SMITS- HI IDfflifflffl BLID WOR HE «EJIEEXTE ffl HET 1MD1SSEW SIB. KALVERMARKT dat jaar invalt op Maandag den 16 Oct. 1882. No. 82 Z E V E N-E N-D ERTIGSTE J 1882. 14 O CTOI3 F 42. tie van Staatsspoorwegen is opgenomen. De bekende zaak van den gewezen directeur - Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents> voor eiken regel meer 7*/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. gelijk worde gebruikt, om de vergoeding, voor plaatsruimte te betalen, te verminderen 2. dat de Regeering zich voorbehoude, aan Z. M. den Koning de Nederlandsche leden voor de jury ter benoeming voor te dragen en het reglement voor do jury goed te keuren, om zekerheid te heb ben, dat de belangen dor Nederlandsche inzen ders bij de beoordecling hunner inzendingen in geen enkel opzicht zullen worden benadeeld. Volgens de verzekering van teruggekeerden uit het kamp te Milligen moeten daar dezen zomer ergelijke dingen zijn voorgevallen, diode gansche bevolking van het kamp in hevige be weging hebben gebracht. De officieren moeten er op de meest vernede rende wijze beleodigd zijn, door dat mon hen met name is dit don kapitein L. gebeurd het ver laten van het kamp heeft verboden, onder be dreiging dat zij door de rijks veld wachters zouden worden doodgeschoten. Hot leger is geschokt, er heerschto algemeene ontevredenheid in het kamp, zelfs bestond er gevaar voor een militair oproer. Van mond tot mond gaan geruchten van de afkeurenswaardigste feiten en ’t mag noo- dig geacht worden dat oen en ander niet in de doos worde gestopt. De minister van oorlog dient bekend te wozen met de feiten, zoo zij hebben plaats gehad naar luide der geruchten. Er dient eene enquête ingesteld te worden, Natie, Leger en Kamer hebben er recht op te weten wat er van zij. Alles in ’t volle lichtOnze friesche afgevaardigd en durven wel Men meldt aan het U. D. „Indertijd heeft in de nieuwsbladen het be richt de ronde gedaan, dat in de treinen tus- schen onze noordelijke provinciën en Amsterdam doorgaande rijtuigen zullen worden geplaatst. Dit bericht is echter slechts in zooverre juist, dat daaromtrent wel eene overeenkomst is ge troffen tusschen de maatschappij rot Exploita tie van Staatsspoorwegen en do Hollandsche Ijzeren Spoorwegmaatschappij, maar dat daarin de Nederlandsche Centraalspoorweg nog niet ia nncrnnnmnn 5 Over de oprichting van een nieuw groot li beraal dagblad te Amsterdam wordt aan het Utr. Dbl. het volgende geschreven „Blijkens ons ter inzage gegeven concept- statuten, zal met 1 Jan. e. k. te Amsterdam van wege de dagblad-vereeniging Holtz en Co. een dagblad worden uitgegeven, getiteld de Am sterdammer. Hot maatschappelijk kapitaal be draagt 2 ton. Van omstandigheden zal afhan gen, of in het nieuwe blad het weekblad van dien naam zal opgaan. Als hoofdredacteur er van treedt, volgens de ontwerp-statuten, de heer Do Koo op. Men gewaagt ook nog van eene ophanden zijnde ingrijpende verandering ten op zichte van de Amsterdamsche Courant, het oud ste blad in de hoofdstad. Ook zal het Vliegend Blad voor Amsterdam, een blad’, dat in betrek kelijk korten tijd onder het volk nog al opgang heeft gemaakt, van redactie en uitgever ver wisselen. Omtrent dit bericht meldt het N. v. d. D. het volgende: „Wij hebben gewacht aan de mededeeling van die geruchten deel te nemen, tot wij omtrent een en ander meer zekerheid hadden, en zoo kunnen wij nu, niet zonder leedwezen, berich ten, dat de Amsterd. Ct., naar ons officieel is gebleken, niet of omtrent Januari a. s. zal op houden te bestaan. „Het Handelsblad zal reeds met 1 Nov. a. s. een ochtend- en avondblad uitgeventerwijl onder dienzelfden naam als het thans bestaande weekblad de Amsterdammer met 1 Januari bij dezelfde uitgevers ook een dagblad, eveneens als het Handelsblad ’s ochtens en ’s avonds verschij nende, zal worden uitgegeven. Het weekblad blijft echter in denzelfden vorm bestaan. „En wat nu het Vliegendblad betreft, do ei gendom daarvan ging sedert October aan een commanditaire vennootschap, ten name van den heer A. W. van Megen, over, maar blijft ove rigens, wat redactie en uitgevers betreft, wat het tot hiertoe was. „De Morgenpost, waarvan mede in de door ons bedoelde geruchten sprake was, schijnt voor- loopig nog slechts in de verbeelding te bestaan van hen, die het wel gaarne in het loven had den geroepen, maar tot hiertoe op onoverkome lijke financieele moeielijkheden hebben gestuit. Wellicht is dat ook met het op te richten hu moristisch weekblad in den vorm van Kladde- radatsch het geval, maar hieromtrent bestaat vooralsnog geen voldoende zekerheid, evenmin als nog te bepalen is, wat er van een dagelijk- sche verschijning van do Echo aan is. Men schijnt het daarover nog niet eens te zijn.” De burgemeester eener kleine gemeente in Limburg is gehuwd met een schoon doch arm meisje, wier brooder vroeger kunstrijder was, doch nu de kunst van hardloopen uitoefent. Op een zijner „kunstreizen” komt hij ook in het stadje, waar zijn zwager als burgemeester fun geert, met het voornemen om de vereischte per missie te vragen tot het geven van eene voor stelling in do edele kunst van hardloopen. Zijne papieren zijn in volmaakte orde zijn zwager kan hem dus de toestemming moeielijk weige ren. De burgemeester is echter weinig ingeno men met het plan van zijn aanverwant en vraagt hom op norschen toon „Hoeveel verdien je met zoo’n hardlooperij „Hier minstens tien gul den.” „Nu daar heb je tien gulden; scheer je nu weg, want ik wou niet gaarne, dat iemand, wie dan ook, te weten komt, dat de broeder van mijn echtgenoote hardlooper is.” „Harte lijk dankvaarwel, heer zwager.” Zes we ken later komt zwager terug en behandelt de zaak thans eenvoudiger. Hij opent nl. de deur van het bureau en zegt tot den burgervader „Tien gulden of ik loop.” Omtrent het door enkele bladen medegedeel de betreffende eene treurige gebeurtenis in de herberg aan den Kruisberg, gemeente Bunde, worden thans de volgende bijzonderheden ge meld. Een zevental bezoekers waren dien avond te genwoordig, waarvan een, de zoon van den ver- slagene, zich onbetamelijke vrijheden tegenover de dochter van den herbergier veroorloofde, waar op hij door haar vader de deur werd uitgezet. Dit gaf aanleiding tot een algemeenen aanval op den waard, die een slag ontving met een stok waarvan het benedeneinde met lood was gevuld. Door dien slag geraakte hij van de been. Zijn dochtertje, 13 jaar oud, ziende dat haar vader deerlijk mishandeld werd, reikte hem uit eigene beweging een geladen revolver toe, waarna vier schoten knalden. Een der kogels drong L., uit het dorp Meerssen, door de long en doodde hem. De zoon van den verslagene, de eerste oorzaak van den twist, kreeg een kogel in den arm. De derde kogel stuitte af op de koperen koppelplaat van een soldaat, en de vierde schoot een ander het sigarenpijpje uit den mond. De dader was zoo mishandeld, dat hij door het gerecht niet per wagen of spoortrein kon vervoertl worden, maar per rijtuig naar Maastricht werd overgebracht, waar hij nog onder geneeskundige behandeling verkeert. ja, op welke wijze. Weer hamert Jan Holland in zijn„Dat ge tob met onze jongensDeventer, W. Hui sdier op de moderne onderwijs-overdrijving, die van de jongens slecht gedrukte, wandelende encyclopediën maakt. Het schort bjj het gym nasiaal en middelbaar onderwijs volgens hem voornamelijk aan belangstelling van de leerlingen in de verschillende vakken, eene belangstelling, die alleen kan worden verwacht, wanneer 1. het aantal vakken wordt verminderd; 2. wanneer bij het onderwazen een geregelde opvolging der vakken wordt in acht genomen, zooals dit vroe ger bij het onderwijs hier te lande het geval was, vóór de naaperij van het Duitsche onder wijs mode was geworden. Wanneer Jan Holland vroeger zulke dingen schreef, dan werd hij voor een onmogelijk man verklaard vergissen wij ons niet, zegt het Vad. dan valt het door hem gestrooide zaad tegenwoor dig in betere aarde en beginnen er steeds meer tot de overtuiging te komen, dat Jan Holland ’t toch nog zoo mis niet heeft. Critiek of lof op taal of stijl der brochure la ten wij hier achterwege; voor de eerste hebben wij in deze aankondiging geen plaatsvan ’t laatste houdt Jan Holland niet. Wij behoeven ook niet tot lezing op te wekken; Jan Holland heeft en houdt zijn publiek. De heer Loffelt, die in ’t Vad. teoneelcritick schrijft, heeft van den hoer Louis Bouwmeester de volgende briefkaart ontvangen: „Indien je denkt, dat ik mij dezen winter weer door je zal laten uitkleeden, vergis je je erg. Pas op voor de gevolgen, je verveelt me al lang genoeg. Ik brand van verlangen per soonlijk kennis met je te maken. EnikzaZdie kennis maken den eersten keer dat ik mij in Den Haag bevind.” De heer L. dacht eerst aan een onhandig vriend van den heer B., maar heeft de zeker heid gekregen, dat de briefkaart wel degelijk van onzen acteur afkomstig is. ’t Schrijven van tooneelcritiek wordt gevaarlijk Door het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van ‘t Algemeen zijn (ingevolge het besluit der jongste algemeene vergadering) de departemen ten Rotterdam, Dordrecht en Edam aangewezen om elk een lid der commissie te benoemen, die be last zal zijn met het voorbereiden van het eeuw feest der genoemde Maatschappij. Tot candidaat voor de Tweede Kamer, in plaats van mr. Patijn, wordt in het hoofdkies district Gouda aanbevolen, mr. Van Bergen IJzendoorn, burgemeester te Gouda. De directie der Holl. Ijzeren spoorweg-maat- schappij heeft, naar ’t N. v.d. D. meldt, aan iede- ren machinist een gele vlag doen uitreiken, wel ke bij de eerste ontdekking van boschbranden moet uitgestoken worden, als aanwijzing voor de wegarbeiders. Deze moeten zich dan aanstonds gewapend met de noodige bluschmiddelen bege ven in de richting van waar de trein was ge komen. Tegen ’t volgend jaar zal deze maatre gel zeker wel nut doen. Het hoofdbestuur der vereeniging tot bevor dering van fabriek- en handwerksnijverheid in Nederland heeft -zich tot de Tweede Kamer ge wend met een adres, waarin het den wensch uit, dat aan het uitvoerend comité voor de interna tionale koloniale tentoonstelling te Amsterdam, door de Nederlandsche Regeering subsidie worde toegekend onder de navolgende voorwaarden 1. dat de verleende som geheel ten goede kome van dé Nederlandsche inzending, en zooveel mo- BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Sneek, maken hiermede bekend, dat de Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. van DRIESSEN. De Secretaris, J. W. BENNEWITZ. K E N N I S G E V I N G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Sneek, gelet op de resolutie van den heer Staatsraad Gouverneur dezer provin cie, van den 14den September 1833, no. 173 en 9551, maken door deze aan de belanghebbenden bekend: dat, ingevolge artikel 27 der wet op het Personeel, van den 29sten Maart 1833 (Staats blad no. 4), een ieder gehouden is, aangifte te doen van de perceelen, die op den loden Mei dezes jaars niet in gebruik waren, of, door, ee- nen huisbewaarder bewoond zijnde, gedurende den loop van het dienstjaar in gebruik genomen of van mobilair voorzien werden, van het aan schaffen van meerdere dienst- en werkboden of paarden, dan op den 15 Mei werden gehouden en eindelijk van het aanwenden tot belastbaar gebruik van zulke voorwerpen van de 5de en 6do grondslagen, als aanvankelijk tot onbelast bare einden aangelegd of gebezigd zijn, zoomede van paarden die in den loop van het jaar het tweede viertal hunner melktanden hebben ver loren. Zullende de aangiften hiervan moeten geschie den ten kantore van den Ontvanger, alvorens die omstandigheden komen te ontstaan. Wijders wordt hierbij herinnerd dat, naar luid van artikel 38 der wet van den 26sten Mei 1870 (Staatsblad no. 82) van alle gebouwen, welke. nieuw gesticht, vernieuwd, vergroot of uit gebreid worden, door de belanghebbenden bin nen drie maanden na de ingebruikstelling dier perceelen, of nadat ze voor het eerst geheel of ten deele worden betrokken, aan het Gemeen tebestuur aangifte moet worden gedaan, daar bij 't verzuimen dier aangifte wordt verbeurd de aanspraak op de vrijdommen, welke bij de aan gehaalde wet, wegens die gebouwen, zijn toege kend. Sneek, den 10 October 1882. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. van DRIESSEN, De Secretaris, J. W. BENNEWITZ. Den len November zal het 19 jaar geleden zljn, dat bij n wet verklaard werd dat voor de vergaderingen van de beide kamers der Sta- ten-Generaal een paleis van Staatswege zal wor den opgericht. Dit zou strekken ter herden king aan het verbond tusschen het koninklijk stamhuis en het Nederlandsche volk. Niettegenstaande aan alle autoriteiten de ge bruikelijke last is geven om aan de uitvoering nfer wc*; hand te houden, is er, zegt het RW., nog niets van dit paleis te zien. Nu er toch eenmaal een negentien-jarig plichts verzuim is gepleegd door alle Nederlandsche au- onteiten zonder uitzondering, zouden wij in over weging geven, hieraan de hand te houden en met {et paleis te wachten tot er weder een batig saldo is. I „Pe Koninklijke Academie van Wetenschappen, I atceeling Letterkunde, heeft commissoriaal ge- ^raakt een voorstel van mr. Vissering, om den 'kbten geboortedag (10 April 1883) van Hugo e Groot op waardige wijze te gedenkenzoo OEEKER i OIRiVT. ÜB I N -V K A I. A A

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1882 | | pagina 1