SMS- B llllfflTBÏIE BUI IM IE
MHMmiwmraHwsBii
No. 37
N
I
rW
;e
,s
t,
13 BdE IE I,
1.
tffiWWMBWWWMMa
BP
a
hen bi) art. 134
PERS.
3
rekeningen tot den dienst 1881 f 11,000,000
30,300,000
5,220,000
1,226,000
4,987,000
-
a
dat
en
J. van DRIESSEN,
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
nu
ge-
b
ie
i.
a
le
0
r
n
a
o
n
r.
?-
!e
e
1.
Voor de verkiezing van een lid van'de Tweede
Kamer te Hilversum zijn uitgebracht 1337 stem
men. Gekozen is de heer Mackay (cand. der
autirevol.) met 628 stemmen. De heer Bekhuis
verkreeg 505 stemmen.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave oi rodactie betreffende, franco
in te zenden.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents]
voor eiken regel meer 71/2 Cents. Bij abonnement is do prijs be
langrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
van het
nog onopgelost.
„Het Miuisterie zag zich achtereenvolgens zij
ne Ministers van Financiën, vau Binnenlandsche
Zaken en van Koloniën ontvallen. De Minis
ter van Justitie, als de bekwaamste onder de
bekwamen opgevijzeld, maakte zich door zijn
dwaze preek over den eed tot een onmogelijk
man. Do nieuwo Minister van Binnenlandsche
Zaken heeft in den korten tijd, dat hij aan het
bewind was, op schoolgebied heel wat kwaad
gesticht. En de Premier zelf Als Minister
van Buitenlandsche Zaken bracht hij eene re
organisatie van het corps diplomatique tot stand,
die door zijn opvolger moest worden te niet ge
daan.
„Voeg daarbij wat dit Kabinet, dat niet in
den toestand paste en al den tijd van zijn be
staan in eene valsche positie verkeerde tegen
over de Vertegenwoordiging, op do publieke
opinie in het land een demoraliseerenden invloed
uitoefende, en vraag u dan af, of er reden
bestond om zijn voortbestaan te wenschen.”
Nopens de overeenkomst betreffende de Noord-
zeevisscherij deelt het Vad. ’t volgende mede
Het verdrag is geteekend door 12 gevolmach
tigden: van Nederland, Engeland, Frankrijk,
Belgie, Duitschland en Denemarken. DeZweedsch-
Noorweegsche regeering heeft zich de toetreding
nog voorbehoudente harer behoeve is een ad
ditioneel artikel in de conventie gelascht, waar
door zij door een eenvoudige verklaring aan het
Nederl. gouvernement van haar toetreding zal
kunnen doen blijken.
Een hoofdpunt der regeling is gelegen in
VERGADERING
van den Gemeenteraad van Sneek,
op Zaterdag 13 Mei 1882, ’s namidd. 6 uur.
Punten van behandeling:
1. Resumtie der Notulen.
2. Mededeeling van ingekomen stukken, enz.
3. Wijziging van hetreglement voor het Gym
nasium.
I 4. Voorstel tot het brengen van wijziging in
de overeenkomst, gesloten betrekkelijk den aan
leg van den parallelweg naar het Spoorweg
station.
5. Behandeling van een adres van C. M.
Pouwels en J. W. Meijer.
6. Idem van een adres der Christelijk Gere
formeerde gemeente,
7. Behandeling van een schrijven
Hoofd der openbare school no. 3.
8. Aanvulling der gemeente-begrooting, dienst
1882.
9. Af- en overschrijving op de begrooting
van uitgaven, dienst 1881.
10. Behaudeling van reclames tegen den
Iloofdelijken Omslag, dienst 1882.
KENNISGEVING.
SCHUTTERIJ.
I BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek, brengen bij deze ter kennis van de be-
I langhebbenden, dat de Commissie van onderzoek,
voor de Schutterij, hare zitting zal houden ten
gcmeeutehuize, op Vrijdag den 26 Mei 1882,
des middags 12 uur, tot onderzoek der redenen
\tan vrijstelling van hen, die ten vorigen jare
\Vwrwaardelijk van de Schuttersdienst zijn vrij-
j gesteld.
I Voorts wordt herinnerd, dat, indien zij niet
voor de Commissie verschijnen, zij gehouden
I worden geene redenen van vrijstelling te hebben.
1 Ter bekoming van inlichtingen omtrent de
ten dezen gevorderde bewijsstukken, zullen be-
jlanghebbenden van af heden, zich des voormid-
idags tusschen 10 en 12 uur, ter Secretarie de
zer gemeente kunnen aanmelden.
1 Sneek den 12 Mei 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
K ENNISGEVIN G.
NATIONALE MILITIE.
i BURGEMEESTER en WETHOIJDERS van
de gemeente Sneek.
Gelet op het besluit van den Commissaris des
Konings dezer Provincie van den 8 Mei 1882,
1 Afd. M. on S. no. 490 brengen door deze ter
ikennis van de belanghebbenden, dat het onder
zoek over de verlofgangers van de militie te
(land in deze Gemeente zal plaats hebben op
'Vrijdag den 16 Juni e. k., des voormiddagsten
10 ure.
Dat aan dat onderzoek zullen behooren deel
te nemen de Miliciens-Verlofgangers van de vier
Oudste ligtingen, voor zoo ver zij vóór den Isten
April jl. in het genot van onbepaald verlof zijn
gesteld.
I Dat de verlofganger bij het onderzoek moet
jverschijnen in uniform gekleed, en voorzien van
!de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn
Vertrek met verlof medegegeven, van zijn zak
boekje en van zijn verlofpas.
Dat, behoudens het bepaalde in art 130 dier
Xet, een arrest van twee tot zes dagen door
den Militio-Oommissaris kan worden opgelegd
,aan den verlofganger
1°. die, zonder geldige redenen, niet bij het
onderzoek verschijnt
De leening van 83 millioen, bij de Kamer
aanhangig gemaakt, zal worden uitgegeven bij
gedeelten, waarvan het eerste bedraagt 35 mil
lioen.
Het bedrag der leening zal strekken tot
dekking van tekorten op de staats-
voor den aanleg van Staatsspoor
wegen, daaronder begrepen naas-
tingpnjs van het Nederlandsch
gedeelte van den spoorweg van
Antwerpen-Rotterdam
voor den aanleg van het kanaal
van Amsterdam naar de Merwede
voor de verbetering van den Rotter-
damschen waterweg
voor de werken tot voltooiing van
het vestingstelsel
tot dekking van de tekorten op de
begroetingen van Nederlandsch
Indie, tot en met 1882 30,000,000
zijnde te zamen f 82,733,000,
waarvoor in rond cijfer gesteld zou kunnen
worden de in het wetsontwerp genoemde som
van f 83,000,000,
Het zal geen opmerking behoeven, dat de
wetgevende macht zich door vaststelling van
het op die wijze gevonden leeningsbedrag, in
geenerlei opzicht ten aanzien van de daarbij ter
sprake gebrachte uitgaven zou binden, en dat
daarbij evenmin voor de regeering eenige ver
plichting ware af te leiden, om zich bij latere
voordrachten aan de thans genoemde cijfers te
houden.
UIT DE
2°. die, daarbij verschenen zijnde, zonder gel
dige redenen niet voorzien is van de hiervoren
vermelde voorwerpen
3U. wiens kleeding of uitrustingstukken bij
het onderzoek niet in voldoenden staat worden
bevonden
4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een
ander toebehoorende, als de zijne vertoont.
De verlofgangers worden herinnerd, dat,
er maar één onderzoek in het jaar wordt
houden, zij bepaaldelijk moeten opkomen en dat
de strafbepalingen van art. 144 der wet strenge
lijk zullen worden toegepast op de zoodanigen,
die zonder geldige redenen niet verschijnen en
dat zoodanige verlofgangers, die zich in eene an
dere gemeente gaan vestigen, de verplichting
wordt voorgehouden, welke aan
der wet is opgelegd.
Sneek den 12 Mei 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN.
Be Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
boven een half ei. Voor ons nationaal belang
hopen wij, dat het anders zijn zal, maar wij
vreezen zeer, dat weldra de tegenstemmers be
rouw zullen hebben.”
Het Vad. gaat de stemming in de Kamer na
en komt tot de conclusie, dat duidelijk twee
stroomingen zijn waar te nemen, de een van
persoonlijken, de andere van materieelen aard,
die een deel der linkerzijde in de armen der
tegenpartij hebben geworpen.
De N. R. C. is niet minder duidelijk. Na
herinnerd te hebben op hoe talentvolle wijze de
voordeelen van het tractaat werden uiteengezet,
vervolgt het blad aldus „Doch wat baatten al
deze redeneeringen Toen de hh. Rutgers, Tak,
Kops, Van Heeckeren, Van Eijsinga, Holtzman,
Bergsma, Schepel, Rombach en Wichers (waarbij
zich ditmaal de hh. De Vos van Steen wijk,
Borgesius en Buma aansloten) zich bij de stem
ming bij de oppositie hadden gevoegd, was het
lot van het tractaat onherroepelijk beslistvan
de anti-revolutionairen stemden alleen de heeren
Van Wassenaer en Mackay vóór, van de cleri-
calen alleen de heer Van der Hoeven, die,
waar hij geen gelegenheid laat voorbijgaan om
van zijn freetrader-beginselen getuigenis af te
leggen, het clubje der dertien liberalen, die de ver
werping van het tractaat voor hunne verantwoor
ding hebben, beschaamd heeft gemaakt. Hadden
de vier conservatieven, de heeren Oorver Hooft,
Insinger, Schimmelpenninck en De Casembroot
in anderen zin gestemd (gelijk velen tot het
laatst toe verwachtten) dan ware de uitslag der
stemming nog anders uitgevallen, maar op ’t be
slissend oogenblik was de verzoeking om een
ministerie ten val te brengen op een tractaat
met een buitenlandsche mogendheid en terzelf-
dertijd voor Nederland een nieuw tijdperk van
regeeringloosheid en rogeeringsbroosheid te ope
nen, voor hen, die geroepen zijn vooral de vast
heid. van het gezag te handhaven, te groot.
Dat de proteetionisten zich tegen het tractaat
verklaarden is, volgens het blad, volkomen te
billijken, maar hoe die verwerping te ver-
eenigen is met de beginselen van hen, die be
weren den vrijen handel te zijn toegedaan, is
minder duidelijk.”
De Kamp. Crtde thans bestaande crisis be
sprekende, redeneert aldus
„Treedt er een liberaal Ministerie op, en
ons dunkt, er is niets anders mogelijk dan
hopen wij, dat het door alle liberalen, ook in do
Kamer, met opgerechtheid zal worden onder
steund. Men heeft ruimschoots gelegenheid ge
had om zich te overtuigen, dat een kleurloos
Ministerie een onbestaanbaarheid is. Bij de
optreding van het Ministerie-van Lijnden waren
er onder de liberalen, die het met gejuich be
groetten. Men roemde vooral de bekwaamheid
van de opgetreden bewindslieden, als hadden er
nooit zoo bekwaam aan de Ministertafel geze
ten. Met zulk een Regeering zouden er zaken
tot stand komen 1
„Wat is er van al die bekwaamheid gebleken?
wat geworden van die boogopgeschroefde ver
wachtingen? Het Ministerie-van Lijnden heeft
wel nederlagen geleden, maar geen triomfen ge
vierd. Het is totaal onmachtig gebleken om
iets van belang tot een goed einde te brengen.
„Het strafwetboek, de drankwet, de postspaar
bank en de postpakkettendienst ziedaar alles
wat er in al den tijd van het bestaan van dit
Kabinet is tot stand gekomen. Maar dat alles
was voorbereid, toen het optrad en het zou er
gekomen zijn onder elk ander Kabinet.
„Aan de verbetering van het finantiewezen
belastingstelsel is niets hoegenaamd gedaan. De
hervorming van het kiesrecht werd tot Sint-
Jutmis uitgesteld. Het militaire vraagstuk is
Het oordeel van de liberale bladen over de
leden der liberale partij die tegen het handels-
tractaat met Frankrijk hebben gestemd, luidt
alles behalve vleiend. Zoowel het Hand, als
het Vad. en de N. R. C. zijn verontwaardigd
over de zegepraal in schijn althans op
deze wijze door een deel der liberale partij
aan de tegenstanders van het ministeiie en
aan de voorstanders van het beschermende
stelsel bezorgd. Het Handelsblad gelooft niet
dat de meerderheid de verantwoordelijkheid
voor de stemming met gerustheid zal kunnen
dragen. Zij heeft zich, naar ’t blad doet op
merken, niet genoeg rekenschap gegeven van
de onmogelijkheid, waarin onze regeering was,
evenmin ais die van eenig ander land, om
Frankrijk terug te brengen van zijn protection-
nistisch tarief en zij heeft de gevolgen van de
verwerping te licht gesteld. Meer concessies
zullen van Frankrijk ook door een nieuw kabi
net niet te verkrijgen zijn, omdat Frankrijk
anders met andere staten, die reeds tractaten
hebben gesloten, in onmin zal geraken, of liever
bun als meest begunstigden rechten zouden
moeten toestaan, die het reeds heeft geweigerd.
Van het wapen van hoogeren wijnaccijns had,
volgens de verklaring van onze regeering, geen
gebruik gemaakt kunnen worden, omdat ook
geen ander land daarmede geslaagd was. Tot
dusver moet dan ook nog altijd worden bewe
zen, dat onze regeering betere voor waarden had
kunnen verkrijgen.
„Wij kunnen nu trachten, aldus vervolgt het
blad, van Frankrijk te verkrijgen wat Engeland
heeft verkregen, namelijk behandeling op den
voet der meestbegunstigde natie en dan het recht
te behouden onzen wijnaccijns te verhoogen.
Maar evenmin als Engeland, zal Frankrijk ons
bij tractaat als meestbegunstigde erkennenhet
zal ten hoogste een wet in dat opzicht aanne
men, die zal ingetrokken worden zoodra wij
den wijn hooger belasten, en dan zijn wij even
ver als thans. Vermoedelijk zal Frankrijk ech
ter ook dat weigeren en op ons het hooge al
gemeen tarief toepassen, dat onzen handel op
Frankrijk in vele opzichten onmogelijk maakt.
Aanstaanden Maandag vervalt het bestaande
tractaat en het is niet onwaarschijnlijk,
Frankrijk zal weigeren het te verlengen, om ons
door toepassing van het algemeen tarief tot an
dere gedachten te brengen. Handel en scheep
vaart zullen dan schromelijke nadeelen onder
vinden van deze voorkeur voor den leegon dop
j «fes
ir
f.
B INK KAIL AM 1>,
y
n
6
i
e
o
o
i-
1-
M»
i-1—--’-J-- 1