Mil U S H 1NMHIHU) IMS DE 1 p ï'f L I k IJ M IW w No. 59 Z E V E N-E N-E> ERTIGSTE J 1882. \V Jaarmarkt of Kermis, op welke geene bedelaars, rijfelaars, hazardspe- lers of loterijen met kaartjes om koek, glas- en aardewerk of andere voorwerpen, zullen worden toegelaten, alhier zal ingaan op DINSDAG den 8 Augustus 1882, des morgens acht uur, en eindigen op Vrijdag den 18 Augustus daaraan volgende, des morgens acht uur, en dat vóór den 20 dier maand, alle kramen, disschen, ten ten enz. zullen moeten zijn afgebroken en weg geruimd. in e. W O IS TV S IT jk. o- JU LT. 26 a U I T Kell, Wichers, den Beer Poortugael, de trent verkeerde opvattingen blijken te bestaan ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents’ voor eiken regel meer T’/j Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. n e is !- b 2 n '5 1. in <i. Aan de Midd. Ct. wordt in een schrijven uit den Haag het volgende medegedeeld over den uitslag der onlangs aan Multatuli gebrachte hul de en hulp „De pogingen, door zijn vrienden aangewend Vrijdag avond was een vrouw uit de heffe des volks op de straat te Nijmegen bozig haar 7jarig zoontje een duchtig pak slaag te geven. Een voorbijgaand korporaal van het 5e regiment infanterie, die meende, dat dit de ouderlijke macht te buiten ging, trok partij voor het knaap je. De moeder was over deze inmenging zoo verontwaardigd, dat zij den korporaal aanvloog en duchtig toetakelde, zoodat hij het geraden achtte het hazenpad te kiezen en zich in een tapperij begaf om verder van de lieflijkheden dezer helleveeg verschoond te zijn. Naeenigen tijd aldaar vertoefd te hebben, dacht hij gerust zijn weg te kunnen vervolgen doch de vrouw was in de buurt gebleven, en nauwelijks was hij buiten gekomen, of hij werd door de strijd lustige tegenpartij aangevallen, waarbij hij we derom het onderspit moest delven en ten twee den male zich door de vlucht redde met ach ter- lating van zijn kwatiermuts een paar toege schoten kameraden beletten de Xantippe hem verder te vervolgen. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden fl.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. dat onze beschuldiging tegen de directie te Hellevoetsluis berustte op de onderstelling, dat men daar kennis had van het vertrek van de Adder uit IJmuiden. Nu het is gebleken, dat die on derstelling onjuist was, en dat men tot Zaterdag te Hellevoetsluis vast geloofde, dat het schip nog te IJmuiden lag., wachtende op gunstig weer, nu vervalt de beschuldiging van plichtver zuim, op dien grond gebouwd. De zaak spreekt eigenlijk van zelf. Nu het ons echter blijkt, dat door sommigen die gevolg trekking niet is gemaakt, wenschen wij nog uit drukkelijk te verklaren, dat de directie te Hel levoetsluis niet van plichtverzuim te beschuldi gen is, omdat zij geen ongerustheid koesterde over het lot van den monitor, dien zij veilig te IJmuiden waande. Den 19 Juli, den 41 en geboortedag van Hen ri Morriën, vereenigden zich op het R K. kerk hof „De Liefde” te Amsterdam een aantal ver wanten en vrienden om zijn graf, om daar do laatste hulde te brengen aan den eens zoo gevier- den tooneelspeler. Een fraaie gedenksteen siert thans zijn graf; onder een gelauwerd kruis prijkt in gulden let teren de opdracht: „Aan Henri Morriën, geb. 19 Juli 1841, overleden 14 Jan. 1882. R. I. P. Door zijn vrienden.” binnenlandsche zakenwat mislukt met collega Van Reenen, gelukt misschien aan collega Geert- sema, of collega Heemskerk, of collega Fock, of collega Kappeyne, of collega Six, of aan col lega Pijnacker Hordijk. Neem koloniëndaar vindt gij Loudon, Van de Putte, Trakanen, De Waal, Van Goltstein, Alting Mees, Van Rees, de allerspeciaalste der koloniale specialiteiten. En last not least oorlog dan Casembroot naast Booms, naast Engelvaart, naast Delprat, naast Van Limburg Stirum, naast Weitzel, naast Enderlein, naast Klerck, naast Beijnen, naast Den Beer Poortugael, naast Reuter 1 Het is bijna een krijgsraad. Als in een wel voorziene rijschool zouden er voor de verwisselingen altijd ministers beschikbaar wezen. Geen minister zou omgewor pen worden, geen zou vallen. Zij zouden slechts van tijd tot tijd een poos gaan zitten, zoolang de collega, die is opgestaan, aan het woord is. Met zulk een Ministerie van verscheidenheid en overeenstemming 'zouden er altijd zaken te doen zijn en altijd politiek, rechtsche, linksche of mid- den-insche. „Waren de octrooien niet afgeschaft, aldus besluit het blad, of waren zij weder ingevoerd, wij zouden octrooi verzoeken voor onze crisis- vernietigende uitvinding.” BURGEMEESTER on WETHOUDERS van de gemeente Sneek, maken bekend, dat de Tevens wordt hierbij herinnerd aan art. 46 van de algemeene Politie-verordening, waarbij is bepaald „dat niemand eene tent., kraam of iets dergelijks, op den voor den openbaren dienst bestemden grond mag opslaan, dan op aanwijzing van den Marktmeester en na voldoening van het marktgeld. Sneek, den 14 Juli 1882. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. van DRIESSEN. De Secretaris, J. W. BENNEWITZ. Vrijdagmorgen zou zekere Stek uit het huis van arrest te Winschoten, onder geleide vau den veldwachter Jacobs, naar het spoorwegstation overgebracht worden, om te Rotterdam een cel straf van zes maanden te ondergaan. Nabij den stationsweg gekomen, wierp S. wjens handen geboeid waren plotseling zijn schoeisel van de voeten en liep, eer zijn geleider zulks in staat was te beletten, den overweg van den spoorbaan over en, in gestrekten draf, in de richting van Hoogebrug. De rijksveldwachter scheen het ge raden te achten, om weldra terug te keeren en vertrok weinig tijds daarna per rijtuig, om den vluchteling zoo mogelijk te achterhalen, die vol gens latere geruchten reeds in Bellingwolde ge zien zou zijn. Is dit laatste juist, dan kan hij zoo schrijft men viu het gehucht de Leete spoedig aan gene zijde der grenzen zijn, alwaar hij ongetwijfeld wegens sluikersrelatiën niet in alle opzichten een vreemdeling is. DE PERS. Z. M., willende dat door een deskundig en een onpartijdig onderzoek, zoo mogelijk de oorzaken worden nagegaan en opgespoard, waaraan de zee ramp, Zr. Ms. rammonitor Adder onlangs over komen, moet worden toegeschreven, heeft een commissie benoemd, bestaande uitals voorzitter de vice-admiraal R. L. de Haes als ledende kapt, ter zee W. Ensliemr. E. N. Rahusen voorzitter van het college voor de zeevisscherij- enT. Cs van de Poll, expert van Veritas” D. L. Wöltson, oud-zeeofficier, laatst directeur der Nederlandsche stoomboot-maatschappij te Fijenoord, en als secretaris de luit, ter zee le klasse A. G. Ellis. Deze commissie zal op een door den voorzitter vast te stellen datum vergaderen aan het lokaal van het departement van marine. De Staats-Cour. vermeldt het terugvinden van de Adder aldus Blijkens bij het Departement van Marine ont vangen bericht is het wrak van Zr. Ms. ram- monitor Adder in den nacht van 21 op 22 de zer gevonden. Het wrak is liggende in 10 vadem diepte Noordwest, miswijzend van Scheveningen, nage noeg één geografische mijl uit den wal. De Amst. Crt. bevat omtrent het vinden van het wrak het volgende bericht „De duiker aan boord van het loodsvaartuig „Frans Naerebout, commandant-luitenant Nijgh, hetwelk Zaterdagmorgen tusschen 8 en 9 uren de onderzoekingen begon, ontdekte het wrak van de Adder even 10 uren op een diepte in zee van 9 a 10 vademen noordwest bezuiden den Scheveningschen vuurtoren. „De raramonitor lag met den kop naar het zuiden, dus in de richting van den Hoek van Holland. De ligging bewijst, dat het schip recht gezonken en niet omgeslagen is. Twee Holland- sche vlaggen, in top der masten van den Frans Naerebout, waren voor de wacht op den vuur toren het sein, dat de Adder herkend was. „De kustwachter zond bericht aan den Min. van Marine, wiens adjudant weldra te Scheve- ringen kwam, voor welk dorp de Frans Nae- roboüt en de Sshèlde inmiddels geankerd waren. De commandant was aan wal. Op de plek in zee, waar men het schip gevonden heeft, is een boei geplaatst.” Dat het wrak ondersteboven gekeerd is, zoo- als in sommige berichten wordt beweerd, is, volgens bet Vad., waarschijnlijk een gevolg daar van, dat het schip door de zwaarte van het bo vengedeelte bij het volloopen gekeerd is; het ligt met den kop om de Zuid op bakboordzijde. Een wrakboei is terstond gelegd. De peiling van die boei is: Monster, Zuid ten Westen 3/4 West, Scheveningen, Zuid-Oost. (Miswijzend kompas). De N. R. Ct. bevat het volgende Nu er een commissie van onderzoek benoemd is over het vergaan van de Adder, schijnt het gepast, geen verdere beschuldigingen in te bren gen, maar af te wachten, wie als verantwoorde lijk voor het vreeselijk ongeluk door het on derzoek zullen worden aangewezen. Dit tot ant woord aan zoovelen die nog stukken zonden of mochteu willen zenden over wat er aan voor zorg en goed beleid is te kort geschoten. Alleen merken we nog op, omdat daarom- Dé Arnh. Cour, wijdt een artikel aan de ministerieele crisis en geeft aan hare verontwaardiging over de crisis en over de kalme wijze waarop ons volk ze opneemt door spot en ironie lucht. Ons volk is er, naar het blad doet opmerken, aan gewend om te leven onder een gouvtrne- ment van interimaire en demissionaire ministers. Onze ministers zijn eigenlijk altijd demissionair en volgen elkander even regelmatig op als de schijngestalten der maan. Toch bestaat er een oud bijgeloof, dat het land niet kan geregeerd worden wanneer er niet een achttal heeren, die dien titel van minister voeren, een paar jaar gaan zitten in een kabinet. En zoo komt het dat ook nu weder louter uit nieuwsgierigheid de vraag wordt gedaan wie de neergelegde por tefeuilles zullen oprapen. De tijd dringt nog niet. Juli, Augustus en desnoods half September kan het nog wel duren, inaar dan begint het toch te spannen. Voorliet geval dat men dan nog geen oplossing heeft, doet de A. C. de volgende aan de hand: „Zou men, wanneer het zoover kwam, niet eens do proef kunnen nemen, een kabinet samen te stellen uit al de nog in leven zijnde oud-mi- nisters Als wij ons niet verrekend hebben, zouden wij dan kunnen verkrijgen 10 ministers van buitenlandsche zaken, 9 van justitie, 7 of 8 van binnenlandsche zaken, 3 of 4 van marine, 9 van financiën, 12 van oorlog, 9 of 10 van koloniën, 2 van waterstaat, gezamenlijk dus een kabinet van 61 a 64 ministers. De homogeni teit van dit kabinet zou bestaan in zijn veel soortigheid en veelzijdigheid, terwijl het tevens doorkneed zou zijn in alle ervaringen van het ministerieele en parlementaire leven. De cri sissen zouden onmogelijk gemaakt zijn, want er zouden geen portefeuilles nedergelegd en opge hapt behoeven te wordenzij zouden slechts van hand tot hand behoeven overgereikt en een poos vastgehouden te worden. Neem b.v. de portefeuille van financiën welk een rijkdom van keus onder al deze specialiteiten Als het finan cieel van den heer Vrolik niet in den smaak der Kamer mocht vallen, kon men het beproeven met het plan van den heer Van Tets, of van graaf Schimmelpenninck, of van den heer Blussé, den heer Van der Heim, den heer Van Deldcn, den heer Gleichman, den heer Vissering. Neem Meijier (Binnenlandsche Zaken), van der Kaay (Justitie), de Bruyn Kops (Financiën) en Mi- randolle (Koloniën). De heer Kappeyne zelf, gebonden aan onver wijlde grondwetsherziening, zou in het Kabinet geen plaats nemen, maar het als Afgevaardigde van Haarlem in de Kamer steunen. Men schrijft uit ’s Gravenhage Nadat de Minister van Lynden met eenige per sonen had gesproken, die voor de betrekking van Minister in aanmerking kwamen, en deze niet bereid had gevonden om een portefeuille aan te nemen, heeft hij reeds vóór eenige dagen aan Zijne Majesteit den Koning geschreven, dat hij de opdracht tot vorming van een Ministerie niet kon aannemen. Voor zoover bekend is, heeft Zijne Majesteit tot nu toe geen nieuwe opdracht gegeven. Ben ik wel ingelicht, dan was het plan van den heer van Lynden, om zelf Minis ter van Buitenlandsche Zaken te worden, en be stond het bezwaar voor de vorming van een Mi nisterie vooral daarin, om een geschikt man voor de portefeuille van financiën te vinden. Er is thans sprake van een ministerie-Tak. Uit ’s Hage meldde men aan ’t Utrechtsch Dagblad Éen zeer stellig gerucht wil, dat het nieuwe Ministerie-Tak aldus zal zijn samengesteld De heer Tak van Poortvliet, Waterstaatde heer van Heeckereu van Keil, Buitenlandsche Zialcende heer Wiehers, Marine; de heer den Beer Poortugael, O rlog; de heer de Meijier, Binnenlandsche Zakende heer van den Kaay, Justitie; de heer de Bruyn Kops, Financiën de lieer Mirandólle, Koloniën. De heer Kappeyne zou als lid der Tweede Kamer voor Haarlem het Ministerie steunen. In verband met dit telegram ontleenen wij aan het D. v. Z.-EL. het volgende Hoewel natuurlijk volkomen zekerheid nog niet te verkrijgen is, schijnt zich toch het ge rucht, dat aan den heer mr. Tak de formatie van een nieuw Kabinet is opgedragen, te be vestigen. Er is zelfs reden te gelooven, dat die opdracht reeds ettelijke dagen geleden gedaan is, althans reeds nu circuleert een vrij volledige opgave van de namen der nieuwe titularissen. Het nieuwe Kabinet zou zich tot taak stellen de totstandbrenging van een kanaal door de Geldersche vallei en de strenge uitvoering van de wet op ’t lager onderwijs, in den geest, waarin die door den heer Kappeyne en laatstelijk door den heer de Meijier is toegelicht en verdedigd. Het zou bestaan, uit den heer Tak, van Heecke- röD Vc-Ul "VVinliors don Roun 1} .1 ■mthhïi momsam m 9 Ï35S! OR 19 I K E A X K JU A t 3 5 l 3 3 8- - \y

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1882 | | pagina 1