■B IK MOTHE BLAB TOOR BE BfflHSTE EK IIET .IRROKDISSfflEKT SSEEL I F L 1883. No. 27. H I I ADVERTENTIÈN van 1 tat 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7 Cents. Bij abonnement is de prijs be- langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. In een harer jongste nummers vraagt het Hand, waaraan het hapert dat wij nog altijd geen kabinet hebben, want ieder liberaal, die meer dan genoeg heeft van het vruchteloos ge tob en den stilstand op politiek gebied, zal met ergernis en teleurstelling hebben vernomen dat tot dusver de pogingen om een liberaal kabinet te doen optreden zijn mislukt. Na de eendrach tige houding bij het votum over de behandeling der census wet en na de verklaring van den heer De Jong op 6 Maart jl. „dat de tijd voor grondwetsherziening gekomen was,” werd ver wacht dat er een besef was gekomen dat per soonlijke grieven moeten plaats maken voor be langrijke dingen en men de handen wilde ineen slaan om een krachtig liberaal kabinet samen te stellen. Toch is er nog steeds geen kabinet. Sommige liberale bladen, zoo gaat het blad Voort, geven een voorstelling alsof weder de BEKEND MAKING. De BURGEMEESTER van de gemeente Sneek, Gelet op eene missive van den heer Commissaris des Konings in Friesland van den 27 Maart 1883, le afdeeling J 79, betrekkelijk de aanvragen om jacht- en vischacten enz., voor het saizoen van 1883/84 maakt bij deze aan de ingezetenen bekend, dat de verzoekschriften ter bekoming van jacht en vischakten, kostelooze vergunning tot het vangen van houtsnippen met laat-, war- of valflouwen, of tot uitoefening der visscherij met één vischtuig, alsmede de aanvragen om regis tratie van eendenkooien, duiventillen ee zwanen driften, van af heden ter secretarie alhier kos teloos verkrijgbaar zijn gesteld. Sneek, 3 April 1883. De Burgemeester voornoemd, J. van DRIESSEN. De schrijver der Haagsche Kroniek in de Nieuwe Groninger Courant zegt, dat Z. M. de Koning vóór zijn vertrek, dat gisteren plaats bad, het nieuwe Ministerie wenschte geconstitueerd te zien. De Staats-Courant zou het dan dien zelfden avond aan het volk kunnen presenteeren. Vrijdag en Zaterdag heeft de heer Heems kerk alle „oud-gasten”, per vigelante, een bezoek gebracht. Het nieuwe Ministerie zal aanvankelijk weinig zeggen en doen en waarschijnlijk de verkiezin gen afwachten. Vallen die meê, dan komt het met grondwets- vaat te stellen, had ten onrechte niet i herziening, kieswet-wijziging, belasting-hervor- Maar, vervolgt bet blad, zooals de Midd. Ct. i rnjug ©uz, enz. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. schippers of gezagvoerders van vaartuigen) zoo- I mede de debitanten van loterij-briefjes, voor zoo- veel zij hun beroep niet voor het eerst uitoefe- i nen, ter bekoming van patent, aangifte behooren te doen bij de Hoofden der Plaatselijke bestu- ren aan de plaatselijke secretarie, en voor de expiratie van den termijn voor de ophaling der j gewone declaratoiren van patent bepaald. 5e. Dat, voor de ouder ten 4e gemelde pa- tentschuldigen, op vertoon van de kwitantie van de betaalde rechten, uitgezonderd degenen, die hun aanslag bij termijnen kunnen betalen, aan welke zonder vertoon van kwitantie het patent kan worden afgegeven, de patenten dadelijk ver krijgbaar zijn wordende de patentplichtigen, ver meld onder no. 37—40 van tabel 14, bij deze tevens opmerkzaam gemaakt, dat het patent, overeenkomstig art. 2 der Wet van den 24 April 1843, (Staatsblad no. 16), niet aan hen mag worden afgegeven, dan nadat zij de helft van hunnen aanslag voor het dienstjaar hebben be taald en het verschuldigde van het voorafgaande jaar ten volle zal zijn aangezuiverd, terwijl zij bovendien, wanneer zij in gebreke bij ven de patenten af te halen, telken reize, dat zij de ver- eischte patenten of afschriften van dien aan de bevoegde Ambtenaren niet kunnen vertoonen, volgens art. 21 1 der Wet van 21 Mei 1849, vervallen in eene boete van f 15 6e. Dat ingevolge art. 29 2 der Wet op het personeel van 29 Maart 1833 (Staatsblad no. 4) tot tegen-schatters dezer gemeente zijn benoemdBERN ARD U S de JONGH, Pi ET E R van der WERF, TJEERD van der STEELE en NOLKE PETRUS MOLENAAR Wordende de ingezetenen voorts indachtig ge maakt op de wijzigingen, welke een der vrij stellingen van vrouwelijke dienstboden bij art. 5 dor Wet van 9 April 1869 (Staatsblad no. 59) hebben ondergaan en op die, welke in de twee eerste paragrafen van art. 27 der wet van 29 Maart 1833 (Staatsblad no. 4) bij art. 7 derzelf- de Wet van 1869 zijn gebracht, waaromtrent de uit te reiken beschrijviugs-biljetten de noodige inlichtingen zullen bevatten; voorts, dat bij de bezwaarschriften, ingevolge art. 1 der Wet van 4 April 1870 (Staatsblad no. 60) een duplicaat van het aanslag-biljet, tegen betaling van 5 cent bij den ontvanger verkrijgbaar, moot worden overgelegd. En zal deze worden afgekondigd zooals gebrui kelijk is. Sneek den 3 April 1883. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. van DRIESSEN. De Secretaris, J. W.BENNEWITZ. B E K E N D M A K I N G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Sneek, brengen bij deze ter ken nis van de ingezetenen le. Dat de uitreiking der biljetten on decla ratoiren voor de beschrijving van de personeele belasting en het patentrecht, over het dienstjaar 1883/84, zal plaats hebben in do maand Mei dezes jaars en wel op den 13e dier maand, en dat met de wederinzameling daarvan, acht da gen daarna een aanvang zal worden gemaakt. 2e. Dat evenwel hiervan zijn uitgezonderd de patentplichtigen, vermeld onder no. 3740 van tabel 14 der Wet van 21 Mei 1819 (Staats blad no. 34), zijnde slijters in wijnen, dranken en likeuren in ’t klein, tappers, kroeghouders on koffiehuishouders, aan welke door de ontvangers, dadelijk na den ingang van het dienstjaar, dat is op' den eersten Mei aanstaande, een declara toir zal worden bezorgd, hetwelk, na verloop van drie dagen, van hen weder zal worden afge haald. 3e. Dat degenen, welke, bij het aanbieden of bezorgen der biljetten of verklaringen, of ook bij het terughalen er van, mochten zijn voor bijgegaan of overgeslagen, zich in geen geval op Zóódanig verzuim mogen beroepenmaar inte gendeel gehouden zijn, de vereischte en behoor lijk ingevulde verklaringen, vóór of uiterlijk op den 31 Mei e. k., in te dienen ten Kantore des Ontvangers, alwaar de biljetten ter invulling steeds verkrijgbaar zullen zijn. 4e. Dat de patentplichtigen van de tabellen 7 en 16), zijnde kramers, vreemde kooplieden en I Kappeynianen eén spaak in het wiel hebben gestoken, andere daarentegen wijten de schuld aan de heeren Van Rees en Gloichman die, j waar een samenwerking van alle nuances ver- eischt werd, het stelsel van uitsluiting wilden toepassen. Wat hiervan waar is, kan niet wor- j den uitgeinaakt door de oningewijden die buiten j de pblitiekvstaan, doch het Hand, zogt te we- j ten dat veel van hetgeen gezegd wordt de po- gingen van de heeren van Rees en Gleichman te hebben doen mislukken, niet ernstig gemeend I kan zijn. j Van don heer Van Rees toch wordt gezegd dat hij zelfs zijn presidialen zetel heeft willen opofferen aan de portefeuille van koloniën om tot een oplossing van de crisis te komen, doch het schijnt dan waar te zijn dat genoemde staats man eerst zelf geen deel van het door hemte vormen kabinet wilde uitmaken en dat is iets dat in geen constitutioneelen staat geschiedt. In 1849 heeft Thorbecke geweigerd minister te worden door tusschenkomst van een derde, doch verklaarde zich vervolgens bereid toen die tus- schenpersoon verdween en hij zelf de verant woordelijkheid der formatie kon dragen. Dat wijst reeds aan, zegt het blad, dat de zaak in den aauvang reeds verkeerd is aangetast. De bewering van het Vad. dat na de daad van zelfopoffering van den heer Van Rees de Kap- 1 peyniaansche fractie de formatie deed mislukken, i door eischen te stellen voor het gouverneur-ge- neraalschap in Ned.-Indie, noemt het Hand. onjuist en verwijst het Vad naar den heer A an i Rees zelf' om te vernemen dat die beschuldiging bezijden de waarheid is De mislukking van Gleichman’s pogingen wordt aan Kappeyne toegeschreven en wel aan diens weigering om op te treden als voorzitter van de commissie tot voorbereiding der grond wetsherziening. Het Hand, vraagt evenwel, welk verband er tusschen het een en ander bestaat en waarom niet het ministerie kon optreden met een ander als voorzitter der genoemde commissie? Bovendien is bet baar onbegrijpelijk hoe het mogelijk is dat de heer Gleichman, die zich in ’79 tegen een onverwijlde poging tot grondwetsherziening verklaarde, den heer Kappeyne heeft uitgenoo- digd-’om voorzitter te zijn van een commissie door laatstgenoemde onnoodig en zelfs schade lijk geacht, als leidende tot uitstel voor onbe- paalden tijd. De hiertegenover aangevoerde re- doneering, dat Kappeyne het dan in zijn macht zou hebben een beperkte of geheele, een spoe dige of langzame herziening voor te. bereiden is h. i. te dwaas, daar hij de commissie niet zelf zou samenstellen en daarin tot de minder heid kon behooren. Het plan van den heer Gleichman was dan ook, hoe ernstig ook ge meend, h. i. geen goed plan, te minder daar het denkbeeld van noodzakelijke gedeeltelijke grondwetsherziening in en buiten de Kamer in den jongsten tijd veel terrein heeft gewonnen. Het Hand, gelooft dat de oplossing geheel an ders had moeten worden aangevat, allereerst had moeten zijn gestreefd naar een kabinet van fusie, dat door zijn samenstelling reeds het herstel der eendracht waarborgde, doch nu is de fout van ’48 herhaald, toen men, evenals nu Tak en Kappeyne, Thorbecke wilde weren. Het is dan ook niet verstandig en getuigt niet van een juist inzicht in den toestand dat, in plaats van te raadplegen over een program, een eenzijdig program werd opgesteld waarbij aan Kappeyne een rol was toebedeeld die hij niet kon aan vaarden het gemeen overleg, alvorens een pro gramma plaats. UIT DE PERS. terecht zeideliever geen dan een zwak libe raal kabinet, zwak door ’t ontbreken van staats lieden die vooraan staan in de gelederen, doch h. i. was een krachtig liberaal kabinet wel mo gelijk geweest als men was begonnen met ge meen overleg, want voor hen die buiten staan is het onbegrijpelijk dat mannen van bekwaam heid, die het land willen dienen onder omstan digheden als de.tegenwoordige, niet tot ëënsgö- ziudheid komen als ernstig wederzijds naar een- j dracht is getracht. Wat men beweert dat de liberalen er in zouden gëloopèn zijn door het i streven van den lieer Van Lijnden om als on- misbaren redder in den nood te kunnen optre den, zijn slechts gissingen, doch noodig is het h. i. dat duidelijk bhjkeof er ernstig is gestreefd naar wegneming der geschilpunten en naar op- treding der verschillende fracties aan de zijde van den heer Gleichman en, is dat het geval, dan moet de houding der Kappeynianen ten strengste worden afgekeurddoch anders moet het oordeel luiden indien geen overleg, geen stre ven naar eendracht heeft plaats gehad. Ten slotte vraagt het Hbld. of misschien aan beide zijden schuld bestaat, of men elkaar soms ontmoet heeft ais vreemden, die afwachten wie het eerste hartelijk woord zal spreken in plaats van als mannen, vroegere vrienden, die geroe pen zijn op een critiek oogenblik’s lands hoog ste belangen in handen te nemen Hoe het ook zij, het land is te beklagen waar de bekwaamste mannen van een partij die de meerderheid heeft, elkaar afstooten in plaats van aantrekken en daardoor de gelegenheid om hun land aan stilstand en politiek bederf te ontrukken, ongebruikt laten voorbijgaan. De Haagsche corr. van de Midd Ct. geeft eeriige inlichtingen omtrent de mislukte pogin gen, door de hh. Van Rees en Gleichman aan gewend tot vorming van een Ministerie. Do beschuldiging, dat de Kappeyniaausche fractie die pogingen heeft doen mislukken, wordt dooc hem ongegrond genoemd. De heer Van Rees is afgestuit op staatsmannen, die volstrekt niet tot die fractie gerekend kunnen worden. De eerste moeielijkheid lag hierin, dit hij aanvan kelijk niet voornemens was, zelf eene portefeuille te aanvaarden in het door hem te formeeren kabinet, en toen deze moeielijkheid was opge lost, gaf hij door zijne voor waarde, dat de gou- verneur-generaal zou worden teruggeroepen, aan leiding tot andere bezwaren. De heer Gleichmanf ontmoette nog veel meer weigeringen dan zijn voorganger, niet uitsluitend bij Kappeynianen, maar veel meer bj anderen1. omdat hij Kap peyne het presidentschap eener grondwets-com- missie had toebcdeeld, en hem de mogelijkheid uitsloot zijn werk in de Staten.-Generaal te ver dedigen 2. omdat zijn politieke invloed niet zóó groot is, om met goed gevolg de leiding der regeeringspolitiek op zich te kunnen nemen. K E N N I S G E V I N G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, maken naar aanleiding der wet van den 28 Juni 1881 (Staatsblad no. 102), ter herziening van de artikelen 264, 265 en 266 der wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad no. 85) bokond dat het Primitief Kohier van den Hoofdelijken Omslag, dienstjaar 1883, goedgekeurd door hoe ren Gedeputeerde Staten, bij besluit van don 23 Maart 1883 no. 3, aan den Gemeenteontvanger ter invordering is ter hand gesteld en een ieder verplicht is, zijn aanslag op den bij de wet be paalden voet te voldoen dat een Afschrift van dit Kohier van af den 4den April e. k gedurende vijf maanden ten Raadhuize dezer gemeente ter inzage is neder- gelegd, alle werkdagen van ’s morgens 9 tot ’s namiddags 1 uur. Sneek, 1 April 1883. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. van DRIESSEN. De Secretaris, J. W. BENNEWITZ. szaxaassaas cs®®aHBaa«natessjiK B SNEEKER COURANT. I BMfflnMKMffiaa II iMmaiTuwffu.u. w .nr^ 'ifLiU awTisrwr B I X K X L A X W.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1883 | | pagina 1