ffll> IS INMfflHUI W, Illi
«■MWOBSBrniBL
1
k
Kalvermarkt
No. 86
1881.
Z E S-E N-D ERTIGSTE
TE SXEEK
Maandag 31 Oct. 1881.
26 OOTOBEHLfc,
1>
wijst o. a. nog
W OEMS
In verscheidene plaatsen
een verzoekschrift
onderteekening:
de grootste maatschappelijke ondeugd getoond
en de zoogemoemde christelijke liefde, de ware
maatschappelijke hoofddeugd, verstikt. Niets
liefdeloozer dan het geloof, ’t zij aan oen of meer
Goden, Heiligen, en dergelijke. De groote chris-
tenapostel heeft dat niet ingezien, toen hij, naast
de door hem persoonlijk als hoofddeugd gestelde
liefde, het geloof mede aanbeval. Wat daaruit
is voortgevloeid, heeft de geschiedenis der chris
telijke kerk, ook in haar meest nieuwerwetschen
vorm, ons bewezen; en het blijft daarom juist
aan het heden en de toekomst voorbehouden,
door de ter zijstelling van alle, in zijn onverstand
en onredelijkheid, onzedelijkheid en ondeugd ba
rend kerkgeloof, ware deugd en zedelijkheid,
op verstand en rede gegrond, en door de harte
lijkste liefde bezield, aan te kweeken en te be
vorderen. Daardoor alleen kan dan ook dat
„recht” tot zijn eisch komen, dat de kortzichtige
minister te vergeefs uit dat zoo ten onrecht ge
prezen „bondgenootschap” zou wachten. De
staat heeft eerder te waken tegen al ’t onrecht,
waartoe die vermeende „bondgenooton” steeds
maar al te geneigd zijn gebleken.”
.De heer Van Vloten zet alsdus zijn bestrij
ding van den minister voort en wijst o. a. nog
op de verklaring mede afgelegd „dat hij, Mod
derman, zich wel tienmaal zou bedenken om
den eed in te voeren als hij niet bestond o. a.
omdat de begrippen omtrent den eed den zin
van waarheidsliefde buiten den eed verzwakt.”
Deze behartenswaarde opmerking alleen had
den minister tot de afschaffing, of althans de
keuslating tusschen eed on belofte, móeten doen
neigen.
Het stoomschip „Honing der Nederlanden”
moet volgens de TIaarl. Ct. ter Amsterdamsche
beurs voor een bedrag van 7*/2 ton verzekerd
zijn, aan welke som echter de maatschappij
Nederland zelve voor een belangrijk gedrag
deelneemt. Het schip was in 1872 gebouwd en
groot 3060 nieuwe tonnen.
Bij de maatschappij „Nederland” is bericht
ontvangen, dat eon Engelsche kanonneerboot uit
Ceylon naar de Schagos-eilanden is vertrokken
om de schipbreukelingen op te sporen.
Donderdag is de stoomspinnerij van gebr.
Scholten en te Almelo geheel afgebrand.
Ongeveer 200 personen vonden er werk.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
Aan
de Tiveede Kamer der Staten-Generaal-
„Geven eerbiedig te kennen, do ondergetee-
kenden, allen Nederlanders:
„Dat hot opleggen van den eed kwetsend is
voor een ieder, wien zijn gegeven woord heilig
is, voor ieder die uit plichtgevoel de waarheid
spreekt en voor ieder, die om het welzijn der
maatschappij te bevorderen zijn ambt getrouw
vervult
„dat het opleggen van den eed demoralisee-
rond. werkt op minder ontwikkelden, die er uit
afljiden, dat het schenden eener belofte, waarbij
men de woorden: „Zoo waarlijk helpe mij God
Almachtig” uitspreekt, slechter of strafbaarder
is dan het verbreken van zijn woord, wanneer
deze formule er niet bij is uitgesproken;
„dat deze redenen hen nopen uwe vergade
ring eerbiedig te verzoeken, zoodanige maatre
gelen te nemen, dat voortaan de Staat niet meer
den eed oplegge.”
Omtrent dozen brand meldt do Z. Ct. Ruim
half acht, toen de fabriek nog in volle werking
was, ontstond de brand op de 5de of zolderver
dieping tengevolge van het warm loopen van
een rad. De rook gevoegd bij den schrik
deed de weinige werklieden, aldaar bezig, naar
beneden vluchten en spoedig waren alle verdie
pingen door het volk verlaten. Het gerucht van
brand verspreidde zich minder snel dan men mocht
meenen. De brandweer was echter zoodra mo
gelijk met alle spuiten, waaronder de onlangs
nieuw aangekochte, die goed werkten, ter plaatste.
Aan de redding van het hooge gebouw, dat
reeds 45 jaren in gebruik is, viel niet te deuken.
Het houtwerk van dergelijke fabrieken is zoo
danig met olie doortrokken, dat het bijna on
mogelijk geacht moot worden, de vlammen te
stuiten. De brandweer stelde zich dan ook bij
na uitsluitend tot taak de bijgebouwen te behou
den. Dit gelukte haar wat betreft dé eenige
meters verder gelegen stoom ververij der firma en
een tweetal gebouwen, in een waarvan weinige
dagen te voren een nieuwe kalander geplaatst is.
De gebouwen, waarin ketels en machines zich
bevinden, bleven grootendeels staande, doch hun
voor weinige jaren vernieuwde inhoud is zeer ze
ker onbruikbaar, zoodat ook in de ververij de ar
beid geruimen tijd gestaakt zal zijn. Onmiddellijk
aan de fabrieksgebouwen gelegen oude woningen
bleven gespaard, hoewel een houten zijgevel vuur
vatte. De rijen arbeiderswoningen, waarop steeds
een vonkenregen viel, werden door het vuur niet
aangetast. De vuurgloed was hevig; toen het
gebouw op alle verdiepingen brandde en de vlam
men de talrijke vensters uitsloegen, was het een
treffend gezicht. Middernacht was het gevaar
geweken, hoewel het vuur nog verre van ge-
bluscht was.
De schade is natuurlijk zeergrootmen noemt
een cijfer van twee ton. De gebouwen enz
zouden verzekerd zijn op beurspolis te Amsterdam.
Persoonlijke ongelukken zijn met voorgevallen.
De verkiezing van een lid der Prov. Staten
in het hoofdkiesdistrict Heerenveen, in plaats
van den heer Breuning, die tot lid der Eerste
Kamer gekozen is en dit heeft aangenomen, is
door Ged. Staten van Friesland bepaald op 22
November, en de herstemming, zoo noodig, op
6 Dec. e. k.
geldelijke bijdrage worden verleend, ten einde
hen in staat te stellen op de eene of andere wij
ze hun brood te verdienen.
Over de zoodanigen wordt door het Bestuur
steeds een wakend en zorgend oog gehouden.
Aan het Bestuur, versterkt door eene advi
seerende Commissie, wordt opgedragen te be
slissen, of en in welke mate hulp zal worden
verleend.
Art. 4. Om haar doel te bereiken, zal de ver-
eemging trachten een vast fonds te vormen
waaruit de noodige uitgaven zullen worden be--
streden.
Daartoe beschouwt zij als donateurs de zoo
danigen, die door een jaarlijksche bijdrage de
vereeniging steunen.
Overigens wordt het vaste fonds gevormd door
vrijwillige giften of legaten.
In tijden van grooten nood en bij gebrek aan
fonds wordt eene collecte bij de ingezetenen ge
houden.
Alle gelden, die aan de Vereeniging worden
geschonken, worden in de Rijkspostspaarbank
belegd.
Van het Bestuur en de Leden.
Art. 5. De Burgemeester der gemeente
Sneek, de Heer J. van Driessen, is Eere-Voor-
zitter.
Art. 6. Overigens bestaat het Bestuur uit
drie ledeneen president, een secretaris en een
penningmeester, die, volgens op te maken roos
ter, om de twee jaar aftreden.
Het Bestuur verdeelt de werkzaamheden on
derling. De aftredende leden zijn herkiesbaar.
Art. 7. Aan het Bestuur wordt eene advi
seerende Commissie van drie leden toegevoegd,
die met dat Bestuur zal beslissen omtrent het
bepaalde in Art. 3.
Hare aftreding wordt op dezelfde wijze gere
geld als in Art. 6 ten opzichte van het Bestuur
is bepaald.
Art. 8. De Vereeniging bestaat uit hoog
stens. 25 leden.
Art. 9. Bij opengevallen plaatsen door over
lijden of bedanken, draagt het Bestuur dubbel
tallen voor, waaruit de leden zooveel personen
kiezen, als er plaatsen open zijn.
Art. 10. De leden nemen do verplichting
op zich in hunne omgeving te onderzoeken, waar
volgens Art. 3 behoefte bestaat en doen aan liet
Bestuur en de adviseerende Commissie de noo
dige voorstellen ter voorziening.
Van de Vergaderingen.
Art. 11. Er worden in het geheel drie ver
gaderingen gehouden, eene in October, Decem
ber en Januari, de laatste twee den eersten Za
terdag dier maand, ’s avonds 8 uur.
De werkzaamheden van de laatste twee ver
gaderingen worden door het Bestuur vastgesteld
en betroffen altijd de belangen der vereeniging.
Art. 12. Jaarlijks, in de maand October en
wel op den laatsten Zaterdag, wordt eene alge-
meene vergadering gehouden. Daarin hebben
de volgende werkzaamheden plaats
Verslag van den Secretaris van den toe
stand en de handelingen der Vereeniging over
het afgeloopen jaar.
b. Rekening en verantwoording van den Pen
ningmeester.
c. Benoeming van aftredende leden van het
Bestuur en van de adviseerende Commissie.
d. Bespreking van hetgeen do Vereeniging
wenschelijk acht in het belang der zaak.
e. Voorstellen.
In buitengewone gevallen kan het Bestuur
den vergadertijd, bedoeld in Art. 11 en 12 ver
dagen.
Art. 13. Bij groote rampen, volgens Art, 2,
ADVEBTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7*/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
van ons land ligt
van den volgenden inhoud ter
UIT DE PERS.
Dr. J. van Vloten heeft onder den titel „de
ministerieele eedpreek ontleed,” bij W. C. de
Graaff te Haarlem een brochure uitgegeven,
waarin de staf wordt gebroken over de rede
voering bij de eed-interpellatie in do Tweede
Kamer door den minister Modderman gehou
den.
Volgens den heer Van Vloten past de naam
„eedpreek” volkomen op ’t betoog van den mi-
nister, die niet sprak gelijk het den Geuzen
nazaat past, maar preekte geheel in den zin
van den katholiek, den heer Heijdenrijck, die
hem ondervraagde. Hoe juist toch het eerste
deei der definitie was die de minister van den
eed gaf: „een godsdienstige handeling waardoor
hij, die iets heeft te verklaren of te belijden,
uit zijn gedachten bant alles wat een tijdelijk ka
rakter heeft,” hetgeen hij er aan toevoegde nam
de waarde daarvan weg. Het werd nl. gelijk ge
steld met een uitsluitend den blik wenden tot
een almachtigen al wetenden God, van het be
sef vervuld onzer volstrekte afhandelijkheid van
en onderdanigheid aan Hem, en Hem daarom
aanroepende tot staving van de waarheid.” De
minister beriep zich zelfs bij zijn betoog op de
„onvolmaaktheid van den inensch” krachtens do
Trentsche kerkvergadering„Hoe is het?” vraagt
Van Vloten. „Is hier eon minister van Koning
Filips van Spanje of van den nazaat des groo
ten Geuzenprins aan ’t woord, die met dien Ko-
pn aaQ ^ic kerkvergadering den bons
Dat de minister den eed wil behouden voor
hen die op een lager peil van beschaving staan
en toonen met het Godsbegrip aan den eed ver-
bonden in te stemmen, kan de heer Van Vloten
begrijpen, maar dit geldt niet voor hen die door
hun meerdere beschaving onkerkelijk gezind zijn.
Die meening bij hen voor „zelfbedrog” te
verklaren, is wat al te gemakkelijk. „Wanneer
iemand, aldus schrijft de heer Van Vloten ver
der, betuigt niet tót een of andere kerk te be
boeren, mag hem ook niet een bekrachtigings-
vorin zijner woorden opgedrongen worden, die
slechts uit een kerkelijk oogpunt verklaarbaar is.
I De gansche fout van den minister, en dat is
zgn „zelf bedrog” in dezen, want hij begaat haar na
tuurlijk zonder opzet; zijn gansche fout is blijk
baar, dat hij het begrip van een of ander God niet
slechts kerkelijk, maar ook van staatswegen geijkt
houdt.
„Dat is nu juist echter het punt, waarop het
aankomt. Ook dit laatste kerkelijk vooroordeel
moet opgeheven worden, en den weg aller vroe
gere volgen. De minister is echter met dit voor
oordeel nog zoo behept, dat hij, al voortsprekende
betuigt, in „godsdienst en kerkgenootschappen
bondgenooten in den strijd voor het recht te
zien!” Intusschen is er nergens meer en gru
welijker onrecht gepleegd, dan juist in en door
godsdienst en kerkgenootschappen; en dat wel
mleen, omdat op hun gebied, en in overeenstem
ming met hunne leerstellingen, zedelijkheid en
‘kerkgeloof steeds dooreengehaspeld en verward
M ongeloof aan die leerstellingen voor onze
delijkheid en misdaad versleten werd. Van
“aar dan ook het ongerijmde van de bekende
spreekwijs, die christelijke en maatschappelijke
deugden voor één wil verklaren. De christelij
ke hoofddeugd het geloof heeft zich altijd
SNEEK, 25 October.
Jl. Zaterdag avond hield de commissie, die
zich alhier heeft geconstitueerd, om werkzaam
te zijn ten benóeve van hen, die door groote
rampen worden getroffen, eene vergadering ter
vaststelling van een reglement, dat als richtsnoer
zal dienen voor hare werkzaamheden. Wij la
ten dit reglement hier in zijn geheel volgén op
dat onze ingezetenen in staat zijn kennis te’ ne
men van de hoofdbeginselen, waarvan de nieuwe
vereeniging uitgaat
E2G-LEMENT
iff JÜL? IN NOOD.’'
Doel en middelen.
Art. 1. Er bostciat to Snook eone *voreeni-
ging, die, onder den naam: „Hulp in Nood,”
zich ten doel stelt bij groote rampen werkzaam
te zijn ten behoeve van de ongelukkigen, die er
door getroffen worden.
Art. 2. Onder groote rampen wordt ver
staan a. buitengewone behoefte in de gemeente
watersnood, hevige brand enz., hoofdzakeijjk
binnen de grenzen van het vaderland.
Art. 3. Een deel der fondsen kan worden
besteed tot ondersteuning van dezulken, die bui
ten schuld ongelukkig worden. Hun kan eene
OB
ESKBE
53BRBB3
B INN E NLA I).
MT.
r. S. e