A
CfflfflH El IIEI HMM ML
FBI
0
11
sr.j
1
l
fl
k
I
I
No 12
Z E VE N-E N-D E R TI G S T H
1882.
J
’LN
J
PERS.
1.00
Hij, die
zijn diensttijd goed heeft gedragen. I leeraars te verzoeken, dat zij als daartoe ook jongste gebeurtenissen in volstrekt geen verband
De strafzaak betreffende het spoorwegongeluk
s
ende
leer,
té in
erd:
lam-
lard.
f5
150
175;
anv.
6,00
2e
-,00
worden aangenomen
kinderloos-wedu wnaar
ht uit ®t0D® 1,56 meter lang, op den Isten Januari van
egin-
i oor-
nité’s
nder-
DE-
T8-
OE-
1,20
zeer
be- i
JK-
EN-
'TE
i7/8
iVi
l3/s
Het gevaar van een ministerieels crisis schijnt,
naar ’t Vad. van welonderrichte zijde verneemt
geheel geweken. Er loopen geruchten van een
verandering in het ministerie, die echter met de
14
1%
Ss l»
De kiesvereenigingen, die onlangs te Amsterdam
vertegenwoordigd waren, ten einde de wenschelijk-
heid der herziening van de kieswet te bespreken,
hebben afgevaardigden benoemd, die deel zullen
uitmaken van de commissie, belast met het ont -
werpen van een programma, dat aan de liberale
kiesvereenigingen ter overweging zal worden aan
geboden, Leden, van de kiesvereenigingen te
Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Dordrecht
zijn in de commissie benoemd.
Hij kan, heeft hij dit ontvangen, tot dat zijn
veertigste jaar volbracht is, (als vrijwilliger bij
de Militie worden toegelaten.
Sneek den 10 Februari 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. van DRIESSEN.
De Secretaris
J. W. BENNEWITZ.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ot redactie betreffende, franco
in te zenden.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7'‘/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
Voor de verkiezing van een lid der Tweede,
Kamer te Boxmeer zijn uitgebracht 1079 gel
dige stemmen. Gekozen is mr. J. Klercx (cand.
der Kath.) met 942 stemmen. Mr. L. van Rij c-
kevorsel had 35 (eveneens cand, der Kath.)
zsesche Bezittingen heeft gediend, wordt niet kerkelijke partijen, maar vragen aan de ernsti-
gen onder haar is het dan niet waar, dat de
Staat geen ander onderwijs dan het neutrale
bevorderen kan Moet ge ten slotte niet er-
Nu de tijd nadert, waarop men de voltooiing
van de reusachtige spoorweg- en havenwerken
aan de noordzijde van Amsterdam kan tegemoet
zien, is het dagelijksch bestuur er op bedacht,
de IJzijde, die door den spoorwegaanleg in het
open havenfront veel van haar schilderachtig
aanzien verloren heeft, hare vroegere schoonheid
althans gedeeltelijk te doen terugwinnen. De
aan de Noordzijde van de drie stations-eilanden
gelegen gemeentegronden wenschen B. en W.
te bestemmen voor ’t bouwen van woonhuizen
en inrichtingen voor de stoombootondernemingen,
die daar aan de steigers een ligplaats zuilen vin
den. Om nu te bevorderen, dat aan die kade,
die in de toekomst den naam van de Ruijter-
kade dragen zal, gebouwen zullen verrijzen, die
aan de eischen van het schoonheidsgevoel vol
doen, vragen B. en W. de beschikking over een
som van f30.000 voor premien, die op 1 Jan.
1885,den datum, waarop de bouw voltooid moet
zijn, in den vorm van 10 premiën zouden wor
den toegekend aan de eigenaars van die huizen
welke? volgens het oordeel van een jury, te kie
zen uit Nederlandsche architecten met den bur
gemeester als voorzitter, zullen blijken het meest
tot de verfraaiing van dit gedeelte der stad bij
te dragen. Die premiën zouden als volgt ver
deeld zijn: 1 van f10,000, 1 van f5000, 2 van
f3000, 3 van f2000, 3 van f1000.
B. en W. wenschen de vrijheid der bouwers
niet op eenigerlei wijze te binden, doch de pre
miën toe te kennen voor de fraaiste gebouwen,
onverschillig in welken stijl die gebouwd zijn,
en zonder rekening te houden met de gevel-
breedte, terwijl zij eenigszins vrijgevig zouden
willen zjjn bij het maken van voorsprongen
welke bij monumentaal bouw onvermijdelijk zijn
Het werkvolk in de stroopapierfab riek van den
heer W. A. Scholten te Sappemeer is aan een
groot onheil ontkomen. De stoom cilinder nl. is
gesprongen. Zoo sterk was de uitwerking, dat
vele glazen achter in de fabriek gesprongen
zijn. Ware het ongeluk eenige minuten eerder
gebeurd, toen de werklieden zich in de nabij
heid van den cilinder bevonden, zeker had het
dan, naar de Gron. Ct. doet opmerken, eenige
menschenlevens gekost.
staat. De minister van binnenlandsche zaken
zou nl., naar men zegt om gezondheidsredenen,
zijn ontslag aan den Koning dezer dagen vragen
of reeds gevraagd hebben. (Zie onderstaand).
Bij Kon. besluit van gisteren (Donderdag) is
mr. Six op zijn verzoek, eervol ontslagen als
minister van binnenlandsche zaken en in zijne
plaats benoemd mr. C. Pij packer Hordijk, hoog-
leeraar inde rechtsgeleerdheid aan de Universiteit
te Utrecht.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de Gemeente Sneek,
Gelet op art. 28 der Wet betrokkelijk de
Nationale Militie van den 19den Augustus 1861
(Staatsblad no. 72) en artt. 20 en 21 van Z. M.
46);
alleen bevoegd godsdienstonderwijs geven?
Zal onze Tweede Kamer, schijnbaar niet op
gewassen voor de taak om in onze belasting
wetten de toch zoo dringend noodige verbetering
te brengen met de hervorming van het kies
recht beter slagen De hoogleeraar Buys ge
looft het, ook al herinnert hij er aan, dat in
1874 de pogingen van den minister Geertsema,
om aan Nederland een betere kieswet te ver
schaffen, schipbreuk leden. Toen was het de
vrees bij de liberale partij, van door de nieuwe
kieswet de meerderheid te zullen verliezen, „die
nog al sterk gewogen heeft.” Of dan de vrees
van onttroond te worden, nu geweken is Stel
lig nietintegendeel. Het feit, dat eene be
langrijke censusverlaging op zulk een onttroo-
ning zal uitloopen, is in 1882 wel zoo waar
schijnlijk geworden, als acht jaren geleden. Maar
zoo er iets bij de liberale partij veranderd is,
dan moet het zijn haar vrees voor den dood.
Zij heeft in den laatsten tijd ruimschoots erva
ring opgedaan van al de bitterheid, verbonden
aan een kunstmatig leven als het hare, en nu
verlangt zij naar rust, maar met het stellige
geloof aan hare wedergeboorte.
Professor B. meent, dat in plaats van kleine
zeer groote kiesdistricten gevormd moeten wor
den met de grenzen van de provinciën in over
eenstemming, maar onder deze voorwaarde, dat
in die districten de proportioneele meerderheid
beslisse, overeenkomstig de beginselen, in het
kiesstelsel van Hare nedergelegd. Door zoo te
doen houdt alle strijd over de grenzen der di
stricten op, want die grenzen worden dan vol
maakt onverschillig, en heeft men tevens zeker
heid, dat elke partij vertegenwoordigd worden
zal in juiste verhouding tot de macht, welke zij
aan de stembus uitoefent.
In de Amst. oppert mr J. A. Levy eenige be
denkingen tegen bovenstaande denkbeelden, door
prof. Buys ontwikkeld. Hij betoogt, dat door de
prov. district-indoeling het stelsel van Hare onken
baar wordt. Dat stelsel moet of in zijn geheel
gelaten of niet ingevoerd worden. Waar en hoe
verspreid, moeten gelijkgezinden elkander kun
nen vinden, verzekerd, dat hun inspanning in de
mogelijkheid eener keuze zich afspiegelt. Waar
blijft nu die mogelijkheid, zoo de grenzen der
provinciën als zoo veie slagboomen tusschen hen
worden geplaatst? Een ander bezwaar tegen
’s hoogleeraars districtsindeeling is, dat daardoor
het provincialisme, dat met zooveel moeite is
overwonnen, weder in eere wordt gebracht.
Eindelijk oordeelt mr. Levy de door prof. Buys
voorgestelde wijziging te ingrijpend gesteld voor
onze vertegenwoordiging. Censusverlaging zonder
meer wordt door mr. Levy de naaste eisch van
’t oogenblik geacht, en die gedragslijn zou hij de
liberale partij willen inprenten. Of zij daarbij
winnen of verliezen zal, weet mr. L. niet en on
derzoekt hij ook niet, want die vraag is hem,
evenals prof. Buys, onverschillig. Zóó zwak ge
voelt zich de liberale idee niet, dat zij öf een
aanval duchten of den strijd schuwen zou. Kans
berekeningen echter behooren op het terrein der
beginselen niet te worden geduld, en de alles
overwegende aangelegenheid is: dat in Nederland
met berusting of gedoogen van wie het verhoe
den kunnen, geen onrecht geschiede.
In het Vad. van 11. Maandag lezen wij ’t
volgende
„In de Dinsdag te Rotterdam gehouden bij
eenkomst van den Nederlandschen Protestanten
bond heeft de heer De Savornin Lohman te
genover dr. Hugenholtz de school met den Bij
bel verdedigd. Doch hij deed het op een wijze,
die voor Katholieke medestrijders tegen de open
bare schooi minder aangenaam was. „De Tijd”
komt dan ook tegen het door den heer Lohman
gezegde op. Zij noemt zijn pleidooi voor den Bijbel
op school uiterst zwak. „Zoodra de heer Loh
man verklaard had: „niet alle bijbelsche ver
halen en personen in bescherming te nemen”,
lag het natuurlijk voor de hand te vragen, waar
de grens was, door wien en volgens welke be
ginselen hier moest onderscheiden worden”. Zeer
natuurlijk, zeggen wij met „De Tijd”, waarbij
wij tevens herinneren aan het onlangs hier ter
stede gebeurde, toen een der onderwijzers van
de school met den Bijbel den twijfel opperde of
wei alles wat in den Bijbel staat als volkomen
ware historie kan worden opgevat, over welken
twijfel „De Standaard” zoo gejammerd heeft,
dat men van alle kanten moeite heeft gedaan
om een mouw aan de zaak te passen.”
?,De heer Lohman had ook gezegd„Bij
mijn omgang met Roomschen heb ik gezien hoe
slecht de opvoeding van Katholieken is, daar zij
den Bijbel niet kennen, moet men vroeg er
mee beginnen „De Tijd” geeft toe dat de
Katholieken over het algemeen minder Bijbel
vast zijn dan de Gereformeerden; maar zij zijn
daarom niet minder bekend met den inhoud en
den geest van hun geloot dan de Protestanten.
„De Tijd” had ook kunnen vragen maar
dat kwam nu ook minder in haar kraam te pas
of Bij bel vastheid of het gebruik der tale Ka-
naans de ware kenteekenen van een godsdien
stig gemoed en van een goede opvoeding zijn?
„Het verschil tusschen de opvatting van de
antirevolutionairen en die der Katholieken om-'
trent de school komt hier weer duidelijk te
voorschijn. „Geen school zonder Bijbel” is de
leus der Antirevolutionairen „een zuiver Ka
tholieke school maar zonder Bijbel” is die der
Katholieken. Vereenig nu maar eens die beide
leuzen, als het u mogelijk is
Zouden de Katholieken in beginsel niet veel I
scherper tegenover de „scholen met den Bijbel”
der antirevolutionairen, dan tegenover de neu
trale openbare school staan
We stemmen het toe zegt O. Het Va heeft
volkomen gelijk. Dus, als het mogelijk was de
neutrale school ten val te brengen, wat zou dan
’t gevolg wezen? ’t Spreekt van zelf, dat dan
katholieken en confessioneelen met elkander in
strijd zouden geraken en het onderwijs zou er
ten slotte maar schade bij lijden. We kunnen
ons indenken in het verlangen en streven der
O hfe® O z<w.
aS
UIT DE
20 L
-00
- 1
B E K E h D M A K I N G.
I BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de gemeente Sneek
Gelet op Zijner Majesteits besluit van den
17den December 1861 (Staatsblad no. 127)
Roepen bij deze op zoodanige ingezetenen,
die verlangen als vrijwilligers bij de Militie op
te treden, om zich daartoe bij hen aan te ge-
ven ter Secretarie der gemeente, telken voor
middag van 9 tot 12 uren.
Om als vrijwilliger bij de Militie te kunnen
worden aangenomenmoet men ongehuwd of
kinderloos-weduwnaar en ingezeten wezen
voorts lichamelijk voor den dienst geschikt, min-
v(, UVU imvu U(»UUCU1 Ulll
not jaar der optreding als vrijwilliger het 20ste
jaar ingetreden zijn en het 35ste jaar niet vol
bracht hebben, tot op het tijdstip der optreding
aan zijne verplichtingen ten aanzien van de Mi
litie, zoover die te vervullen waren, voldaan en
een goed zedelijk gedrag hebben geleid.
Het bezit van die vereischten, met uitzonde-
5 lng van de lichamelijke geschiktheid en van de
gevorderde lengte, wordt bewezen door een ge
tuigschrift van den Burgemeester der woonplaats,
verkrijgbaar op plaats en tijd boven vermeld.
Hij, die voor de Militie is ingeschreven, wordt
slechts als vrijwilliger toegelaten voor de Ge
meente, in welke hij ingeschreven is, tenzij hij
geene verplichtingen ten aanzien van de Militie
meer te vervullen heeft.
Hij, die bij de Zeemacht, bij het Leger hier
0 Lande, of bij het Krijgsvolk in ’s Rijks Over
als vrijwilliger bij de Militie toegelaten, tenzij
mj bij het verlaten van den dienst, behalve een
swijs van ontslag van den bevelhebber, onder
'uen hij laatstelijk heeft gediend, een getuig- 1 kennen dat het nog het beste is, de neutrale
oiritt heeft ontvangen, inhoudende, dat hij zich school als school te handhaven en de godsdienst-
“mdurende
den 19den Augustus 1861
besluit van den 8sten Mei 1862 (Staatsblad
46);
Brengen door deze ter kennisse der belang
hebbenden, dat de loting van de ingezetenen
dezer gemeente, die in het vorig jaar voor de
Militie zijn ingeschreven, voor zoo ver zij op
den Sisten Dec. 1881 nog in leven waren en
ingezetenen van het Rijk zijn gebleven, zal
plaats hebben te Sneek op Vrijdag den 17
Februari e. k., des voormiddags ten 10'/2 ure
in de Concertzaal te Sneek,
dat op den 22sten dier maand tor Secretarie
der gemeente door of van wege de lotelingen
aanvraag kan geschieden voor de getuigschriften
ter bekoming van vrijstelling wegens broeder-
dienst of op grond van te zijn eenige wet
tige zoon, alsmede dat, om vrijstelling wegens
eigen militaire dienst of die van broe
ders te verkrijgen, het paspoort of ander be
wijs van ontslag of een uittreksel uit het stam
boek, of een bewijs van werkelijken dienst, ten
minste tien dagen vóór den dag, waarop de
eerste zitting van den Militie-raad wordt ge
opend, ter Secretarie voornoemd moet worden
lugeleverd.
Sneek den 28 Januari 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. VAN DRIESSEN.
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
I
helms- tn iihriin:vm: in.twon de
I
IS a N A E M I. a 5> SB
I
DAÏ
Feb.
r&/
/4
97ie
«terw
-
‘ilK