SMS- 81 MfflWMlD 1WS DE
<9
fifflEEïïnïllETlMKffllSSHBnfflL
B
Lw
i -c
1883.
A. C H T-E N-D E R T I GJ- S T E
No. 28.
Hr
T
UIT DE PERS.
Sneak, 6 April 1883
De Burgemeester, Hoofd der Politie voornoemd,
J. van DRIESSEN.
Ifcgi
2°. hij, die voor een loteling als plaatsver-
I vanger of als nommerverwisselaar verlangt op
te treden.
Sueek den 30 Maart 1883.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN.
De Secretaris.
J. W. BENNEWITZ.
Onwaar is het, dat die pogingen zijn afgestuit
„op de vrees voor die fractie, wier stem in de
2 ff 1 --- i een Mi-
dsterieel gezinde meerderheid werd noodig ge-
Onwaar is het, dat „hardnekkig „werd vast
tracht de rechterzijde medeplichtig te maken, het program Kappeyne-Tak, met deze beide
daar vergeeft men haar die laatste ijdelheid,
want men laat den veroordeelde alle vrijheid om
ZOO •-••“'-'o - --J
handeling is geëindigd, het spel heeft uit.
11-1 111 1_
te oordeelen naar het
Crt. van Zaterdag jl.,
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 */2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
«der gemeente Sneek, herinnert den ingezetenen verdeelt de Standaard in drie groepjesnl.
’4:m het bepaalde bij art. 128 der - «- -T-
Politie-Verordeiiing dezer gemeente.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
,2 ure.
Dat alzoo voor dien raad moeten verschijnen:
1°. hij, wiens zaak in de eerste zitting niet
is afgedaan;
of als notnmerverwisselaar verlangt op
uit den aard der zaak als kabinetsformeerders
Kappeyne en Tak op hinderlijke wijze prikke
len, en, gesteld dat men later Tak in ’t consult
riep, de mislukte pogingen van de heeren Van
Rees en Gleichman zouden Tak’s pogingen zeer
bemoeilijken. Had men daarentegen met open
kaart gespeeld en gezegdwij bestaan uit drie
groepen, nl. 1°. de Kappeynianen2°. de Thor-
beckianen3°. de moderaten, dan was of een
ministerie van fusie, uit de zedrie groepen samen
gesteld, opgetreden, of het was uit een dier
groepen voortgekomen en moest toch nog altijd
meer welkom zijn geweest dan een kabinet van
tegenstanders; doch deze tweeërlei mogelijkheid
is nu grootendeels verspeeld.
Aan de rechterzijde van de Kamer, vervolgt
het blad, bestaat maar één parlementaire, poli
tieke groep en dat zijn de anti-revolutionairen,
bij wie zich meestal dr. Schaepman principieel
en met tact aansluit; behalve deze 18 leden is
er aan de rechterzijde ook niets geheels. Bij
de conservatieven toch is Insinger een ander
man als Schimmelpenninck, en Wintgens een
gansch ander persoon als Oorver Hooit, zoodat
deze vier heeren feitelijk, zonder eenig politiek
beginsel als groep, als zoovele franc-tireurs in
de Kamer ronddolen. De 1G Roomsche leden
a.
de Limburgersb. een clubje volgers van Hejj-
denrijck en c. een groep tueschen Schaepman en
Heijdenrijck in staande.
Voorts zegt zij het te betreuren, dat er zoo’n
verdeeldheid is, daar een goed gedisciplineerde
groep een zedelijke kracht in een parlement
vormt, en betoogt ten slotte: „Almoge het dus
waar zijn, dat, zoodra de belangen der kerk ter
sprake komen, alle Roomschen samengaan, en
zoodra de liberalisten, hun fetischdienst voor de
school op de spits drijven, alle antirevolutionai
ren en conservatieven met hen meegaan, toch
beelde daarom niemand zich in, dat er een rech
terzijde geboren of in de maak is.
Een politieke partij ontstaat niet dan door
eenheid in politieke beginsel, gemeenschappelijke
at bakening van gedragslijn bij de toepassing van
jugjuoci, vu strenge discipline bij het optre-
op parlementair terrein.
kracht tof; samenwerking, zoo in als buiten
komen de radeloosheid en de redeloosheid in het
gevolg.
Zegt de N. R. Ct. in het bewuste artikel o. a.
dat openbaarheid werdt geëischt en de kiezers,
die het zwaard in handen hebben, niet in den
blinde moeten slaan, wij (zegt de Tijd} zagen
het dikwijls zwaaien en nooit gebruiken, want
op het punt van verkiezingen is de liberale kie
zer de grootste conservatief: het lid, dat bij een
maal heeft, is zijn lid. Zoo b. v. hebben de
liberale kiezers in Amsterdam den heer Rutgers
van Rozenburg eenmaal om zijn vele stoutighe
den voor drie maanden in een kist gelegd, toen
liet men hem de Kamer weer binnen en bleef
Rutgers wie hij was.
Waar is het echter, dat de heeren Tak en
v. ---J was
Ministerie te vormen, zich te Parijs bevon- 1877
t), en dat zoowel de heer van van jaees en vuewuuiau, muo ""VhJn 'j.
Gleichman, zoodra hun de tot 1877 niet ging, terugkeer tot 1879, toen die
over den algemeenen staat van zaken met den
heer Kappeyne hebben gesproken. Zijn mede
werking werd evenwel niet gevraagd, maar daar
zij na hun onderhoud met Kappeyne pogingen
in het werk hebben gesteld om ambtgenooten
te vinden, waren zij stellig door de houding van
den heer K. niet afgeschrikt. Over personen is
verder met den heer K. door geen der beido
heeren gesproken.
Wat den heer Tak betreft, noch middellijk
noch onmiddellijk, noch mondeling noch schrif
telijk, in geenerlei vorm en op geenerlei wijze
werd hem, hetzij door den heer van Roes, hetzij
door den heer Gleichman, de wensch tot eenige
bespreking te kennen gegeven. Met hem is niet
van gedachte gewisseld, zijn medewerking is in
geen enkel opzicht gevraagd en dus ook niet
geweigerdvan het stellen van voorwaarden zij
nerzijds kan dan ook geen sprake wezen; er
bestond geen gelegenheid toe
Onwaar is het derhalve, dat de formaties zijn
mislukt door tegenwerking, onverzoenlijkheid of
eischen van de heeren Kappeyne en Tak. Zij
zijn (behalve het algemeen onderhoud, dat de
eerste vóór het zoeken naar Ministers met de
beide formeerders gehad heeft) geheel buiten
alle bemoeienis gelaten en gebleven.
Onwaar is ook de aantijging, als zou den heer
Tak het gouverneur-generaalschap zijn toege
dacht. Daarvan moge van „zekere” zijde spra
ke zijn geweest, maar noch door den heer Kap
peyne, noch door een zijner vrienden is zulks
ter sprake gebracht veelmin geëischt.
Even onwaar is, wat het Vad. in hetzelfde
artikel beweert, nl. dat het Handelsblad „als het
orgaan der Kappeyniaansche fractie kan be
schouwd worden.”
Het Handelsblad is het orgaan van niemand
anders dan van zijn eigen redactie. Die redac
tie was en is innig overtuigd, dat de liberalen
niet moeten optreden als Regeeringspartij, tenzij
vast aaneengesloten, en gelooft daarom, dat de
pogingen tot Kabinetsformatie hadden behooren
te geschieden in gemeen overleg van alle libe
rale fracties der Tweede Kamer. Zij acht het
een groote fout, dat dit niet is geschied en al
dus in de kaart der anti-liberalen is gespeeld,
en zij mag niet toelaten, dat de schuld daarvan
wordt geworpen op hen, wier medewerking niet
is gevraagd.”
Ook de heer van Houten laat zich in „Vra
gen des Tijds” over de crisis hooren. Hij trekt
uit de geschiedenis der vier laatste jaren de
slotsom, dat de Koninklijke macht als een speel
bal is gebruikt door een combinatie van allerlei
elementen in onze staatkundige kringen, wier
trait d’union bestond in vijandschap tegen het
geen men ten onzent geavanceerde of radicale
politiek pleegt te noemen, en tot welke Kappeyne
bij zijne voorstellen tot grondwetsherziening
scheen te willen naderen.
Hij erkent dat Nederland vrij goed wordt
bestuurd, maar klaagt, dat er zeer slecht wordt
geregeerd. Populaire ministers moeten hier te
lande aan de kroon worden opgedrongen, popu
laire maatregelen aan de Ministers worden af
gedwongen voor Minister acht ieder professor of
elk hoofdambtenaar bij een Ministeiie zichgeschikt;
’t is alsof de Koninklijke benoeming alles kan goed
maken, en alsof het naïeve geloof nog geldt,
dat het verstand komt met het ambt.
i De loop der crisis bevestigt, volgens den heer
van Houten, dat Nederland op onverantwoorde
lijke wijze wordt geregeerd. Eerst wordt aan van
Heemskerk gedacht, wiens kieswet-politiek aan
nu wel geen bijval zal vinden. Dan van
van Rees en Gleichman, dus toenjle terugkeer
niet° tot grondwetsherziening
Een politieke partij ontstaat niet dan door i
i gedragslijn bij de toepassing van
dit beginsel, en strenge discipline bij het optre-
een op parlementair terrein.
Alleen zoo toch rijpt er eenheid van inzicht
en kracht rot samenwerking, zoo in als buiten
de Staten-Generaal.”
De 'lijd richt zich daarentegen meer tot de
linkerzijde, tot deliberate partij, waarover zij zich
aldus uitlaat
De liberale partij gaat naar de diepte doordat
de meerderheid overlast wordt en als ballast
werkt, sedert de inwendige kracht verloren is
gegaan, üok de groote liberale organen zijn
beangst en weten niet meer tot wat góden zich
te wenden nu het godsbeeld van eigen vol
maaktheid en onaantastbaarheid tot stof is we
dergekeerd. Was er eerst geen sprake van om
de beteekenis der crisis onzuiver te maken, wer
den de fiere, mannelijke, gezonde verklaringen
der heeren De Jong en Wybenga toegejuicht,
langzamerhand begonnen zij te gevoelen, dat
het beter was zoo de crisis onzuiver bleef, doch
daartoe was het al te laat, al begon men ook
de rechterzijde te beschuldigen, om zelf het
hoofd nog hoog te houden. Nu hangt het hoofd,
is het gebogen en baten ontkenningen en ver
draaiingen niet meer, en waar het Vadert. nog
daar vergeeft men haar die laatste ijdelheid
want men laat den veroordeelde alle vrijheid om
zoo sierlijk mogehjk te sterven, dan de
handeling is geëindigd, het spel heeft uit.
Ook de liberale partij gevoelt de reddeloosheid
van den toestand en,
hoofdartikel der N. R
I De Standaard bespreekt in een harer jongste
iunimers de rechterzijde in de Tweede Kamer,
K '.waartoe, volgens de langzamerhand aangenomen
«pieekwijze, al de niet liberalen behooren, even
|ls de linkerzijde bestaat uit niet-clericalen. De
nse parlementaire tweeheid vindt echter een te
^Kenstander in de anti-revolutionaire partij, en
®e Stand, noemde die tweeheid van meet af
«Onwaar en onhoudbaar, bestreed haar en zal haar
L blijven bestrijden. Immers, zoo gaat hot
Mm voort, er zijn, en dit is genoeg te betreu-
ïen, geen twee machtige politieke partijen er
Mjjis geen linkerzijde en er is geen rechterzijde in
«Ke Tweede Kamer. Aan de linkerzijde is h. i.
Hffechts een coalitie van liberalistische elementen
Hffan alle gading; immers, zegt zij, Rastert en
an Houten zijn evenmin ééns geestes als Van
gUffick en Mirandolle, of Rutgers en Gratama.
BKlet was dan ook, betoogt de Stand., onvoor
zichtig van de heeren De Jong en Wybenga
op 6 Maart jl. aan de regeering namens de
Sinkerzijde het politiek vertrouwen op te zeggen,
€,i bovendien was het belachelijk in den tegen-
P i “woordigen stand van zaken. Fermer en door
?||&eteren uitslag bekroond hadden zij gehandeld
Kvanneer zij hadden verklaard dat de versehil-
MEpende groepen, aan hun zijde der Kamer geze-
Mwten, samen hun vertrouwen dit kabinet verder
JfflBopzegdenzooals het daarentegen gebeurd is
■moest de wissel, getrokken op een firma als
■zoodanig niet op de politieke beurs bekend, nood-
^pakelijk geprotesteerd worden. Van Rees en
^‘■■»Gleichman, zoo vervolgt de Stand., moesten
BEKENDMAKING.
ra» NATIONALE MILITIE.
HbURGEMEEST ER en WETHOUDERS van
«de Gemeente Sneek, voldoende aan art. 87 der
wet op de Nationale Militie van den 19den Au-
i gustus 1861 (Staatsblad no. 72), brengen door
i' <dez" ter kennis der ingezetenen, dat de tweede
sitting van den Militieraad voor deze gemeente
zal worden gehouden te Heereneeen, op Zater-
i <lag den 14 April 1883, des voormiddags ten
B E K EN D M A K I iV G.
De BURGEMEESTER, Hoofd van Politie
het bepaalde bij art. 128 der Algemeene
..2.o-o, luidende:
I „allo schoorsteenen zullen ten minste twee-
ijmaal ’s jaars, en wel in de maanden Ma art en
jlJNovember, behoorlijk worden gereinigd;”
„schoorsteenen, welke alleen ’s winters worden
'M&ebruikt, zullen althans eenmaal ’s jaars-en wel
vóór de maand Juni, gereinigd moeten worden.”
Wordende alzoo ieder ingezetene aangemaand,
„Ue zorgen, dat hieraan voldaan wordt, daar hierop
ïïjtreng zal worden gelet- en tegen de nalatigen
«nmiddellijk proces-verbaal opgemaakt.
Neen, ook de meest volkomen openbaarheid,
waarin altijd de kunst van gedachten onder
woorden zoek te maken zegeviert, geeft niets
van de liberale kiezers te verwachten, zoodat die
algeheele openbaarheid nutteloos zou zijn. Er
is echter meer: de eisch van openbaarheid is
onbeschaamd, want hier heeft de kroon gehan
deld en die behoeft van haar daden geen reken
schap te geven aan het volk, tenzij de volkssoe
vereiniteit optreedt. In haar handelingen met
de ministers behoort de kroon vrij te zijn,
dat geldt een beginsel, en de niet-openbaarheid
harer handelingen is het meest welsprekende
symbool dier vrijheid.
Bovendien is die eisch om openbaarheid onbe
schaamd, omdat zij wordt gesteld in naam en
ten bate der liberale partij, terwijl in 1879 alle
geheimen in den schoot der groote liberale par
tij werden gelegd, en een zetbaas, een weerga-
looze verwarring, een demoralisatie, een verlam
ming der politieke veerkracht, enz. de gevol
gen zijn geweest; dat is het wat de liberale
partij, „wetende hoe”, over Nederland heeft ge
bracht. Door het stellen van dusdanigen eisch
verspeelt de partij, die ten minste bij haar die
pen val haar waardigheid moest trachten te be
waren, alles. Soms, als men de houding, tegen
over Heemskerk en Kappeyne aangenomen, ziet,
denkt men dat alles reeds verspeeld is, want
die is alles behalve waardig. Doch hoe het zij,
„de liberale partij zou wèl doen, in stede van
„noodzakelijke openbaarheid” te vorderen, naar
een beginsel te gaan omzien. Zij zal echter
geen vinden, zoolang zij de neutrale school als een
beginsel huldigt. Met dit beginsel gaat zij te
gronde en laadt zij den schijn op zich te gron
de te willen gaan tot iederen prijs.”
Het Handelsblad schrijft onder het opschrift
een Dementi het volgende
„Het Vad. geeft in zijn laatste nummer over
den loop van de Ministerieële crisis mededeelin-
gen, die volkomen onwaar zijn.
Onwaar is het, dat de heeren Van Rees en
Gleichman met de leden der Kappeyniaansche
fractie onderhandelingen hebben gevoerd als waar
van het Vad. spreekt.
Onwaar is het, dat die pogingen van beide
Kabinetformeerders zijn afgestuit „op gebrek aan
medewerking van die fractie.”
gehouden aan den eisch van alles of niets, van
staatslieden op den voorgrond."
rr aar IS ueu cuuuvi, uau MD MWXMM
Mirandolle, terwijl de heer Van Rees bezig
een -
den (14—22 Maart), en dat zoowel de heer van
Rees als de heer C' v—
opdracht was verleend, op vriendschappelijke wijze beide Ministers
i
jö ai^oucwtu
I I ZX ra zx la lx xa.x 4- z-x zx XX za XX x X I I zx XX V- ZX Tl TY1
-xx n -»ir i A AzxA nrnre n num om n (T
SAEEKBR COURANT
(jnwaar IB ixcd, uau mv pvgiugyu xyu
„op de vrees voor die fractie, wier stem in de
Tweede Kamer voor de vorming van
ni - -
acht.”
(jnwaui io ucu, um
1? -