I
tfflffllï IlHir IIIIIHlIll.'SlW SM.
El 11IIWW1MMII M Of
I
i®
No. 49.
VEERTIGSTE!
sMsa^^
ll.
iO i
i, 3e
.,00,
voer
ZA.T IQ 11 IA. <4
ssn
nets*
binet
.edou
kilo,
tear
1,00,
I a
be-
jrd:
lam*
i en IJeitrek met verlof
be-
dei
onio.
tf.
mi,
'I,,
}i»
‘4.
7.»
VERGADERING.
^2*
Deze beginselen aldus eindigt de nota -
behooren in do Nedorlandeche grondwet te wor
den geschreven. De gewone wetgever kan de
overgangsmaatregelen beramen, om ze te ver
werkelijken.
Tegen een wijziging van het beginsel der on
derwijswet verklaarden de liberalen zich steeds
omdat art, 194 dit verbood.
„Daarom, zegt het Venl. Weekbl., vragen wij
nu wijziging der grondwet. Dit is de eenige
reden waarom de kerkelijken op dat arme art.
194 zoo gebeten zijn. Het heeft hun overigens
niet het minste kwaad gedaan Geen cent heeft
het hun gekost, en geen kind is er ongeloovig
door geworden.”
De Arnh. C. verneemt die verklaring met
groot genoegen. Het Venl. Weekbl. erkent nu
zelf, dat art. 194 zeer goed kan behouden blij
ven. Wanneer het blad zijne overtuiging bij
zijne geestverwanten weet ingang te doen vin
den, zou de geheele strijd geëindigd zijn.
Dat aan dat onderzoek zullen behooren deel
I' nemen alle Verlofgangers der Militie te land,
■ie vóór den Isten April jl. in het genot van
foniepaald verlof zijn gesteld, om het even tot
h’eise lichting zij behooren.
i..d0 verlofganger bij het onderzoek moet
■eischijnen in uiniform gekleed, en voorzien van
■e kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn
vcuu( meaegeven, van znn zak-
■uekje en van zijn verlofpas.
Uat, behoudens het bepaalde in art. 130 dier
-ee? arrest van twee tot zes dagen door den
1 itie-Commissaris kan worden opgelegd aan
Ion verlofganger
1 die, zonder geldige redenen, niet bij het
Merzoek verschijnt;
pIA d‘e> daarbij verschenen zijnde, zonder
1 'ge redenen, niet voorzien is van de hier-
°ooQ v*?rme^e voorwerpen
wiens kleeding of uitrustingstukken bij
onderzoek niet in voldoenden staat worden
Avonden
■1 die kleeding- of uitrustingstukken, aan
■[ander toebehoorende, als de zijne vertoont.
a verlofgangers worden herinnerd dat, nu er
’‘ar een onderzoek in het jaar wordt gehouden,
'J öpaaldelijk moeten opkomen en dat de straf-
Pahngen van art. 144 der wet strengelijk zul-
'J0/.. foegepast op de zoodauigen, die zon-
geidige redenen niet verschijnen en dat zoo-
'ge verlofgangers, die zich in ne andere
on eo?*e SaaD vestigen, de verplichting wordt
fgehouden, welke aan hen bij art. 134 der
le‘ 18 opgelegd.
s"eek den 12 Mei 1885.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN, i
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
0 UIT DE TWEEDE KAMER.
Z. M. heeft benoemd tot raadsheer in den
Hoogen Raad mr. A. E. J Modderman, mini*
ster van staat, oud-minister van justitie*
De heer Van der Hoeven heeft het lidmaat-
schap van den Raad van State aangenomen en
houdt derhalve op lid der Kamer te zijn.
Het Haagsche Dagblad verbetert het bericht
nopens de verdeeling van vrijgevallen gelden
aan het Departement van Koloniën. Het gold
hier geen gratificatie, maar een verhooging van
jaarwedden, waarin een hoofdcommies, eenige
commiezen, adjunct-commiezen en oen paar bo
den gedeeld hebben. Al het bijzondere van
het geval verdwijnt verder.
Naar aan de Arnh. verzekerd frordt is da
vervolging tegen den soeiaal-democraat van Om
meren ingesteld op bijzonderen last van Z. M.
Voor de aanwijzing van den voor eenigen
tijd uit de gevangenis te Haarlem ontvluchten
niahGinai Gterrir A isssr is 6®q beloouip^ v&n.
gehuldigd w^rd. Niet alleen in 1857 en in 1878 den Koning.
Woensdag heeft men te Maassluis het Deen-
sche stoomschip Christiansborg belet te vertrek
ken. Een gewapende stoombarkas hield het
vaartuig tegen, ’t Gold hier ’t volgende: De
Deensche stoomboot Christiansborg, kapt. W.
Schultz, kwam in de vorige maand in de Oostzee
in aanvaring met de Duitsche boot Jessica, die
van St. Petersburg op Hamburg voer. Het
laatste vaartuig zonk binnen een half uur, de
equipage werd door de Christiansborg gered en
te Gothland aan wal gezet, en dit schip ver
volgde zijn bestemming naar Dordrecht. Da
eigenaars der Duitsche boot, het verlies van hun
schip wijtende aan de Christiansborg, wenschten
f285,000 schadevergoeding te erlangen.
Daar ’t bevelschrift, om de boot aan den ket
ting te leggen, van wege den rechter is ver
leend, is thans het uitzeilen belet.
Te Goes doet zich dezer dagen een zonderling
opstootje voor. Voor de woning van een persoon
die aan spiritisme doet, verzamelen zich allerlei
groepen belangstellenden. Men spreekt van
geesten, van spoken, van duivelbannen, enz. en
wil den man te lijf. De politie moet het huis
beschermen.
UIT DE PERS.
Van de nota, door de anti-revolutiönaire Kamer
leden in zake Grondwetsherziening bij de Twee
de Kamer ingediend, werd reeds de hoofdinhoud
meegedeeld. De Stand, geeft thans het geheele
stuk. Na korte inleiding komt de hoofdzaak
„Zonder herziening van art 194 der grondwet,
hetwelk, ofschoon ook al tegen de bedoeling des
wetgevers, het openbaar onderwijs tot een macht
verlaagt, die het Nederlandsch volk vervreemdt
van zijn geschiedenis en zijnen God, is voor het
bederf van onzen staatkundigen toestand, de
vrucht hoofdzakelijk van een schoolwetgeving
die in uitsluitenden dienst staat van de richting
des ongeloofe, geen herstel mogelijk.
De regeering echter zegt niet overtuigd te
zjjn, dat verandering van de hoofdstakken X en
XI der grondwet „door de noodzakelijkheid of
door een evident staatsbelang wordt geboden.”
Blind voor het kwaad, dat het openbaar on
derwijs en de daarvan onafscheidelijke school
strijd gedurende de laatste 50 jaren over het
vaderland gebracht hebben, beweert zij zelfs nu
nog, dat art. 194 der grondwet, juist opgevat,
voldoende ruimte van beweging iaat aan den
gewonen wetgever.”
Daarop wordt herinnerd wat door de heeren
De Geer van Jutphaas en De Savornin Lohman
alsmede door den heer Beelaerts van Blokland
in ’t rapport der staatscommissie over de Grond
wetsherziening is gezegd. Genoemde heeren
wijzen er op, dat het juist art. 194 was, ’t welk
het eerst den wensch naar Grondwetsherziening
deed ontstaan en dat tegen geen enkele grond
wettige regeling een zoo langdurig, ernstig en
steeds toenemend verzet zich heeft geopenbaard
als tegen die van het onderwijs een verzet
bovendien, dat is gepaard gegaan met het op-
brengen van millioenen schats, ten behoeve van
het bijzonder onderwijs en met een offervaardig
heid, waarvan op ander gebied geen voorbeeld
bestaat zij verzekeren, dat, zoo dat artikel on
gewijzigd blijft, de Grondwetsherziening of niet
tot stand zal komen, óf door den aandrang naar
een tweede herziening zal worden gevolgd en
de schoolquaestie, zeker ten nadeele des lands,
geheel de politiek zal bljjven beheerschen.
„Dit is ook het gevoelen der ondergeteeken-
den, aldus vervolgt de nota, en zij aarzelen daar
om niet, reeds nude verzekering neder te schrij-
V vm, gvvuvuvi TVVICSUCI >uu giuuunsusuciuu. j
ning op hunne ondersteuning zal kunnen rekenen,
tenzij vooraf art. 194 der grondwet zoodanig
gewijzigd zij, dat bij handhaving van het eenmaal I
in de grondwet nederlegde beginsel der vrijheid
van onderwijs, een regeling mogelijk worde van
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.franco per post 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
■op Aalerdag 20 Juni 1885, ’s uamid. 6 uur.
1’ u n t e u van behandeling:
I 1. Resumtie der Notulen.
I ^ededeeling van ingekomen stukken
4<‘"iging.
4. Alsvoren van y
I 5. Alsvoren van den Schuttersraad.
kennisgevin g.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
[•gemeente Sneek,
L Uolet op het besluit van den Commissaris des
Aonings dezer Provincie van den 6 Mei 1885,
ƒ16 afdeeling M. en S.no. 341, (Prov. blad no.
brengen door deze ter kennis van belang-
Miebbenden, dat het onderzoek over de verlof-
Ban8ers van de militie te land in deze gemeente
<ilo. Bdl plaats hebben op Maandag den twee en
-.00. H'vmtigsten Juni e. k., des voormiddags ten lO1^
2a
00.
kilo.
ADVER1ENT1ÈN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents
voor eiken regel meer 71', Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bjj den
Uitgever.
gu'uuLLj-jidwtiauBiiijjmi
het openbaar onderwijs, die, zonder openbaring
van eenige vijandschap tegeu God en zijn woord,
de staatsbemoeiing tot het volstrekt" noodige
beperkt, voor geen richting eenige bevoorrech
ting medebrengt er. den plicht der ouders, om
hunne kinderen op te voeden, erkent en beves
tigt, maar niet opheft noch overneemt.
Na de aandacht, welke, zoowel in 1878 als
in 1856, het den Koning behaagd heeft te
schenken aan de grieven van dat, zeer verre
het grootste, gedeelte van het Nederlandsche
volk, hetwelk de ondergeteekenden meenen te
vertegenwoordigen en dat jarenlang met christe
lijke onderwerping de op zijn hoogste onheilig
ste rechten gepleegde inbreuken gedragen h eeft,
betreuren de ondergeteekenden het te meer, dat
de regeering heeft kunnen in den waan verkee-
ren, dat hare voorstelling, alsof ecu min juister
opvatting van art. 194 den gewonen wetgever
voldoende gelegenheid zoude geven, om alle
grieven te bevredigen, genoeg ware om de natie
in de handhaving van dat artikel, tot hiertoe
slechts bron van onrecht en gewetensdwang, te
doen berusten en haar te bewegen zich bij de
andere voorgestelde grondwetsveranderingen ver
trouwend neder te leggen.”
De Tijd deelt thans ook de nota mede door
de Roomsch Katholieke leden ingediend.
De onderteekenaars zijn, evenals haar anti
revolutionaire vrienden, van oordeel dat de re
geering zeer verkeerd deed toen zij meende
art. 194 onveranderd te moeten laten.
Indien zeggen zij de herziening van
eenige bepaling der grondwet door de noodza
kelijkheid of door een evident staatsbelang wordt
geboden, dan is het juist de herziening van art.
194. Wel willen zij niet betwisten dat art. 194 der
grond wet, juist opgevat, voldoende vrijheid van be
weging aan den gewonen wetgever zou laten. Deze
stelling werd steeds door hen verdedigd. Maar
zij moeten er bij voegen, dat de juiste opvatting
steeds een mogelijkheid is gebleven, terwijl de
onjuiste, eenzijdige, onbillijke door de wetgeving
op het lager onderwijs steeds in werkelijkheid
sehlildiffd W-Ard. NlAh nllonn in 1Q7O
was dit geval. Alle regeeringen, die een her
ziening der wet van 1857 beproefden, bleven
aan do onjuiste opvatting hangen. En op dit
oogenblik wordt, naar haar meening, door deze
onjuiste opvatting het grootste deel van het
Nederlandsche volk in zijn rechten op gelijke
rechtsbedoeling van overheidswege voortdurend
verkort.
Met het oog dus op de houding en de woor
den der regeering achten de leden het noodig
de volgende verklaring af te leggen
SMEEK
L.
B 1\\ KV LA ^U,
t
:inui
idera
jren
f65
15 i
100.
A
7-p<'
.Keiful Va" finantic
Wie-
Iras- H
Wert
n 3«
r. - ja
i, 39
’O!t-
Ge-
i, te
Post
Ttfs-
[olie-
lette
iBos-
Yalta
?peu. I A N DEN GEMEENTERAAD
I it.
anke
n.
land.
13.1U 1,0 laat3te eagea niet bijzonder gelukkig
’'WkwIL.i P‘‘rl®mentalr toürnooiveld. Het leed oen paar
K!lk.-fc ntienten' we“£® stla® ‘o®11 al zo® vreemde en
■’’■ften aauuierkin^ genomen - zeker niet zullen
Wioogea. ne‘ vertwiwea op zijn kracht om te regeeren, te
rvan,
T ’olalster van Waterstaat, de verdere be
ien Vo71’.,we,?eu Bsschorat.
h-r. Toen u2.°, 3 wail '1® regeering ook al nle’t veel geluk-
-"«isr van e?-p.voor 't eerst voor de Kamer versehijnende
'«Wg begi" ““anticn Bloem, zijn eerste nederlaag. Zekergeen
l8 ’aodKn??1 niet toe' hier een me®r gedetailleerd vor-
'felegranj,1,geven. Wij moeten ons dus bepalen tot
M het Ulttreka®l. waarin wij lezen
'echt v™ debat °ver het ontwerp tot verhooging van
'".«Ie Jon»®Tcr8anB en zegelrecht op effecten, verklaarde de
geen vertrouwen aan den Minister van Financiën
u 111 1 UV1I kV ijyil. J
de verschillende amendementen aan.
- van mgcKomcn stukken
3. Behandeling van een adres dor Zeilver- K7.eexT!^„.^e..i"e™KoT5.v
j op het overgangsrecht met het oog op de behoefte” dër””sehatS-
de Harddraveri’-vATOAnitmi» Hij wenseht overigens beoordeeld te wórden naar zijnin
ue naruuiaverij veieeniging. te dienen ontwerpen. Op het punt der inkonsstenbelasting
.i-i i heeft.h(i eerlijk zijn meenIng gezegd. Acht men hem daardoor
I het vertrouwen onwaardig, dan is het in het belang des lands
en zijn plicht zijn plaats zoo spoedig rnogeliik in te ruimen.
Bij art. J, waarbij het overgangsrecht uitgebrêid is tot reutege-
vende schuldvorderingen, is het amendement-Clerex- om uit te
zonderen hypothecaire schuldvorderingen, verworpen met 54
tegen 14 stemmen, en het amendement-Kolktnan. om rentege-
vende schuldvorderingen in rechte lijn niet te treffen, verwor
pen met 44 tegen 25 stemmen, en art. I aangenomen met 15
tegen 24 stemmen.
Het ontwerp tot verhooging van het overgangsrecht is ten
slotte verworpen met 37 tegen 34 stemmen.
Zooale men ziet, begint de loopbaan van den nieuwen minis
ter van finautiën niet rooskleurig. Er is misschien ook geen
departement, méér doornig als dat van finantiën, Maar dit
voegen we er ook in één adem bij de tegenwoordige titu
laris had toch reeds zjjn eigen graf gegraven, toen liij zich te
genstander verklaarde van het eenig gezonde begrip, dat in de
toekomst zal heerseheninkomstenbelasting.
i te bunnen geven, indien deze niet eene belasting op het roe-
q ,re“d vermogen, op dusver niet gedrukt kapitaal, voorstelde.
VAN DNEEK, De heer run Baar bracht hulde aan den Minister voor zijn
openhartige verklaring, geen inkomsten te willen. Hij en de
heeren Oorver Hooft en Kolkman bestreden eeneuitbreiding.op
het overgangsrecht in rechte lijn. De heer Kolkman kondig-
2u.u "“vndemont™ De heer Godin de Beau
fort was principieel voor_ verhooging op het overgangsrecht,
»-. --o» - ------ uvwv-M
verscliillende tegenatrgdighedeu in de financiële politiek der
De Minister van Financiën verdedigde de geringe verhooging
Iedere grondwetsherziening, waarin de herziening van art
191, naar de erschen van recht en rede, niet is opgenomen, ia
en blijft onaannemelijkDe ondergeteekenden, die, ook wan
neer de herziening van art. 194 aan de. orde gesteld is, ten op
zichte der verder tot stand te brengen herzieningen hun vrij
heid behouden en geenszins geacht willen worden, een herzie
ne grondwet aannemelijk te achten, alleen omdat daarin een
herziening van art. 194 werd opgenomen, meenen van de re
giering te mogen verlangen, dat door haar aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal een ontwerp betreffende art 194
werd aangeboden.
Het kan van den eenen kant niet worden beweerd, dat de
ondergeteekenden zelven tot de indiening van een zoodanig
ontwerp zonden kunnen overgaan. Het gebruik maken van
het recht van amendement, bjj art. 107 der grondwet aan de
Tweede Kamer verleend, is door het ter zijde steUen van het
geheele hoofdstuk X uitgesloten. Bij deze grondwetsherziening
gaat het verder niet aan, om op de artt. 110 en 111 der grond-
w.ét, het recht van initiatief, te wijzen. Do verandering van
een bepaling, als die in art. 194 vervat, kan alleen van de re
geering uitgaan en alleen op haar voorstel tot stand komen,
vooral omdat tot zulk een verandering de samenwerking van
alle partijen noodig is. Voor zulk een taak staat alleen de re
geering hoog genoeg.
- i Va!1 den aftCeren kant moet de regeering geacht worden, I
ven, dat geenerlei voorstel tot groudwetsherzie- volkomen bekend te zijn met de beginselen, die, naar de mee- I
- - j ning der ondergeteekenden, een herziening van art. 194 moeten l
beheerschen. Zjj aarzelen evenwel niet die kortelijk te herhalen: I
Vrijheid van ouderswys, behoudens toezicht, buiten beheer
van de regeering, moést vaste regel zijn.
De school van overheidswege is aanvulling van de bijzondere
I school.
Bij de inrichting van het openbaar onderwijs is de eerbied!- i f qnn nitoolnnfrl
ing der godsdienstige begrippen neutraliteit -■ alleen daar, I Utl^WlOOIU.
aar dé gemengde school onvermijdelijk is, verplichtend. t