III 'll! 1 fl ffl III I mOIMSSIllffl sum.
SIEMS- Bl 4 in I.KTi: Vf li: III. 11! Will! M
1882
A R G A N G.
J
Z E V E TST-E N-D ERTIGSTE
No. 57
J U L I.
19
de onachtzaamheid te
t
voetstuk tot zelfverheffing zou maken.
a
-
1
1
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents»
voor eiken regel meer 7‘('2 Cents. Bij abonnement is de prijs be"
lang rijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
Z. M. heeft, op verzoek, eervol ontslag ver
leend als 2de luitenant bij de d.d. Schutterij te
Sneek aan den heer J. J. Paehlig en als zoo
danig benoemd de heer A. T. Pijttersen, thans
2de luit, a la suite.
Dé Regclings-Commissie uit de Vereenigingen
„Algemeen Kies- en Stemrecht” te Rotterdam,
f
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ot redactie betreffende, franco
in te zenden.
Men leest in het Hbl.van gemeentewege
wordt thans al het houtwerk van den stads
schouwburg te Amsterdam met zoogenaamde
onbrandbare verf bestreken. Dit smeermiddel
heeft de kleur van geeloker, zoodat het er te
genwoordig achter de schermen alles behalve
vroolijk uitziet. Het slaat daarenboven zoodanig
uit, dat alles met witte kimpluimeu is versierd,
waardoor de dicht opeengeschoven doeken er
niet fraaier op worden. Vermoedelijk zal men
zich echter wel eerst overtuigd hebben, dat het
geen blijvende schade aan het decoratief toe-
brengt.
De dagblad-pers houdt zich natuurlijk nog al
tijd druk bezig met de treurige rampde
„Adder" overkómenterecht een „nationale”
Tamp genoemd, waardoor zoovele familiën in
ons vaderland in rouw gedompeld zijn. Belang
rijk nieuws daaromtrent deelt zij echter niet mee.
In hoofdzaak bepalen de berichten der laatste
dagen zich tot het treurig relaas, dat het getal
aangespoelde of opgevischte lijken, van de op zoo
noodlottige wijze omgekomen bemanning, weer
met enkele vermeerderd is. Voor ’t overige
levert zij slechts beschouwingen en beoordeelin-
gen over het treurig feit, die het lezend publiek
wil bezig houden maar ’t niet veel wijzer ma
ken.
Intusschen wordt in de Staatscourant bekend
gemaakt, dat de Minister van Marine eene pre
mie van f2000 uitlooft aan den vinder of de
vinders van het wrak van de Adder.
In de Staatscourant van 15 Juli jl. leest men
f verder
„Ten einde, allen twijfel weg te nemen,
die door de vermelding der tijdingen omtrent den
rammonitor Adder, geplaatst in de Staatscourant
van 12 dezer, zoude kunnen ontstaan, strekke
dat van het vertrek van dat vaartuig van IJmui
den op 5 Juli jl., dien dag of later, noch bij het
Departement van Marine, noch bij den directeur
commandant der Marine te Helle voetsluis
eenig bericht werd ontvangen.”
Dit bericht, schrijft de Amst. Crt., dat de Mi
nister van Marine even goed Dinsdag jl. reeds
in de Staatscourant had kunnen doen plaatsen I nemen,
In de Volksvriend van Roermond is de rede
openbaar gemaakt, waarmede Prins Alexander
zijn bediening van Grootmeester Nationaal heeft
aanvaard. Na de redenen te hebben herinnerd,
welke hem hadden gedrongen nu reeds vijfjaar
lang zich aan het openbaar leven te onttrekken,
wil Z. K. H. thans het stilzwijgen verbreken.
Hij wijst allereerst op Prins Frederik en haalt
een feit uit diens geschiedenis aan ten bewijze.,
dat men van iemand, die zoo onzelfzuchtig han
delde, geen vrees behoefde te koesteren, dat hij
van een verceniging, aan wier hoofd hij geplaatst
was, een voetstuk tot zelfverheffing zou maken,
Dat voorbeeld heeft ook onzen kroonprins vrij
moedigheid gegeven, om deze benoeming aan te
waarin hij zonder te trachten zijn
als jl. Zaterdag, weerlegt hen, die toen nog met
zekere volharding hebben beweerd, dit de Mi
nister en de Commandant der Marine te Helle-
voetsluis wel degelijk per telegraaf kennis had
den gekregen van het vertrek van de Adder
uit IJmuiden op Woensdag-morgen omstreeks
9 uur. In zooverre dus heeft het bericht eenige
kracht. Maar voor het overige heeft hot, althans
voor ons, weinig of geene waarde. En dat wel
om de volgende redenen
1°. Hadden de ministers en de Commandant
der Marine te Hellevoetsluis bericht gekregen
van het vertrek van de Adder uit Amsterdam
op Dinsdag 4 Juli, met bestemming naar Hel
levoetsluis.
2°. Hadden het Ministerie van Marine en een
Commandant van de Marine, die zich toch wel
voortdurend op de hoogte dienen te houden van
het uitvaren, het aankomen of de ligplaats der
oorlogschepen, in de Zeepost, of welk ander blad
ook, het vertrek van de Adder uit IJmuiden
kunnen lezen.
3°. Waren bij het vertrek van de Varna eeni
ge uren na dat van de Adder, op dienzelfden
Woensdag morgen, marine-autoriteiten te IJ-
muidou tegenwoordig, waar zij het uitstoomen
van den rammonitor hebben vernomen.
4° Bezit IJmuiden een Commissaris van het
loodswezen of een anderen Rijksambtenaar, wien
de Minister had behooren op te dragen, om het
vertrek of de aankomst van alle oorlogschepen
terstond te seinen. Die instructie had de man
blijkbaar niet, daar hij, indien hij ze wel heeft ge
had, maar niet opgevolgd had, zeer zeker zou zijn
afgezet, of op andere wijze gestraft. Dit is nu
niet geschied. Men mag dus aannemen, dat de,
nochtans vereischte, instructie niet bestond.
Maar genoeg. De vraag is nietheeft de
Minister het vertrek van de Adder uit IJmui
den geweten?” Maar deze: „heeft de minister
dat vertrek kunnen en moeten weten Na
latigheid en zorgeloosheid blij ven naar onze mee-
ning bestaan, ook na de hierboven geplaatste
mededeeling in de Staats-Courant. Aan de Com
missie, welke thans, naar wij vernemen, inder
daad wordt saamgesteld en die onzen stadgenoot
mr. E. 'N. Rahusen tot voorzitter zal hebben,
zij thans opgedragen, oin ieders aandeel in de
verantwoordelijkheid en de onachtzaamheid te
bepalen.
Aan het Vad. wordt medegedeeld, dat de
Frans Naerebout en de Schelde, die voor Sche-
veningen naar het wrak van de Adder zoeken,
1 Vrijdagavond met een sleeptros aan een zwaar
voorwerp op den bodem der zee zijn blijven ha-
ken. Daar door het trekken van de tros gevaar
bestond dat de schepen elkaar te dicht zouden
1 naderen, moest men op een van beiden den tros
laten slippener werden echter peilingen geno-
men om het voorwerp weer terug te vinden.
Het zoeken was echter tot Zaterdagmiddag te
vergeefs.
Amsterdam en Dordrecht, verzoekt ons meê te
deelen, dat de bijeenkomst, bedoeld bij hare cir
culaire van 1 Meijl,, zal worden gehouden op
Zondag 23 Juli 1882, des voormiddags ten 10'/2
ure, in het lokaal Fabrieks- en Handwerksnij-
verheid, in de Donkerstraat te Utrecht
Ruirn 40 vereenigingen zullen op die bijeen
komst vertegenwoordigd zijn.
SNEEK, 18 Juli.
De vreeselijke ramp met de Adder heeft al-
lerwege in ons land verslagenheid en deernis
verwekt, deernis niet alleen met de ongelukkige,
slachtoffers, die op zoo jammerlijke wijze den
dood in de golven vonden, maar evenzeer met
de door hen nagelaten hulpbehoevende betrek
kingen. Overal worden dan ook reeds pogingen
gedaan om den dreigenden nood voor velen hun
ner zooveel mogelijk te lenigen.
Ook onze ijverige luit kapelmeester van het
muziekcorps onzer d.d. Schutterij, wenscht zijn
talenten en krachten en die van zijn corps daar
aan dienstbaar te maken, door ’t geven van een
Concert ten voordeele der nagelaten hulpbehoe
vende betrekkingen van de verongelukten op de
Adder. Naar achterstaande annonce verwijzen
de, meenen we de verwachting te mogen uit
spreken, dat deze edele, belangelooze poging van
ons muziekcorps en zijn on vermoeiden kapelmee
ster, om de kunst op deze wijze dienstbaar te
maken tot leniging van den nood van zoovele
ongelukkigen, hier algemeene waardeering vinden
en eene flinke réussite zal hebben.
Aan het toelatings-examen van het Gymnasi
um alhier voor hoogere klassen, gehouden op
Zaterdag 15 Juli, namen deel 4 candidaten voor
kl. 2, 2 candidaten voor kl. 4 en 1 voor kl. 5.
De candidaat voor kl. 5 is toegelaten voor
kl. 4.
Voor kl. 4 is toegelaten J. Piebenga.
Van de candidaten voor kl. 2 zijn toegelaten
voor klasse 1 P. H. Veen te Bolsward, B. de
Jong te Koudum, B. Drost te Bolsward en J.
Conradi te Bolsward.
Naar wij vernemen bestaat bij het bestuur
der Coöperatieve-Vereeniging „Selfhelp" alhier
het voornemen om in het begin der volgende
maand eene aanbesteding te houden tot het
bouwen van nog 4 woningen, op het bij hare
woningen liggend onbebouwd terrein, zoodat als
dan hun bouwplan van 1880 (16 woningen) zal
verwezenlijkt worden.
Mocht het haar bij eene volgende gelegenheid
dan ook niet aan de noodige steun onzer gegoe
de ingezetenen ontbreken tot verdere verwezen
lijking van haar plan om aan hare leden zulke
flinke en gezonde woningen, als de reeds nu be
woonde, te verschaffen.
Maandag morgen werden door den keur
meester van visch alhier afgekeurd, twee karren
met bot, in bedorven staat aangevoerd door Jan
Ester en Jan van der Heijde, beide te Lemmer.
De afgekeurde visch werd dadelijk in beslag
genomen en naar de aschbelt vervoerd.
Jl. Zaterdag is te Oppenhnizen een kind
verdronken, het ruim 3 jarig zoontje van den
landbouwer U. G. v. d. Leij aldaar.
In een onbewaakt oogenblik schijnt ’t kind
in een bij de woning liggende praam geklom
men en daarbij te water geraakt te zijn.
f Westergoo, 17 Juli. Als men tegenwoor
dig de aardappelvelden passeert, worden de reuk
zenuwen onaangenaam aangedaan door iets, wat
aan bonte aardappelen herinnert en den land
bouwer de bede om droogte op de lippen legt.
Zijn hooi kon hij wel beter in de schuur gebor
gen hebbendat daarin te veel waterdeelen zijn
gebleven, vertellen hem ook zijn reukorganenzijn
andere vruchten zou hij nu gaarne ter bekwa
mer ure en dan goed willen inrijden, het maakt
persoonlijken wil en invloed door te drijven
nochtans in den loop der tijden door daden hoopt
te bewijzen, dat zijn benoeming niet kan geacht
worden in strijd te zijn met de beginselen, waar
op de orde gegrondvest is. „Indien ik verder
overtuigd was geweest”, zoo ging Z. K. H. voort,
„dat zij niet met de belangen van het aan alle
Nederlanders zoo dierbaar vaderland zou hebben
gestrookt, zoo zou ik mij op dit oogenblik niet
in uw midden bevinden.”
De rede van Z. K. H. was verder gewijd aan
het uitspreken van de innige overtuiging om
trent de wenschclijkheid van in geopende Loge
over maatschappelijke, godsdienstige en staat
kundige onderwerpen voordrachten te houden
met daarop volgende vrije, onbelemmerde ge
dachtenwisseling. Langs dezen weg zou een
ruim arbeidsveld voor de vrijmetselarij in Neder
land geopend worden, een veld dat door haar
nog weinig is beploegd. Zoo kon zij de school
worden om vele Nederlanders tot nuttige bur
gers van den staat op te leiden, en hen een
helder inzicht te doen verkrijgen in zaken, waar
over zij te voren hoogst onjuiste begrippen had
den; immers door wrijving van denkbeelden
komt men tot de waarheid. Zoo zou zij een
gevoeligen slag toebrengen aan de groote on
verschilligheid, op ieder gebied hier te lande
thans waar te nemen, zou zij den ondernemings
geest opwekken en zoodoende een stoot geven
aan al hetgeen den Nederlanders belangstelling
en geestdrift kan inboezemen. Indien de orde
zich werkelijk ten plicht heeft gesteld het
menschdom beter te doen worden en zich daar
van ernstig rekenschap geeft, dan is het voeren
eoner vrije en onbelemmerde gedachten wisseling
over maatschappelijke, godsdienstige en staat
kundige onderwerpen daartoe zeker een eerst
aangewezen middel.
„Met genoegen hebben wij de uiting dezer
denkbeelden gelezen, voegt de Hervorming aan
deze meêdeeling toe, niet zoozeer om het ruime
arbeidsveld, dat Z. K. H. aan de vrijmetselarij
wenscht te openen wij meenden dat zij dat
veld ook vroeger wel degelijk had beploegd en
dat het buiten haar muren even goed als daar
binnen kan worden bearbeid maar vooral om
dat er een gezonde zin en een levens- en werk
lust uit spreken, welke wij te lang in onzen
kroonprins geheel hadden gemist. Mocht het de
orde der vrijmetselaren gelukken dezen jongen
vorst te doen opstaan uit zijn somberen zelfge-
metselden grafkelder én hem aan zichzelf en zijn
volk terug te gevenzoo had zij zich reeds
hierdoor alleen jegens het vaderland hoogst ver
dienstelijk gemaakt en reden gegeven om haar
dankbaar te zijn, dat zij deze gezegende crisis
in de gemoedskrankheid van onzen toekomstigen
vorst heeft in ’t leven geroepen. Met ongeduld
wachten wij de daden af, die bewijzen mogen,
dat de lang geweuschte ommekeer werkelijk is
ingetreden.”
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek brengen, ter voldoening aan art.
8 der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad no. 95),
ter algomeene kennis, dat zij vergunning hebben
verleend aan Johannes Volkers, Metaalwerker te
Sneek en zijne rechtverkrijgenden, tot oprichting
eener Smederij, in het gebouw Kadastraal be
kend gemeente Sneek Sectie B no. 829 gelegen
aan het Grootzand.
Sneek, den 18 Juli 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN,
De Secretaris, J. W. BENNEWITZ.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek, brengen ter voldoening aan het bepaalde
bij de artt. 17, 18 en 19 der wet van 14 Sep
tember 1866, (Staatsblad no. 138) ter kennis
van de ingezetenen dier gemeente, dat de lijst
bevattende de namen der inwoners, dié voor het
verleenen van inkwartiering en onderhoud van
militairen in aanmerking komen, bij hun be
sluit van den 15 Juli 1882 is herziendat die
herziene lijst is aangeplakt en gedurende 14 da
gen, ingaande den 19 Juli 1882, op de Secre
tarie voor een ieder ter inzage zal worden neêi-
gelegden dat de bezwaren tegen die lijst,
binnen 14 dagen na afloop van den tijd voorde
inzage bestemd, schriftelijk moeten worden in
gediend.
Sneek, den 18 Juli 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN.
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ
01 It l i
SlEEkER
j
HINNEN I. A*».