«IBM Illi IffllUDIItU SUL
Fffl
w
y?
IJ
4
1
No. 18.
A C HT-E N-I) JS R T I
1883.
N
o
S T E
L
3 31 -A_ A. Tl T.
van oorlog op nieuw heeft geweigerd
over
k
r
1:
|1
en
f;
|g||;
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden fl.franco per post 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
meening, dat
een bepaald po-
a
er
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
tic Gemeente Sneek,
MILITIE.
van
en
)0
a
10
?e
O,
e
Ie
el
v.
j
J
van
I
3»
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7’/a Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
Veeartsenijschool; de verbintenis als Militair A-
pothekersbediende en den dienst bij de Militie
te Land.
Sneek, 2 Maart 1883.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN.
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ
K E N N I S G E V I N G.
BURGEMEESTER en WETHOUDER der
gemeente Sneek, maken bekend, dat ter Secre
tarie dezer gemeente ter kennisneming van be
langhebbenden is nedergelegd het werkje, geti
teld: „Neêrlands Leger,” 7e uitgave, uitgegeven
op last van het Departement van Oorlog, hou
dende inlichtingen omtrent: den vrij willigen dienst
bij de Korpsen, het Instructie Bataljon, de In-
structie-Coinpagnie, de Instructie-Batterij, de Pu
pillenschool, de Militaire Hospitalen, het Wa
pen der Maréchaussee, de Koloniale troepen en
het korps Mariniersde opleiding tot den rang
van Officier bij de Cursussen en aan de Ko
ninklijke Milittire Academie; de verbintenissen
van Studenten in de Geneeskunde voor de be
trekkingen van Officier van gezondheid en van
Reserve-Officier van gezondheid bij de Land
macht; de toelating als kweekcling bij ’s Rijks
Naar aanleiding van de wanordelijkheden op
’s Konings verjaardag, 19 Febr. te Den Haag
voorgevallen, heeft de kolonel, commandant der
residentie, een garnizoensorder uitgevaardigd,
waarbij het gedrag van de mindere militairen
bij die gelegenheid op de openbare straat, als
mede de vechtpartijen en baldadigheden door hen
in een aantal herbergen en danshuizen bedreven,
op ernstige wijze wordt berispt. Tevens geeft
de kolonel het voornemen te kennen om in het
vervolg bij feestelijke gelegenheden het aantal
en de sterkte der patrouilles aanzienlijk te ver-
VERGADERING
vax den Gemeenteraad van Sneek,
op Zaterdag 3 Mrt. 1883, ’s namiddags 6 uur.
Punten van behandeling:
Resumtie der Notulen.
Mededeeliug van ingekomen stukken, enz
Goedkeuring af- en overschrijving begroo-
gevolg gevende aan art. 150 der wet op de
Nationale Militie van den 19den Augustus 1861
(Staatsblad no. 72), noodigen bij deze de lote
lingen der Nationale Militie van deze gemeente
uit, die verlangen bij de Zee militie te dienen,
zich daartoe voor den Isten April bij hen aan
te melden.
Sneek den 2 Maart 1883.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN.
De Secretaris.
J. W. BENNEWITZ.
BEKEND M AKIN G.
Do BURGEMEESTER van de gemeente
Sneek maakt bij deze aan de ingezetenen be
kend, dat het Kohier der Personele Belasting
no. 6, over den dienst van 1882/83, van de
gemeente Sneek aan den Heer Ontvanger der
Directe Belastingen ter invordering is overhan
digd, en dat de reclames, welke er uithoofde
van verkeerde of te hooge aanslagen in gemeld
Kohier mochten ontstaan, in behoorlijken vorm
ingericht, en met de vereischte bijlagen voor
zien, binnen drie maanden na heden, aan Hoe
ren Gedeputeerde Staten dezer Provincie, des
verkiezende door tusschenkomst van den Heer
Controleur dier Belastingen in de Divisie van
Controle Sneek moeten worden ingediend.
Aldus afgekondigd te Sneek, den 2 Mrt. 1883,
en voorts op de gebruikelijke wijze aangeplakt
De Burgemeester voornoemd,
J. van DRIESSEN.
De heer A. Vlijmen, stucadoor te ’s Hage,
richt een adres aan de Tweede Kamer, waarin
hij beweert, dat er bij den bouw der koninklijke
stallen schandelijk is geknoeid door den aanne
mer, den heer B P. Schippers, ’t Klinkt aan
vankelijk vreemd, dat de heer Vlijmen daarme
de uu eerst voor den dag komt, maar hij ver
zekert die knoeierijen reeds bekend te hebben
gemaakt aan den Minister van Financiën, die
’t echter niet noodig scheen te achten zijn aan
dacht daaraan te wijden.
De Hooge Raad der Nederlanden heeft, ken
nis gevende van de vacature in zijn college, op
den 23sten Dec. 1882 ontstaan door het over
lijden van den heer mr. J. A. Jolles, aan de
Tweede Kamer ingezonden eene door den Hoo-
gen Raad met den procureur-generaal opgemaak
te aanbevelingslijst van zes candidaten, teneinde
daarop door de Kamer bij het maken harer
nominatie zoodanig acht zal kunnen worden
geslagen, als zij zal dienstig oordeelen.
Op de lijst komen voor de heeren mrs.
1. jhr. B. U. de Jonge, president van de Arr.
Rechtbank te ’s Hage2. J. J. Hingst, rechter
in de Arr. Rechtbank te Amsterdam 3. A. J.
Clant van der Mijll, secretaris-generaal bij het
Departement van Justitie; 4. P. van Blom,
president van de Arr. Rechtbank te Heerenveen
5. F. A. R. A. baron van Ittersum, vice-presi
dent van de Arr. Rechtbank te Utrecht; 6.
A. J. van Emden, oud-president van het Hof
van Justitie in Suriname.
delen. En zoo zal het onzen „zieke”, vreest
laatstgenoemd blad, ook wel gaan.
Over de jongste beslissing der Tweede Kamer,
waarbij met overgroote meerderheid het voor
stel van den voorzitter, om tegen Maandag as
naar den wensch der regeering, het censusont-
werp, afgescheiden van de districtenwet, aan de
orde te stellen, werd verworpen, laten onder
scheidene bladen zich in verschillenden zin uit.
Zoo zegt de N. R. C.: Zoo onafscheidelijk
is het verband tusschen beide zaken niet, dat
niet de censuswet had kunnen worden aange
nomen, ja zelfs uitgevoerd, met verwerping van
de districten wet. Het omgekeerde iaat zich even
eens denken. Het voornaamste bezwaar, dat het
een zonderling figuur zou zijn als de Kamer van
September ’83 voor de helft naar de oude, voor
de helft naar de nieuwe kiestabel zou zijn sa
mengesteld, en nog zoovele andere bezwaren,
waren gereedelijk op telossen. Een zeer prac
tised middel tot oplossing gaf de heer Bastert
aan. Men kon aan ’t einde der censuswet immers
een bepaling opnemen, waarbij de uitvoering
dier wet werd verdaagd totdat de districtenwet
door de wetgevende macht was goedgekeurd.
De Amsterdammer schrijftIndien wij buiten
rekening laten de motieven der zwijgende leden
op den zeer afdoenden grond dar ons deze re
denen niet gezegd worden, dan gelooven wij,
is het votum van de Kamer niet boven beden
king. Afgescheiden van partij-oogmerken, en
evenzeer afgescheiden de merites van het ont
werp zeil, is het naar ons oordeel niet te bil
lijken, een voorstel der regeering, hetwelk in
staat van wijzen verkeert, voor onbepaalden tijd
van de agenda af te brengen.
Het geheele verband tusschen censustabel en
kiestabel komt vrijwel hier op neer, dat verschil
lende leden eerst dan hun meening over de
censusverlaging willen uitspreken, indien ze
eerst in verband met andere ontwerpen zullen
hebben berekend of hun partij al of niet door
de nieuwe regeling zal bevoordeeld worden.
Indien wij ons iu de gevolgen der genomen
De Amsterdammer bericht, dat de minister
van oorlog op nieuw heeft geweigerd om een
jongeling als Vrijwilliger in het leger op te ne
men en nu niet een vroeger veroordeelde, maar
een „opvoedeling” in het gesticht De Kruisberg
nabij Doetinchem, tenzij hij zich gedurende een
vol jaar na het verlaten van het gesticht goed
zal hebben gedragen. Is het moeilijker, vraagt
het blad, voor een jongmensch zich gedurende
een vol jaar goed te gedragen in de maatschap
pij dan in het leger, waarom stelt Z. E. een
door den staat opgevoede aan die zware proef
bloot? Is het daarentegen gemakkelijker in de
maatschappij dan in het leger zich een voljaar
goed te gedragen, wat geeft ons de minister dan
wel van het leger te denken?
beslissing niet al te zeer bedriegen, zoo eindigt I
zij haar beschouwingen, dan is, door het votum
van de Kamer, het voorstel van den minister
Pijnacker-Hordijk, het vijfde na 1850, voor goed
van de baan geraakt.
Dat ook, bet Dagblad niet zeer ingenomen is
met de gevallen beslissing, blijkt genoegzaam
waar zij zégtIa de bestrijding van het voor
stel van den voorzitter lag iets alsof men tout
court de wetsvoordracht van de baan wilde schui
ven, die het politiek leven van zoo menigeen
te na komt. Men had welwillender kunnen
handelen door te volgen het denkbeeld, door
den heer Bastert uitgesproken en door den heer
Heydenrijck geformuleerd, om de invoering van
de cénsuswet aan een termijn te binden of wel
de behandeling afhankelijk te maken van die
der kiestabel.
Het Utrechtsch Dagblad is van
I hierbij niet valt te denken aan
litie’ke stemming in den hoogeren (of, vraagt
zij, lageren zin van het woord, hetgeen h. i._
zou bl.jken èn uit het debat èu uit de over-
j grootje meerderheid, die liet voorstel des voor-
I zitteis verwierp.
Het Handelsblad daarentegen gelooft dat de
Kamer wijs heeft gehandeld met thans een crisis
uit te lokken, daar door de censusverlaging een
eerste, door daarop volgende nieuwe districten-
indeeling een tweede, door belangrijke belasting
hervormingen wellicht een derde, door mogelijke
grondwetsherziening een vierde ontbinding der
Kamer zou noodig zijn. Dit voornemen, zegt
het blad, is terecht zoodra mogelijk ónmogelijk
gemaakt. Wil men de kieswet allereerst wijzigen,
dan wijzige men alles tegelijk, om dan op de
nieuwe grondslagen te zamen een geheele kamer
te doen verkiezen.
De Standaard geeft slechts verslag van de
zitting, doch levert geen beschouwingen.
De Tijd daarentegen, ofschoon zij een crisis
op dit tijdstip, nu de verkiezingen op handen
zijn, niet zonder groot politiek ongerief acht,
verklaart dat het votum der Kamer, op zich
zelve beschouwd, haar volle sympathie heeft.
Het was, zegt dit blad, niet de stok dien iemand,
die slaan wil, overal gereed vindt, doch wel
degelijk een verdiende kastijding, welke onze
bewindslieden hebben ondergaan.
De gevolgen daarvan zijn, zooals te verwachten
was, dan ook niet uitgebleven De president-minis
ter, de keer van Lynden, deelde gisteren (Don
derdag) in de Kamer mede, dat het kabinet col
lectief zijn ontslag heeft gevraagd.
De crisis is er dus, maar de vraag, hoe deze
zal werden opgelost onder de tegenwoordige
omstandigheden, is niet zoo gemakkelijk te be
antwoorden.
Het Hand, vertelt intusschen reeds welk ka
binet we thans noodig hebbeneen dat 10 de
financiën regelt; 2° de muntquaestie dragelijk
maakt; 3° de leeningswet met beleid uitvoert
4° ziel wijdt aan het ontwerpen eener grond
wetsherziening 5° onderwijl zorgt voor de in
voering van het strafwetboek 6° voor afdoening
van atnhangige ontwerpen7° voor versterking
der middelen.
Niemand, die ’t betwist, zegt het Rott. Rbld.
Evenmin als iemand zal betwisten, dat een
arme koortslijder niets ander noodig heeft dan
een goede dosis quinine, daarna een krachtig
soepje; een paar koppen sterke bouillon, een
goede beefsteak en zoo tusschen door een glaasje
goeden ouden wijn, daarna gezonden, krachtigen
kost.
Er zijn zieken, die er ondanks dien uitste
kenden raad toch maar niet bovenop willen ko- I
men, omdat het voorschrijven van een recept meerderen, ten einde een herhaling der nu plaats
i gémafckelijkèr is dan het verschaffen der mid- gehad hebbende tooneelen te voorkomen.'
UIT DE PERS.
Het Dagblad van 's Hage verneemt, dat het
wetsontwerp tot nadere regeling van den kin
derarbeid in de afdeelingen der Tweede Kamer
een vrij ongunstig onthaal heeft gevonden. De meer
derheid scheen niet geneigd, zulk een tweeden,
grooten stap op dat gebied te doen, en vooral
ook de beperking van den veldarbeid ontmoette
vrij wat tegenstand.
2.
3.
ting O B. Weeshuis, dienst 1882.
4. Goedkeuring rekening Brandweer
1882.
5. Eervol ontslag onderwijzeres H. Remmelts.
6. Vaststelling van den hoofdelijken omslag,
dienst 1883.
KENNISGEVING.
NATIONALE
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
de Gemeente Sneek,
voldoende aan art 87 der wet op de Nationale
Militie van den 19den Augustus 1861 (Staats
blad no. 72), brengen door deze ter kennis der
belanghebbenden, dat de eerste zitting van
den Militieraad voor deze gemeente zal worden
gehouden te BOLSWARD op Dinsdag den 20
Maart 1883, des voorm. ten 10 ure, in welke
zitting uitspraak zal worden gedaan omtrent
1. De verschenen vrijwilligers voorde militie;
2. de lotelingen, die redenen van vrijstelling
hebben ingediend
3. de lotelingen, in de artt. 55 en 56 be
doeld
4. alle overige lotelingen.
Zullende voor dien Raad alleen behoeven te
verschijnen
1. Zij, die zich als vrijwilliger voor de Mi
litie hebben aangeboden
2, de lotelingen, die vrijstelling verlangen
wegens ziekelijke gesteldheid, of gebreken, of
gemis van de gevorderde iengte.
Sneek den 2 Maart 1883.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN.
De Secretaris, J. W. BENNEWITZ.
mén, omdat het voorschrijven
SNEEK
URO
v'
siEms- ffl iinnimiii: m id ïoor de
D
r
B IMS EKLAM
1
r-
9
iO
1
I
1
4
4
it
lo
10
e
H
e
r-
i.
i-
16
i
l
1.