61111111 1.1 IIi:i I üliOIIHSSPII VI SBH
5,
No. 38
Z E V E N-E N-D E R T I G- S T E
1882.
11.
1
9
W O FAS D A G
17 MEI,
nu
E5
PERS.
nemen
ll)
hij
Sneek.
’Jk
van
de
sal
lei.
Bij kon. besluit is benoemd tot betaalmeester
te Zutphen de beer J. J. Paehlig, thans te
De Amersfoortsche Courant zegt:
Met de in de Tweede Kamer bewerkte ont
slagneming der Ministers kunnen wij het Vader-
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave oi redactie betreffende, franco
in te zenden.
en
/et
'eb
en
lot
te. 'l
,58
,40
Jt
,96
of
al- i
in-
meente over 1881, hetwelk den 29 April 1.1. aan
den Raad is aangeboden.
Sneek den 16 Mei 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. van DRIESSEN,
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
Een paar jaren reeds
Toen op den
en kinderen reeds
de genoodigden vol
1 on-
De teleurgestelde brui-
i ontrouwe
haar woning.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek brengen ter kennis van de ingezetenen,
dat ter Secretarie der gemeente, voor den prijs
van 25 Cent per stuk, afdrukken verkrijgbaar
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents’
voor eiken regel meer 7V2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
Naar de N. Rott. Ct. verneemt, is ten onrech
te door het Dagblad het bericht tegengesproken,
dat Z. M. geweigerd had het ontslag van het
Ministerie aan te nemen. Inderdaad is op de
De vereenigingen Algemeen kies- en stem
recht” te Rotterdam, Amsterdam en Dordrecht
wenschen de noodige maatregelen te beramen,
om eendrachtige samenwerking te verkrijgen
van alle partijen, teneinde tot grondwetsherzie
ning te geraken.
Zij gaan daarbij voornamelijk uit van het
denkbeeld, dat alle vereenigingen in den lande,
die Grondwetsherziening noodzakclijk achten om
tot eene_ betere regeling van het kiesrecht te
komen, in hoofdzaak instemmen met hunne mee-
ning, dat, met terzijdestelling van alle quaestiën
omtrent de capaciteiten, eventuele uitsluitingen,
districts-indeelingen, proportionele verkiezingen
enz., alleen art. 76 der Grondwet dient gewij
zigd te worden en wel in dien geest, dat het
kiesrecht (met volstrekt geheime stemming) wor
de toegekend aan alle mannelijke burgers in het
volle genot hunner burgerschapsrechten, die zich
persoonlijk zonder vreemde hulp op de kiezers
lijsten hebben ingeschreven.
Tot algeheele herziening der Grondwet toch
is deze Kamer onbevoegd; zij is niet en kan
land volstrekt niet feliciteeren, maar wel condo-
leeren.
„Immers, ’t is meer dan twijfelachtig, of er
nieuwe Ministers zullen kunnen worden gevon
den, geschikter en bekwamer dan de titularis
sen van het tegenwoordige „partijloos Ministerie
van zaken.”
„Op grond der „kleuren” van de Volksver
tegenwoordigers, die tegen het Tractaat met
Frankrijk stemden, dient er thans op te treden
een Regen boogministerie
„Dat zal dan, aan
111
Door de werkliedenvereeniging te Groningen
is een adres verzonden aan Z. M. den Koning,
waarin Z. M. verzocht wordt pogingen aan te
wenden om of door een Europeesch congres öf
door eene nota Nederland bij andere naties te
doen aansluiten, om aan de Jodenvervolgingen
in Duitschland, maar vooral Rusland, paal en
perk te stellen.
liet Rott. Nbl. denkt in allen ernst aan een
Kabinet van Rees, Modderman, Gleichman,
Heemskerk. „Zou Heemskerk het liberalisme
voor altijd hebben afgezworen vraagt dat blad.
- „Het gerucht wil, zegt het Vad. hierbij, dat
de heer Heemskerk reeds een nieuw Ministerie
op een lijstje bij elkaar heeft. De conversie-
stemming in de Kamer zou den heer Heemskerk
wel een streep door de rekening zijn bij desa
menstelling van zijn Kabinet, maar hij zou toch
wel een mouw daaraan gepast hebben. Of ech
ter óp dat lijstje de namen van Rees, Modder
man en Gleichman zouden voorkomen, betwijfe
len wij zeer. Men noemt ten minste -heel an
dere namen, die eer zouden getuigen, dat de
heer Heemskerk wat meer rechts dan links in
zijn laveerenden koers zou willen gaan. Geluk
kig is echter het geschreven lijstje nog geen
Ministerie in werkelijkheid.”
in vele gemeenten geopende herhalingsscholen
nemen niet zooveel tijd in beslag, dat de leer
lingen niet meer dan zes uren per dag zouden
kunnen werken.
Een groote grief voor ’t blad is voorts het
stel ambtenaren, dat in het leven zal worden
geroepen om toezicht te houden. De tegen
woordige wet schijnt die ambtenaren niet noodig
te maken. Is voor een wet als de nu voorge-
dragene zulk een heirleger van ambtenaren
noodig, dan bewijst dit tegen haar.
Het Dagblad is dit laatste onvoorwaardelijk
met de Amst. Ct. eens en spreekt voorts een
nog strenger afkeurend oordeel over de voor
dracht uit, die niet van vaderlijk gezag getuigt,
maar het dwangsysteem huldigt.
In het ontwerp wordt de moeilijkheid, die zich past, ieder jaar ouder geeft recht
bij een regeling als deze voordoet, op gelukkige per dag langer te werken,
wijze bestreden. De veldarbeid gelijk te stellen 1
met eiken anderen industrieelen arbeid, gaat
niet aan. Te loochenen toch valt het niet, dat
de behandeling der veldgewassen van gansch
bijzonderen aard is. In zekere tijden des jaars
vordert zij meer arbeid dan de normale werk
krachten verrichten kunnen en het eigenaardige
is daarbij nog, dat die arbeid alsdan zonder ver
wijl, in den kortst mogelijken tijd, moet worden
volbracht. Niet alle man alléén, maar alles wat
werken kan moet dan aan den arbeid deelnemen.
Niet uit willekeur, ter bevrediging van onrede
lijk en onzedelijk eigenbelang, maar uit nood
dwang, opgelegd door de omstandigheden.
Het wetsontwerp nu stelt het verbod ook van
veldarbeid voor kinderen beneden 12 jaar op
den voorgrond, maar laat eenige speling. Ge
durende hoogstens zes weken in ’t jaar kunnen
Gedeputeerde Staten, op verzoek van den
raad verlof geven van den regel af te wijken
voor kinderen van 912 jaren. Op deze wijze
kan gelet worden op de eigenaardige behoefte
van elke streek en elke gemeente, ja van elk
jaar. Wanneer zulks oordeelkundig geschiedt,
in verband met de zomervacantie, mag men zich
vleien dat aan het ongeregeld schoolbezoek, aan
de leegte der schoolbanken gedurende maanden,
een einde kome.
Het blad had nog wel iets verder willen gaan
en b v willen voorschrijven, dat aan de vrijstel
ling van zes weken verbonden zou zijn de voor
waarde, dat de kinderen de overige tijd des
jaars geregeld onderwijs moeten hebben genoten,
maar het wil geen handlangerdiensten bewijzen
aan de tegenstanders. Tegenover deze ernstige
poging der regeering past geen verdeeldheid
onder haar medestanders, geboren uit de zucht
om met niets minder dan het volmaakte tevreden
te zijn.
Beide bladen zwijgen nog over de beperking
van den arbeid voor kinderen van 1216 jaar
en beschouwen de zaak voorloopig alleen met
het oog op de school.
De Amst. Ct. keurt het af, dat de regeering
op de nu voorgestelde wijze indirect leerplicht
binnensmokkelt, want daar komt het eigenlijk
op neer. Gaat men toch de verschillende arti
kelen van ’t wetsontwerp na, dan ziet men wel
dat de zaak van den leerplicht streng afgehou
den wordt van de beperking van den at’beid
als zoodanig, maar tevens wordt een reglemen-
tatie en beperking van den arbeid voorgeschreven
of aan koninklijke besluiten voorbehouden, die
inderdaad schrikwekkend mag heeten. Voor
schriften nopens de uren van den dag, waarop
in de vrije zes weken niet gewerkt mag wor
den, enz., hadden zeer gevoeglijk gemist kunnen
worden. In Zwitserland wordt b. v. gedurende een
bepaalden tijd van ’t jaar twee maanden (Juli
en Augustus) de leerplicht opgeheven, zonder
meer. Dat Irinderen beneden 12 jaar niet hun
geheelen tijd reeds in dienst moeten zijn, is
billijk, maar het is niet het eenige belang van
vele plaatsen, zelfs niet het eenige belang der
kinderen zelf.
Eveneens onaannemelijk acht het blad een
beperking van den arbeid van hen, die tusschen
12 en 16 jaar ond zijn. Kan eenmaal de Koning
voor die categorie van personen sommige soorten
van arbeid onvoorwaardelijk verbieden, andere
aan bepaalde voorwaarden verbinden, dan is
het inderdaad al te kras ook nog voor te schrij
ven, dat de 12-jarigen niet langer mogen wer
ken dan 6 uren daags, de 13-jarigen niet
langer dan'7 uren daags, de 14-jarigen niet
langer dan 8 uren daags, de 15-jarigen niet
langer dan 9 uren daags. Het is netjes afge-
’t „werk” zijnde, het spec-
takel te zien geven eener tweede editie van
„den toren van Babel
om een uur
Maar de vraag is
of het verstandig is.
Hoe zal ’t met vele fabrieken gaan Vele
gaan toch al niet heel voordeelig. Zal niet
menigeen genoodzaakt zijn, een dubbel stel kin
deren in dienst te nemen, om de volwassen ar
beiders niet tot werkstaking tegen hun zin te
nopen Zal dan niet menigeen liever liquideoren
Wat hebben de jeugdige arbeiders bovendien
aan zooveel vrijen tijd Is het te doen om
indirect het schoolgaan te bevorderen, dan zou
daartoe een geheel andere inrichting van het
lager onderwijs noodig zijn. En de thans’s avonds
Aanvraag om ontslag deze koninklijke beschikking
gevolgd. In den Zaterdag gehouden Minister
raad moet evenwel besloten zijn, de aanvraag
om ontslag te herhalen. (Zie telegram).
In de afgeloopen week zou een weduwnaar
met 5 of 6 kinderen te Wolfaartsdijk trouwen
met een jongedochter 7"
hadden zij kennis aan elkaar,
dag der plechtigheid man
voor het feest gekleed en
verlangen waren, bedankte de bruid heel
verwachts voor de eer.
degom vergezelde ’s avonds zijn
vriendin nog een eindweegs naar „_.o_
Zijn eenige troost was, dat zij zich liet vinden
om de kosten van het feestmaal voor haar rekening
te nemen.
Uit de Haarlemmermeer wordt aan de N. R.
Cr. geschreven
Zondagavond jl. heeft in deze gemeente op
het Rietland nabij Sloten een hevige vechtpar
tij plaats gehad tusschen personen, aldaar woon
achtig, en Duitschers, die aldaar in de veenderij
en werkten. De beide partijen waren gewapend
met messen, hooivorken, bijlen, knuppels enz.
en sloegen er zoo geducht op los, dat eenige
zwaar gewond werden. Van een werd de duim
zoo goed als geheel afgesneden, een ander ont
ving een hevige slag met een bijl op den schou
der, een derde ontving zulk een slag op het
hoofd, dat men het bloed bijna niet temperen
kon. Er was zoo nagenoeg' 100 man op de
been. De politie echter was vertegenwoordigd
door één gemeente-veldwachter, die aldaar met
geladen pistool rondliep, doch alléén tegen zoo
iets niets kon uitrichten.
Het niet toestaan van hooger loon door de
eigenaars van de veenderijen moet hoofdzakelijk
de oorzaak van de twist geweest zijn.
Naar men verneemt moet reeds een der die
ven, die bij den bejaarden landbouwer te ’s Gra
vendeel hebben ingebroken, in handen der jus
titie te zijn.
UIT DE
Het wetsontwerp tot het tegengaan van over
matigen arbeid en verwaarloozing van kinderen
is door velen in den lande met ingenomenheid
I begroet, door anderen minder goed ontvangen.
I Terwijl Volksblad en Vaderland juichen, zijn
Dagblad en Amst. Ct., beide conservatieve or-
I ganen, ongestemd.
Het Vaderland begint met op eenige leemten
I te wijzen in de wet-Van Houten, leemten die
I een nadere en meer afdoende regeling noodig
maken. De juistheid van het beginsel, dat de
staat geroepen is te waken tegen overmatigen
arbeid van kinderen is, zegt het blad, in ons
land erkend en wordt trouwens ook elders wei
nig meer betwist.
„Vroeger was hetgroote argument tegen staats-
tusschen komst op dit gebied hierin gelegen, dat
alleen de ouders recht hebben op hun kinderen
en dat men geen recht heeft om den ouders te
1 verbieden van de arbeidskracht van hun kroost
1 gebruik te maken, ten einde hun eigen inkom-
I sten te vermeerderen. Bij de behandeling der
wet-Van Houten in 1874 is echter hetonhond-
I bare van dit standpunt reeds voldoende aange-
I toond. Nooit kan van staatswege een recht van
j de ouders in dien zin worden erkend, dat de
I staat tegenover de natuurlijke verzorgers
H het kind de rechten van dat kind niet zou mo-
I geii handhaven, z iodra die verzorgers door on-
I’ versehilligheid of eigenbelang hun ouderlijke
macht misbruiken en de toekomst van hun kroost
aan hun eigen tijdelijk belang opofferen. Ook
het staatsbelang wettigt beteugeling van over
matigen kinderarbeid, want verwaarloozing van
het jongere geslacht staat gelijk met ondermij
ning van het vaderland der toekomst.”
Dat elke regeling van den kinderarbeid vele
ouders tijdelijk benadeelt, daar zij nu niet langer
hun jonge kinderen voor zich kunnen laten
Werken, is niet te ontkennen, maar dat is slechts
oen zaak van tijdelijken aard. Naarmate het
1 aanbod van jeugdige arbeidskrachten vermindert,
zullen de volwassenen hooger loon kunnen be
hingen. De besten onder de Nederlandsche
Werklieden zien dat dan ook zeer goed in.
Naar ’t Vaderland oordeelt, bevat de nu in-
gediende voordracht bijna alles wat door de
I Werklieden zelf en door hen, die ’t wel meenen
’net den werkmansstand, steeds op den voor
grond is gesteld.
Het Volksblad, het orgaan van Volksonder
wijs, noemt de voordracht „een grooten stap
Voorwaarts.” Over het beginsel zwijgt het blad,
jvijl in den kring der vereeniging, wier tolk
het is, de besliste overtuiging als gevestigd is
te beschouwen, dat het staatsgezag verplicht is
de wonden te heeien, welke de onbeperkte eco
nomische vrijheid op dat gebied aan het volks
leven geslagen heeft. De gedachtenverwisseling
loopt dus voor het blad alleen over de wijze
Waarop het kwaad wordt gekeerd, over de vraag
°f de voorgestelde regeling aan billijke eischen
voldoet.
Die vraag beantwoordt het blad bevestigend.
KER 01 R iV
O
.inns h umiffliE iilw won de
je
K I X X E X Ej A X 19
8
s
M.
vc*ix w/n, pci öuuiaj kvf tw ttnAwrb c/f>z /v/ tjyuuud
i zijn van het verslag van den toestand der ge-