cam in hi ubokibiit sum MS- in imniHMD (Mil DS J jht e I 1883. A. C II T-E N-D E R T I G S T E J A A R G A N G. No. 76. <1 22 S K v r F M B K n. X AL T E IS I) vV O J. J. Beek- b. c. Door het hoofdbestuur van „Volksonderwijs” is het volgende adres bij de Tweede Kamer ingezonden Amerika is het land der toe- De schande, in Afrika beloopen, dat BEKENDMAKING. De BURGEMEESTER van Sneek maakt bekend, dat het vaarwater de Potterzijlen en de Pol van af heden is gesloleil. Sneek, 18 September 1883. De Burgemeester voomoemd, J. van DRIESSEN. ADVERTENIIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer T’/j Cents. Bij abonnement is de prijs be. langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. '-V BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek maken den ingezetenen bekend, dat tot Voorzitters en Leden der volgende Raadscom- missien zijn benoemd a. Commissie vanbeheer der Stadsreiniging: die voor de kolonie Curasao te wachten zijn van de doorgraving der landengte van Panama.” Hiervan heet het in de Stand. „Eere aan onzen Kofiing, die hier krachtig '-'SP: -VA De troonrede geeft verschillende bladen aan leiding tot opmerkingen en beschouwingen. Handelsbl. en Dagbl. constateeren met inge nomenheid, dat de eerste zinsnede er aan her- inneit, dat de volksvertegenwoordigers vergade ren om ’s lands belangen te behartigen, welke waarheid, naar eerstgenoemd blad meent, in de laatste jaren wel eens uit het oog werd verloren. De paragraaf, waarin over de internationale tentoonstelling wordt gesproken, achten èn Hbld. èn N. R. Ct. vrij sober en niets beteekenend het Amsterdamsch orgaan is van oordeel dat er slechts sprake van is, om te doen uitkomen dat zij niet van de regeering uitging, en had, na ’s Konings herhaalde bezoeken, wat anders hier omtrent verwacht. Dat in dit bij uitstek officieele staatsstuk wordt gesproken van den ooHot/otoestaud in Atjeh, is der bladen aandacht niet ontgaan. Het Dgbld. schrijft naar aanleiding van deze uitdrukking; „Gelukkig intusschen, dat wij thans een regee ring bezitten, die er niet., voor terugdeinst, de waarheid te huldigen, dat daar (in- Atjeh) nog voortdurend de oor/o^stoestand bestaat, die?groote duister is gelaten omtrent het aller belangrijkste initiatief nam. önderw.erp de grondwetsherzieningdat de benoemde staatscommissie zich met' het onder- zoek bezig houdt, behoefde wel niet te worden i meegedeeld j Ook hot Hbl. had in dit opzicht meer ver- i wacht, daar men dacht dat de commissie althans met haar arbeid gereed was of weldra zijn zou. De N. R. Ct. zegt eveneens, dat iedereen reeds wist hetgeen de troonrede hieromtrent zegt en de Staten-Generaal zullen nu in hun adres van antwoord kunnen schrijven: „het verheugt ons van U. M. te vernomen, dat de commissie z: a met haar opgedragen werk bezig houdt 1” De Prov. "Dr. en Asser. Cour, roemt de kort heid van de troonrede als een groote verdien ste, en ook het Vad., gedachtig hoe weinig doorgaans van troonrede-beloften terecht komt, treurt niet zeer over de karigheid van toezeg gingen in dit Dingsdag gepubliceerde staatsstuk voorkomende. Bovendien verheugt eerstgenoemd blad zich zéér over de toezegging van wetsont werpen, tot invoering van het nieuwe strafwet boek. De troonrede in haar geheel genomen, laat, volgens de N. R. Cal hare voorgangsters verre achter zich, getuigt, schrijft het Hbl., waarlijk niet van opgewektheid en bevat niets dat de natie kan opwekken, is, naar het Vad. meent kleurloos als dit ministerie én zal, zegt het Rott. Nbl., slechts algemeeue teleurstelling wek ken. De Prov. Gron. Ct. geeft haar totaal-indruk van deze „kleurlooze” rede weer in de volgende woorden: „dat het dit kabinet klaarblijkelijk te doen is om de vertegenwoordiging op te houden met nevenzaken, teneinde over de hoofdpunten van blijven verschoond, tot tijd STATEN-GENERAAL. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franc,o in te zenden. inspanniag- blijft vorderen. „Hoe treurig op zich zelve, is deze erkentenis in elk geval een waarborg, dat de regeering op dat punt niet zichzelve misleidt en aan een op timisme toegeeft, dat zijn schadelijke werking reeds maar al te veel heeft doen ondervinden.” Het Hbld. vraagt of dat woord „oorlogstoe stand” aan de scherpzinnigheid der ministers bij het opstellen van dit bij uitstek officieele en plechtige stuk ontgaan is, of dat het beteekent „dat de regeering éindelijk tot het inzicht is gekomen vun de"’werkelijkheid i Het Vaderland;'heéht "even’,. A- - - het gebruiken Vail Jiét woord’ ;öó’rlo^tó$ft£nd”7 Wordt, maakt ■een uitzondering-op de algemeene daar dat woord'h. 1.''tóch nóg geen politiék tee- kent. Op het gebied van wetgeving wordt slechts uitdrukkelijk gewaagd van de invoering van het wetboek van strafrecht en de „onmisbare” ver sterking der inkomsten. Doch, vraagt het Hbl., zal inderdaad dit jaar iets komen van die reeds zoo dikwijls aangekondigde wettelijke maatrege len Het Vad. is tel ’urgesteld dat het volk in het Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal geeft met verschuldigden eerbied te kennen het hoofdbestuur van „Volksonderwijs”, Vereeniging tut bevordering van het Volksondtr .vijs en het schoolbezoek in Nederland, dat het zich gedrongen gevoelt uwe tusschon- komst in te roepen naar aanleiding eener Mi- nisteriëele beschikking in zake het openbaar lager onderwijs dat het hierbij het oog heeft op een schrijven van Z.Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken, dd. 21 Juni jl., waarbij door tusschen- komst van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen aan den burgemeester en den ge meenteraad van Aduard werd bericht, dat Z.Exc. geene termen had gevonden om het besluit van genoemden gemeenteraad dd. 13 Januari aan den Koning ter vernietiging voor te dragen we gens strijd met de wet of met het algemeen belang dat intusschen bij het bedoelde besluit van den gemeenteraad van Aduard, waartegen de burgemeester zijne bezwaren had kenbaar ge maakt, niet anders of minder was vastgesteld dan dat de openbare scholen der gemeente voortaan uitsluitend toegankelijk zouden zijn komst. De schande, in Afrika beloopen, dat we de Goudkust eindelijk overdeden, een kwan- selarij, thans vooral om Afrika’s ongelooflijke ontwikkeling, smart in de herinnering wekkend, zal voor de Amerikaansche koloniën dan toch ten minste niet worden herhaald En let nu op: in Suriname bloeit de Zending. Negerin nen op de tentoonstelling riepen u toe: Wij zijn van Jezus Het orgaan der katholieke partij, de Tijd, vraagt„Is het werkelijk een koninklijke rede die wij voor ons hebben? Vormt deze reeks onsamenhangende, banale, nietszeggende volzin nen de aankondiging van ’s Konings denkbeel den, ’s Konings plannen voor de toekomst Of wel, is de bedoeling van de samenstellers dezer phrasen alleen geweest, met angstige en pijn lijke nauwkeurigheid elk woord te vermijden, dat inderdaad wel iets zou beteekenen, en daar door opspraak kon verwekken en lastige discussie in de Kamers? En heeft, in dat hoogstwaar schijnlijke geval, een verantwoordelijk ministerie, hetwelk den Koning bj een plechtige gelegen heid als de opening der Kamers, zoodanige woorden in den mond legt, op voldoende wijze, met de waardigheid der kroon rekening gehou den In de bijzonderheden der troonrede afdalende, heeft ook de uitdrukking ^oorlogstoestand in Atjeh” de aandicht van de Tijd getrokken, en verblijdt zij zich, dat aan een illusie en zelfbe drog van den kant der regeering in dit opzicht een einde is gekomen, vertrouwende dat nu ook de logische en noodzakelijke gevolgen van die erkenning niet achter zullen blijven. Over de meedeeling van de plannen voor het volgend zittingjaar onmisbare versterking van ’s rijks inkomsten, ontwerpen van wet tot invoe ring van ’t nieuwe strafwetboek eu „andere be langrijke onderwerpen” schrijft zij „Twee kleine schoteltjes, waarvan het eerste een vreemde, onbekende portie bevat en einde lijk één groote toegedekte schotel, ziedaar het geheele menu Schraler werd zeker in lan ge jaren aan de Kamer, niet voorgezet.” van een uitspraak regeeringsbeleid te en wijle wellicht de thans nog liberale meerderheid zal zijn verplaatst. De Nieuwe Gron. Ct. had haar niet zoo koud, niet zoo volmaakt nietszeggend verwacht, maar al ware het slechts een verzwakte echo van de klanken, die uit het volksleven opklimmen tot de zetels der regeering, terwijl de Midd. Ct. het tenminste een voordeel van de nietsbedui- dendheid van bedoelde rede vindt, dat zij geen grond aanbiedt voor eenige verwachting en in het verschiet de regeering vrij vaart van lastige herinnering aan gedane beloften. Het orgaan der anti-revolutionaire partij, de Standaard, zegt dat het woord des Konings, bij de opening der Staten-Generaal gesproken, dit maal niet kan teleurstellen, wijl het vooraf geen enkele verwachting had opgewekt. Elke poli tieke ontwikkeling is, volgens dit blad, voors hands afgesneden, onze wetgevende arbeid tot stilstand gedoemd, en het parlementaire lichaam zijns ondanks verlaagd tot doellooze redekaveling met administrateurs in den ministerrok onder dergelijke omstandigheden kon de Koning, on der het contraseign van zijn ministers, niet meer beloven. Achtereenvolgens worden, na deze algemeene beschouwingen, alle zinsneden uit de troonrede nagegaan en afgekeurd, zoowel wat hun vorm als huu inhoud betreft Alleen de paragraaf, .wel riiet Vetef alaft-'- wsariur over de kolonie' Suriaame gesproken afkeuring. - Deze zinsnede luidt De kolonie Suriname ondervindt meer en meer de belangstelling, dienstig tot het ontwik kelen van haar bronnen van welvaart. „Mijne aandacht is gevestigd op de gevolgen, Commissie vanbeheer der Stadsreiniging: Voorzitter: de Burgemeester; LedenJ. Gorter, D. Gorter en huis. Commissie voor Straten en Wallen Voorzitter: Johs. Schijfsma Leden J. Gorter, H. S. de Vries en Th. Cainphuis. Commissie voor Gemeinte-eigendommen Voorzitter: H. Jz. Kingma: Leden inr. L. Reitsma, D. Gorter en P. Fen- nema. d. Commissie voor Openbare Werken Voorzitter J. Halbertsma Leden II J. Jaarsma en G. Cool Thz. en e. tot leden van de Commissie voor Strafver ordeningen, waarvan de Burgemeester Voor zitter is, (art. 166 der Gemeentewet) de heeren G. Cool Thz.J. Gorter en T. S. Feenstra. Sneek den 20 September 1883. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. van DRIESSEN. De Secretaris, J. W.BENNEWITZ. UIT DE PERS. I <ito Wl. 6 BIO fi’J N Sa A f h w •i <u uwe Majesteit gewaagde, zijn wij bereid met ijver te onder- zoeken. r t x 10. Met belangstelling zien wij de uitkomsten tegemoet van den arbeid der staatscommissie. door uwe -Majesteit, belast met ’t onderzoek van welke bepalingen der grondwet herziening raad zaam is. ”11. Dat Gods onmisbaren zegen rusten moge op den ai beid van het ingetreden zittingsjaar tot bevordering van het heil des vaderlands, is de wensch, dien wij met uwe Majesteit bij den aan vang onzer werkzaamheden uitspreken. De Kamer heeft in hare zitting van gisteren (Donderdag), na i eenige discussie over de finantieele paragraaf, het adres van antwoord unaniem en ongewijzigd vastgesteld. De Eerste Kamer hield Woensdag voormiddag een zitting, waarbij door den voorzitter werd meegedeeld, dat door de afdeelingen zjn benoemd: tot haar voorzitters de hh. Van Lim burg Stirum, van Akerlaken, De Raadt en Beerenbroek, tot haar o rdervoorzitters de hh. Blussé, Borsius, Fransen vd. Putte en Van Lynden van Sandenburg, tot leden der commissie van redactie van het ontwerp-adres van antwoord op de troonrede de hh. Merkes van Gendt, Huydecoper van Maarsseveen, Pijn appel en Teding van Berkhout. Het ontwerp-adres van antwoord werd vervolgens naar de afdeelingen ter onderzoek verzonden en luidt, zooals het, na het sectie-onderzoek, door de commissie werd ter tafel gebracht, als volgt Sire 1. De Eerste Kamer der Staten-Generaal stelde het voorrecht op bijzonderen prijs uwe Majesteit wederom te midden der vertegenwoordigers van het Nederlandsche volk te zien. 2. Dat uwer Majesteits betrekkingen met de vreemde mogend- leger aan uwe Majesteit reden tot tevredenheid geven, verna men wij met ingenomenheid. 3. Aandachtig volgen wy den wedstrijd der Nederlandsche nijverheid en kunst met dien van het buitenland, waartoe de tentoonstelling te Amsterdam de gelegenheid geeft. 4. Wy betreuren het, dat niet alleen in enkele onzer Oost- Indische gewesten vijandelijke bewegingen moesten bedwongen worden, maar dat ook de toestand in Atjeh nog steeds groote inspanning van krachten vordert. Daarom te meer waardeeren wij de plichtsvervulling van onze strijdkrachten te water en te land, in onze overzeesche bezittingen herhaaldelijk betracht. 5. Met leedwezen vernamen wij, dat’in eenige gedeelten van Nederlandsch-Indie ernst tee ziekten heerschende warenvooral echter zijn wy diep getroffen door de verwoesting van een deel van Westclijk-Java en van Sumatra’s Zuidkust ten gevolge der vulkanische uitbarsting, waarvan de eerste berichten tot ons kwamen. Het medelijden, dat onmiddellijk in Indie en in Ne derland behoefte gevoelde zich door milde weldaden te uiten, m ’ge eenigermate strekken tot leniging der ontzettende ramp. Terecht vertrouwt uwe Majesteit, dat dQ Eerste Kamer bereid zal bevonden worden tot krachtige medewerking om de onder vonden bezwaren te boven te komen. 6. Met voldoening hoorden wy uwe Majesteit gewagen van de toenemende belangstelling, die de kolonie Suriname onder vindt, dienstig tot de ontwikkeling’ barer bronnen van wel vaart. 7. Wij vernamen met belangstelling, dat de aandacht van uwe Majesteit gevestigd is op de gevolgen, die de doorgraving der landengte van Panama voor de kolonie Curasao kan heb ben. 8. Het herstel van het evenwicht tusschen uitgaven en in komsten vordert de onverwijlde en nauwlettende zorg van re geering en Staten-Generaal. Gok wij beschouwen versterking j van ’s rijks inkomsten als onmisbaar, doch mogen niet verzwij gen, dat wij evenzeer verbetering van ons belastingstelsel een dringenden eisch en eeu zuinig beheer een duren plicht achten. 9. De door uwe Majesteit toegezegde wetsontwerpen, strek kende om de invoering van het Wetboek van Strafrecht moge- jijk te maken eu andere belangrijke onderwerpen, waarvan heden hoogst vriendschappelijk zijn en dat de vloot en het-. In de gisteren (Donderdag) gehouden zitting der Tweede Kamer sprak de heer Wijbenga. tijdelijk voorzitter, den op nieuw benoemden voorzitter, den heer Van Rees, toe.wensohte hem geluk met de eervolle benoeming en verklaarde hem toch liever in hoogere betrekking in deze vergadering werkzaam te zien. Voorname onderwerpen, aldus ging de heer Wijbenga voort, wachten oiis. Herziening der grondwet is in het ver schiet. Wy erkennen dat het dringend, noodzakelijk is dat daar uit volge of daaraan gepaard ga een hervorming van het kies recht. Bovenal is noodzakelijk een doortastende en aait het Nederlandsche volk in zijn tegenwoordigen toestand passende hervorming van het belastingstelsel; dit is een eerste en de meest dringende behoefte, opdat de Nederlandsche staat kunne blijven wat hij was en nog is. Wanneer eenige dier onderwerpen onder de leiding van den heer Van Rees tot stand komen, zal, zeide de heer Wljbe.uga ten slotte, blijken of diens benoeming een geluk voor het land is geweest. De heer Van Rees aanvaardde vervolgens het voor zitterschap met een dankbetuiging, zeide op den steun en de medewerking nu te meer te. rekenen, nu groeten en irispannen den arbeid der Kamer wellicht wacht Door een samenloop van ongunstige omstandigheden is veel werk vruchteloos ge weest en veel onafgedaan gebleven. De mogelijkheid bestaat, dat naast zaken van materleelen aard, groote politieke vraagstukkendie meer en meer oplossing eischen, zullen moeten worden overwogen. Aanijver en toe wijding om mede te werken tot het algemeen welzijn zal het zeker niet ontbreken. Moge het ingetreden parlementaire tijdvak onder Gods zegen voor het vaderland en de overzeesche bezittingen goede vruchten dragen. to-, ijWéé--

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1883 | | pagina 1