de i ZÜ “P de on Sar 1 gilet led i in, 1 H vrt PPkon fit d rener °f zi phsaii pfofitc ■wel wen scheid u tot meer discretie zal stemmen,” ver volgde zij met bevende stem. En toen was het op ééns alsof er een zonne straal over dat strak op haar gevestigde gelaat vloog en aan de zachte klank der stem paarde zich een bede om vergiffenis. „Hildegardvergeef het mijsmeekte Hen drik. „Ik weet niet,” antwoordde zij op koelen toon, _of ik daartoe wel ooit in staat zal zijn; gij I onverschillig uit welken grond, te veroordeelen.” „Begrijpt gij mij dan werkelijk niet, Hilde- 1 gard v ergeef het mij,” smeekte hij op nieuw. SNEEK, 20 Mei. Onze stadgenoote mej. J. A. E. Hulloman, heeft te Rotterdam met gunstigen uitslag exa men afgelegd als bewaarschoolhouderes. f Westergoo (noordelijk deel) 19 Mei. De koeien er uit te jagen, als haar de stormwind om de ooren buldert en de regendroppels op de huid kletteren, is voorzeker wel van den nood een deugd maken. Toch verkeerden sommige landbouwers deze week in dit netelig geval; maar nu de gezichteinder weer is opgeklaard, zijn dit ook hunne vooruitzichten, althans eenigs- zins, en terwijl de boog des vredes lachte, begon ook hun de toekomst weer aan te lachen en dachten ze onwillekeurig aan de beide sprookjes, waarin het gras den koeien in den bek opgroeit en een optimistisch hoorder het gras kan hooren groeien. Nu, zoo rooskleurig lijkt het in alles nog wel niet, gesteld dat het mogelijk ware, maar toch is er een verandering ten goede ge komen; moge ze niet van te korten duur zijn. Als straks, door den regen gedrenkt, het kool zaad begint te bloeien en het vlas te golven, de granen opschieten en de aardappelen zich boven en in den grond uitbreiden, dan heeft het aard rijk weer zijn hoogtijdsdos aangetogen en doet de Mei, hoe Novemberachtig hij zich in het eerst ook liet aanzien, zijn ouden roem gestand van de schoonste maand des jaars te zijn. f Woensdagmorgen ongeveer half zes, is de boereplaats, in huur bij W. v. d. Sluis te Kor- tezwaag, totaal afgebrand. Do huismeubelen, 13 koeien, 1 paard, 2 varkens en 6 kalveren zijn een prooi der vlammen geworden. Slechts 3 koeien zijn gered. De veestapel was niet ver zekerd. De oorzaak van den brand is onbekend. „Ik heb mij heden avond zoo zeer over u ver heugd, wisch dat alles thans niet weer uit. Ik had ongelijk in alles wat ik zeide en wat ik van u dacht. Maar gij kunt nauwelijks begrij pen, wat er op het spel stond. Vergeef het mij.” Hij smeekte haar ten derdenmale. Hoe aangenaam kwam haar die onderworpen heid voorhoe moeilijk viel het, deze bede té weerstaan. Maar haar trots en het prikkelende, om hem, dien zij tot haar spijt beminde, te kwellen, beheerschten haar geheel op dat oogen- blik. „Ik wil, in plaats van vergiffenis te schenken,” antwoordde zij op ijskouden toon, „dezen avond met al de dwaasheden, die hij bracht, trachten te vergeten.” Toevallig naderde daar juist Liesbeth aan den arm van den jongen Haller, en Hildegard ging haastig opstaan om haar tegemoet te gaan, ge volgd door den verwijtenden blik van haar neef. „Lieve Liesbeth, ik ben door mijn dans-dwaas- heid geheel afgemat; hebt gij mij gezien? Het was de schuld van uw broeder. Gij zult het mij toch niet kwalijk nemen, als ik stilletjes den schoorsteen verlichtte het vertrek, maar des naar mijn kamer ga? Het is zeker ook al erg I te helderder vlamde hare liefde. „Hoe zou dat kunnen „Welnu, ik heb dat niet gedaan „Gij hebt mij toch zoo pas, en dat wel voor de eerste maal, verteld, dat gij verloofd zijt.” „Ik zeide U, dat ik het was, maar ik het thans niet meer.” „Hebt gij hem zijn congé gegeven?” Een toornige blik vlamde uit de oogen de barones. „Gij zijt wreed in uwe vragen,” riep zij gij den een of ander van ons wel van deze uwe onding luidt iw nci wxu m. »ba<xv '{j Zijn stem had geheel en al hare zachte uit- hebt mij mijne geheimen ontwrongen, om mij, /■ere lor J’ ■n o ■inn ftven Veren ■villi; I geko ■age Snbei ■ing 2E lacht ■age! Kibes Koop ■anz ■eve' Koor ling gnani ■an J. iet 1 ■en ■evai uit. „Ik heb den graaf zijn congé niet gegeven, maar hij gaf het mijmisschien dat dit kleine onder- K A N TONG E li E CHT TE S N E E K. Zitting van Woensdag den 18 Mei. VeroordeeldM. N. te A., ter zake het zich bevinden in kennelijk beschonken toestand op de openbare straat te I. tot eene boete van f3 subs. 1 dag gevang, en in de kosten. B. de W en G. de W., beiden te S.ter ningen aan leden van geestelijke orden om open baar onderwijs te geven. Zij die reeds tien jaar of langer in het bezit van zulk een stuk zijn en in dien tijd bij het onderwijs werkzaam wa ren, mogen daarmede voortgaande overigen hebben arie jaar tijd om de vereischte diploma’s te verwerven. Het te Tunis gesloten waarborgtractaat is Dinsdag met een adviesjacht te Marseille ont vangen en zou gisteren door den president der republiek worden onderteekend. Volgens be richt van Roustan, vroeger consul-genera il, thans minister-resident te Tunis, heeft do Bey niet aan den Sultan geseind, dat hij onder bedrei ging van militair geweld tot onderteekening van het verdrag was overgegaan, doch had hij hem alleen uitgelegd, waarom het hem in de gege ven omstandigheden onmogelijk was geweest anders te handelen. Het bericht, dat Biserte door Frankrijk bezet zou blijven, wordt door Havas tegengesproken. De duur der bezetting zal echter van den loop der omstandigheden af hangen. Inmiddels gaan do Engels che bladen vóórt het voorgevallene in Tunis op uiterst bittere wijze te critiseeren en vreezendat Engeland daardoor genoodzaakt zal worden tot het volgen eener andere politiek ten opzichte van Egypte. Daily Telegraph noemt het onvermijdelijk, dat Engelands invloed aldaar althans even groot is als die van Frankrijk in Tunis. Daily News meent, dat Frankrijk voor anderen de kastanjes uit het vuur haalt; vroeg of laat zal dit rijk weder eens aan een Europeeschen oorlog deel nemen en dan zal het tegelijker onvermijdelijk een opstand in Afrika hebben te onderdrukken en op deze wijze ernstig gestraft worden voor de dubbelzinnige houding, die het thans heeft aangenomen, en de groote onrechtvaardigheid, waaraan het zich heeft schuldig gemaakt. Ook in het Lagerhuis kwam de Tunesische quaestie weer ter sprake. Maandag voerde Glad stone er het woord over en wees hij den afge vaardigde Guest, die Frankrijk’s houding aan een vinnige critiek onderwierp, op den langdu- rigon vriendschapsband die tusschen Engeland en Frankrijk bestond. Voorts liet hij niet na er op te wijzen, dat het tegenwoordige kabinet ook nu weder de erfenis van het vorige heeft moeten aanvaarden. Het is namelijk bekend, dat lord Salisbury, minister van buitenlandsche zaken onder het ministerie-Beaconsfield, Frank rijk heeft aangemoedigd om in Tunis op te tre den zooals thans is geschied. De oppositie kan dus moeilijk de tegenwoordige regeering daar van een grief maken. Dinsdag deelde Sir Charles Dilke, thans mi nister van buitenlandsche zaken, mede, dat de Fransche rogeering de door buitenlanders te Tunis verkregen rechten in alle opzichten eer- biedigen zal. s De Duit sche Rijksdag heeft, na acht dagen rust te hebben genomen, zijn zittingen weder hervat, doch de regeeriug had geen reden om zich over de resultaten dezer eérste nieuwe zit- ting bijzonder te verheugen. Het voorstel om den ijk verplichtend te maken, ook voor fles- schen enz. waarin vloeistoffen verkocht worden, werd nagenoeg met algemeene stemmen afge- i keurd. Daarna was de derde lezing van hit voorstel tot wjjaiging der grondwet aan de orde. Reeds was bij de vorige lezing het beginsel van tweejarige begroetingen er uit verdwenen en de bepaling opgenomen, dat de Rijksdag jaar lijks in October zou bijeenkomen. Met 147 te- 1 gen 132 stemmen werd laatstgenoemd besluit. waar Bismarck zich zeer stellig tegen verklaard had, gehandhaafd. Nadat de bondscommissaris, O V E R Z I C II T. In de Dinsdag jl. gehouden zitting der Fran sche Kamer van Afgevaardigden is rapport uitgebracht op het voorstel van Bardoux tot wederinvoering van het „scrutin de liste”, het stelsel van groote kiesdistricten, dat als begin sel huldigt dat alle kiezers van het district alle vertegenwoordigers er van benoemen. De con clusie van het rapport strekte om het voorstel niet aan te nemen en het tegenwoordige stelsel van enkele kiesdistricten of arrondissementen te handhaven. Paul Bert, de geestverwant van Gambetta, wilde terstond tot de behandeling overgaan, doch do Kamer gaf de voorkeur aan het voorstel der commissie, zoodat de zaak eerst heden aan de orde komt. De Senaat nam Dinsdag, zij ’tdan ook niet zonder eenige consideratie, zoowel het wetsont werp op de acten van bekwaamheid der onder wijzers als dat op het kosteloos lager onderwijs aan. De consideratie betreft de afschaffing der „lettres d’obedience” of bisschoppelijke vergun- De veelbesproken zaak van den koetsier van den heer J. Bieruma Oosting, te Oranjewoud, zal den 25 Mei voor de rechtbank te Leeuwarden worden behandeld. Er zijn 9 getuigen gedag vaard. minister Bötticher, daarop namens dén i raad had verklaard, dat deze zich met dit be sluit niet zou vereenigen, werd het derde denk beeld, de vierjarige zittingperiode, met 155 te gen 127 stemmen vastgèsteld, maar bij de eind-? stemming werd het ontwerp in zijn geheel, tot algemeene vroolijkheid, met bijna algemeene stem men verworpen, natuurlijk omdat het toch geen de minste kans had om tot wet verheven te worden. Daarna werd nog een voorstel van Rickert aangenomen, volgens hetwelk de rijks- kanselier wordt verzocht de rijksbegrooting voortaan vóór de begrootingen der bondsstaten in behandeling te brengen. De Rijksdag schijnt één voor één al Bismarck’s lievelingsplannen te zullen verwerpen. Dinsdag was dit weder met de belasting op de bierbrou werijen het geval. Het wetsontwerp werd bij tweede lezing reeds definitief verworpen, zoodat er van een derde lezing zelfs geen sprake zijn kan. Terwijl Italië en Engeland aan de Fransche politiek tegenover Tunis geen ernstige bezwaren in den weg leggen, schijnt de Porte zich niet zoo gemakkelijk in den nieuwen stand van za ken te willen schikken. Zij zou namelijk van plan zijn nogmaals tegen het gebeurde te pro- testeeren en den Bey van Tunis af te zetten. De Sultan zou daardoor zeker den loop der dingen niet veranderen en uit Parijs wordt reeds gemeld, dat de Fransche regeeriug den Boy tot eiken prijs in zijn rang zal handhaven, doch als de Sultan bij zijn plan blijft, zou dit zeker een moreelen indruk maken op de bevolking van Tunis en zouden daaruit voor Frankrijk nieuwe bezwaren kunnen ontstaan, waarvan do Porte misschien op een of andere wijze gebruik zou maken bijvoorbeeld door nieuwe ver traging van de oplossing der Grieksche grens- quaestie. Betreffende dit nog altijd hangende vraagstuk wordt thans weer gemeld, dat in de Maandag j.l. gehouden zitting der conferentie tot eindre- geling der Griekschegrens-quaestie de Turk- sche gevolmachtigden de vier bekende door hen gedane voorstellen hebben teruggenomen; overi gens nam de gang der onderhandelingeii een geregeld verloop en meent men na nog eenige zittingen reeds volledige overeenstemming temo gen verwachten. Dinsdag kwamen de gevol machtigden weder bijeen. Intusschen luiden andere berichten minder rooskleurig. Aan de Polit. Corresp. wordt uit Athene gemeld, dat de gezanten aan de Griek sche regeeriug het antwoord van de Porte heb ben medegedeeld op de klacht over het samen trekken van troepen in Thessalie. Do Porte verklaart, dat zij sedert het aannemen der nieuwe grensregeling geen versterkingen heeft afgezon den. Inmiddels moeten de Turksche troepen aan de grens ijverig blijven werken aan de ba nen van militaire wegen en het versterken van gewichtige punten. De Grieksche regeeriug klaagde verder bij de gezanten over het ver tragen der onderhandelingen, verklarende dat zij zich van de verbintenis ontslagen zou gaan achten. In Weenen zelf moet men ernstig beducht zijn voor het af breken der besprekingen en het uitbreken van vijandelijkheden. Iaat.” „Zooals gij verkiest, lieve Hildegard,” ant woordde haar nicht. „Uw gelaat is echter nog zoo frisch en stralend, dat men moeilijk zal kunnen gelooven, dat gij vermoeid zijt. Niet waar?” vroeg zij, zich tot haar galant wendende, die haar echter, nadat hij even naar Hendrik omgekeken en de vreemde uitdrukking op diens gelaat bespeurd had, zonder te antwoorden met zich meê troonde. Hildegard nam haar bouquet en haar waaier van de naast haar staande kleine tafel, en zon der een woord of een blik liep zij Hendrik voorbij. De zoom van haar kleed ruischte over het parket, de trap op, zij was verdwenen. Hij had hoegenaamd geen pogingen gedaan om haar terug te houdentreurig streek hij met de hand over zijn oogen en trad hij in de bijna ledige danszaal. Hildegard luisterde intusschen en hoorde spoe dig zijn stem weer hij was in druk gesprek en thans was zij het weer, de overwinnares, die zich pijnlijk voelde aangedaan. Thans was zij alleen. Een mat vuurtje onder mijn kamer ga? Het is zeker ook al erg I te helderder vlamde hare liefde. van H. Reinwald. X. (Vervolg.) „Gij overhaast u altijd tegenover mij,” Hiidegaïü haastig e.i op zochten toon, „en er steeds op uit, aan mijn woorden de slechtste beteekenis te geven.” „Ik heb niet het minste recht,” antwoordde hij, „om, aan ’t geen gij zegt of doet, eene goede of slechte beteekenis te geven. Gij zijt meester over u zelfhet komt mij echter voor, dat, waar gij ons huis met uwe tegenwoordigheid vereert, U verhouding hadt kunnen onderrichten. Men schrijft uit Den Haag aan tPoll. NIA.'. Maandag avond had er in het circus Carré een ongeval plaats, dat gelukkig beter afliep dan het zich aanvankelijk liet aanzien. Op de kermis geeft het Rotterdamsch tooneel- gezelschap naast Carre zijn voorstellingen en in de pauzeering wilden de heeren J. Haspels en Van Zuylen even een kijkje in de tent van Carré nemen, om de oefeningen met het gedres seerde varken te zien. Beiden, in het costuum waarin zij inde „An- ne-Mie” optreden, de eerste als de Nikker, de laatste als Deel, gingen achter de tent van Car ré binnen. De heer Van Zuylen maakte zich gereed het gordijn een weinig weg te schuiven, ’t welk den ingang bedekt; maar nauwelijks bewoog zich het doek en stak hij het hoofd door de opening of een reusachtige groote hond, het eigendom van den heer Carré, vloog hem iu het gezicht en beet hem de wang aan ’t bloeden. Door een dokter, die onmiddellijk toeschoot, werd de wond, waarin do indruk van drie tan den van het dier zichtbaar was, terstond uitge- branc1 in verzorgd, zoodat men hoopt, dat het voorgevallene geen noodlottige gevolgen zal heb ben. Zondag is ten huizo van den heer staatsraad B. aan den Zwarteweg te Den Haag door een onbekend manspersoon een brief bezorgd, waar op de bezorger aan de dienstbode zeide, dat hij een paar uur later om antwoord zou komen. De brief, die ongeteekend was, bleek een ver zoek om geldelijken onderstand te bevalt m en tevens de bedreiging, dat, zoo de gevraagde hulp niet mocht verleend worden, de schrijver het huis van den heer B. in brand zou steken. De politie werd er mede in kennis gesteld en toen de man, zekere Griensvoen, zich na een paar uur werkelijk vertoonde om antwoord te vra gen, werd hij in verzekerde bewaring genomen. Bij de aflevering der lotelingen te Groningen voor 1881 bleek, dat van de 747 lotelingen, die ingehjfd moesten worden, absent waren 36. Daarvan bevonden zich 25 iu Amerika; vier dezer waren nu pas derwaarts vertrokken. Het hoofdbestuur van do maatschappij van landbouw in Friesland deelt mede, dat de po gingen om een geschikte onderwijzeres in de boterbereiding voor eenigon tijd aan zich te ver binden, niet zijn geslaagd en dat het thans een overeenkomst heeft aangegaan met den heer D. Gabel, d recteur van de school voor boter en kaasbereiding to Wczebijhof bij Flensburg, waarbij deze z.ch heeft verbonden, gedurende de maand Juli van dit jaar, de landbouwers, die dit verlangen, te bezoeken, hun bedrijf gade te slaan en aan hun dio opmerkingen mede te dee- len, die hij noodig acht. Daar het gemis van genoegzame kennis van onze taal misschien hinderlijk kan zijn, heeft de heer H. B. Hylkema Jz., landbouwer bij Akkrum, die in 1879 zich in Denemarken op de boterbereiding heeft toegelegd, zich op ver zoek van het hoofdbestuur bereid verklaard den heer Gabel op diens reis door Friesland te ge leiden en diens onderrieht, indien dit noodig is, te vertolken. Het streven van den heer Gabel zal voor namelijk zijn, die middelen aan de hand te doen, waardoor de Friesche boter een grootere mate van duurzaamheid kan verkrijgen, daar, gelijk bekend is, het gemis van deze eigenschap de verzending van dit ons hoofdproduct naar onze overzoesche bezittingen iu den weg staat. BUITENLAND. f K V( .Jni i AAWV VAAA.AAXA.aA* VAAV A VAlg VAX, V*** AAXy yz - - Z, J 'KOstl rijke

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1881 | | pagina 2