ffliEEMw i «««mi
BW EhDWfflTMlD TOORDK
i
No. 14.
A C H T-E N-D E RTIG'8’1' E
1883.
'de
i
ZA1II1 A
17 IT E JB X< U A. It I.
B I x x K aL A X
id.
00,
3
1
ill-
is
Sa
ving
ka-
oor
>nt-
mn
1
2e
,00,
rd:
en
10 a
3e
J,00
roer
11.
ren
'70
5 k
MO
'7»
tengevolge van den schrik in een bedenkelijken
toestand verkeeren.
In het Volksblad vinden wij een staaltje van
verstrooidheid vermeld, dat bij de uitvoering
van de onderwijswet is voorgevallen. Een ge
meente had eene nieuwe school laten bouwen.
Van het rijk ontving zij een flinke subsidie.
Er kwam veel meer geld dan men gevraagd
had, ja dan men noodig had. Groote verbazing,
innige blijdschap bij de vroede mannen van het
bestuur. Wat mag dat zijn, schreef men vra
genderwijs naar Middelburg. O, een kleine
vergissing in den Haag: men had subsidie toe
gekend, plus 30 pct. van die subsidie’
Aan de Amsterd. wordt meegedeeld dat de
heer H. W. J. S(annes), ontvanger der regi
stratie en domeinen te'O(irschot), aan de opdracht
tot samenstelling van een ontwerp van wet tot
regeling van het notarisambt heeft voldaan, en
het ontwerp dezer dagen aan den minister van
justitie heeft ingeleverd.
Men deelt aan de N. Rott. Ct. mede: De
brievengaarder N. te geniet een traktement
van t 375. De wijken ter bestelling zijn zóó
uitgestrekt, dat twee bestellers gebiedend nood
zakelijk zijn. Aan bestelloon moet hij daarvan
wekelijks f5,95 betalen; dit geeft per jaar
eene uitgave van f 309,40. Hem rest dus
f65,60 per jaar. Voor dit geld rust op hem
le de plicht steeds tegenwoordig te zijn bij
aankomst of vertrek der boden2e de verant
woording van alle aan hem toevertrouwde gel
den, ’t zij voor verzending of postspaarbank
3e de postpakkettendienst4e heeft hij alle
mogelijke circulaires te beantwoorden, waaronder
er zijn die 33 vragen bevatten; 5e de admini
stratie en 6e het gebruik van een kamer. Her
haalde malen is door den man verzocht om eon
billijke verhooging, en de inspecteur van het
postwezen heeft hem op de lijst aan den Minis
ter tot verhooging voorgedragen, doch als eonige
troost wordt geantwoord: „de Minister wil wel,
maar er is geen geld
T W E E D E K A M E R.
■W
Nu replieken is de conclusie der commissie, verklarende dat
Let Billiton-coi. tract onwettig is gesloten, in strijd met het lands-
belang en aandriugende bjj het Opperbestuur om daarin me. te I
berusten, aangenomen met 57 tegen 20 stemmen.
2e
■,00
mi
SNEEKKR COURANT
.<1
M,
b.
s/
ns
ïi
1
I
lit
I
I
a
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER, Hoofd der Politie
der gemeente Sneek;
Gelet op de wanordelijkheden, die zich meer
malen, tengevolge van het misbruik van sterken
drank, op den dag der loting voordoen, maakt
belanghebbenden bekend, dat bij de wet van 28
dtini 1881 tot beteugeling van openbare dron
kenschap, de volgende strafbepalingen zijn vast
gesteld
„met eene geldboete van 50 cent tot vijftien
gulden woidt gestraft hij, die zich in keiineiij-
ken staat van dronkenschap op den openbaren
weg bevindt
„met eene geldboete van 50 cent tot vijf-en-
twintig gulden of gevangenisstraf van een tot
zes dagen wordt gestraft hij, die, terwijl hij in
staat van dronkenschap verkeert, het verkeer be
lemmert of de orde verstoort
„met gevangenisstraf van één dag tot negen
maanden of geldboete van 50 cent tot driehon
derd gulden wordt gestraft o. a. hij, die aan ie
mand, die in kennelijken staat van dronken
schap verkeert, sterken drank toedient.”
Met het oog op de to houden loting voor de
Nationale Militie, op Donderdag 22 bebruari
k., wordt bovenstaande aan belanghebbenden i
herinnerd, onder opmerking, dat overtreding door
drunkverkoopers, opheffing van hun bedrijf ten
gevolge kan hebben.
Sneek den 13 Februari 1883.
De Burgemeester, Hoofd der Politie, voornoemd
J. van DRIESSEN.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bjj den
Uitgever.
_.l JL'(
ij -*om,, 1--
Men schrijft uit den Haag aan de Midd. Ct
Men loopt groot gevaar, eene herhaling te
beleven van den toestand, die in den zomer
van het afgeloopen jaar zoo algemeen ergeuis
heeft gewekt. V oor niemand toch is het een ge
heim, dat de ministerieele crisis in de lucht
zit, en, zooals men weet, gaat over eenige
weken Z. M. de Koning voor geruimen tijd naar
het buitenland, eerst naar Engeland, en van
daar rechtstreeks naar Luxemburg.
Kan de Tweede Kamer iets doen om het
bedoelde gevaar te ontwijken, en de crisis, als
zij komen moet, te verhaasten
Kwam zij na het vertrek naar het buitenland,
dan zou men weder voor de moeilijkheid staan
van een crisis, die niet wordt opgelost. Het is
te hopen, dat wij daarvoor althans bewaard
mogeh blijven, te meer omdat dezen zomer
de periodieke verkiezingen moeten plaats hebben
en het zeker voor geen der partijen gewenscht
is, dat deze gehouden worden te midden van
een poiitieken toestand van onzekerheid en ver
warring.
In het geheel is voor de slachtoffers te Mui-
den tot heden f 9938,40 ingekomen.
Man meldt uit Breda aan de N. R C.
De dubbele moord, alhier gepleegd, blijft nog
steeds bet onderwerp van veler gesprek. De
vermoorde werd van wege de justitie geschouwd,
en men zegt dat het lichaam van den ongeluk
kige allererbarmelijkst er moet uitzien. De an
dere ligt nog steeds stervende en is niet minder
vreesehjk gehavend Elk oogenblik wacht men
zijn dood. Do moordenaars, die afzonderlijk
zijn opgesloten, ontkennen de misdaden gepleegd
te hebben, doch er schijnen genoegzaam getui
gen te zijn om hunne schuld in het licht te
stellen. Het moet toch waarheid zijn wat men
primitief beweerde, dat de beide slachtoffers in
gezelschap van andere personen de hérberg van
Kroes hebben verlaten, welke laatsten evenwel
op de loop gingen, toen de ongelukkigen wer
den nangerand. Zij mouten toen op een afstand
Jict ïBOüxGtubrrool hebbAn r
het boeren van de kreten „moord” te hulp zijn
Indische Kegeering,als j gebeld, waarop de misdadigers het hazenpad
vertegeuwoordigea.it> dun lande, en de BiUiton-Maatschappij, kozen. De vrouw van een der gearresteerden
d.d. 7 Januari 16S2 gesloten, ten onrechte geene rekening is ge- kpv;o] nr. Hon/olfilpn rtvnnd oor misdanrl on mept
houden met de openbare verordeningen, waardoor de bevoegd- i BCvlCl Op Cieuzeiiuen avO.lU tier miSUd-lU en moet
verlenging schadeLjk voor de publieke zaak. Hij zou voor de
O/Vn ol IS Qli* VüH Höyi l-trv’Zlu* zuv.
Diusdag jl. zijn de discussion aangevangen over het Billiton-
tapijort en de conclusie daarvan, aldus luidende:
„Hé. Kpmer besluite, dat het noodzakelijk is:
„op grond dat de overeenkomst tusschen de Indische Regee-
ring cn de Billiton-maatechappij, op 17 Januari 1882 gesloten,
is aangegaan met terzijdestelling van de wettelijke bepalingen
vervat in het Koninklijk besluit van 1873 (Ind. Staatsbl. 1873
No. 217a), en dat bij deze overschrijding van hare bevoegdheid
de behartiging van ’s lands belang niet op den voorgrond is ge
treden;
„dat het Opperbestuur, niet berustende in de door de Indi-
Te Hoogcarspel werd in de vorige week eeu
concert gegeven door het mannenkoor „Concor
dia,” waartoe iedereen boven de zestien jaren
KJcaal 'eou 'liïïs geplaatst;' waSïlïl nfeit
iets kon afzonderen voor de noodlijdenden te
Muiden. Bij opening der bus bleek deze te
bevattenf 15,80.
Het geval herinnert aan den Amerikaanschen
predikant, die tijdens de preek, zijn hoed liet
rondgaan voor een liefdadig doel doch zijn hoofd
deksel geheel ledig terug kreeg. De man vouwde
daarop de handen en zei plechtig„Heer ik
dank u, dat ik uit zulke handen ten minste
nog mijn hoed terug krijg.”
Tusschen het hoofd der gemeente Leeuwar
den en den waarnemenden commandant der
dienstdoende schutterij aldaar dreigde een con
flict te ontstaan. De eerste wenschte op 19
dezer, ’s Konings verjaardag, de schutterij te
doen paradeeren laatstgenoemde wilde zijne
schutters hiertoe niet oproepen, daar deze dienst
in strijd is met de wet. Daarop heeft de bur
gemeester op den 19en eene inspectie bevolen,
zoodat de schutterij dan toch, tegen den zin
van haren commandant, aan de parade zal deel
nemen.
SNEEK, 16 Febr.
Den 25 Februari e. k. zal het 40 jaar gele
den zijn, dat de heer B. de Jongh, commies ter
Secretarie alhier, tot gemeente-ambtenaar werd
benoemd.
f Leeuwarden, 15 Febr. De burgemeester
Het Dagblad meldt het volgende: Aan een
Nederiandsch gymnasium werd vóór eenige
weken een gewezen wachtmeester der huzaren
tot portier benoemd. Een paar dagen geleden
gebeurde ’t nu, dat een der leeraren op een
morgen door ziekte verhinderd werd te ver
schijnen, en de rector, die niet maar zoo dadelijk
een plaatsvervanger bij de hand had, aan onzen
vriend den portier een wenk gaf, in de buurt
der klasse te blijven, de kachel een beetje op
te porren, de borden nog eens schoon te maken
enz., in één woordeen oog in ’t zeil te houden.
De oud-militair vatte dien wenk echter als een
vereerende opdracht op en begon, toen de jon
gelui zich aan zijn tegenwoordigheid weinig
stoorden, stilte te gebieden; het gevolg daarvan
was evenwel, dat de verhaarde leerlingen nog
meer kabaal begonnen te maken. .Dit was te
veel voor den man der tucht, en in het volle
besef van zijn waardigheid sloeg hij met de
pook óp de tafel en gebood op krachtigen toon
nogmaals stilte, met de woorden „Jelui moet
niet dénken, dat je een leeraar voor hebt
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek,
in aanmerking nemende, dat van dé vergunning,
om op den Verjaardag van Zijne Majesteit den
Koning, zwervers en voetzoekers af te steken,
bij vorig© gelegenheden misbruik is gemaakt door
sommige ingezetenen, die voetzoekers gevuld met
kogeltjes en andere schadelijke bestanddeelen in
den handel brachten of zelf afstaken, en daar
door andere personen aan gevaar en nadeel bloot
stelden
hebben, met toepassing van artt. 117 der al-
gemeene Politie-verordening, besloten:
1°. Vergunning te verleenen, om op Maan
dag 19 Februari a. s., den verjaardag van Zijne
Majesteit den Koning, des avonds van 7 tot 12
uur, zwervers en voetzoekers van volstrekt on-
schadelijken aard, af te steken;
2°. den heer Commissaris- en de Agenten
van Politie te machtigen om, zoodra zij vermoe
den, dat van schadelijke zwervers en voetzoekers
gebruik wordt gemaakt, de vergunning te ont
nemen aan de personen, op wie dat vermoeden
betrekking heeft;
3°. aan de ingezetenen te kennen te geven,
dat het gebruik van vuurwapenen en van
alles wat niet onder de onschadelijke zwervers
en voetzoekers kan worden begrepen, blijft ver
boden en belioort te worden vervolgd en ge
straft.
Sneek den 13 Februari 18S3.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN.
De Secretaris, J. W. BENNEWITZ.
handhave, om bjj hét eindigen der oorspronkelijk aan de Billi-
ton-Maatschappij verleende concessie voor de naleving der be-
lang^e waken ^ke bepaLingei1 en de behartigiug van ’s lands be-
Wy laten hier beknopt den loop van het debat volgen over
deze zooveel sensatie-makende zaak.
De nota des Ministers werd in deze zitting sterk bestreden
door de heeren Mirandolle en Wintgens. De heer Mirandolle
laakte de houding van den Minister en den Gonv.-Generaal en
hield vol, dat dè wettelyke voorschriften waren verkracht
dat geen goede trouw de sluiting van een contract voorschreef
daar geen toezeggingen zijn gedaan, dat ’slanda belang niet
is bevoordeeld, dat eene uitputting van de mynen niet is te
verwachten, dat het eigendomsrecht der inlanders op losse
schroeven is gezet, dat de koninklijke machtiging behoorlijk
gecontrasigneerd noodzakelijk was, dat de Kamer volkomen
bevoegd is uitspraak te doen, onafhankelijk van latere uitspra
ken der rechteriyke macht en dat zij haar plicht zou verzaken
verdientedkeUrd^ W&t 0Vertulgd was dat &eeu goedkeuring
De heer Wintgens ontvouwde uitvoerig, dat de concessie-ver
lenging, zooals zij is geschied, is eene miskenning van de es-
sentiëele beginselen van het staatsrecht en van economische
zijde geheel ongewettigd is, met het oog op het staatsbelang
dat vooral in den tegenwoordigen financiëelen toestand eischt’
dat Nederland van liidie voordeel trekke.
De heer Lohman verdedigde een afwijkend oordeel. De zaak
toetsende aan recht en billijkheid, met ter zijde stelling van de
groote voordeelen der concessie, beschouwde htf de zaak als rech
terlijk ambtenaar, en dan kwam hij tot het resultaat, dat de
Kegeering naar de regelen van goede trouw verplicht was con
cessie-verlenging toe te staan, daar zij verlenging had toegezegd
en het besluit van 1S73 daartoe machtigde.
De heer van Nispen vereenigde zich met het eerste gedeelte
van de conclussie der Commissie. De Minister van Koloniën
verdedigde daarop uitvoerig het verlengings-contract. Hij be
toogde, dat de onderhandelingen over de verlenging en deze
zelf maanden lang bekend was, zonder aanstoot te hebben ge
geven, en dat eerst oppositie is ontstaan na de goedkeuring des
Konings, door hem uitgelokt, omdat hy inderdaad de koninklij
ke machtiging noodig achtte. Wel degelijk eischte de goede
i trouw toezeggingen aan de Billiton-Maatschappij tot verlenging
gestand te doen, ’s Lands belang is geenszins geschaad, want
het berekend nadeel is totaal factief en ongegrond.
In de zitting van den volgenden dag zette de minister zijne
rede voort. Hy betwistte aan den heer Wintgens, dat de con
servatieve politiek steeds was gericht tegen eene particuliere
myn-exploitatie en dat „roofbouw” kon worden voorkomen
anders dan door een ruimen concessie-termijn. De Minister be
toogde vervolgens uitvoerig, dat het staatsbelang en de goede
trouw verlenging eischtendat geen verordening is overtreden
daar t hier geen besluit of beschikking des Konings gold en daar
het evenmin een nieuw contract was, maar eenvoudig een ver
lenging. Men moest den geest der verordeningen naleven. De
Kamer kan het contract wel afkeuren, maar de vernietiging er
van niet bewerken. Eenzijdig is die vernietiging onmogelijk.
De neer Keachenius betoogde allereerst, dat het Billiton-cón-
tract nietig was, omdat het slechts op zegel van fl was geschre
ven, tcrwyl eeu veel hooger evenredig zegelrecht was verschul
digd; voorts dat de concessionarissen in 1850 wisten, dat zij niet
langer dan voor 40 jaar concessie konden krijgen en dit nog
een gunst was, daar vóór dien tijd mijnoiitginningen slechts 20
jaar golden. Uit de geschiedenis betoogde hij, dat toezegging
op verlenging nooit heeft plaats gehad.
De heer Keuciieiiius betoogde verder, dat op de onjuiste voor
stellingen des ïviiniaiers de koninklijke goedkearing ia verkregen
dat de Gouveriieur-Generaal onbevoegd was de overeenkomst
te sluiten, dat de Kegeering, wetende in 1881 dat er onderhan-
delingen weiden gevoerd, met den Gouverneur-Generaal over
leg had moeten plegen, dat de rechten der inlandsche bevol
king zijn gekrenkt en geschonden.
De heer Kutgers verdedigde krachtig de conclusie der com-
nnssie en betoogde, dat liet kabinets-rescript niets geen waarde
had, daar 's Rollings handteekening zelfs ontbreekt. Scherp
gispte, hij de houding des Ministers, terwijl hij overtuigd was
aai ue wet geschonden.,®n ’slanda halaiig aan particulieren
opgeoöcrd.
De discussie werd Donderdag voortgezet. De heer van Gen
nep verdedigde toen nader zyne conclusie, aldus luidende:
heid der Indische Itegeeiing tot afstand van gronden in erf
pacht en ter omginm..van delfstoffen in Nederiandsch Indië
is gewijzigd, beperkt of aan zekere formaliteiten onderworpen
„dat tot dekking dier overscnrijding van bevoegdheid niet
ontvankelijk is het beroep van den Minister van Koloniën op
de Koninklijke beschikking van 20 Oct., houdende goedkeuring
dier overeenkomst, omdat daaraan, als niet voorzien van dc 011-
derteekeniug van een der hoofden van de Ministerieele Depar
tementen, geeneriei staatsrechterlijke beteekenis kan worden
toegekend;
„dat bedoelde overeenkomst ook overigens geene aanbeveling
verdient en ’s lands belang bij hare nietigheid zal zijn gebaat.”
Spreker verklaarde op hetzelfde standpunt te staan als de
commissie, maar hy week enkel af in de wijze van afdoening
i der zaak. Zyn conclusie was practischer en meer parlementair;
i zij doemde de Kegeering niet om 10 jaar stil te zitten en legde
1 de Kegeering geen band op in de te volgen gedragslijn.
De heer de Gasembroot achtte den Minister en den Gouv.-
Gencraal beiden schuldeloos en ter goeder trouw. Alleen de
Kamer droeg de schuld, die het vorige jaar de zaak onopgemerkt
liét passeer en.
De heer Cremers achtte ook de goede trouw van den Minister
en den Gouv.-Generaal als vaststaande, doch de gevolgen der
conclusie van den heer van Gennep stemmen.
De heer Heydenrijck stond eene conclusie voor, uit die van
dc heeren van Gennep en van Nispen saamgeweven.
I De heer Gleicliman, dankbaar voor den ernst, waarmede de
j zaak was behandeld, achtte den Minister en den Gouv.-Generaal
niet te verontschuldigen. De wet is geschonden en het lands
belang niet gebaat. Hij vroeg pertinent of er overleg had plaats
gehad tusschen den vorigen Minister en den Gouv.-Generaal.
Ook de heer van der Hoeven vereenigde zich met de conclu
sie der commissie. Niemand heeft de handelwijze van den Mi
nister en den Gouv.-Generaal verdedigd. Enkel zijn verzach
tende omstandigheden gepleit.
De heeren Mirandolle en van Mispen verdedigden nader hun
conclusie. De laatste wijzigde de zijne.
•Na. rêpJ*“’”“
het Billiton-cohtract onwettig is gesloten, in strijd met hetTands-
„aat net uppcroesiuur, uiev nerustenae in ae aoor ae indi- belang en aandringende bjj het Opperbestuur om
•i-hc Begeeriiig in deze gepleegde handeling, zijn volle vrijheid I hi-rusten, aangenomen met 57 tegen 20 stemmen.