OUfflHH lllllliMMH Silin.
MIS- III IDIWEfflHLID TOOR R
No. 44
Z V E N-E N-D ERTIGSTE
1882.
I
AV O B A S I) A
7 J U 5 I.
het
zeer
1
Alle brieven
in te zenden.
I
;e
n-
)1-
e-
a-
?d
at
to
io
e-
;al I
n, I
art. 41 dier wet gestort, behooreu aan lien te wor
den terug gegeven.”
In verband daarmede zijn door Ged Sta
ten voornoemd aan de gemeentebesturen voor
schriften verstrekt om die restitutie tot een feit
te maken.
De leer door den laatst afgetreden minister
van binnenlandsche zaken gehuldigd, doch door
diens opvolger verworpen, dat namelijk do lager
onderwijswet van toepassing zou zijn o. a. op
degenen die uitsluitend onderricht geven in de
nuttige handwerken, wanneer ze aan een open
bare lagere school werkzaam zijn, heeft hh. Ged.
Staten geleid om een onderzoek in te stellen of
nl.,nü van die onderwijzeressen geen bijdrage voor
het pensioen meer kan worden gevorderd, het
niet billijk zou zijn aau dezen de reeds gestorte
bijdragen te restiteeren. Het antwoord van den
minister luidt: „De pensioensbijdragen door de
personen bedoeld in art. 15a der wet van 17
Augustus 1-878 (Stbl. no 127) reeds krachtens
denkt, om de kansen goed te overwegen.
Men behoort, dit artikel lezende, naar
ons toeschijnt, ook te overwegen dat het KoM-s-
blad wordt uitgegeven in de Kaapstad, waar
men natuurlijk, hoe Hollandsch gezind ook, toch
zeker minder gaarne hoort van een directe ver
binding tusschen Europa met de Koloniën en
Transvaal.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
kennisgeving.
I BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de gemeente Sneek maken aan de ingezetenen
dier gemeente bekend
dat de alphabetische naamlijst van de perso-
nen, die in dit jaar aan de loting voorde Schut-
moeten deel nemen, ter visie zal liggen op
wide Secretarie van de gemeente, van Woensdag
l.aea 7 tot en met Woensdag den 14 Juni 1882
des voormiddags van 9 tot 1 uur, ten einde elk
I in staat te stellen om, ingeval hem eenige per
sonen of omstandigheden mochten voorkomen,
die op de lijst nog zouden belmoren te worden
aangeteekend of daar van weggelaten, zulks aan
het Geuïeentebestuur te kennen te geven
dat de loting zal plaats hebben op het Ge
meentehuis op Vrijdag den 23 Juni 1882, des
voormiddags elf uur, voor hen die geboren zijn
in 18^7, terwijl daarna dadelijk zal worden
overgegaan tot de naloting der ingeschrevenen
van de jaren 1848 tot 1856.
Wordende ieder ingeschrevene opgeroepen,
om bij de loting tegenwoordig te zijn, en, rede
nen van vrijstelling hebbende, die alsdan op te
geven.
En, opdat zulks kome ter kennis van de be
langhebbenden, zal doze worden afgekondigd en
geplaatst in de Sneeker Courant.
Sneek, den 6 Juni 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. vax DRIESSEN.
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
B n N E .V 1. A S
Z. M. heeft benoemd tot ontv. der dir. belast.,
invoerr. en ace. te Mukkum c.a. E. J. W. Ro
mer, thans ontv der dir. belast, en acc. te Oot-
marsum c.a.tot ontv. der registr. en dom. te
Alkmaar J. B. Vroom, thans te Bolsward.
Aan boord van het Rijnschip „Peter,” liggen
de in de Wijnhaven te Rotterdam, zat de schip
persknecht, een 20-jarig jongeling met twee kin
deren van den schipper, oud 4 en 5 jaar, op de
luiken, terwijl de mast werd neergelaten. Do
mast is toen pp de knecht en kinderen neerge
komen, zoodat alle drie vreeselijk werden getrof
fen. De knecht kreeg den mast op het hoofd,
zoodat hij in elkaar gedoken er onder zat, ter
wijl zijn duim dwars door een ijzeren pin ge
deeltelijk afgeklemd en afgesneden werd, en de
kinderen verkeeren in een hopeloozen toestand.
Alle drie zijn naar het ziekenhuis gebracht. De
knecht is reeds overledende toestand der kin
deren is bedenkelijk.
Naar de IV, R. C. verneemt is de bouw van
het centraal station te Amsterdam aan den laag-
sten inschrijver, de firma Philip Holzmann
Co. te Frankfort, voor f 1,275,000 gegund. De
regeering heeft dus niet voldaan aan den wensch,
om, wijl er betrekkelijk gering verschil bestond
in aannemingsprjjs tusschen den laagsten binnen-
landscheu inschrijver den heer F. K. Ózinga
te Amsterdam f 1,288,000, den laagsten in
schrijver voorbij te gaan.
Tot het kattekwaad van de Amsterdamsche
straatjeugd ook nier reeds doorgedrongen
behoort ook de „catepult,” zijnde een steentje
of iets dérgelijks, dat, van een elastieken koord
ontspannen, in de lucht wordt geslingerd. Een
schateer werd de vorige week in de Marnix-
straat door zoodanig projectief dermate aan’t oog
getroffen, dat hem zijn geweer ontviel en hij be
wusteloos nederzeeg. Na eerst zoo goed moge
lijk te zijn verpleegd, werd hij naar zijn woning
vervoefd. Tegen de kwajongens is proces-ver-
baal opgemaakt.
Een arbeider te Alphen aan den Rijn, die
zich in het land begaf om een jong kalf, dat
eenige dagen bij de moeder geloopen had, weg
te halen, werd door zes koeien aangevallen en
op afgrijselijke wijze zoodanig gewond, dat men
voor het behoud van zijn leven vreest.
zeer sterke neiging om bij voorkeur met Neder
land zaken te doen. Als men maar eenigs ins
kon, zou men zich geheel onafhankelijk willen 1
maken van de handelsbetrekkingen met Enge
land.” En wederom „Bij anderen lijdt het geen
twijfel, of booten, varende onder Nederlandsche
vlag, van Southampton, Londen of Darmouth,
naar Kaapstad en andere Afrikaansche havens,
zouden bij vele Engelsche kooplieden de
voorkeur hebben boven die van Engelsche lijnen.
In Engeland, beter nog dan hier, kent men de
stemming, die thans in Zuid-Afrika heerscht.
Men weet dat de Hollanders aan de Kaap en
in de Staten liefst met Hollanders te doen heb-
ken en menig Engelsch huis zou reeds daarom
gaarne zijne waren dekken door de Hollandsche
vlag en zelfs door Hollandsche etiquetten.” Uit
het feit dat de Union Compagnie besloten heeft
sommige van hare stoombooten van Vlissingen
af te zenden, leidt men af, dat, „dit besluit be
wijst hoezeer men ook in Kaapstad gevoelt waar
het heen moet.” Onder deze veronderstelde
omstandigheden, stelt men voor een geregelde
stoomvaart te hebben van Amsterdam °over
Southampton, Lissabon, Kaapstad, Natal en De-
lagoabaai (misschien ook over Port Elizabeth
en Oost-Londen). Wat zullen die goede lui de
oogeu wijd openen als zij hier aankomende ont
dekken, dat er geen sterveling in Zuid-Afrika te
vinden is die de Engelsche vlag voor de Hol
landsche wenscht te ruilen Wat zullen zij de
oogen wijd openen als zij niets ontdekken kun
nen van dien nationalen haat, die, naar wij ver
onderstellen, op informatie, verkregen van de
hh. Lion Cachet en Buhrman, beweerd wordt
te bestaan 1 Hoe zullen zij de oogen wijd ope
nen als zij ontdekken, dat de overgroote meer
derheid van ons volk, meer bepaaldelijk van
onze Boeren, veel minder gunstig gezind zijn
jegens de Hollanders dan jegens de Engelschen
Schoon er heel wat gezegd wordt in de circu
laire omtrent de liefde van de Zuid-Afrikanen
voor de Hollanders, van hun „sterk verlangen”
naar Hollandsche emigranten, van de „open
armen” waarmee zij hier zuilen worden ontvan
gen, komen echter de volgende beteekenisvolle
woorden ook er in voor: wanneer in Zuid-Afri
ka de Hollandsche naam tot nu kort geleden
veel minder goed was, dan men hier misschien
heeft gedacht, dan is dit alleen te wijten aan
omstandigheid dat totdusver zoo weinig emigran
ten van de rechte soort er een nieuw vaderland
kwamen zoeken. Sommigen, die er tot heden
kwamen, waren zeker nie't geschikt een Imogen
dunk te geven van de oud-Hollandsche deug
den.
„Dat is het juist. Vele bekwame, respectabele,
fatsoenlijke, ontwikkelde Hollanders, hebben zich
onder ons ter woon gevestigd, eu dit land, en
elk land, zou bevoordeeld worden door het bezit
van zulke mannen, maar tegelijkertijd kan het
niet worden ontkend, dat de meerderheid der
Hollanders, die in vroegere jaren zich in Zuid-
Afrika zijn komen vestigen, hun eigen land niet
om hunne deugden hebben moeten verlaten, en
de plaatsen waar zij zich ingedrongen hebben,
hebben al zeer weinig redenen om hen te ze
genen. Deze personen zijn het die de Hollan
ders een slechten naam in Zuid-Afrika hebben
gegeven, en hunne opvolgers die men nu bezig
is over te halen dit land als hun nieuw vader
land te kiezen, zullen dientengevolge te lijden
hebben.”
Voorts wijst het blad nog op een bedenking
van anderen aard, nl. de theologische; de Boeren
zijn niet gesteld op de moderne begrippen op
’t gebied van den godsdienst, tegenwoordig in
Het artikel wordt besloten
Zooals wij in ons vorig nummer onder de te-
legrammen meldden, is de voorzitter van den
Hoogen Raad der Nederlauden, mr. C. H. Goc-
- kinga, plotseling te ’s Hage, op 78jarigen leef-
tijd, overleden. Vrijdag nog de zitting van het
hoogste rechtscollege, waarin hij bijna 38 jaren
zitting had, presideerende, werd hij op zijn te-
rugkeer naar zijne woning ’s middags te 1
uur in de Eerste Wagenstraat plotseling onge
steld. Nauwelijks was hij de woning van den
heer M. binnengetreden, alwaar hem op zijn ver
zoek een glas water werd verstrekt, of de lijder
stierf in de armen van den bewoner des hui
zes.
De doctoren konden slechts den dood, tengevolge
van een beroerte, constateeren. Het lijk werd kort
daarna per brancard naar de woning van den over
ledene overgebracht.
In 1871 werd hem de betrekking van vice-
president van den Hoogen Raad aangeboden,
doch hij meende toen om redenen van gezond
heid daarvoor de moeten bedanken. Eenige ja
ren later echter (in 1878) liet hij zich de be
noeming tot die betrekking welgevallen en be
laste hij zich met het voorzitterschap van de
Kamer voor burgerlijke zaken, waarin hij jaren
lang met de veteranen van den Raad heeft ee-
werkt.
Den 15 Mei 1878 nam mr. Gockinga den
voorzitterstoel van den Hoogen Raad in, open
gevallen door het ook zoo plotseling verlies van
mr. Pape.
Vóórdat de heer Gockinga plaats in den
Hoogen Raad nam, had hij als rechter zitting
in de Arrond.-Rechtbank te Winschoten.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents’
voor eiken regel meer 7*4 Cents. Bij abonnement is de prijs be
lang i ijk lager. "V oor waarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
U I T DE P E R 8.
In het Volksblad, een Hollandsch blad dat
111 de Kaapstad verschijnt, wordt gewaarschuwd
tegen emigratie naar Transvaal, ’t Blad schrijft
o. a. het volgende
nDe Hollanders zijn op het oogenblik
)'arm over de quaestie van emigratie naar de
Iransyaal. Het schijnt dat zij overtuigd gewor-
Gn zijn, wij weten niet hoe ofdoorwien
dat d bevolking van de Kaap-Kolonie, en ook
die van de naburige republieken, een diepen af-
I keer hebben opgevat van Britseh bestuur en
een volkomen walg hebben aan de Engelschen
en aan alles wat Engelsch is, en dat deihalve
Diets de kolonisten meer genoegen zou doen
dan zich zeer versterkt te vinden door een in-
strooming van emigranten uit Holland, en in
I staat te worden gesteld nieuwe handelsbetrek-
I 'ingen met Holland aan te knoopen. In de
tweede plaats, de sympathie opgewekt met de
I ransvaalsche Boeren, door hun dapperen strijd
I Vootj vrijheid en onaf hankelijkheid, heeft de
aandacht op de Transvaal gevestigd als een
schoon veld voor emigratie, daar de Hollanders
pe Iransvaalsche Boeren beschouwen als mannen
van hunne eigene nationaliteit en hun eigen
0 P schijnt dat Holland groot gebrek
,lee’t aan een nieuw land voor zijn overvloedige
I evolking. Daar de koloniën van Holland allen
in de warmste streken der aarde zijn, zijn zij
Auor de landverhuizers minder aantrekkelijk, en
naai Amerika, dat voor hen een gansch vreemd
aü y8’ begeeren Z1J °°k niet Saau- (s'c 0
s Men tracht nu een plan op een groote schaal
en uitvoer te leggen, om Hollandsche emigran-
U> \Q S*’-aat te 8te^eu naar de Transvaal te gaan.
1 de circulaire, waarin dit plan wordt uiteen
I pozeb is hot zeer duidelijk dat de ondersteuners
a het dwaas en ongerijmd denkbeeld verkeeren
a,. 0 Zuid-Afrikanen tegen de Engelschen vij-
I zÜn- De sterke bewoordingen waarin de l
oeihloedige Hollanders” zich hieromtrent uit-
Zfod'Af^*n7>en 0U8 eeD »iimlach af. „In geheel Holland beleden.
1 -Afrika”, zoo schrijven zij, „is thans een met een aansporing aan ieder, die aan emigratie
Men schrijft uit Niebert, dd. 1 Juni aan de
N. Gron. C'rt.
De verschrikkelijke moord blijft nog steeds
het onderwerp, waarover uitsluitend gesproken
wordt. Niet vaak zal dan ook een moord ge
pleegd zijn onder zulke omstandigheden en voor
zóó weinig loons. Ter eene zijde een ongeluk
kige, wiens eene hand machteloos is, met een
door klierachtige gezwellen bezet lichaam en
daarbij een klein verstand, ter andere zijde
een kloek opgeschoten borst, frisch van lijf en
leden, die voor nog geen tien gulden een moord
pleegt! Zijn er sterker contrasten denkbaar?
Dat de in ’t vorige bericht bedoelde boeren
knecht Hepke Hoekstra (hij woont bij J. de
Kleine) spoedig opgehaald zou worden, was te
denken. Toen hij te Marum aankwam, was het
lijk van den verslagene reeds daar. De voerman
H. Wegman van Niebert had het naar ’t ge
meentehuis vervoerd en daar was het door drie
veldwachters gereinigd. Eerst toen bleek het
dat hij een paar wonden aan hals en voorhoofd
had, die echter niet door een mes waren toe
gebracht. Denkelijk waren het bloedende klier
gezwellen. De houding van den vermoedelijken
moordenaar was zeer bedaard en kalm. Het
lijk van den vermoorde lag met een kleed be
dekt in de kamer, toen de vermoedehjke dader
onbewust dat hij zich zoo nabij zijn slachtoffer
bevond, binnengebracht werd. Plotseling werd
het kleed afgenomen, maar de beschuldigde bleef
even kalm. Kent ge hem vroeg de burgemee
ster. „Ja. „En wordt het je nu niet be
nauwd „Neen, want ik heb er geen schuld
aan.” Heel gunstig wordt er echter over
den verdachte niet gesproken. Onverschillig
asas
t
i
■V
rm
31
1(1
lg
I-
I?
in
itj
311
10
e“
LU
l-
A
OEEKER COURAA