MHffifflWlMMlISSfflWSJB.
I
11» H IBIWfflHUD 10011 BS
No. 60. -
N E Gr E N-E N-D E R T I (1 ST E
J
N Gf.
1884,
J
z t ia n i o
26 JLEI.
rk
lo.
die dit-
Crt
re-
ike
2e
00
kracht bij te zetten, door eenige naburige
vens t
jah in ’t belang
doel helpen bereiken.
2e
50,
aio
oti
en
i a
3a
its
>er
•en
70
i a
30,
ik.
1.
dv
in-
jrd
eg-
lo.
00
,n-
2
as
m.
ai
de
ian
,id.
s
T'li
In een twist, te Groningen tusschen 2 schip
pers ontstaan, werd een der kampioenen een
zwager nog wel van zijn tegenpartij zoodanig
mishandeld, dat een hevige bloedbraking volgde
en hij dientengevolge in levensgevaar verkeert.
deel,, dat het goed zou zijn aan het ultimatum C
Jen, meent zij, de autoriteiten op Atjeh weten
te, sluiten, opdat de naburen van den Rad- wat hun te doen staat, en
’t belang van hun handel het beoogde commandant Bickford een man, wiens medewer
king op hoogen prijs zal worden gesteld. „Hij
toch, zoowel als de Engelsche consul Kennedy,
als wezenlijke „gentlemen”, flink
In geen geval hebben dus de Staten-Generaal
met haar tweede huwelijk iets te maken. Ten
zij echter die Koningin-weduwe regentes is: een
geval, door den grondwetgever blijkbaar niet
voorzien. Dezelfde reden, die er voor de grond
wet is om de Koningin, buiten toestemming der
Staten-Generaal een huwelijk aangaande, ver
vallen te verklaren van de kroon, vordert, dat
de Koningin-weduwe regentes, die hertrouwt, het
regentschap neerlegge.
„Zonder deze nadrukkelijke bepaling mag er
geen wet tot stand komen, die aan de Koningin
het regentschap opdraagt. En ook daarom is
het wenschelijk, dat tegelijkertijd met deze be
noeming de opvolging in het regentschap gere
geld worde.”
De Amst. roemt do medaille
maal werkelijk in goud, zilver en brons wordt
uitgereikt, en niet slechts uit een papieren be
wijs bestaat waarmede de best gekeurde in
zendingen ter a.s., te Amsterdam te houden in
ternationale landbouwtentoonstelling worden be
kroond. Zij, vertoont aan de eene zijde een goed
gelijkenden beeldenaar des Konings, omgeven
door een rand, waarbinnen het omschrift In
ternationale Landbouwtentoonstelling Am
sterdam 1884”.
Aan de keerzijde ziet men in het midden het
wapen van Nederland, omgeven door een krans,
samengesteld uit deattributen van den Landbouw
en gedekt door de wapens der elf provinciën.
De medaille is ontworpen door mr. O J.
Sickesz, voorzitter van het comité, en vervaar
digd door den heer J. Elion, stempelsnijder te
Amsterdam.
Bij het einde van het schooljaar van het
Instituut voor doofstommen te Groningen zijn 15
kweekelingen ontslagen, die meest allen voor
het maatschappelijk leven geschikt zijn. Van
hen zijn 6 uit Noord-Holland, 5 uit Friesland
1 uit Gelderland, 2 uit Groningen en 1 uit
Drenthe.
BE X X BAL A X
De Vereeuigde zitting van de beide Kamers
der Staten-Generaal, tegen Dinsdag e. k. belegd
tot ontvangst van het wetsontwerp, houdende
voorziening in het regentschap, zal, naar gemeld
wordt, met eenige buitengewone formaliteiten
gepaard gaan, overeenkomende met die, bij de
sluiting, van de gewone zittingen gevolgd.
Onmiddellijk na aanbieding van het wetsont
werp zullen de afdeelingen tot onderzoek van
de voordracht saamgesteld worden. De Kamers
zullen voor dit buitengewone geval in 7 section
verdeeld worden. In verband hiermede worden
in het gebouw der Tweede Kamer twee afdee-
lingsiokalen, boven het gewone aantal, in ge
reedheid gebracht.
Het bestuur der in het zuidoosten van Lim
burg gelegen gemeente Bocholtz bevindt zich,
mag mea de N. R. Ct. gelooven, niet in al te
beste handen. Volgens genoemd blad toch is
in den tijd van 5 weken tegen den burgemeester
van dit dorp tweemaal proces-verbaal opgemaakt
wegens openbare dronkenschap, terwijl eender
wethouders geverbaliseerd is wegens beleediging
der maréchaussee.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS,
Abonnementsprijs voor 3 maanden fl.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franco
in te zenden.
UIT DE PERS.
Ook. van Nederlandsehe zijde is thans open
baarheid gegeven aan de met Engeland gevoer
de onderhandelingen ter oplossing der bekende
\Niseroquaestie, althans het Hdbl. bevat de jong-
pte^in de Engelsche en Fransche talen dien
aangaande gewisselde brieven, waaraan wij het
volgende ontleenen
Lord Granville had 5 dezer een onderhoud
met graaf Van Bylandt, Nederlandsch gezant
wj het Engelsche hof, waarbij ook tegenwoordig
waren de hh. Pruys van der Hoeven, oud-gou-
verneur van Atjeh, en jhr. Van der Wijck,
secretaris-generaal bij het departement van kolo
men. Hierbij werd namens de Engelsche regee-
vmg het volgende voorstel gedaan, nadat, zooals
men weet het aanbod van bemiddeling door
JNederland was gewezen van de hand.
Namens beide rijken wordt onmiddellijk een
commissie tot den Radjah van Tenom gezonden
®n ,i te kennen gegeven, dat Engeland en Ne
derland hem en zijn volk verantwoordelijk stel
ten en gezamenlijk tuchtigen zullen, wanneer de
gevangen genomen bemanning der Nisero niet
op een bepaalden dag in vrijheid wordt gesteld.
w anneer de Radjah daarentegen den schip
breukelingen hun vrijheid hergeeft, zullen zijn
Wd'8 Weder voor dön kaadel opengesteld
Lord Granville merkte daarbij tevens op, dat
fle Lugelsche regeering meende te mogen aan-
oemin dat Nederland, zoo noodig, bereid zou
worden bevonden den Radjah de reeds eenmaal
torg iboden sel a lel o .stelling te betalen.
Ouder dagteekening van 1G dezer heeft onze
riaister van buitenlandsche zaken op dezen
voorslag geantwoord. Na de gebruikelijke plicht-
Ptegingen leest men iu dit, in de Fransche taal
les eld. en aan den Engelschen gezant bij ons
«ot gericht schrijven, het volgende:
mwogen door ons zeer levendige begeerte
om de goede verstandhouding tusschen onze
wee staten inniger te maken, alsmede door de
gevoe ens van menschelijkheid, bij ons en bij
geiieel Nederland gewekt door het wreede lot
er gevangenen van Tenom, zijn wij bereid om
met de Engelsche regeering de handen in éen
Van ia-u en ^eU -Radjah .van Tenom uit naam het oog, dat niet een geldelijke beloon
beide rijken een ultimatum te stellen, opdat toegezegd aan den Radjah van Tenom
J genoemde gevangenen op een bepaalden dag
vrijheid stelle, op straffe, bij niet voldoening
Q zich en de bevolking van Tenom een zwa
uchtigiug op den hals te halen, waarvan de
^r^l] Vei'antwoordelijkheid dan op hem zelf zou
o het overige, ten einde het leven der
«eiukkige gevangenen zoo min mogelijk in
j. Waagschaal te stellen, hetgeen het geval zou
zdt116,1 Z^n bil een militaire expeditie, zijn wij
s geneigd om, wanneer de Radjah,'de gevan-
dfi 611 V1yheid stellend, zich onderwerpt aan
l)loH-ejtlge ma?ht waartegen hij in opstand is, de
feu a<le Van ae havens van Tenom op te hef-
zal »aiaau den Persoonj die oos de gevangenen
wij p i y.eren> de som ter hand te stellen, die
na de gevangenneming aan onze
Clgden ter loskooping verstrekten.”
lan(pÜ<Jtts. constateert onze minister, dat Enge- i
téu S ebnister van buitenlandsche zaken geen i
\(’eu?’erPing heeft gemaakt tegen de hem out- j
!üaliw 6 aiaal;reselen, die strekken om het voor-
vauS,su;tlluaat van Atjeh eerst in een toestand
ir ,V- e te brengen en daarna den handel
ien 11J rnakeil> welke maatregelen ook zou-
n0,aWordeu toegepast op den Radjah van Te-
ibsta janneer hij na zijn onderwerping weer in
-üd mocht komen.
Jl)deljk is minister Van der Does van
ADI ERlEhllÊN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7''a Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
De Tijd is verheugd, dat de Nisero-zaak blijk
baar tot geen conflict met Engeland zat leiden.
Toch is haar vreugde niet onverdeeld, want
hoogst afkeurenswaardig en een allerverderfelijkst
voorbeeld acht zij bet, dat aan den Radjah be
loften zullen worden gedaan, dat hij door zijn
zeeroof in staat gesteld wordt voordeelen te ver
krijgen, die hem vroeger geweigerd werden.
Doch ook hierover wil het blad vooralsnog geen
veroordeelend vonnis uitspreken, want, zegt zij,
het is mogelijk dat de regeering in deze ge
hoorzaamt aan een pijnlijke noodzakelijkheid
nadere inlichtingen ook omtrent dit punt moeten
h. i. worden afgewacht.
Wat het gezamenlijk optreden van Nederland
en Engeland betreft, dit behoeft h. i. op zich
zelf nog geen afbreuk te doen aan ons gezag.
Het kan, meent de Tijd, altijd wanneer goede
wil en takt aan beide zijden mogen veronder
steld worden, zelfs strekken om den Radjah van
Tenom en andere zeeroovers van hetzelfde slag
eens en vooral duidelijk te maken dat tusschen
Nederland en Engeland een zoodanige betrek
king bestaat van oprechte vriendschap, dat alle
berekeningen, welke ooit mochten ten doel heb
ben Nederland in diplomatieke moeilijkheden te
brengen, noodzakelijk geheel verkeeid moeten
uitkomen.
Het Hdbl. betoogt, dat onze regeering ter
elfder ure verkreeg wat zij begeerde en in aller
belang begeeren moest.
Immers men ziet h. i. hier te lande in deze
quaestie o. a. over het hoofd, dat den Radjah
niets geboden wordt, wat hij niet bezatde
havens van Tenom waren open voordat de Nisero
werd geplunderdde blokkade zal eenvoudig
worden opgeheven, wanneer de bemanning wordt
vrijgelaten. Het blad merkt echter op, dat dit
geheel iets anders is dan de door Granville ge-
wenschte wederinvoering van handelsvrijheid in
den geest van art. 4 van het tractaat van 1824.
Wat de geldquaestie betreft, houde men in
geldelijke belooning wordt
maar aan
dengeen, die de gevangenen bevrijden zal
Hoogstwaarschijnlijk zal dit, volgens het Hdbl.,
een handlanger wezen van den Radjah. De
roovers zullen deukelyk deelen. Maar het kan
ook even goed een vijand van hem zijn, die van
de gevangenen zich meester maakt, onder be
gunstiging van het militair vertoon van Enge
land en Nederland. r
Dit laatste echter, het gezamenlijk optreden peyne vandeCoppelïo, haar wenschelijk voorkomt,
van beide mogendheden, acht zij de hoofdzaak
en dat dit werd verkregen van het grootste
i belang.
„Immers, Engeland en Nederland zijn nu een
maal de twee grootste koloniale mogendheden in
de wereld. Gaan zij zooveel mogelijk hand aan
hand, dan blijft beider positie sterk. Zoodra
echter de inboorlingen beseffen, dat men den
een kan gebruiken om den ander afbreuk te
i jdoen, komen ongezonde toestanden, voor Engeland
;ten slotte even gevaarlijk als voor ons.”
i De Radjah van Tenom, die bij Engeland
i steun hoopte te vinden (en aanvankelijk vond)
tegenover onze autoriteit, wordt nu gesteld tegen-
i over gemeenschappelijk optreden. Hoogstwaar-
i schijnlyk zal, gaat het blad voort, reeds de aaii-
i kondiging op zich zelf voldoende wezen en zal
i men slechts hebben te betreuren, dat verkeerde en hertrouwt
invloeden dèrgeljjke gedragslijn maanden lang
oor- i hebben oumogeljk gemaakt. j de> daa houdt zy üp K0nLigimw’edüwe“7e “zijn.
In een hoofdartikel betoogt de Kamp.
dat men niet alleen kan volstaan met aan onze
Koningin het regentschap op te dragen, maar
tevens de opvolging in het regentschap moet re
gelen, omdat de mogelijkheid bestaat, dat de
Koningin overlijdt vóór het regentschap is afge-
loopen of dat zij hertrouwt zonder toestemming
der Staten-Generaal.
Eene Koningin-weduwe toch, zegt de Kamp.
Crt., heeft die toestemming niet noodig daar
zij nooit en in geen geval tot den troon kan
worden geroepen, bestond er geen reden om haar
aan dergelijke bepaling te onderwerpen. De
Koningin-weduwe, die in tweede huwelijk zich
verbindt met een buitenlandsche vorst, wordt
eenvoudig daardoor weder vreemd aan het land
--zij (wat óók niet onmogelijk is)
met een Nederlander van niet-Koninklijken bloe
Geeft ongedacht de Radjah niet toe, dan zul-
dan heeft men in
king op hoogen prijs zal worden gesteld,
t
hebben zich in deze geheele zaak doen kennen
als wezenlijke „gentlemen”, flink en eerlijk in
ieder woord en in iedere daad.”
De wijze, waarop deze netelige zaak door onze
regeering en haar zaakgelastigde in Londen
werd behandeld, zal, zegt het Hdbl. ten slotte
ongetwijfeld nog meer worden gewaardeerd, wan
neer ook de overige stukken door het Bluebook
algemeen zijn bekend gemaakt.
De vraag"Wat zullen de katholieke kiezers
in het hoofdkiesdistrict Haarlem Dinsdag e. k.
bij de herstemming tusschen de hh. J. Duyvis
en mr. J. Kappeyne voor den Tweede-Kamer-
zetel doen? wordt door de Tijd beantwoord.
Aan den eenen kant, zegt zij, hebben wij
Kappeyne, den man der schoolwetVoor haar
reeds daarom alleen een onmogelijk man. „Al
thans zoolang onze schoolstrijd niet is uitgestre
den en geëindigd met onze zegepraal, kan deze
oud-minister, die zijn naam aan de hatelijke en
voor meer dan de helft der bevolking zoo ti
rannieke wet gehecht heeft, zelfs bij een her
stemming, door geen katholiek orgaan, door geen
katholieke kiesvereeniging worden gepatroniseerd.
Het zou den schijn kunnen hebben als gaven
wij den strijd op, als werden wij den last moede
der wapenen, die de wet van ’78 ons verplicht
te dragen. Dien schijn zelfs mogen wij tot geen
prijs op ons nemen,”
Hierin echter ligt h. i. geen reden om de
candidatuur van Duyvis te steunen. „De be
weging, die in het liberale kamp ook ten onzent
wordt waargenomen, de bedrijvigheid, die ten
gunste van den bekenden Zaanlandschen indus
trieel wordt ontwikkeld, bewijzen overvloedig
welke waarde er door de liberalen aan de ver
kiezing van den heer Duyvis wordt gehecht.”
„De maskers af,” zegt de Tijd, „de heer Duy
vis is volbloed schoolman, volbloed voorstander
der inkomstenbelasting; misschien zal hij min
der tegen ons spreken dan Kappeyne, zeker zal
hij trouwer tegen ons stemmen. Welke invloed
zich dan ook ten zijnen gunste bij onze vrien
den in het district Haarlem doe gelden, wij
meenen hun allen steun aan ’s heeren Duyvis’
candidatuur ten stelligste te moeten ontraden.”
Uit Haarlem wordt evenwel aan het Dbl.^e-
seind, dat de kiesvereeniging „Recht voor Allen”
aldaar bij openbare aankondiging heeft verklaard,
dat de ondersteuning der candidatuur van den
heer J. Duyvis, tegenover die van mr. J. Kap-
■D
30-
n£
■d:
iHl-
L 11.
uli.
2
16
4
6
'16
OEEKER COURANT
5/16
4
8
'16
'4