1
F31
liMBB LI B IBMDISSmW SNEEK.
NEWS- EN 1DÏERTENTIE M M DE
i
No. 24
1882.
Z zk T I R 1 A G
35 Al A A II T,
f
r.
P E B S.
I
0
0
to
0
I:
1.
5
5
Doetinchem
Met leedwezen verneemt men, dat de toestand
van den verdienstelijken acteur, den heer J. Has
pels te Rotterdam, die reeds eenige dagen on
gesteld was, zoo verergerd is, dat er werkelijk
De werklieden bij den aanleg van den spoor
weg ZaandamHoorn hebben allen het werk
gestaakt, toen zij vernamen dat de zand werkers
voor die lijn (bij Castricum) weigerden te werken,
wanneer hun loon niet met 20 cents per dag
wordt verhoogd. liet zandvervoer van Castricum
voor de nieuwe lijn ZaandamHoorn is tot na
der order gestaakt.
Mr. W. Modderman, hoogleeraar in de rechts
geleerdheid aan de universiteit te Groningen, is
overleden.
Als de Kamer wederom bijeenkomt, zal zij
opnieuw een harer leden missen. De heer
Schimmelpenninck van der Oije, tot administra
teur van het kroondomein benoemd (ingaande
met 1 April a.s.), heeft besloten zijn mandaat
als volksvertegenwoordiger neder te leggen. De
gelijktijdige waarneming van beide betrekkin
gen zou den heer v. d. Oije te bezwarend vallen.
streven der commissie. Zoo bijv, ook de Kamp.
Crt., die o. a. schrijftVroeger heeft eene
„Multatuli-Commissie” bestaan, doch haar stre
ven is, ’t zij dan door Multatuli’s houding, zoo-
als het Hbl. meent te kunnen beweren, ’t zij
door een minder juiste en kiesche opvatting ha
rer taak mislukt. Thans is er beter kans op
slagen. Namen als van den heer Collard, den
oud-luitenant-kolonel van het Ned. Indisch le
ger, den Duclari uit Max Havelaar, die als mi
litair kommandant te Rangkas-Betoeng van Dou-
wes Dekker’s worsteling en lijden getuige is
geweest, staan er ons borg voor, dat men de
hulde zal voorbereiden op eene wijze aan Mul-
tatuli aangenaam.
Belgie heeft onlangseen enthousiastische hulde
gebracht aan zijn Consciencedie aan Douwes
Dekker zal stiller, zal geen feestviering zijn.
Moge zij echter wel, evenals die aan den groo-
ten Vlaming, „eene algemeene, een „volksbe-
toging” wezen. Zoo iemand, dan heeft de ge
niale Dichter, de groote Denker, de edele mensch
Douwes Dekker, haar verdiend
Wat ons-zelf betreft: wij behoeven waarlijk
niet meer te herhalen, hoezeer het streven der Com
missie onze volle sympathie heeft, ’t Kan de
meeste onzer lezers toch niet onbekend zijn, hoe
wij er reeds voorjaar en dag bij herhaling op hebben
aangedrongen, dat er recht zou geschieden in de
treurige Havelaars-zaak. Met allerlei baker
praatjes heeft men steeds getracht zich van de
zaak af te maken en heeft men het geduld, dat
de man, „die zijn plicht deed” voortdurend werd
bespat door het slijk der Slijmeringen en Droog
stoppels. Thans is er een kwart-eeuw voor
bijgegaan en nog altijd wacht Havelaar op recht.
Zal de poging, welke thans door een groot aan
tal mannen wordt aangewend, wier namen een goe
den klank hebben in Nederland, de poging om Mul-
tatuli een nationaal huldeblijk aan te bieden, tevens
het gevolg hebben, dat de Havelaars-zaak ééns
ernstig wordt ter hand genomen; dat de treuri
ge Lebaksche gebeurtenissen van voor 25 jaar
eerlijk en nauwgezet zullen worden onderzocht,
opdat, als het blijken mocht, waaraan wel
geen twijfel meer zal bestaan dat aan den
„gunstig bij het gouvernement aangeschreven”
adsistent-resident Douwes Dekker onrecht is ge
schied, dit nog op schitterende wijze zal kunnen
worden hersteld
Van harte hopen wij, dat het streven der
commissie, die thans zoo krachtig werkzaam is
om Multatuli een nationaal huldeblijk te bren
gen, ook daarheen gericht zal zijn en haar stre
ven het gewenscht resultaat moge hebben.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken te
Vlissingen heeft besloten zich per adres tot den
Minister van Financiën te wenden, met aanbe
veling, om bij de voorgenomen hervorming van
het belastingstelsel in de eerste plaats de afschaf
fing van den zeepaccijns te bevorderen. De Ka
mer is daartoe hoofdzakelijk geleid geworden
door de overweging, dat het gebruik van surro
gaten, buiten het bereik der accijnswet vallende,
zoo toeneemt, dat het noodlottig voor de bestaan
de zeepfabrieken dreigt te worden.
Te Monnikendam is als eerste gevolg van den
strijd tusschen de voor- en tegenstanders van de
„school met den bijbel”, door een landbouwer
aldaar een huis kosteloos* afgestaau voor de op
richting van zulk een schooi.
Men schrijft uit Amsterdam aan de Leeuw.
Crt.Jannetje Struik, de bekende millioenenjuf-
frouw, laat weder iets van zich hooren. Zij
heeft zich nl, uitgelaten, als zou ze bereid zijn den
heer van der Gant te betalen. Zij heeft aange
boden, om de helft der vordering direct en de
andere helft op een later tijdstip te betalen, in
dien de heer v. d. G. bereid is haar zijne ver
ontschuldiging aan te bieden en van verdere dé
marches tegen haar afzjet.
„Voor ons zegt het Volksblad, orgaan van
de Vereeniging tot het bevorderen van Volkson
derwijs in Nederland is het vast, dat er in
’t belang van het onderwijs gewichtigers te doen
valt dan de schoolgebouwen in een toestand van
volkomenheid te brengen.
„Aan hetgeen binnen de muren der school,
door de mannen der school wordt gedaan, hech
ten wij vrij wat grooter waarde dan aan die
muren zelve.”
Dat is een verstandig woord.
’t Is goed dat het schooltoezicht, dat hier en
daar opging in kagchel-cousfructuur, ventilatie-
toestellen enz. ook wel eens in diepzinnige bouw-
knutselarijen, herinnerd wordt, dat nevens de
vraag „hoe wordt er gebouwd er nog een an
dere is: „hoe wordt er onderwijs gegeven?”
C. v. d. Berg te Scheveningen, die in de vo
rige week twee kinderen aan een onbekende
ziekte plotseling verloor, kwam eergisteravond
wederom de hulp inroepen van dr. Anema: het
derde en nu eenige kind was ongesteld. Het
kind lag op den vloer op een kussen, het gelaat
was rood en met een licht zweet bedekt, pols
onregelmatig, ademhaling traag, doch onbelem
merd, de oogappels waren niet vernauwd, doch
ongevoelig voor licht. Zoodra de knaap te bed
gebracht was, werd de ziektetoestand erger.
Twee uren lang bleef de toestand onveranderd,
toen het herstel even plotseling als volkomen
was. ’t Kind bracht den nacht zeer rustig door
en was gistermorgen zeer wel.
Volgens verklaring van den heer Anema wa
ren de verschijnselen, die door hem eergister
avond werden waargenomen, dezelfde als de
vorige week bij de twee kinderen, die bezweken.
Dat de heffing van een vergunningsrecht voor
den verkoop van sterken drank ook voor Fries
land geenszins een nieuwe zaak is, kan o. a.
blijken uit het besluit der Staten van Friesland
van 16 Maart 1735, waarbij de Magistraat der
stad Sneek wordt geauthoriseerdom in het toe-
koomende van de herbergiers die de vrije Tap
sullen versoeken, voor die permissie aff te eischen
vijftigh ggls (goudguldens) en deselve van we y-
geraghtige met excutie te doen invorderen.
Do heer Meng heeft zijne lezingen te Rotter
dam hervatzij worden in het zelfde gebouw
als vroeger, doch nu des Zondagsavonds gehou
den. Ook kunnen slechts zij deze voordrachten
bijwonen, die van een toegangsbewijs voorzien
zijn. De orde blijft thans ongestoord. De po
litie is evenwel op hare hoede. Er is nu een
genootschap opgericht, van hetwelk voortaande
voordrachten van den heer Meng zullen uit
gaan.
Men schrijft uit den Haag aan de Zutphensche
Courant
„Dat het voorstel-Savornin Lohman betrekke
lijk artikel 4 der schoolwet vrij gunstig in de
Kamer wordt beoordeeld, verwondert mij niet,
want zoowel in als buiten de Kamer merkt men
eene sterke reactie tegen de overdreven eischen
van den bouw van schoolloealen.
„Dat de nieuwe minister van Binnenlandsche
Zaken het bouwreglement wil herzien, is be
kend.”
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7’/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
1 aldus eindigende
«Namen van goeden klank worden onder de
zeventig onderteekenaars gevonden. De kunst
en. de letteren, de wetenschap en de journali
stiek, de ambtenaarswereld en die der militairen
zljn er vertegenwoordigd. Niet zonder aandoe
ning zal Multatuli, wanneer het stuk hem onder
de oogen komt, er den naam onder vinden van
den gepensioneerden luitenant-kolonel van het
Indische leger A. Collard, die als militair kom-
niandant te Rangkas-Betoeng (Duclari van den
I Max Havelaar) van Douwes Dekkers worsteling
I en lijden getuige is geweest. Zijn handteeke-
I nmg komt voor de zooveélste maal het zegel
I zeften op de feiten der akte van beschuldiging,
I Wöike Multatuli tot de Nederlandsche regeering
I heeft gericht en die tot dusver door niemand
I °P afdoende wijze is weerlegd. Aan Multatuli’s
I vriendengeestverwanten of bewonderaars is
I hans de taak om te zorgen, dat, indien het na-
I geslacht op grond dier aanklacht over het Ne-
I derlandsche volk van onzen tijd het „schuldig”
I moet uitspreken, het aantal persoonlijke uitzon-
I neringen op dat vonnis althans groot moge zijn.
I verschillende bladen laten zich voorts in
I neuzelfden geest uit en brengen hulde aan het
Naar aanleiding van de in ons vorig num
mer opgenomen circulaire over het bewijs
van waardeering aan Multatuli bevat
«e Middelb. Ct. een warm woord van bijval,
BEK ENDMAKING.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN.
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
Het Wag. Weekblad bevat in zijn no. 478
uitvoerige stukken over den strijd, die er uit
gebroken is tusschen den heer J. van Dijk te
en dr. A. Knijper. Naar aanleiding j gevaar voor zijn leven bestaat,
aarvan spreekt de redacteur over „het hoogst I
treurig feit, dat nu werkelijk de scheuring der
groote orthodoxe partij in twee deelen heeft plaats
gegrepen.” „Wij hebben”, zegt de red. ver
der, „reeds sinds jaren die scheuring verwacht
en zich zien ontwikkelen; terwijl wij niet bij
machte waren haar te voorkomen. Bleef dr.
Kuijper in het leven en bij gezondheid, en werd
hij niet door eene hoogere dan menschebjke
macht in een ander spoor geleid, dan moest ge
beuren wat nu eene daadzaak is. Immers be
staat zijne partij uit zijn persoon alleen. Is hij
er niet meer, dan verzinkt allengskens zijn ge-
heele aanhang tot ongeveer dezelfde kleine pro
portie, die zij vóór zijn optreden had. Hij alleen
geldt voor duizenden”. Het W. W. verklaart
alles gedaan te hebben om, althans in schijn,
de eenheid nog te bewaren. Ook was het be
vreesd, dat de vlam, die op kerkelijk gebied zoo
groote verwoestingen aanricht, op politiek terrein
zou overslaan. Doch de omstandigheden zijn te
sterk geworden. „Sedert dr. Kuijper zijne Vrije
Universiteit stichtte, heeft hij niets en niemand
meer ontzien. Hij voelt het: het moet er op
of er onder. Wie niet voor hem is, behandelt
hij om niet te zeggen: mishandelt hij als
een tegenstander en vijand. Rechts en links
deelt hij zijne slagen uit. Zoo is nu eenmaal
de feitelijke stand van zaken en feiten zijn on
verbiddelijk”.
U IT DE
De Rotterdamsche Maasbode zegt:
„Naar wij vernemen, is Kerdijk, de vroegere
compagnon van PincoSs, op den 7den dezer, na
tweejarige gevangenis te Utrecht, uit de cellu
laire gevangenis aldaar ontslagen, waarna hij met
zijn vrouw naar Mechelen, in Belgie, is ver
trokken, waar beiden voor 160 franc per maan d
besteed zijn.”
Een oppassend man te Eindhoven werd Zon
dag avond door iemand aangevallen, die hem
een wonde in het onderlijf toebracht, aan de
gevolgen waarvan hij gisteravond overleed. De
dader bevindt zich in hechtenis.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ot redactie betreffende, franco
in te zenden.
SOEK
If
1
KETS!
3»
SINK SI N lu A ,'4u»
A.
8
Ig
a.
ii
0-
!I1
^wuusmua no. si); zijnae Slijters in wjjnen, dranken en
likeuren in’t klein, tappers, kroeghouders en koffiehuishouders,
flon iirnllrA zIa/x.. ,1 z.t i
JWKliJKMJ
I brengen bij
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Sneek’
~'j deze ter kennis van de ingezetenen:
1. Dat de uitreiking der biljetten en declaratoiren voor de
beschrijving van de personele belasting en het patentrecht, over
het dienstjaar 1882/83, zal plaats hebben in de maand Mei dezes
jaars en wel op den 13en dier maand; en dat met de wederin-
zameling daarvan, acht dagen daarna een aanvang zal worden
gemaakt;
2. Dat evenwel hiervan zijn uitgezonderd de paton tplichtigen,
vermeld onder no. 37—40 van tabel 14 der Wet van 21 Mei
1819 (Staatsblad no. 34); zijnde slijters in wijnen, dranken en
H aan welke door de ontvangers, dadelijk na den ingang van het
dienstjaar, dat is op den eersten Mei aanstaande, een declaratoir
zal worden bezorgd, hetwelk, na verloop van 'drie dagen van
1 hen weder zal worden afgehaald.
,3- Dat degenen, welke, bij het aanbieden of bezorgen der
biljetten of verklaringen, of ook bij het terughalen er van, moch-
ten zijn voorbijgegaan of overgeslagen, zich in geen geval op
fl zoodanig verzuim mogen beroepen, maar integendeel gehouden
3| zlJn’ de vereischte en behoorlijk ingevulde verklaringen, vóór of
uiterlijk op den 31 Mei e. k., in te dienen ten kantore des Ont-
I zuilenrS’’*a^Waar ter invulling steeds verkrijgbaar
4. Dat de patent-plichtigen van de tabellen 7 en 16 (zijnde
Kramers, vreemde kooplieden en schippers of gezagvoerders van
■vaartuigen) zoomede de debitanten van Loterij-briefjes, voor
I zooveel zij hun beroep niet voor het eerst uitoefenen, ter be-
Koming van patent, aangifte behooren te doen bij de Hoofden
uer I laatselijke besturen aan de plaatselijke Secretarie, en voor
expiratie van den termijn voor de ophaling der gewone
declaratoiren van patent bepaald.
r 5. Dat, voor de onder ten 4en gemelde patent-schuldigen, o^
vertoon van de kwitantie van de betaalde rechten, uitgezonderd
degenen, die hun aanslag bij termijnen kunnen betalen, aan
welke zonder vertoon van kwitantie het patent kan worden af
gegeven, de patenten dadelijk verkrijgbaar zijnworden de
patent-plichtigen, vermeld onder no. 37—40 van tabel 14, bij
deze tevens opmerkzaam gemaakt, dat het patent, overeenkom-
814J art. 2 der Wet van den 24 April 1843 (Staatsblad no. 16), niet
aan hen mag worden afgegeven, dan nadat zij de helft van
hunnen aanslag voor het dienstjaar hebben betaald, en het ver
schuldigde van het voorafgaande jaar ten volle zal zijn aange-
zuiverdterwijl zij bovendien, wanneer zij in gebreke blijven
de patenten af te halen, telken reize, dat zij de vereischte pa
tenten, of afschriften van dien aan de bevoegde Ambtenaren
ïeu, kuunen vertoonen, volgens art. 21 1 der Wet van 21 Mei
i vervallen in eene boete van flö.
6. Dat ingevolge art. 29 g 2 der Wet op het personeel van 29
i Maait 1S33 (Staatsblad no. 4), tot tegenschatters dezer gemeente
I b«noemdPETRUS MOLENAAR, BERNARDUS de JONGH,
1 ^PER van der WERF en TJEERD van der STEELE.
pvdende de ingezetenen voorts indachtig gemaakt op de
wijzigingen, welke een der vrijstellingen van vrouwelijke dienst
boden bij art. 5 der wet van 9 April 1869 (Staatstblad no. 59)
nebben ondergaan, en op die, welke in de twee eerste paragra-
I it art’ 27 dcr wet van 29 Maart 1833 (Staatsblad no. 4) bij
I »rtV zelf4e Wet van 1869 zijn gebracht, waaromtrent de
I ia reikeR besjhrijvings-biljetten de noodige inlichtingen zul-
I i n „^va^en, voorts dat bij de bezwaarschriften, ingevolge art. 1
I j er wet van 4 April 1870 (Staatsblad no. 60) een duplicaat van
iet aanslag-biljet, tegen betaling van vijf Cent bij den Ontvan
ger verkrijgbaar is, moet worden overgelegd.
En zal deze worden afgekondigd zooals gebruikelijk is.
Sneek, den 24 Maart 1882.
mi wwiTp