MBffl B BIT 1RWMHÏ SUM.'
MH «S El mEilTEHIMlD ÏW DE
1
w
j
ACH TH N*D E R T I Gr T E
1883.
No. 96.
3
Een overijld woord.
Een verhaal van Ernst Amderg.
SmX
1 D E C I 3I B F R.
Z 71TE R D A Q
1
eon glas onvervalscht duinwater.
bo-
a
I
r.
een
gezang storen
herin-
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ol rel actie betreffende, franco
in te zenden.
i
>t.
o
e
0
b
1
>e
n
opjoeg.
laan stond, beproefde ik de jerking van mijn
Naar wij vernemen zal liet Rijkstelegraaf kan
toor met Telephoondienst te Sloten in de vol
gende week voor het publiek worden geopend.
k I
e I
0 I
;r I
pen, en het laat zich aanzien, dat velen onder
de mindere klassen, onder welke het verzet
zoozeer aangemoedigd en versterkt werd, thans,
nadat zoo velen als offers der vreeselijke ziekte
gevallen zijn, hun vooroordeel zullen laten va
ren.
o
W®;
Uit Oud-Beierland wordt aan de N. R. C.
gemeld, dat bij velen aldaar de tegenstand tegen
de vaccine schijnt af te nemen. Do gunstige
resultaten, die de inenting geeft, komen zoo dui
delijk uit dat het verzet veel minder is gewor
den en het cijfer der gevaecineerden in de laat
ste dagen aanzienlijk is toegenomen. Bekende
tegenstanders hebben zioh aan de kuur onderwor-
om een Burgers te dwarsboomen en den voet
te lichten, huist er nog altoos. Wie was de
Nederlander, die door do deputatie het eerst ge
zocht en gehuldigd werd Wicn vroeg zij het
eerst raad en naar wiens stem wil zij luisteren?
Harting had de man moeten zijn, wiens hand
zij het eerst met dankbaarheid kwam drukken,
wiens steun en leiding zij het eerst had moeten
vragen. Het had hare eerste zorg, hare groot
ste eer moeten zijn, om den man, die de sym
pathie van Nederland voor do verdrukte stam
verwanten in Zuid-Afrika wist te winnen, die
de Transvaalsche Boeren voor de wereld recht
vaardigde en de Zuid-Afrikaansche veroeniging
in ’t leven riep, hare hulde te komen brengen.
Maar zij gaat hem voorbij en wendt zich tot
Abraham Kuyper, het dweepziek en bekrompen
Amsterdamsche pausje, die enkel uit geloofsij ver
tweedracht ging zaaien onder de Nederlandsche
burgers, die hunne handen hulpvaardig naar
Zuid-Afrika hadden uitgestoken. Het studenten
korps der Amsterdamsche universiteit had gelijk
toen het weigerde eene eerewacht te formeeren
of feestelijkheden te organiseeren bij de aan
staande komst der deputatie in onze hoofdstad.
Hot liet die eer gaarne over aan de leerlingen
der vrije universiteit. Dat zijn do geestverwanten
der Transvaalsche Afgevaardigden, en al is hun
aantal bijster pover, die orthodox-confossioneele
hoeren zullen zich met de bekende spreuk over
het „kleine kuddeken” weten te troosten. Mis
schien stijgt hun geestdrift ton top als profes
sor Brummelkamp een toast op hen slaat met
Thans is ook verschenen holland-krakataü,
uitgegeven ten voordeele der slachtoffers van de
ramp op Java.
Dit artistiek gedenkblad, waarvan de redactie
was toevertrouwd aan den schilder J. Bosboom
en Dr. Jan ten Brink en waaraan onze eerste
schilders, componisten en letterkundigen hunne
medewerking verleenden, bevat, behalve eene
rijke verzameling keurige illustraties, tal van
uitstekende letterkundige bijdragen, waarvan de
waarde.niet weinig verhoogd wordt door de
daaronder geplaatste facsimilles, die het geheel
stempelen tot een blijvend albumblad van va-
derlandsche kunst.
De prachtige uitvoering, waarvoor den
uitgever Joh. Ykema te ’s Ilage een welverdiend
woord van lof toekomt het goede doel, waar
mee het wordt uitgegeven, gevoegd bij den ge-
ringen prijs (50 eent) waarvoor het verkrijgbaar
is gesteld, zal aan Holland-Krakatau zeker een
ongekend groot debiet bezorgen. Het viude zijn
koopers bij duizenden.
Het centraal comité dit te Batavia is
gevormd tot ontvangst van giften ten behoeve
dor noodlijdenden door de uitbarsting van Kra
katau, kon op 19 Oct. jl. reeds een bedrag van.
f917,650 melden aan ingezonden en toegezonden
gelden.
De grootste helft der som, nl. f 415,000, is
in Ned.-Indiö bijeengebrachtdan volgden Ne
derland met f393,000, Singapore met f 71,000,
Siam met f 30,300, Londen met f 18,000. enz.
De vele plannen tot verzekering van de vei
ligheid in het spoorwegverkeer, voor zoover
den wisselstand betreft, zijn vermeerderd met
een ontwerp van den heer J. M. Ledeboer, te
Borne. Naar zijne meening heeft deze heer
een automatischen wissel uitgevonden „waardoor
het ónmogelijk wordt dat een trein, die een
voorgeschreven weg moet volgen, op verkeerde
rails komt.”
Vormoedelijk zullen te nomen proeven over
de wkarde van deze vinding doen oordeelen.
11
Ingekomen stukken, enz.
een Curator voor het
In het „Panorama der week”, van do Prov.
Gron. Crt lezen wij o. a. het volgende:
Ja, de tijden veranderen dat gaat door.
Maar gaat de andere helft der spreuk ook door
en veranderen de menschen steeds met de tij
den Wanneer dit een regel is, dan is de
Transvaal met zijne deputatie daarop eene uit
zondering. Dezelfde geest van stijve vroomheid
en van bekrompen godsdienstzin, waardoor het
indertijd aan Lion Cachet en de zijnen gelukte
antwoorden zeido zij thans, eti een vluchtig,
bitter lachje zweefde om hare lippen.
Er ontstond eeu korte pauze tusschen hen.
Helene’s opgewektheid scheen geheel verdwe
nen. Toen zij dicht bij hot dorp gekomen wa
ren, waar zij wat wilden eten, zou men moei
lijk hebben kunnen zeggen, wie van beiden er
ongelukkiger uitzag, de jonge man of zij die
hem vergezelde. Koenraad’s ougen hingen met
een soort hartstochtelijke besluiteloosheid aan
Helene’s gelaatzij echter keek steeds naar haar
verlovingsring en draaide dien voortdurend rond
aan haar vinger.
Zij aten in de kleine herberg, welks eetka
mer op de rivier uitzag. Er stond een pianino
in de kamer en Koenraad speelde, terwijl de
tafel gedekt werd. Helene plukte eenige bloe
men, die aan het venster stonden on versierde
daarmee den disch. Zij liep zachtjes heen en
weer, luisterende naar de muziek en ging ver
volgens achter haar neef staan. Zij lachte thans
weer en noodigde hem-,aan tafel.
„Gij moet echter eerst uw wals uitspelen
zeide zij „die klinkt zoo lief.”
Hij brak echter zijn spel af. Hij had zacht
jes geprobeerd een wals van Chopin uit het
hoofd te spelen, en ging nu opstaan om
gebraden hoentje te verorberen.
„Waarom zou ik het stuk uitspelen?” zeide
hij, terwijl hij op eeu stoel naast haar plaats
nam.- „Ik houd het meest van die zaken, welke
afgebroken en niet geëindigd zijn. Dat zijn de
zoetste droomen, waaruit men vaak nog te
vroeg ontwaakt. Hebt gee trek? Wij
gaan, zooals gij weet, een pijnlijke strafoefening
tegemoet, als wij straks terügkeerenWij moe
ten ons daarom des te meer met gebraden hoentjes
versterken.”
Zij aten lekker en gingen toen naar de rivier.
Zij keken naar de vergeet-mij-nietjes, die tus
schen de grasperken groeiden en liepen een
eindje het nabijgelegen bosch in.
Wordt vervolgd.)
k f
r I
ADVERTEN11ÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7J/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
tEr zit toch iets in ’t magnetisme, of hoe
’t anders ook noemen wil,” zei de
jonge man, terwijl hij zijn paard een heuvel
.Terwijl ik daar zoo aan de dennen-
wilskracht op de uwe. En, zooals gij ziet, niet
zonder succesgij kwaamt bij mij, niettegen
staande gij gezegd hadt niet te zullen komen.”
„Gij zaagt er echter zoo verschrikt uit, alsof
gij een geest voor u zaagt,” zei Helene lachend.
„Maar ik geloof niet aan de wonderbaarlijke
werking van uw wilskracht. Als daar iets van
aan was, dan z u ik mij zeker ’t volgende
oogenblik weer in huis bevinden, want ik be
merk wel met hoeveel smart gij er naar ver
langt, mij weer kwijt te raken. En ik bemerk
tevens, dat gij meer naai’ mjj ziet, dan naar
uw paard. Het zou veel knapper van u zijn,
als gij uw woord hieldt en mij spoedig naar
Rothendorf bracht.”
„Moet dat zoo haastig gaan vroeg hij, ter
wijl hij haar kleine hand greep en die drukte. Hij
bezeerde zijn vinger min of meer aan den ring, dien
Helene altijd aan de rechterhand droeg en beurde
het mooie handje omhoog, om don breeden gou
den ring en de inscriptie te bekijken.
„Welk een wonderlijke ring!” zeide hij.
„Waarom draagt gij dien?”
„Ik heb echo verplichting aangegaan, dien te
dragen,” antwoordde hot jonge meisje koel, zon
der in ’t minst te blozen.
„Ik wou wol, dat gij dien togen mijn ring
met het kattenoog wildot verruilen”, zei Koen
raad, terwijl hij haar lang in de oogen koek.
„Ik wou wel dat ik het doen kon,” zeide zij
bedaard.
„Zoudt gij het doen, als gij kondt, Helene
lij leunde thans voorover en keek zijn nicht
in het schoono gelaat. Zij keek als verstrooid
naar het zonnige kindschap, terwijl zij de han
den in don schoot liet rusten.
„Zoudt gij het doen herhaalde Koenraad,
toen zij bleef zwijgen. Vervolgens scheen zij
als met schrik te ontwaken.
„Wat moest ik doen?”' vroeg zij, diep adem
halende.
„Den ring met mij wisselen, als eene
nering aan ons tochtje van heden.”
„Gij gelooft toch niet, dat ik u daarop zal
schouders voor op.
Eens, toen mejuffrouw Wolfram, na zulk een
scène, do kamer verlaten had, zette Helene haas
tig haar hoed op, om met Koenraad, die haar
op cenigen afstand van hot huis opwachtto, eeu
samenkomst te hebben. Hij had haar reeds
lang verzocht, met hem een rij toertje te maken
naar een naburig dorp, welks omtrek algemeen
werd geroemd en hij had verklaard haar ein
deloos „neen” niet aau te nemen, maar haar op
den bepaalden dag te zullen op wachten, daar
hij hoopte, dat zij zich zou laten vermurven
om hem haar gezelschap voor eenige uren te
gunnen.
Helene zag hem staan wachten, zooals hij
beloofd had, toen zij op vluggen voet de den
nenlaan bereikte waar hij stond. Zj zag blee-
ker als gewoonlijk.
„Ik zei, dat ik niet komen zou”, zeido zij
tot hem„ik ben echter van plan veranderd.”
Koenraad betuigde levendig zijn blijdschap.
„Kom nu meêzei Helene met zichtbaar
ongeduld, „wij zullen anders tijd verliezen.”
De wagen wachtte aan den ingang van de laan.
Koenraad hielp zijn nicht er ia en toen roden
zij weg.
Het was een heerlijke namiddag. Helene was
erg uitgelaten en lachte Koenraad uit over zijn,
zooals zij ’t noemde, jongensachtig uiterlijk.
„Wat denkt ge er van is ’t niet alsof we
een sluipertje van school maakten zeide zij op
vroolijken toon. „Ik denk niet, dat het de roe
de zal bezwoeren, als ik thuis kom- dat ik
een prettigen dag met u heb gehad.”
Koenraad was gelukkig. Zóó was. hij nog
nooit met Helene alléén geweest. Dat alleen-zijn
was reeds voldoendeen zij zag er zoo al
lerliefst uit en scheen zoo gelukk’g bij hem te
zijn.
V.
1 {Vervolg.)
„Het is -secrprét'tig,” zei Koenraad, toen zij
met de duetten begonnen, „iemand als zange
res naast zich te hebben, die de rechte uitdruk
king aan den tekst weet te geven. „Men is
gewoon met de meeste meisjes te zingen„Ich
liebe Diehof „Ich lebe nur für Dichmet
weinig meer gevoel, als men gewoon is over
het weer te praten. Gij schroomt niet zoete
woorden met mij te zingen, ook waar gij die niet
moógt uitsproken.”
„Maar waartoe zou ik dat doen Zijn wij
dan niet neef en nicht vroeg Helene naïf.
„Toch-geioof ik, dat wij voortaan wat minder
enthousiast moeten zijn. Mijn lieve kleine Lize
is bang dat wij verliefd op elkaar zullen wor
den! Verbeeld u welk een onzin!’
Er ontstond een kleine pauze, welke Koen
raad met een flauw lachje afbrak.
„Zou dat dan zoo’n dwaas idéé zijn vroeg
hij eenigszins droog, terwijl hij het bpengeslagen
muziekstuk op de lessenaar legde. „Maar laat
u dit niet in uw gezang storen! Ik zal mejuf
frouw Lize later wel van mijne en uwe volle
dige onschuld overtuigen.”
Helene lachte en begon te zingen. Haar
i zachte, volle stem was voortreffelijk ontwikkeld.
Het was een lust naar haar te luisteren.
’t Scheen in dien tijd, alsof de daemon der
zorgeloosheid zich van Helene's hart had mees
ter gemaakt en haar dreef tot uitgelatenheid en
dwaasheden, welke Lize met groote zorg ver
vulde. Zij lette nauwelijks op de verwijtingen
van haar stiefmoeder en haalde er lachend de
VERGADERING
S van-den Gemeenteraad van Sneer,
I op Zaterdag 1 Dec. 1883, ’s namiddags 6 uur.
Punten van behandeling:
1. Resumtie der Notulen.
2. Mededoeling van
3. Benoeming van
Gymnasium.
4. Benoeming van een lid der Commissie
van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs.
5. Benoeming van een Armvoogd.
6. Benoeming van een Weesvoogd.
7. Behandeling van oen adres van het
stuur van Volksonderwijs.
8. Voorstel tot wijziging van het reglement
voor de bewaarschool.
9. Voorstel tot onderhandsche verpachting
van het Oud-Tolhuis met de tollen te Loënga
10. Voorstel tot onderhandsche verhuring
van den trekschippersstal aan het Bolwerk.
Hl X X K SIL AN W.
SNEE
I;
1
s
L.
gg’-I "LJ1 I -rllL_l_LJ. II ..IIJ.IUB I I I
L
i.
i
e
i-
1 is
i
i. I
i,
l
men