r HEMS- B 181BTOIHL1I) TOOR DE
OBffl1 Illi MfflllSSfflffl SBL
I
No. 30.
VEERTIGSTE
1885.
av o s i a a
N.
15 m i l.
20
U IT
00
ret
73
sje
eel
ion
in
53
)k-1
oik
an I
i cul
lietl
lent
de, I
uts I
lo-1
er-
ng
iet
ke
■an
La
l
len
en.
us-
nu het jammerlijk gevolg van dezen
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. vax DRIESSEN,
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ot redactie betreffende, franco
in te zenden.
De heer van Houten heefteen twaalfden brief
geschreven, om zijn teleurstelling over Heems
kerks grondwetsherziening uit te spreken.
De schrijver begint met de verzekering, dat
onbevredigender voorstellen dan die van mr.
Heemskerk niet waren te ontwerpen, omdat zoo
goed als geen rekening wordt gehouden met de
grieven, die den aandrang tot herziening deden
geboren worden. Heemskerk, die dit weet, le
vert een stramien waarin de hoofdfiguren nog
moeten worden gewerkt. De vakken voor on
derwijs en grondwetsverandering zijn geheel
opengelaten, en die voor kiesrecht en de eeds-
vraag zijn slechts op eenige losse draden geregen.
Zullen nu de voorstanders van een serieuze
herziening zich de hun toegedachte rol laten
welgevallen Mr. van Houten doet er niet aan
mede en moét het anderen ontraden.
In de eerste plaats omdat de aanvaarding dier
rol onoprecht zou zijn tegenover de Kroon. Deze
moet sympathie toonen voor doeleinden waar
mede van uit het volk de eisch van herziening
tot haar is doorgedrongen.
In de tweede plaats omdat de waardigheid
der politieke partijen haar verbiedt zich de op
gedrongen voogdij van Heemskerk te laten wel
gevallen. Voor een grondwetsherziening behoo
ren z. i. de leiders der liberale en der anti
revolutionaire partij zich met elkander te ver
staan. Had Heemskerk begrepen, waar beide
groepen kunnen samenwerken, men had hem
kunnen volgen. Maar ’t is gebleken, dat Heems
kerk niets daarvan ziet. Met hem te willen
voortarbeiden, is monnikenwerk.
De schr. beveelt ten slotte zijn voorstel of
althans iets in dien geest aan, als beantwoor
dende aan den eisch des tijds, en eindigt met
een lang citaat uit een brief van 1870, om aan
te toonen, dat hij op ’t stuk van kiesrecht steeds
dezelfde is gebleven.
toestand, die door den uitslag der Haagsche
verkiezing in het volle licht verschijnt
„Het gevolg is, dat de parlementaire regee-
ringsvorm in den goeden zin van het woord
ten onzent onmogelijk wordt.”
Wat dan, wat nu? is de vraag en het ant
woord luidt: Indien het ministerie, in stede van
eèn allervoortreffehj kste administratie op menig
gebied te zijn, waarlijk de regeer ing vertegen
woordigde, dan was de oplossing gevonden er
zou een Kamer-ontbinding moeten komen. Een
Kamer, waarin de partijen gelijk staan, waarin
de oplossing van staatkundige vraagstukken ook
langs den weg van een open en eerlijk verge
lijk onmogelijk blijkt, is in zedelijken zin ont
bonden. Maar wie zal de ontbinding in staats-
rechterlijken zin voltrekken De regeering zal
het niet doen. Zij kan, in haar eigenaardige
verhouding, het eerst dan doen wanneer haar
voorstellen tot grondwetsherziening door staken
van stemmen verworpen zijn. Het moet even
wel spoediger geschieden. Er is dan ook naar
onze meening slechts óen oplossing mogelijk,
dezedat de drie-en-veertig leden der rechter
zijde hun mandaat neerleggen en zoo ook de
linkerzijde dwingen om op nieuw aan de kiezers
de beslissing te laten.”
AFKONDIGING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
“■0- n Sneeh doen te weten, dat door den Raad
dier_gemeente, in zijne vergadering van 4 April
Ks85 is vastgesteld de volgende verordening
I VERORDENING, regelende de bediening
DER KONINGINBRÜG TE SNEER.
Art. 1. De ijzeren draaibrug over de buiten
gracht,' noordzijde, genaamd de Koninginbrug,
zal op werkdagen niet mogen worden gedraaid
des morgens, van kwart voor negen tot negen uur
des middags van twaalf uur tot kwart over twaalf
/les namiddags van kwart voor één tot één uur
des namiddags van kwart voor twee tot twee uur
1 zes.
Er mogen niet meer dan twee sche
pen, van dezelfde richting komende, zich binnen
de brug worden gelaten.
Jco/f moeten door de Noorder- en die van den
'estkant door de Zuideropening varen.
_Ait 4. Overigens zijn op deze brug toepas
selijk de bepalingen op het beheer en gebruik
■er bruggen in de gemeente Sneek, voorkomendè
in de bestaande of nader te maken gemeente
■erordeningen.
Art 5. Met de handhaving dezer verorde-
niug is in de eerste plaats belast, de ambtenaar
To r de bediening der brug aangesteld en voorts
yle beambten, bedoeld bij art. 11 van het wet-
r»oek van strafvordering.
J Art. 6. Deze verordening treedt in werking
fiaet den dag harer afkondiging.
Aldus vastgesteld door den Gemeenteraad van'
|neek, den 4 April 1885 no. 5.
(get.) J. van DRIESSEN, Voorzitter.
I J. W. BENNEWITZ, Seer.
fl En is hiervan af kondiging geschied, waar het
Behoort, den 15 April 1885.
Burgemeester en Wethouders van Sneek,
J. van DRIESSEN, Burgemeester.
I J. W. BENNEWITZ, Secretaris.
KENNISGEVING.
I BURGEMEESTER on WETHOUDERS der
■euieeiite Sneek, maken aan de ingezetenen be-
Beud, dat-het door hen vastgesteld Primitief-
B-ohier van Belasting op de binnen deze ge-
■neeute gehouden wordende Honden, voor het
■Jaar 1885, aan den Geineente-Ontvanger ter
■“vordering is ingezonden en alzoo een ieder
ITerplicht is, zijn aanslag op den bij de wet be-
Baaidea voet te voldoen.
1 öneek, 14 April 1885.
I Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN Burgemeester.
I J. W. BENNEWITZ, Secretaris.
I BEKEND m aki n g.
ADVERIEN11ÊN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7’/, Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
De uitslag der verkiezing te Den Haag maakt
voor vele bladen een onderworp van beschou-
i wing uit.
De Amst. vindt voor de conservatieve partij
^öfen troost in het feit, dat ze in iedergeval
voor een tweede vergissing zal gespaard blijven,
’want, zegt ze, Wintgens verliep in het liberale
en wie zal zeggen of Schimmelpenninck, de
drager bij uitnemendheid der conservatieve
idee, niet zou zijn overgeslagen naar den anti
revolutionairen kant. En welk een .spectakel
zou dat geweest zijn. Schimmelpenninck met
de banier van het gezond behoud op de schou
ders Toch, het gevaar daartoe was groot. Im
mers de „puike” kandidaat van de Standaard
was, volgens het blad, een anti-revolutionair,
die aan slechts „de goede conservatieven enkele
aanrakingspunten bood.”
Het artikel geeft daarna in de volgende be
schouwing den thans ontstanen toestand weer,
De meerderheid bestaat piet langer. Nul regeert, tenzij het
toeval den doorslag wil geven.
Ook het Hand, noemt den strijd vermakelijk,
waarin de heer Schimmelpenninck door de anti-
in de tabellen 7 en 16 (zijnde revolutionaire partij onder de haren gerangschikt Kielma zeide"
i werd’ h?t Dagblad zich inspande in hem staatsmaQ Attema.
het eersj uitoefenen, ter b<> j een conservatief, van clencale smetten vry, te i nWat is nu het
In een Haagsche brief in de Amst. wordt
het volgende meegedeeld omtrent het onver
wacht altreden van den heer Wintgens als Ka
merlid. Een door hem gehouden heftige woorden
wisseling met den heer Lohman, die een al te drei
gende gesticulatie van den heer Wintgens tenge
volge had, maakte dat de beide heeren als <^esla “eu
vijanden elkander verlieten. Christelijke men-
D E PERS.
verheerlijken. Het blad is van oordeel dat die
strijd en de betrekkelijk geringe opkomst der
Haagsche kiezers van veel invloed is geweest
op den uitslag der verkiezing.
Het N. v. d. D. acht het niet onwaarschijnlijk,
dat de tijdelijke afwezigheid van eenige Haag
sche kiezers, die in ’s Konings gevolg te Am.
sterdam waren, van invloed was op den uitslag
der verkiezing.
De Stand, geeft de volgende opmerking ten
beste
1°. Dat men er weer uit ziet, hoe weelde en
hoflucht een stad bederft en ongezond maakt.
In Almelo, zegt het blad, komt letterlijk elk
kiezer aan de stembus. En dat zijn mannen,
die het druk hebben.
Maar in den Haag, de rijke, weelderige, dar
tele stad, is de belangstelling derwijs bene
den peil, dat bijna duizend kiezers thuis blijven.
2°. Dat het ook bij deze stembus weer uit
komt, hoe de conservatieven de wegbereiders
voor de liberalisten zijn. Wintgens gaat en
Sluiter komt.
Ellendig noemt het blad do houding van het
Dagblad
In plaats van terdege flink een beginsel op
den voorgrond te stellen, kleedde het zijn can-
didaat Schimmelpenninck in één week in drie
verschillende conservatieve harlekijnspakken, die
beleedigend waren voor den nobelen zin en het
■fiere karakter van den man, dien het gold.
En zie, de liberalist profiteert er van.
3°. pat men nu dan toch wel op censusver
laging zal moeten aansturen.
Zonder dat komt men, volgens de Stand., uit
deze positie nooit en, vervolgt zij, grondwets
herziening en tabelwijziging zijn nu reeds een
belaching geworden. Waarlijk,Heemskerk moest
hoe eer hoe beter h eengaan. Door niets zoozeer
als door Sluiters verkiezing is hij onmogelijk
geworden.
Wat we noodig hebben, is een reformbill
kabinet ad hoe, ’t zij dan uit enkele, ’t zij dan
uit alle partijen.”
Men zal bespeuren dat Amsterdammer en Stan
daard, waar het uitbreiding van het kiesrecht
betreft, gelijk denken.
Dat blad schrijft den uitslag toe aan de lauw
heid en onverschilligheid van het duizendtal
kiezers, dat van de stembus verwijderd bleef
en noemt den toestand, die toch reeds zoo el
lendig en verward was, nog ellendiger en ver
warder dan te voren.
De Tijd schijnt den toestand van óns land,
in de gegeven omstandigheden vrij wel reddeloos
te achten, ’t Komt althans met een zon
derling voorstel te berde.
Na eerst een schets gegeven te hebben van
den loop der zaken en de verhouding in de
Kamer, vervolgt het: „Onder andere omstan
digheden zouden van een toestand als de huidige
niet een, maar meerdere oplossingen mogelijk
i zijn. De partijen zouden de noodzakelijkheid
inzien, om tot een vergelijk te komen, tevens
een maatregel in het leven te roepen, die een
beslissing mogelijk maakte. Onze schoolwet-
j van geen vergelijk wetenzij
en on
verbiddelijk.weert zij uit de volksvertegenwoor
diging ieder die een stap tot een vergelijk zou
willen, doen. Men heelt een man als den oud-
burgemeester Rengers uitgeworpen. Toen de
'dappere Kielstra op zijn wijze den pink op den
naad van de broek bracht en, zijn rechter been
vooruit zette, om in de lichting van een verge
lijk te gaan, toen klonk er een ander kommando,
Kielstra zeide dat hij het eens was met den
jes avonds van zes uur tot kwart over
Art. 2.
[pei, - --
j de gestelde bakens bevindende, achtereenvolgen:
I Boor de brug worden gelaten.
Art. 3, De schepen komende van den Oost-
\ka - -
BI Jt.X KS t A S 1>.
e
7)
Zis-
erg-
M.
riL
6
ink-
die-
edo
tvke
ien*
Hid.
te
aus.
ost-
ule
fan
red.
i, 1
10’
SNBEKER COURANT.
koming van patent aangifte behooren te doen bij de Hoofden
der plaatselijke besturen aan de plaatselijke secretarie, en voor
de expiratie van den termijn voor de ophallng der gewone
declaratoiren van patent bepaald.
5e Dat, voor de onder ten 4en gemelde patent-schuldigen,
op vertoon van de quitautie van de betaalde rechten, uitgezon
derd degenen, welke hun aanslag bij termijnen kunnen betalen,
aan welke zonder vertoon van quitautie het patent kan wor
den afgegeven, de patenten dadelijk verkrijgbaar zijnworden
de patentplichtigen, vermeld onder no. 37r-40 van tabel 14, bij
deze tevens opmerkzaam gemaakt, dat het patent, overeenkom
stig art. 2'der wet van den 24 April 11543 (Staatsblad no. 16),
niet aan hen mag worden afgegeven, da» nadat zij de helft
van hunnen aanslag voor het dienstjaar hebben betaald, en
het verschuldigde van het voorafgaande jaar ten volle zal zijn
aangezuiverd; terwjjl zij bovendien, wanneer zij in gebreke
blijven de patenten af te halen, telken reize, dat zij de ver-
eischto patenten, of afschriften van die aan de bevoegde Amb
tenaren niet kunnen vertonnen, volgens art. 21 g 1 der Wet
van 21 Mel 1S49, vervallen in eene boete van f 15.
6e. dat Ingevolge art. 29 2 der Wet op het personeel van 29
Maart 1833. (Staatsblad no. 4) tot tegeuschatters dezer gemeente
zijn benoemd: Tjeerd van der Steele, Nolke Petrus Molenaar,
Bernardus de Jongh en Pieter van der Werf. Wordende den
ingezetenen voorts indachtig gemaakt op de wijzigingen, welke
een der vrijstellingen van vrouwelijkc dienstboden bij aft. 5der
Wet van 9 April 1869 (Staatsblad no. 59) hebben ondergaan, en
op die. welke in de twee eerste paragrafen van art 27 der Wet
van 29 Maart 1833 (Staatsblad no. 4,) bij art. 7 derzelfde Wet van
1869 zijn gebracht, waaromtrent de uit te reiken besehryvings-
biljetten de noodige inlichtingen zullen bevatten, voorts: dat
bij de bezwaarschriften, ingevolge art 1 der Wet van 4 April
1870 (Staatsblad no. 60) een duplicaat van het aanslag-biljet,
tegen betaling van vijf cent bij den Ontvanger verkrijgbaar is,
moet worden overgelegd.
SNEEK. 15 April 1885,
■reu^^*EEOTER en WETHOUDERS van de gemeente Sneek.
I le* i blJ deze ter kennis van de ingezetenen
uitreikinS der biljetten en declaratoiren voor de
iver r Van personeele belasting en het patentrecht,
lei d1Öt dienstjaar 1885—86 zal plaats hebben in de maand
ivtdet2e3 Jaars en wel op den 13en dier maand; en dat met de
daarvan acht dagen daarna een aan vang zal
^uen gemaakt
U* ^at evenwel hiervan zijn uitgezonderdde patentplich-
iei 4Va n“cld onder no. 37—40 van tabel 14 der Wet Van 21
u y (Staatsblad no. 34); zijnde slijters in wjjuen, dranken
ltrs a reU in tkleill> tappers, kroeghouders en koiliehuishou-
raii h J11 'yelke door de ontvangers, dadelijk ua den ingang
t enstjaar, dat is op den eersten Mei aanstaande, een
lagehUtOlr zal wor(Ien bezorgd, hetwelk, na verloop van drie
3e ,’ryau hen weder zal worden afgehaald.
Wjettpi atr<*egenen’ 'velke- by het aanbieden of bezorgen der
ziin °f verklariDgen, of ook bij het terughalen er van, moch-
oofjA Voorbijgegaan’ of overgeslageu, zich in geen geval op
iju Jt18 verzuim mogen beroepen, maar integendeel gehouden
>1üitpri-ureiscllte en behoorlijk ingevulde verklaringen, vóór
hitvanr °p ^en 31 e’ te ^ienen ten kantore des
^?rs’ ^waar de biljetten ter invulling steeds verkrijgbaar
cio?at patentplichtigen van de tabellen 7 en 16 (zijnde
aartui!' Vreen*de kooplieden en scL’
°ove^e« Z00me<Ie de debitanten -
2U hun beroep niet voor het eerst uitoefenen, ter be- j
De toestand hieruit geboren is zoo dwaas, zóo vol verwarring,
dat men zich wel tweemaal mag bedenken vóór men den uit
slag der Haagsche verkiezing prijst. Een parlement zonder
meerderheid is een onding. Zulk een parL. ment kan niets van
eenige politieke beteekenis tot stand brengen De natie immers
kan ónmogelijk eerbied voor zijn uitspraken koesteren, wanneer
zij bedenkt, dat evengoed het voor als het tegen kou worden
beslist. Wie durft zulk een parlement grondwetsherziening op-
dragen Hoe treurig de zaak ook zij, de comische zijde treedt
te zeer in het licht, dan dat men zich van lachen zal kunnen
onthouden.
En wat het ongelukkigste is, zelfs een Kamerontbinding kan
geen baat brengen. Men weet hoe nog onlangs overal de par
tijen haar krachten hebben gemeten.- Verandering van eenige
beteekenis in de verhouding der partijen mag men daarvan
niet hopen. De verkiezing van den heer Sluiter to Den Haag
bewijst niet, dat eenige wijziging in de denkbeelden der natie
is gekomen. De cijfers leeren niets. Alle zeilen zijn bijgezet
en de liberale candidaat bracht het zelfs niet tot het cijfer van
Nov. verleden jaar. De heer Schimmelpenninck verloor den
strijd, omdat de conservatieven den anti-revolutionair niet be
geerden. En deze bleef beneden zyn mededinger met niet meer
dan twintig stemmen.
In vergelijking met de le stemming in Oct. 1884 won do heer
Sluiter 42 stemmen en de heer Scbimmelpennink verkreeg er I norHi wil nnl-ifnr
32 meer dan destijds de heer Wintgens. puiuj wh vuuiei
Geen verbetering is dus te wachten voor een kieswetwijziging wil liet Verworpen beginsel handhaven
wordt aangenomen, tengevolge waarvan een aanmerkelijk deel i i i--i
der niet-kiezers het stemrecht wordt beschonken. Een derge- l
lijke oplossing tegen te houden staat gelijk met een toestand
te bestendigen, die voor de waardeering van het parlementaire
stelsel en voor den goeden gang van ’s lands zaken ten hoogste
verderfelijk moet genoemd worden. 1
„43 tegen 43” is het krachtigste pleidooi, dat voor een kies
wetwijziging is aan te voeren. In zooverre heeft de Haagsche
verkiezing groote beteekenis.
.in*
dus