fflIIESIEESIIELIBRDJDISSEIfflISibl
W
r
No. 2.
VEERTIGSTE J
1885-
KIESRECHT.
Onze stalkundige toesland.
W O E S G
Dat
J
4
is
en Veen-
Be VOORZITTER van den Gemeenteraad
van Sneek noodigt, ter voldoening aan art. 7
der Wet tot regeling van het Kiesrecht enz.,
van den 4 Juli 1850 (Staatsblad no. 37), de
inwoners dezer gemeente uit, om, zoo zij el
ders in de Directe belastingen zijn aangeslagen,
daarvan vóór den 15e» Februari e. k., hetzij
door de aanslagbilletten, hetzij door andere
daartoe betrekkelijke bescheiden te doen blijken.
Sneek den 6 Januari 1885.
Fe Voorzitter voornoemd,
J. van DRIESSEN.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franco
in te zenden.
In onze beide meest belangrijke tijdschriften,
de Gids en de Vragen des Tijds, zetten twee
onzer begaafdste mannan, prof. Buijs en mr. Van
Houten, hun denkbeelden uiteen over den poli—
tieken toestand van het oogenblik. In gewone
omstandigheden zouden deze artikelen reeds de
belangstelling in hoogen mate wekken, na de
gewichtige veranderingen in het laatst van het
pas afgesloten jaar in de staatkundige verhou
dingen gekomen, kunnen zij ongetwijfeld tot do
werkelijk gewichtige studiën worden gerekend.
De strijd bij de jongste verkiezingen in den
boezem der liberale partij gevoerd, wekt bij beide
geheel gemengde gewaarwordingen. Prof. Buijs
ziet in dien strijd zelf wel een verschijnsel, het
welk veel goeds voor de toekomst belooft. Ein
delijk hebben onze kiezers eens duidelijk getoond
dat de tijd voor het kleine parlementaire spel
voorbij is, dat de factiegeest, die eenmaal bin
nengeslopen, op zoo bedenkelijke wijze voort
woekerde, tegen eiken prijs moest woiden on
derdrukt. Zij mogen gedwaald hebben prof.
Buijs is die meening niet toegedaan onze
kiezers hebben ditmaal hun eigen gedachte dui
delijk uitgesproken en die gedachte getuigde
van diepen ernst en van warme belangstelling
in hun beginselen.
Geheel anders denkt mr. Van Houten. L„.
de cene bevriende troepenafdeeling op de andere
vuurt is in den oorlog een der treurigste ver
gissingen schrijft hij. En hier was het bij
allen niet eens vergissing.... Maar lang wil hu i
er niet over uitweiden. Het verledene wil hy j
laten rusten. Aanvankelijk past ook zijns inziens
tevredenheid met de genoegdoening dat de ge
zamenlijke liberalen thans afgaan op het doel,
waarheen de gevallenen ons wilden leiden.
Laat ons thans, (zegt de Pr. O. en Ziv. Ct.
waarvan we dit belangrijk overzichtontleenen)
na deze korte aanduiding van het standpunt
waarop beide mannen zich plaatsen, nagaan wat
ieder van hen over den toestand denkt.
Afgescheiden van de zedelijke kracht door de
liberalen ontwikkeld, acht prof. Buijs de uitkom-
K sten van de verkiezingen treurig genoeg. Neder-
■L huid heeft behoefte aan een steike regeering en
^Bjkrygt een meerderheid die er zelf voor terug-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneekherinneren, naar aanleiding van art. 18 plukken, terwijl dezelfde mannen, die tijden^de
der Wet van 4 December 1872 fStaatshlad I laatsto iaren x- ,'1-2
bestuur waarnamen, thans de plaatsvervangers
sel zelfs voor ons, aan vreemde parlementaire
toestanden gewend, nog volkomen nieuw. En
berust de nieuwe meerderheid in dien toestand,
trots de houding door haar tijdens de verkie-
verwonderen dat het scepticisme, toch reeds
Als ’t ware en j 2_
hierop den invloed welke de loop van zaken
daarbij uitkomen hoe Nederland, vroeger op
-soms
al te angstvallig noodzakelijk achtende, thans
gevaar loopt in tegenovergestelde richting te
zondigen hij wijst op de zonderlinge leer der
Bij beschikking van den Minister van Bin-
nenl. Zaken is voor het jaar 1885 benoemd tot f’
secretaris bij den geneeskundigen raad voor
.friesland en Groningen dr. S. Sr. Goren el te IJ
Leeuwarden.
De commissie voor werkverschaffing te Am-
sterdam bericht, dat de giften, die zij ontvinf.B
thans tot f112,560 geklommen zijn; op deter®
reinen aan de Nassaukade vinden 480, atm dJP
Overtoom 500 en bij de Muiderpoort 870 werk-1
lieden dagelijks van 7‘/2 tot 4 uren werk. W-
schoon 2 pCt. der aanvragen niet serieus ble-
ken, moeten nog 700 geduld oefenen. De geest
onder het werkvolk blijft uitmuntend.
In het onlangs verschenen jaarverslag der
Maatschappij van Weldadigheid wordt o. a. met
nadruk herinnerd, dat zij in geen betrekking
staat tot de gestichten Ommerschans
huizen, de bekende bedelaarskoloniën.
ADVERTENTTEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents wB
voor eiken regel meer 7’4 Cents. Bij abonnement is de prijs be’ I
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
haar overwinning te
voor de liberale meerderheid het
---e» - -*8
zijn voor de nieuwe meerderheid, een verschijn
sel zelfs voor ons,
toestanden gewend, nog volkomen nieuw,
berust de nieuwe meerderheid in dien toestand,
2.— .3 L 1 1 1 -1 -i
zingen aangenomen, wie kan zich dan langer
verwonderen dat hot scepticisme, toch reeds zoo
groot m den lande, hand over hand toeneemt
parenthese wijst de schrijver
op de financieele belangen uitoefent. Hij doet
daarbij uitkomen hoe Nederland, vroege
financieel gebied de strengste soliditeit
i
gevaar loopt in tegenovergestelde richting te
anti-revolutionairen, die weigerden gelden toe te
staan, onder voorwendsel dat zij dienen voor
uit voering der schoolwet; aldus de zeer revolu
tionaire leer huldigende dat men, uit antipathie
tegen een wet,- de middelen mag weigeren,
noodig voor haar uitvoering hij doet nog uit
komen dat de minister Grobbóe met zijn zich
telkens vernieuwende plannen aan een Sisyphus-
arbeid zijn krachten wijdt. Blijft do stand der
zaken dezelfde dan is zijn hoop alleen nog ge
vestigd op de Eerste Kamer.
Na dit uitstapje komt prof. Buys tot de po
litieke taak, welke voor het tegenwoordige kabinet
overblijft, na er nog op gewezen te hebben dat
de strafwetgeving in de laatste jaren de taak
vervult, welke in den schouwburg gedurende
lange pauzen wel eens voor de muziek wordt
weggelegd, de taak nl. om het publiek tot geduld-
oefening te stemmen. Die politieke taak is
onwerking van de wetgeving op het kiesrecht
en herziening van de grondwet.
Het vraagstuk, hetwelk in den laatsten tijd
toe een vrij heftigen strijd tusschen de Stand.
eu de Amst. voerde, komt hier op het tapijt. De
Stand, heeft in den laatsten tijd tot leuze ge
steld: grondwetsherziening na kieswethervor-
ining, terwijl de Amst., met de artikelen van de
Stand, in de hand, betoogde dat die leuze eerst
kort voor de jongste verkiezingen tot leuze is
verheven. Hoe dit zij, prof. Buys is het niet
met de Stand, eens dat kieswethervorming vooraf
moet gaan en wat hij er tegen aan voert verdient
overweging. Ook de hartstochtelijkste voorstan
der van algemeone verkiezingen moet gaan in
zien dat men, met een grondwetsherziening in
het verschiet, die, als zij slaagt, althans twee
Kamerontbindingen met zich voert, niet zonder
volstrekte noodzakelijkheid nog een andere ont
binding, aan het herzieningswerk voorafgaande,
behoort uit te lokken.
De inhoud van een nieuwe grondwet wordt
niet, als die van zoo menig andere wet, door
een meerderheid van enkele personen bepaald.
Kans op welslagen bestaat eerst dan, wanneer
men zoo gelukkig is van reeds bij het eerste
I onderzoek tusschen de verschillende politieke
I partijen een vergelijk te treffen. Mislukt die
poging in de Staten-Generaal, zooals zij thans
bestaan, dan kan men volkomen zeker zijn, dat
zij evenmin zal slagen bij een nieuwe volksver-
woordiging, ook al mocht deze aan een der par
tijen een vijf- of zestal stemmen meer toewijzen
dan waarover deze thans beschikken kan. Niets
belet dus met de tegenwoordige Staten-Generaal
de proef te wagen. Valt zij goed uit, dan kan
men het tweede onderzoek opdragen aan een
nieuwe vertegenwoordiging, gekozen naar de
regelen van een gewijzigd kiesrecht. Worden uOn
de partijen het esns over een herziene grondwet houden om, mocht het tot
dan wordt wijziging der kieswet een zaak van
ondergeschikt belang.
Do herziening van de grondwet is dus in het
oog van prof. Buijs hoofdzaak. Zij beheerscht
inderdaad onze geheele politieke toestand. En
de hoogleeraar blijft hopen dat er kans op wel
slagen bestaat.
Partieele wijzigingen of juister gezegd de
mogelijkheid om grondwetsherziening met een
soort van coup de main at te doen, door een
paar voorschriften welke het meest aanstoot
geven te wijzigen en verder het bestaande een
voudig te handhaven, acht hij een illusie en
verkeerd. Legt men eenmaal de hand aan ons
staatsverdrag dan moeten al de groote vraag
stukken, daarin opgenomen, tot een onderwerp
van debat gemaakt. De meesten trouwens zijn
van dien aard, dat de minderheid zich onge
twijfeld bij de beslissing der meerderheid zal
nederleggen.
Van eenige quaestien echter hangt de geheele
grondwetsherziening af bij deze staat de schrij
ver langer stil.
In de eerste plaats het kiesrecht. Prof. Buijs
staat het stelsel voor, door mr. Farncombo
Sanders uiteen gezet in zijn nota bij het rap
port der grondwetcommissiegevoegd, Hij wenscht
het kiesrecht toegekend te zien aan allen, die
ter zake van de bewoning van een huis of
een gedeelte daarvan in de porsoneele belas
ting ten volle zijn aangeslagen en het uit dien
hoofde verschuldigde over het laatste dienstjaar
geheel hebben voldaan, ’t Beste zou zijn aan
den gewonen wetgever het maken vaneender-
gelijk voorschrift over te laten Maar wil men
dat niet, en wenscht men met de commissie in
de grondwet de regeling der kiesbevoegdheid te
blijven opnemen, dan zou toch ongetwijfeld op
dit punt de vereischte samenwerking niet ont
breken.
Een ander gewichtig punt in de samenstelling
der Eerste Kamer. Aan ’t beginsel dat de Pro
vinciale Staten de leden kiezen, wenscht de
hoogleeraar vast te houden. Het zelfstandig ka
rakter der Eerste Kamer moet gehandhaafd
en dit zou verloren gaan wanneer men de keuze
der leden rechtstreeks of zijdelings opdroeg aan
de kiezers van de Tweede Kamer. De practijk
heeft bovendien geleerd dat de leden der Pro
vinciale Staten als politiek kiescollege nooit te
kort geschoten zijn. Maar wel zou hij de be
perking, thans bij de keuze der leden voorge
schreven, alleen de hoogstaangeslagenen
willen doen vervallen.
Ook bij de gewichtige punten defensie, auto
nomie van provinciën en gemeenten en invoering
van administratieve rechtspraak, kan, naar prof.
B. meent, op algemeene samenwerking worden
gerekend.
Minder groot zijn de kansen bij artt. 168 en
194de regeling van de geldelijke verhouding
met de kerk en het onderwijs. Dit kunnen
onoverkomelijke struikelblokken zijn.
De staatscommissie wenscht art. 168 onver
anderd te behouden en dus, volgens den hoog
leeraar, met zilveren banden de tractemen-
ten zijn te gering om van gouden te spreken
de verschillende deelen van een uiteenspattende
gemeenschap kunstmatig bijeen houden. Bo
vendien zal de staat, als het eenmaal tot een
scheuring komt en de twee scheidende deelen
vragen beslissing, voor een vraagstuk staan,
voor hem onoplosbaar, terwijl mede ’t geval
zich kan voordoen, dat de zegevierende afdee-
ling, hoe klein ook, grondwettig aanspraak
maakt op de volle som, van 1815 aan het kerk
genootschap toekomende, ’t Beste is het den
gewonen wetgever de bevoegdheid voor, te be-
een scheiding komen,
de tegenwoordige inkomsten tusschen de schei\®
den den te deelen. «H
Eindelijk art. 194. Hier zullen concession 'I
moeten worden gedaan. Zoolang de gedachte, B
waarop de grondwet van 1848 en de da.
gebouwde schoolwet rustten, juist bleek ei<MÜ|M
overgroots meerderheid de school steunde, iioT^B
lang kon van geen wijziging sprake zijn, nVar
nu die sympathie verzwakt is, moet met |en
feitelijken toestand rekening worden gehouden, jfl
De vraag is niet, of onze schoolwetgeving in fl
het afgetrokkene voortreffelijk mag heeten, maar <9
of zij voor een volk, zoo treurig verdeeld als
het onze, nog wel in alle opzichten voldoet. B
Wijziging dus; maar hoe het gewenschte doel H
te bereiken Het artikel te schrappen zou doefi’”
denken aan den huisvader, die het briefje van 1
zijn deur haalde bij een besmettelijke ziekte. 1
De kwaal houdt daardoor niet op te bestaan., W
Juist omdat de strijd over het onderwijs onze j
geheele miatschappeljjke toestand beheerscht en I 1
de inzichten dar partijen hier lijnrecht tegenover I
el. an Ier stian, moet men zoeken naar een mo- j
dus vivendi. Zijn de tegenstanders van oordêel il
dat de toch zoo ruime grondwetsherziening n^>g
te veel knelt, zij komen met voorstellen tot al
ziging of aanvulling en men trachte zoodo% JK
een vergelijk te treffen. Bijster groot is
verwachting van prof. B. wel niet op een go^B. .i
succes, want er is van weerskanten een
van inschikkelijkheid noodig, welke allicht f®®!
ontbreken.
Eenige toenadering ziet hij echter in de wo<* 'flj®
den, dezer dagen in de Standaard geplaatst,
men van anti-revolutionaire zijde „geen systee^^^B
van peadagogiek, maar wel een waarborging van fflH
onze gelijke rechten als vrije burgers wenscht.” M
Wel is deze zin niet bijzonder duidelijk, maar
staat men eenmaal voor de vraag dan zullen de I B
phrases door wetsvoorstellen moeten worden L Ik
vervangen. /i
Prof. B. behandelt ten slotte enkele bezwaren J
door .mr. Van Bemmelen en mr. Van Houten B:
op dit laatste punt geopperd, om met de vol-l^B
gende woorden te besluiten
{Vervolg en slot in 't volgend nummer.
Sneek herinneren, naar aanleiding
der Wet van
no. 134), den ingezetenen
dat steeds aan degenen, welke zich daarvoor
aanmelden ter Secretarie der gemeente, gele-
genheid wordt gegeven tot K0STEL00ZE
IB IN-ENTING en HER-ENTING.
Sneek den 6 Januari 1885.
Burgemeester en V ethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN.
De Secretaris,
J W. BENNEWITZ.
deinst om de vruchten van
4 December 1872 (Staatsblad I laatste jarei
ra
syeeker
sms- is lomm™ won di
j!
SS i K* L.l X !S,
^LRAVT.
1
•J-
5C.li fti All
De slotsom van al het voorgaande is inderdaad weinig bcRz
moedigeiid. Met een parlement zonder meerderheid, waariiV J
elke partij juist sterk genoeg is om elke andere tot onmacht t< SrA
doemen, en met een regeering, welke in het geheel geen partirf
achter zieh heeft, gaat men eerlang een polit leken arbeid on»
hernemen,, die, zoo hij al kan slagen, zonder de grootste krachts
ontwikkeling yan regeering en parlement beiden in elk
onvruchtbaar blijven moet.
Wanneer wij nochtans besluiten niet deu hartelijken wenscZ^^H
dat deze groote arbeid rijke zegeningen moge afwerpen voc-^^M
het vader.and, dan is het een van die wenschen, zooals e
straks aan het einde van den jaarkring honderduizenden zui
len gewisseld worden: wenschen uit het warme hart vooite
yloeid, maar die het koele verstand helaas niet als verv.acl’
tuigen steeueu durft.