DMBmmtTfflDmiSSBWSIB.
No. 82
1885.
VEERTIGSTE J A A R G A N
KALVERMARKT
14 O CD T O 13 ID 13.
20
de financieele ge-
t.
)0.
U I T DE P E R 8.
vol-
'1
Wat is toch, vraagt de N. B. Ct., een
ft
I
co
in
53
cur
on
van
het
Vrijdag 30 October. a.s. zal aan het departe
ment van waterstaat worden aanbesteed de le
vering van laken voor de uniformkleeding der
telegrambestellers. Men kan daaruit opmaken
dat de bestellers eindelijk in een uniform zullen
worden gestoken.
seft
jen
sef.
te-
,’aa
dat
net
an-
md
rek
ebe
tf.
Deze COUBANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.francc per post 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
6
Ie,
la
te
o?
e-
n-
m
ï)k
ot-
e-
«-
ADVEBTENIIÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents
voor eiken regel meer 7’/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
Van het verhaal dat een huisbediende van
Graaf Bentinck vrijgesteld is van de gewone
Bij kon. besluit is, op verzoek, eervol ont
slag verleend bij de d.d. schutterij te Sneek,
aan S, Gorter, als kapt.-kommandant, en be
noemd tot kapt.-komm. J. Jaarsma, thans le
luit. tot le luit. A. T. Pijttersen, thans 2e
luit.tot 2e luit. B. ter Haar, thans 2e luit, a
la suite.
Door den minister van financiën zijn de ont
vangers der registratie aangeschreven, om nauw
lettend toe te zien, dat bij wissels en quitan-
tiën, van plakzegel voorzien, de dag, de maand
en het jaar worden gesteld niet over het plak-
zcgel heen, maar geheel en al op het plakze
gel.
Bij niet nauwkeurige naleving wordt het stuk
beschouwd als ongezegeld en wordt eene boete
van f25 verbeurd.
„in
stand in iedere gemeente medebrengt. Maar
het bestuur is van oordeel dat het beter is, èn
als band voor den wetgever, én voor een juiste
beoordeeling van het voorgedragen stelsel, dat
het maximum in de Grondwet niet booger dan
b. v. op f150 worde gesteld. Zoodanig cijfer
acht het bestuur met den feitelijken toestand
meer in overeenstemming.
Den gewonen wetgever zij overgelaten na
onderzoek de vraag te beantwoorden, of hij het
fixura ook in die steden, waar de woningen het
duurst zijn, dadelijk lager wil stellen, b. v. op
f 100, dan wel of hij slechts langzamerhand
lager wil dalen. Ook in het comité werd de
keuze van f150 voorgestaan. Het bestuur ver-
eenigt zich met die keuze.
Uit de Grondwet moet, naar de meening van
het bestuur, duidelijk blijken, dat de hoogste
staatswet opneming van den gezeten werkmans
stand onder de kiezers verlangt, en dat zij, ook
door een breede opvatting van het capaciteiten
stelsel, de ruimste uitbreiding der kiesbevoegd
heid, geleidelijk en op goeden grondslag, wil
mogelijk maken.”
Daar alle afwijzing van grens ontbreekt,
terwijl de sympathie-betuiging èn van Van Houten
die kiesrecht wil geven aan elk die in zijn
eigen onderhoud en dat der zijnen voorziet -
èn van Heemskerk die wil dat de kiezer in
de lasten bijdrage doet bespeuren dat men
het ook moeilijk in beginsel eens kan zijn, meent
de N. B. Ct. dat men te vroeg gejubeld heeft,
als men meent dat de tooverspreuk is gevonden,
die het verdeelde tot één brengt. Alvorens
zich op dezen grondslag te vereenigen, zal het
in elk geval wenschelijk zijn zich over de be-
teekenis der woorden te verstaan.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, maken aan de ingezetenen be
kend, dat het door hen vastgesteld Suppletoir-
Kohier van Belasting op de binnen deze ge
meente gehouden wordende Honden, voor het
jaar 1885, aan den Gemeente-Ontvanger ter
invordering is ingezonden en alzoo een ieder
verplicht is, zijn aanslag op den bij de wet be
paalden voet te voldoen.
Sneek, 13 October 1885.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOHs. SC111JFSMA, L. B.
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken bekend, dat de
dit jaar invalt op Maandag den 19den October
1885.
Sneek den 6 October 1885,
Burgemeester en Wethouders voornoemd
JOHs. SCIIIJFSMA, L. B.
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
Liberale Unie ontvangen.
Be vorige week werd het prae advies ver
zonden, uitgebracht over de kiesbevoegdheid.
Het comité, ’t welk over deze quaestie
advies diende, bestond uit vier leden van
bestuur en vier leden buiten het bestuur. Het
advies, waartoe het comité kwam, was ’t
gende
Uit de missive, thans door het bestuur der
Liberale Unie verzonden, blijkt, dat het zich
in hoofdzaak met dat advies vereenigt in
noefdzaak, maar toch met een zeer belangrijke
afwijking in vooruitstrevende richting. Het
wenscht vooreerst het maximum lager te stellen
®n tevens wil het den maatstaf der capaciteiten
(dit woord in ruimen zin opgevat) doen gelden,
baarbij geeft het ten slotte te kennen, dat het
evenals de heer Gleichman in de Tweede
Kamer verklaarde den gezeten werkmans
stand onder de kiezers wil opnemen. Wij laten
hier een deel van het gewichtige schrijven
volgen.
„Gaarne verklaart het bestuur, dat het zich
toet de houfdbeginselen en hoofdgedachten, in
bet advies nedergelegd, vereenigten dat ten
aanzien van de vraag of naast den maatstaf
der huurwaarde nog de capaciteitenmaatstaf
(dit woord in ruimen zin opgevat) gelden moet,
de meerderheid van het bestuur zich aansluit
bij die helft van het comité, welke zoodanigen
tweeden maatstaf heeft gewenscht.
Het bestuur kan zich echter niet vereenigen
toet de aanneming van het cijfer van f 200 als
grondwettig maximum.
Het erkent volkomen, dat, volgens het advies
dat cijfer den gewonen wetgever slechts zal
tonden als een algemeen maximum, zonder in
eenig opzicht te kort te doen aan zijn vrijheid,
°to daar beneden voor iedere gemeente het
Peil der huurwaarde, waaraan kiesrecht verbon
den is, zelfstandig vast te stellen, naar de toe-
heffingen die de voortbrenging, handel en nijver
heid te zeer belemmeren.
Ieder betale naar zijn draagkracht, d, is, naar
mate van zijn inkomsten uit arbeid en kapitaal.
Bovenal mogen de inkomsten uit roerende goe
deren niet langer onbelast blijven; het kapitaal
in portefeuille moet de staatslasten helpen dra
gen.
Aan dezen eisch der rechtvaardigheid is niet
voldaan. Toch is de gegrondheid van den be
doelden eisch door de meerderheid der liberale
partij steeds erkend en mag de aangewezen
richting ongetwijfeld de historische richting van
het liberalisme in zake belasting-herziening Gleichman acht zij ondenkbaar,
worden genoemd. Dit leert de geschiedenis der T”
pogingen tot belasting herziening hier te lande
sinds 1848.
Een zakelijk overzicht van de financieele ge
schiedenis sedert 1848 wordt daarop in herin
nering gebracht, een overzicht hetwelk ontmoe
digend mag heeten in zoover het toont, dat aan
de liberale partij in haar geheel, hoewel zij
meerderheid was, de zedelijke kracht heeft ont
broken om de financieele lasten rechtvaardiger
te verdoelen, naar de draagkracht der belasting
schuldigen.
Bemoedigend is het echter tegelijk, want het
bewijst de veerkracht van het liberaal beginsel,
dat hoe dikwerf ook verstooten, telkens terug
keurt, het beginsel van belasting naar het ver
mogen als de beste maatstaf der draagkracht.
Dit beginsel kan op verschillende wijze wor
den uitgewerkt, hetzij door éene belasting op
alle inkomsten, zoowel uit kapitaal als uit ar
beid, hetzij door afzonderlijke heffingen op in
komsten uit roerende goederen, uit onroerende
goederen, uit handel en nijverheid, uit beroepen
en ambachtenvoorts door bij een algemeene
inkomsten-belasting de verschillende soorten van
inkomsten te belasten naar denzelfden of naar
vezschillende maatstafbovendien door, wat
de belasting der inkomsten uit roerend vermo
gen betreft, de heffing te berekenen naar het
kapitaal of naar de renten. Doch, hoe ook de
uitwerking van het beginsel moge zijn, daar
mede zal ongetwijfeld moeten samengaan zoo
veel mogelijk afschaffing van de nog bestaande
accijnzen op levensbehoeften en van eenige
heffingen waardoor handel en nijverheid te zeer
worden belemmerd. In ieder geval moet worden
doorgetrokken de historische lijn, die de libe
rale partij sedert 1848 gevolgd heeft en die
voor haar de aangewezen lijn blijftontlasting
der minder gegoeden, die nu, in verhouding tot
hun draagkracht, onevenredig veel betalen
zwaarder belasting van hun die meer kunnen
dragen. En daarom ook de inkomstenbelasting
in dien zin, dat de grootero inkomsten betrek
kelijk zwaarder worden belast dan de kleinere
Het bestuur wenscht daarom dat de ernstige
en eenstemmige leuze der Liberale Unie zij
hervorming van het samenstel onzer belastingen
onverwijld door belasting naar de inkomsten en
wel met progressieve percentagegeen verhoo-
ging van belastingen zonder die hervorming;
veriaooging alleen dan, maar dan ook aanstonds,
wanneer zij onvermijdelijk is.
De N. R. Ct. is niet bijzonder ingenomen
met een regeling van het kiesrecht overeenstem
mende met de denkbeelden daarover dezer da
gen in de Tweede Kamer door den heer
Gleichman geuit. De toen geuitte wensch luidde
„aan den in zijn stand gezeten werkman moet
het kiesrecht niet langer onthouden wordon.”
Het liberale blad acht het zeker, dat de heer
Gleichman niet uit naam van de partij of van
zijn politieke vrienden gesproken heeft, en dat
er geen enkele aanwijzing is, dat of hij zelf,
of anderen aan zijn woorden een andere betee-
kenis hebben toegekend dan van een persoonlijk
gevoelen.
"Wel erkent de N. B. Ct. dat sedert de oude
census uit het gezicht verdween, het denkbeeld
van ruime uitbreiding van kiesrecht veld ge
wonnen heeft en de meer behoedzamen onder
de liberalen minder schroomvallig zijn geworden
in het trekken der grenzen van kiesbevoegd
heid dan toen elke verlaging van census een
onevenredigen aan voer van paten tkiezers be
loofde, maar dat overeenstemming zal verkregen
worden op den grondslag van de formule-
zijnen stand gezeten werkman”? Do boeren
arbeider, die met een dagloontje van twaalf
stuivers in den winter, uit handen van de arm
voogden blijft? De opperman van acht gulden
’s weeks De sjouwerman, die soms dagen ach
tereen leegloopt De gezel, die altijd de zijnen
heeft kunnen onderhouden, maar in tijden van
slapte, als b.v. nu in het bouwvak, onderstand
zij het ook niet van de armenkas, aannemen
moet? Of behoorèn tot de in hunnen stand
gezeten werklieden alleen de enkelen uit dien
stand, die (in een groote stad) drie en vier
gulden verwonen kunnen? Wordt de werkman
bedoeld, die in eigen onderhoud voorziet, dus
ook de boerenarbeider, de ambachtsgezel die op
de vierde verdieping woont, het fabrieksvolk,
de poldergast, dan is de formule slechts een
andere naam voor het algemeen stemrecht. Zijn
dat evenwel geen „gezeten werklieden”, wie
zijn het dan
Daar alle afwijzing
De memorie in zake Belastinghervorming is
opgemaakt door het bestuur. In dit stuk wordt
zeer stellig partij gekozen en wordt duidelijk
het streven der liberalen uiteengezet.
Het begint met een schets van den finan-
cieelen toestand. Deze is onhoudbaar. De
laotste dienstjaren leverden voortdurend tekorten.
Belangrijke stukken zijn van het bestuurder Leening op leening werd uitgeschreven in 1878
r’ 43 millioen, in 1883 60 mn. (waarvan een aan
zienlijk deel voor uitgaven in Ned.-Indie), in
1884 nogmaals 60 mn. Op nieuw moeten vele
millioenen worden gevonden vcor verschillende
werken tot welker uitvoering reeds besloten is,
en tot dekking van den achterstand der laatste
jaren. De jaarlijksche uitgaven voor rente en
aflossing zijn van 27.2 mn. in 1878, reeds ge
stegen tot 34.6 mn. in 1885 en zullen nog be-
langrijker hooger worden. Aan dezen vicieusen
toestand moet onverwijld een einde worden ge
maakt.
Verhooging alleen van de bestaande belastin
gen zou eohter meer nog dan thans reeds het
geval is, gegronde reden geven tot beklag over
het onbelast blijven van sommige voor belasting
vatbare deelen van het nationaal inkomen. Niet
alleen nieuwe middelen moeten worden gevon
den, maar het samenstel onzer belastingen be
hoort te worden herzien. Het werkt onbillijk
en ongelijkmatig en daarom wordt herziening
door den socialen toestand dringend gevorderd.
De belastingdruk behoort in overeenstemming
te worden gebracht met de betrekkelijke draag
kracht der ingezetenen.
Deze overweging wijst aan, in welke richting
men zich te bewegen heeft, nl. invoering van
eeu nieuwe directe rijksbelasting, waardoor het
inkomen, speciaal dat uit nog onbelaste bronnen
van inkomsten, wordt getroffen afschaffing van
accijnzen op levensbehoeften en van zoodanige
Met den trein van het Staatsspoor, die des
namiddags uit Arnhem naar Geldermalsen ver
trekt, had Donderdag, ter hoogte van het station
Eist, bijna een ongeval plaats gehad. Een der
conducteurs van den trein, die later bleek be
schonken te zijn, opende het portier van een
waggon, terwijl de trein reeds in beweging was.
Een drietal personen, die er uitstapten, werden
tegen den grond geslingerd, terwijl 2 portieren
tegenover elkander opengelaten werden. Aan
het station Valburg werd do beschonken con
ducteur geschorst.
’t Is de N. B. Ct. die ’t bericht meedeelt.
Erg duidelijk is het niet.
sms- b iDiwmiMiiD took de
inus
B 1 A Si E A JL A N W.
hi
iifu*
O.te
een
8
Il 8
J
18
4
3
jt
i
i
16
615
6 56
718
86
loof
8 24
ioor
8 48
ioor
94
ioor
919
ioor
937
9 51
ioor
i»
10*12
3
jn
alt
jn
m,
w-
n-
845
859
910
9 25
10-
isen,
oud-
OBEKER (OIRiV
1)© leden van de Tweede Kamer worden rechtstreeks geko
men door de meerderjarige mannelijke ingezetenen, Nederlan-
Qei-s, die krachtens eenig hun toekomend (persoonlek of zake-
H)k) recht eene woning of een gedeelte daarvan in gebruik
Hebben, waarvan de jaarljjksche huurwaarde een voor elke
gemeente vast te stellen minimum bereikt, dat nergens lager
aan f50 of hooger dan f200 door de wet, Gedeputeerde Staten
gehoord, wordt bepaald.