CE1EEKTE III ACT MfflSSEJffl SIM. I i I Bekendmaking. WortiitaraflfiïKriioiijriiis. I No. 51. N E G E N-E N-D ERTIGSTE J R G A N 1884. IV. 0 s Opkomst onder de Wapenen. W O I N SI )A G 25 J U JN I. eep eek zen so. it i l a den Kroonprins e in- er- b|j on :efl ja ro- on lit in- »n- uit lat ien an ien j he .kt. 2e 00 'an oh, lar in- M; ni. he lie ie ft - ^BURGEMEESTER van SNEEK brengt Ettelijk Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.— franco per post 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franco in te zenden. 'I ft F ven voortleven.” Naast Koningin Sophia stond den Prins in zijn kinderjaren de kolonel der rijdende artille- lerie Hooft als gouverneur ter zijdeen het bleek alras dat de knaap een buitengewoon sterk geheugen aan een wetenschappelijken zin paar de. Die wetenschappelijke zin bleef hem ook in de jaren van overstelpende droefheid bij, en zelden klopte een buitenlandsche geleerde te vergeefs aan de deur van zijn paleis Nooit ging hij heen zonder de overtuiging mee te ne men een veelzijdig ontwikkeld Vorst te hebben ontmoet. De oudste academie van Nederland mocht den prins eenige jaren onder haar burgers tel len, maar ook daar verbood zijn gezondheids toestand hem zoowel het geregeld volgen der academische lessen als den omgang met mede studenten, ofschoon hij zich nu en dan met vrienden zijner jeugd, als Van Hogendorp. Ge- vers Deynoot, Van Sypesteyu e. a., onderhield. Hij. genoot dan te Leiden privaat-onderricht van eenige hoogleeraren der rechtsgeleerde faculteit, en mannen als Vissering, Buys en Goudsmit waardeerden in hem een begaa fd leerling, vol komen in staat de vruchten van het hooger on derwijs te plukken. Ofschoon generaal-majoor der infanterie, ko lonel van de huzaren en infanterie, benevens schout-bij-nacht a la suite, toonde prins Alexan der nooit eenige voorliefde voor de krijgsmans- kunstzijn militaire loopbaan strekte zich dan ook nooit tot den werkelijken dienst uit, slechts eenmaal maakte hij op een oorlogsschip een reis naar de Middellandsehe Zee mede. Van het recht, hem geschonken om de zit tingen van den Raad van State bij te wonen maakte hij vaak, schoon in den lateren tijd iu t geheel geen, gebruik, en met groote belang stelling liet hij zich inwijden in al de onder deden van het staatsbestuur. Bij voorkeur nam hij kennis van de practijk der wetgeving en zijn scherpzinnige opmerkingen moeten den leden van dat hooge staatslichaam een zeer goeden dunk van de bekwaamheden van dos Vorsten zoon gegeven hebben. Zijn laatste levensjaren wijdde de Kroonprins hoofdzakelijk aan de vrijmetselarij, waarbij hij na den dood van prins Frederik den hoogsteu rang, dien van grootmeester, vervulde. En thans? „Arm Nederland!” zegt de N. R. C., en zij gaat voort: „Het worden ernstige tijden. De laatste stamhouder van het Oranje huis ten grave gedaald verdeeldheden, die soms het besef der volkseenheid dreigen te versmoren; partijschappen, die voor niets terugdeinzen: wat zal de toekomst baren Laat ons hopen, dat nog in den ernst der tijden die zedelijke veer kracht geboren worde, waardoor alleen een volk voor ondergang bewaard worden kan.” De 1 jkschouwiug geschiedde Zondag door do doctoren Vinkhuyzeu, Van Wieringhen Borski en prof. Mac Gdlavry uit Leiden. Het lijk is gebalsemd en iu een looden kist, omgeven door een eikenhouten, neergelegd, om later in een muhony houten te worden gevat. Van alle zijden stroomen kransen toe, o. a. van de hertogin van Meekienburg-Schwerm. Maandag middag te half drie hebben de min. van buitenlandsche zaken en van justitie de doodsaangifte gedaan. De hofrouw is bepaald op drie maandenêén maand zware, één middelbare en één lichte. De Koning komt in ieder geval vóór de be grafenis van den Kroonprins iu de residentie terug. Het pleit is dm beslist De kille hand van den dood heeft de laatste man nelijke telg des Konings uit ons midden weggerukt en zijn heengaan op nog geen 33 jarigen leeftijd kan inderdaad een na- tionale ramp worden genoemd, als men bedenkt welk een gewichtigen invloed het afsterven van den laatstee minnelij ken Oranje telg op de toekomst van ous vaderland kan hebben. „Nederland en Oranje zijn één” is ons steeds als bij traditie geleerd, en waarlijk niet teu onrechte. Want kon m er ooit naar waarheid getuigd worden, dat ffiS een volk en een vorst door schijnbaar onvei* breekbare banden saam vereenigd waren, H groot en sterk geworden door gezamenlijk lijden en strijden, door ’t samen deel en van lief en leed, dan voorzeker geldt dit van het sedert drie eeuwen innig ver bonden Nederiandsche Volk met zijn ge liefd Oranjehuis. En thans? Met onverbi'delijke gestrengheid is de dood in de laatste jaren bezig die schijnbaar onverbreekbare han den stuk voor stuk los te ratelen, en staan wij thans voor het treurige feit, dat, be halve de Koning, die reeds op gevorder den leeftijd is, ons uit het huis van Oranje w rechte lijn niets overblijft dan een prinsesje een kind van vier jaren, dat dus al de gevaren, aan den kinderlijken leeftijd eigen, nog te doorworstelen heeft. Inderdaad: het sterfbed van dén Kroon prins stemt ons dubbel ernstig, bij de ge dachte aan de toekomst van ons dierbaar vaderland, met het oog op ons voortdu rend vrij en zelfstandig volksbestaan. Dit treurig verlies zij voor ons dan ook tevens Is een ernstige wenk, om alsnog iu tijds «2 Maatregelen te nemen, waardoor eventu eelo verwikkelingen, wat de troonopvolging betreft, in de toekomst kunnen worden voorkomen en wij alzoo bewaard blijven voor dreigende invloeden van buiten, die later de vrijheid van handelen in onze fi‘gene huishouding van staat voor goed aau banden zouden kunnen leggen. ADI ER1ERI1ÊN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents» voor eiken regel meer 7 Cents. Bij abonnement is de prijs be. langrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. De leden van het Groningsch studentenkorps hebben, wegens het overlyden van Z. K. H. ge- vau aan wijdde en hem met Zelfs toen de Prins tot jaren des onderscheids eigen paleis bewoonde, vei 'koeren, die zijn karakter trachtte te vormen, zijne opvoeding verder te leji’eu. De liefde van den 1 rius voor zijn moeder was dan ook schier onbegrensd; haar dood wierp een zwarte scha duw op zijn levenspad en sedert heeft zijn, door lichaamslijden reeds tot een sombere levensbe schouwing gestemde geest, den last der droef heid niet kunnen afschudden Dit blijkt ge noegzaam uit de woorden die hij zelf neerschreef en thans door de Amst. worden geciteerd „Indien het geluk hier op aarde bestaat, voor mij is het niet weggelegd.” „Het bewustzijn, dat ik alleen sta op deze wereld, heeft mij de hofstad een levend graf doen noemen. Hoe zwaar het ook vaile, te ’s Hage terug te keeren, hoe groot het gevoel van verlatenheid en eenzaamheid aldaar ook moge zijn, zoo treat mijn hart mij daarheen, want ik ben er omgeven van voorwerpen, welke mij aan mijne moeder en mijnen broeder her inneren. De uiting mijner droefheid moge wij ken, maar ik zal steeds met mijn dooden blij- Even onverwacht als treurig luidde het bericht, ’twelk de telegraaf ons jl Zaterdag namiddag bracht, dadelijk per bulletin aan onze abonnés meêge- deeld waarbij het overlijden werd ge meld van Z. K. Hoogheid Alexander, Kroonprins der Nederlanden. Had men zich in de laatste dagen algemeen met de hoop gevleid, dat met de crisis het grootste gevaar geweken en de hooge lijder, zij ’t dan ook langzaam, toch op den weg van beterschap was, de treu rige uitkomst heeft bewezen, dat het een ijdele hoop was dat het toch reeds zoo zwakke lichaam geen kracht meer had om het voorafgegane sl oopings-proces nog weer te boven te komen. Het pleit is dan beslist Omtrent de laatste dagen van Prins Alexan der wordt het volgende meegedee d „De Prins verkeerde sedert de crisis der ziekte in hoogst zwakken, nu en dan ijlenden toestand, zoo zelfs, dat hij nu en dan op het ziekbed lag te neurien. Vrijdag jl. was Z K. H. echter zoo helder van geest, dat hij zich geruimen tijd met zijn vertrouwden onderhield en met belang stelling en met kennis van zaken inlichting vroeg, 1 o. a. over de dezer dagen plaats gehad hebbende j algemeene vergadering van het Groot Oosten, i De Prins vroeg ook of zijn order tot het la- ten vervaardigen van een zilveren lauwerkrans, bestemd om vanwege Z. K. H. den lOen Juli I bij gelegenheid van de gedachtenisviering van Prins Willem I aan het graf van den Zwijger te worden gehecht, reeds was uitgevoerd. Ver der nam hij kennis van het register, waarin belangstellenden ten hove tijdens ’s prinsen ziekte hun naam teekenden. De Prins was evenwel zoo zwak, dat de ka merdienaars niet konden gereed komen met hem van schoon linnengoed te voorzien. De nacht ging desniettemin rustig voorbij. Tegen den van de Ingezetenen, dat wegens het ochtendstond was de zwakte zóó toegenomen:, overlijden van Zijne Koninklijke I dat de geueesheeren zich ongerust maakten. De temperatuur bedroeg toen 36. Nu en dan was Z. K. H. woelig. Hij scheen met hevige benauwdheden te kampen en klaagde over dorst. Omstreeks een ure nam de zwakte zulk een onrustbarend karakter aan (de ademhaling was zeer versneld en bedroeg toen 40), dat men de geneesheeren deed ontbieden. De Prins bevond zich toen in tegenwoordig heid van HDs. hofmaarschalk en adjudant ko lonel Hojel, zijn secretaris, den heer Van Dijck, zijn kamerdienaar Visser en den ziekenoppasser Hemmes. Een paar malen had men den Imo gen lyder op zijn verzoek en volgens voorschrift der geneesheeren eenige opwekkende dranken, melk en cognac, madera, enz., toegediend en later de lippen met ijswater bevochtigd. Ook werden ijsoraslagen om het hoofd gelegd. De Prins lag met wijd geopende oogen op de lin kerzijde, zonder ander geluid te geven dun nu en dan te roepen: „Help mij! Help mij! Ik kan niet meer.” Ook noemde hij half bewust de namen van enkelen uit zijn omgeving. Daarna bleef hij stil liggen, totdat de docto ren, die zich even verwijderd hadden, weder binnentraden en dadelijk bespeurden, dit de Prins, tengevolge van een ingetreden hartver lamming, stervende was. Een poging, om door mosterdoraslagen op de hartstreek een gunstigen invloed uit te oefenen, mocht niet baten. De doodstrijd was aangevangeu. De oogen, die in weerwil van den ingezonken toestand tot dus ver nog helder stonden, werden mat. De Prius liet het hoofd in het kussen vallen en blies zacht en kalm, klokslag 2 ure, den laatsten adem uit.” Uit den aard der zaak kan geen belangwek kende biographie van den Prins gegeven, kun nen geen in ’t oog springende merkwaardige voorvallen uit zijn leven gememoreerd worden want Willem Alexander Karei Hendrik Fre- derik, Prins der Nederlanden, bracht een zwak lichaamsgestel met zich ter wereld, en een ge zondheid, die meer dan gewone zorgen eischte. Die zwakte, die wankelende gezondheid bleven hem in zijn bijna 33jarig leven bij, zoodat hij zelfs zijn laatste levensjaar onafgebroken in het paleis te Den Haag doorbracht, zonder zich ook maar een enkele maal aan de natie te ver- toonen. Totdat de Prins op mannolijken leeftijd komen was, bleef hij steeds aan de zijde zijn Koninklijke moeder, die zich geheel haar zwakken, jongsten zoon haar trouwe zorgen omringde. gekomen was en een bleet hij onder het oog van Koningin Sophia zijne opvoeding verder te leji’en. den Prius voor zijn moeder duw op zijn levenspad Hoogheid den PRINS van ORANJE, tot en met 28 Juni e k. geene Tooneelvoorstellingen of andere openbare vermakelijkheden mogen plaats hebben. Sneek, 24 Juni 1884. De Burgemeester voornoemd, J. van DRIESSEN. De Burgemeester voornoenidy J. van DRIESSEN. (OIKAVT mb mniEiinwii: won de b b IC, 4C, <)C CU ‘it 5e bataljon. 2e w B 3e ;en 6 - 6 6 n n ■am, 18.96 12,47 49 72 17- n f) n n B uni, jno* s A- u 4 hi 1881 1881 1881 1881 le, 2e, Be en 4e batterij 1881 5e en 6e batterij 1881 le on 2e trein-compag. 1881 1881 1881 1882 2e n B b le Reg.Veld.-Art.f le Keg. Infanterie 2e 8e 13 53 63 7e 8e KORPSEN. Reg. Gren. en Jagers, 1882 1882 1882 1882 1882 1882 le, 4e en 8e compagnie 1882 --]882 1«82 7e, 9e en. lüe compagnie 1882 ƒ1881 <1882 1881 1881 1881 öl De BURGEMEESTER der gemeente Sneek roept bij deze op de miliciens-verlofgangers van de lichtingen 1881 en 1882 en behoorende tot 41e na te melden Regimenten en Korp sen, om onder de wapenen te komen, als vólgt: Onderdeelen. Lich tingen. 1881 1881 1881 )le, 2e, 3e en 4e bataljon, 1881 i88i 1881 1881 1881 )le, 2e, 3e eu 4e batalj on, 1881 5e bataljon. 1881 1881 1881 •leen 2e bat.enletrein-co.1881 Seen 6e bat. en 2e trein-co. 1881 4c battery 5e batterij le trein-compagnie 2e trein-compagnie 5e en 6e batterij Dag van op komst. 19 Augs. e.k. 12 2 Sept. 14 Augs. 4 Juli 14 Augs. 19 W B 19 B B. VjMi 19 Augs. 19 11 15 7 Juli 28 3 7 Augs. 16 7 Juli )le, 2e, 3e en le batal. 5e bataljon. jic, ze, ov eu ut 5e bataljon. B JULI 1 Austs 29 Augs. e.k. 12 w 2 Juli 6 Augs 9 Sept. 2 Juli 6 Augs. 9 Sept. 2 Juli n 6 Augs. 9 l-'ept 3 Juni 2 Juli n 6 Augs 'J Sept. 25 Augs. 7 Juli 19 Augs.„ B T B De betrokken verlofgangers worden tevens herinnerd aan hunne verplichting om bij de opkomst onder de wapenen, voor zien te zijn van de kleeding- en uitrustingstukken, hun bij het vertrek met groot verlof mede gegeven, eu om eenigen tijd vóór hunne opkomst de verlofpas tejj Secretarie te laten afteekene.n, Sneek den 30 Mei 1884. t De miliciens der lichting van 1881 van de regimenten Veld- Artillerie, die daarbij in dit jaar van het wapen der Cavalerie werden overgephiatst, worden van de oproeping in werkelijke dienst uitgezonderd. Se j Korps Rijd. Artill. Korps Pontonniers, (2e en 9e compagnie leReg. Vesting-Art. 4e, 5e en 6e compagnie 1382 17e, 8e en 10 compagnie 1882 5e en 7e compagnie le., 2e en 6e compagnie 8e, 9e en 10 compagnie le, 3e en 5e compagnie <9e en 10 compagnie 16e en 7e compagnie o I 5e en 6e compagnie 4e reg. 5 eating-Art. ^2e en 3e compagnie Korps Genietroepen le compagnie Hospitaal-Soldaten 2e b b 3e B r» bij de opkomst onder de wapenen,

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1884 | | pagina 1