SIMS- El 1 III IOTTIEBL1II TOOR DE GEMEENTE El HET MME1Ï S.M. No. 99. Z E V E N-E N-D E R T I (T S T E Met Billiton-sehandaaL J W OEASD A 13 XX IS <D 12 AX 13 JE XX. ver- m; ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7‘/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be" lang rijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. de eerste plaats af 1 tigheid maakt Als men ziet koevele millioenen jaarlijks wor den weggeworpen voor oorlog en marine, voor belachelijke veldmanoeuvres en drijvende dood kistenals men bedenkt hoe, door een schande lijke bevoorrechting van het kapitaal in porte feuille, jaarlijks millioenen voor de schatkist ver loren gaan als men weet hoevele millioenen reeds verslonden werden door den roekeloos aange vangen Atjeh-oorlog en men moet daarbij nu nog vernemen hoe, door ’t sluiten eener bevoorrech tende overeenkomst, vele mdlioenen voor de schatkist dreigen verloren te zullen gaan, dan is het waarlijk geen wonder, dat zich wrevel en ontevredenheid bij de natie openbaren over zoo’n schromelijke geldvermorsing, tegelijk met een toenemenden druk der belastingen. ’t Is dan ook te hopen, dat althans in het Billiton-schamjaal de volksvertegenwoordiging zich krachtig zal doen gelden en, zonder aan zien des persoons, daarin uitspraak zal doen, opdat de natie althans wete, dat hare vertegen woordigers pal staan, waar het de handhaving geldt van het algemeen belang boven dat van enkele gefavoiceerden. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franco in te zenden. St.bl. no 151 bevat het besluit van den 2en Dec. 1882, houdende voorschriften betreffende de invoering der wet van 11 Juli 1882 (St.bl. no. 93), tot wijziging der wet op het recht van zegel. Bij dit besluit wordt o. a. ’t volgende bepaald Bij de ontvangers, met debiet van het zegel belast, kunnen ingewisseld worden, tegen zegels van 5, 10 en 20 cent, of andere eerst in het jaar 1883 bruikbare zegels van gelijke of hoogere Waarde dan de ter inwisseling aange bodene, met bijbetaling van de hoogere waarde 1. gedurende de maand Deo. 1882 de zegels en het op verzoek van belanghebbenden gestem peld papier, bestemd voor stukken in voorschre ven artikel 21, no. 2 der wet van 3 Oct. 1843 bedoeld 2. gedurende de maanden Jan. en Febr. 1883 de andere vóór 1 Jan. 1883 uitgegeven zegels, en naar de oppervlakte van het papier mits de ter inwisseling aangeboden zegels zich nog bevinden in den staat, waarin zij van Rijkswege uitgegeven zijn en het sub 1 bedoelde op ver zoek van belanghebbenden gestempelde papier nog geheel onbeschreven zij. liet overige op verzoek van belanghebbenden gestempelde papier of perkament, dat nog geheel onbeschreven is, kan eveneens ingewisseld wor den gedurende de maanden Jan. en Febr 1883. Het jongste nommer van het Weekbl. van het Regt behelst het adres, door den heer mr. J. D. van Ketwieh Verschuur aan de Tweede Ka mer gezonden naar aanleiding der opmerking van den minister van justitie, in zijn memorie van antwoord op het verslag der Tweede Kamer over het papier-onderzoek voorkomende. Mr. v. K. V. komt tegen de beschuldiging op, dat hij een eenzijdig verslag van het gebeurde bij de inbeslagneming zou hebben gegeven. Hij her haalt de feiten gelijk ze zijn voorgevallen wij namen indertijd den hoofdinhoud van het stuk uit ’t W. v. h. R. over en kunnen dit gedeelte van het adres dus voorbijgaan herinnert dat hij zich bij den procureur-generaal en later tot den mi nister heeft gewend, maar steeds zonder resul taat. Naar aanleiding der beschikking door den minister op zijn adres gegeven, constateert mr. v. K. V. ’t volgende „Naar deze beschikkingen bestaat voor Neder- jand de navolgende feitelijke toestand (m. i. in strijd met de wet)1 „Ieder ingezeten, hoe vreemd ook aan eenig misdrijf, staat ten allen tijde, zonder vooraf ge- I hoord te Worden, en zonder eenig middel van j verzet of hooger beroep tot afwering, bloot aan een plotselingen inval van rechterlijke ambte- I naren in zijn woning, die in of buiten zijn te- d genwoordigheid alle brieven en geschriften, wel- ke hij bezit, komen onderzoeken, en daarvan J in beslag nemen wat hun goeddunkt; zelfs de advocaat (dus ook de notaris, de geestelijke, de j geneesheer enz.) moet zich daaraan otiderwer- pen, ook ten opzichte van de aan hem gerichte J brieven zijner cliënten (leeken, patiënten)g „de beslissing, van den Hoogen Raad over de 1 wettigheid daarvan kan zelfs achterna niet ver- I kregen worden zoolang de procureur-generaal V de inquisitie voor geoorloofd houdt; hiertegen- g over maakt ook de regeering bezwaar om die beslissing te vorderen (thans is hiervoor als bij- I zondere reden bijgevoegd de eigen meaning dat er geen termen voor zouden bestaan) „de regeering begrijpt dat den ambtenaar van het openbaar ministerie moet worden vrijgelaten om die inquisitie-middelen uit te lokken en twij-^H feit nog of' het raadzaam zij een wetgeving, wel-Mi ke zij zoo opvat, dat zij tot dien toestand aan-!l| leiding kan geven, te wijzigen.” M Hoewel de minister een algeraeene wetsver- E andering van het onderwerp ia quaestie in uit- M zicht stelt, is daarmede de feitelijke toestand niet veranderd en blijft bet zwaard van voorschreven N huiszoeking met papier- en brievenondorzoek j| voortdurend ieder dreigen. De heer v. K. V. M verzoekt daarom de Tweede Kamer of haar zorg M voor onze grondwettige vr j heden niet tot eenige M conclusie kan leiden om dat zwaard van de hoof- M den der ingezetenen te verwijderen. fg| Naar men verneemt, kan het uitvoerend co-^H mité van de a. s. tentoonstelling te Amsterdam^H geen geld machtig worden ter oprichting van M een zoogenaamd eigen hotel. Zeer waarschijn M lijk zal dit voornomen wel niet tot uitvoerinj^B komen. '^B vraag: Was de Indische regeering tot het slui ten van die overeenkomst bevoegd Art. 22 kaninklijk besluit 1873 (Indisch Staatsblad 1873, nr. 217a) zegt: „Bij het eindigen van een concessie, hetzij door tijdsverloop, hetzij door intrekking, wordt tot het voortzetten van de mijnontginning geen nieuwe concessie buiten openbare mededinging verleend dan krachtens van ons verkregen mach tiging.” De Indische regeering verdedigt haar handelwijze eigenmachtige verlenging mot te zeggen, dat het hier geen nieuwe concessie gold, maar de wijziging van een bestaande, een exceptie, die de commissie niet kan toegeven. De nietigheid der overeenkomst acht zij onwe- derlegbaar en zij is van oordeel, dat de later verleende koninklijke goedkeuring die nietigheid niet dekt. De algomeene verordening van 1873 schrijft voor eene voorafgaande machtiging des konings en die is niet gegeven. Wat het tweede punt betreft, de behartiging van ’s lands belang, de commissie wijst met de cijfers aan, welke verliezen ons land door de verlenging zal lijden. Aannemende dat na expiratie der concessie in 1892 de tinproductie gelijk blijft aan het gemiddelde der laatste 7 jaren, en voor meerdering zoowel als voor vermindering der productie bestaat dezelfde waarschijnlijkheid, dan springt het in het oog dat de staatsexploi tatie na dien termijn in het belang van ’s lands financiën wenschelijk, misschien noodzakelijk is, en dat de Indische regeering door het sluiten der overeenkomst van 7 Januari 1862 met de Biliiton-maatschappij aan deze, ten koste van den lande en zonder eenige noodzaak, een ge schenk gemaakt heeft dat gedurende 35 jaar op bijna 2 millioon gulden’s jaars kan geschat wor den en over dut geheele tijdvak naar de bere kening over de laatste 7 jaren ongeveer 70 mi hoen gulden zal beloopen. De vraag óf ’s lands belang bij het sluiten de zer overeenkomst behoorlijk is behartigd vindt hierin zijn antwoord. De commissie stelt dan ook als hare conclusie aan de Kamer voor, dat deze het opperbestuur uitnoodige zijne volkomen vrijheid te handhaven, „om bij het emdigen van de oorspronkelijk aan geövenrejigd aan de sommen en geldswaarden de Biliiton-maatschappij verleende concessie voor de naleving der bestaande wettelijke bepalingen en de behartiging van ’s lands belang te waken.” Met andere woordende verlenging in te trekken. Tot zoover het rapport en de conclusie der commissie. Dat deze schandaalmakende zaak niet alleen in de Kamer maar in het geheele land bij ve len de diepste verontwaardiging heeft verwekt, behoeft niet gezegd te worden. Als ’t waar is, wat beweerd wordt, dat het hier eene schande lijke bevoorrechting geldt van zeer hooggeplaat ste personen ten koste van ’s Rijks schatkist en dus in strgd met het algemeen belang, dan is die verontwaardiging zeker niet misplaatst en kan zij zich niet luide genoeg uitspreken. Of is het niet meer dan erg, gedurende eenige jaren aan enkele gefavoriseerden als ’tware de milii- oenen in den schoot te werpen, terwijl we tel ken jare voor te korten staan en de hongerige schatkist telkens nieuwe offers van de natie eiseht Is het niet meer dan onverantwoorde lijk met de eene hand aan enkelen de millioe nen als ’t ware weg te schenken, om met- de andere nieuwe belastingen te eischen, die alweer hoofdzakelijk- alléén drukken op handel en nij verheid en door de bevoorrechting, ook in dit opzicht van de kapitalisten, die hunne schat ten in portefeuille hebben ons vicieus belas tingstelsel nog meer tot een poel van ongerech- De commissie uit de Tweede Kamer tot on derzoek der verlenging van de zooveel sensatie makende B i 11 i t o n-c o n c e s s i e, heeft in de vorige week haar rapport ingediend. Met het oog op de belangrijkheid der zaak, waarover het rapport loopt, laten we de quintessens daarvan hier volgen. Het verslag vangt aan met de herinnering aan de oprichting der Biliiton-maatschappij in 1860, ten doel hebbende de exploitatie der con cessie, welke voor den tijd van 40 jaren was r verleend aan prins Hendrik en aan baron van Tuyl van Seroeskerken, tot het ontginnen en in cultuur brengen van onbebouwde gronden op het eiland Billiton. Spoedig bleek dat eiland zoo rijke tinmijnen te bezitten, dat men zich tot het ontginnen dier mijnen bepaalde en verder naar het eiland niet omzagde voordeelen daar- van bedragen 120 tot 160 procent in het jaar. Reeds in 1861 vroeg do maatschappij conses- sieverleuging voor den tijd van 50 jaren, die haar door de Indische Regeering werd verleend, ■doch welke verlenging door het Opperbestuur den Minister van Koloniën en den Koning niet werd bekrachtigd op grond dat het verlee- nen van dergelijke concession voor langer dan 40 jaren wettelijk was verboden. Een dergelijk verzoek volgde 19 Mei 1875 cr werd een concept-overeenkomst opgesteld en door den gouv -gen. in handen geste d van de directeuren en den raad van Indie om daarop van advies te dienen. Dat advies luidde over- wegend ongunstig en de gouv.-gen vereenigde zien ten slotte met het advies van den raad van Indio om met het aangaan van een overeen komst te wachten, tot de regelen omtrent de uitgifte van mijn-concessiën zouden zijn vastge steld. Hiervan werd den Minister van Koloni ën den 13den Sept. 1879 kennis gegeven. Intusschen verzocht de Billiton-Maatschappij aan den Minister van Goltstein op 22 Jan. 1880 om het concept-contract aan de bekrachtiging des K onings voor te dragen. Deze stuurde dit verzoek naar Indie, waar inmiddels de heer ’s Jacob als gouv ’•gen, was opgetredeu en deze r droeg den directeur van Nijverheid op de door de Biliton maatschappij gevraagde verlenging der concessie ten spoedigste voor te brengen, afge scheiden van de voorgenomen herziening der wetgeving op de mijnen. Deze directeur meende thans dat tot eene verlenging der concessie buiten openbare uitbe- steding de machtiging des Konings niet gevor derd werd, daardoor de Biliiton-maatschappij thans geenc vernieuwing (lees, in dit geval, ^verlenging'') maar wijziging der concessie wat betreft den ter men, verlangd werd. Alsnu werd, zonder de andere Kabinetsdirec- teuten te hooren, de verlenging toegestaan bij overeenkomst van 6 Jan. 1882, gesloten krach tens besluit van den gouv.-gen. van 26 Dec. 1881, waarvan het afschrift den Minister van Koloniën werd toegezonden bij missive van 4 Juli 1882. Minister de Brauw, inmiddels opgetreden, gaf 13 Oct. 1882 aan den Koning in overweging die verlenging te bekrachtigen en Z. M. voldeed daaraan op 21 Oct. 188227 Oct. d.a.v. werd hiervan kennis gegeven aan den gouv.-gen., mr. ’s Jacob. „Is deze overeenkomst rechtsgeldig?” en „Is ’s lands belang daarbij behoorlijk behartigd ziedaar een tweetal vragen, die de Commis sie zich bij de beoordeeling der zaak in quaes- tie heeft gesteld. De beantwoording der eerste vraag, hangt in van het antwoord op de Het Bouwkundig Weekblad spreekt het be- i richt van ’t A' v. d. D., dat er, tengevolge van 1 grondverschuiving, eene belangrijke scheur oht-l staan is in den noord westelijken muur van bot in aanbouw zijnde Centraalstation te Amster dam, tegen. Van zeer bevoegde zijde verneemt het weekblad, dat er aan de fundeering niet de geringste verschuiving of scheuring te bespeu ren is. Aan den bedoelden muur is een onbe-a| duidende zetting zichtbaar, die niet de minstqï ongerustheid behoeft te doen koesteren. 1 Te Vught had voor eenige dagen een treurig 1 ongeluk plaats. Dinsdag middag te ongeveer half vier ure, werd een onheilspellend geluid gehoord als van een ratelenden donderslag. Ang stig vlogen de verschrikte inwoners op de straat en spoedig vernamen zij, dat een bovenmuur van de inbouw zijnde R. K. kerk naar beneden gestort was, in zijn val een tiental personen, die op de aangebrachte stelling werkzaam waren, meesleepend. Zes van hen werden onder het neerstortend puin bedolven en vonden er eed jammerlijken dood. De vier andere werklieden werden zwaar gewond opgenomen. Omtrent de oorzaak, die de aanleiding gaflL tot deze noodlottige gebeurtenis, zijn allerlei ge ^1 ruchten in omloop, doch na voorloopig onder- I zoek meent men, dat het treurig ongeval aan het I volgende moet worden toegeschreven. Tusschen twee parallel loopende muren in het transept bevond zich een steiger, rustende op zoogenaam- i de kortelingen. De kortelingen zijn door de be^J vrachting van den steiger met een zestien tM OEEKIllt COURAH ^>a»M;»nni.ni rai B I N ai K N L A. BS mgiBJ-AJLLX iCwniioi'i /’AZ

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1882 | | pagina 1