W B WBffllHl.ll) M DE
(HM BW MIMISSEIIffl SM.l.K
I? I
M J
;s
Nu. 101.
VEERTIGSTE JA
R Gt
1883.
N
te
0,
ar
Streinming-Sdieepvaart.
ZATERDAG
1) E C E 5I B E R.
19
;e
>0
n
UIT DE PERS.
is
D,
n
s,
a-
i.
K
a
de
A
is
)0
n
i
n-
i,
;d
TWEEDE KAMER.
De begroeting van Marine is, na eenige be-
snoeing, jl. Woensdag met een eindcijfer van
12,652,126.20 door de Kamer aangenomen met
w tegen 22 atemmen.
Tegen de heeren van Osenbruggen, Zylker,
d® Beaufort, van der Loeff, van der Bleijden,
Blussé, Wijbenga, Gildemeester, Lieftinek, van
Kerkwijk, Rengers, Buma, van F
De heer Straetmans, afgevaardigde ter Tweede
Kamer voor het kiesdistrict Maastricht, zou,
volgens het Vad voornemens zijn om redenen
van gezondheid zijn mandaat neder te leggen.
Deze mededeeliug wordt nu weder voorbarig
genoemd.
Van andere zijde wordt het bericht echter
bevestigd en worden reeds candidaten voor de
open te vallen plaats aangewezen, nl. mr. Van
Ryckevorsel, rechter, en mr. E. Sassen, advocaat
bij de rechtbank te Maastricht.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.francc per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
De verwerping door de Eerste Kamer van de
overeenkomst met de Hollandsche Maatschappij
en de exploitatie der lijn Amersfoort-Kesteren.
geeft mr. Haffmans in ’t Venloosch Weekblad
tot een zonderlinge onderstelling aanleiding.
Hij spreekt van een conflict, tusschen Hooger-
i en Lagerhuis en vervolgt dan
„Een koddig conflict, want daaruit schijnt te
Wegens het invallende Kerst- sius, Schepel, Heldt, Viruly, de Geer, ïïuber,
:~t zal Zaterdag e. k. g
nummer de; er Courant worden uitgegeven.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken bekend, dat de vaart
door de Oppenhuizerbrug, liggende over de Stads
gracht (Zuidzijde) aldaarop Woensdag, Don
derdag en Vrijdag, den 23, 24 en 25 December
1885 is gesloten.
Sneek, den 18 December 1885.
Burgemeester en Wethouders voornoem 1,
ALMA.
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
Bij koninklijk besluit zijn, met ingang van 1
Januari 1886, ter vervanging van de op 31
Deo. e. k. aftredende en niet herkiesbare leden
van de geneeskundige raden, tot leden dier ra
den benoemd
voor Friesland en Groningen
L. Th. Brunsveld van Hulten, heel- en vroed-
meester te Loppersum dr. N. Lobry van
Troostenburg de Bruyn te Leeuwardendr. W.
M. H. Sanger, hoogleeraar te Groningen H. Ben-
nema Jz., apotheker te Groningen; dr. P. O.
Plugge, hoogleeraar te Groningen A. E. Sthee-
man, apotheker te Winschoten; en tot plaats-
vervangende leden
Dr. Th. Haakma Tresling te Winschoten
dr. A. P. Fokker, hoogleeraar te Groningen
dr. J. S. Wichers te Groningenarts J. Menno
Huizinga te Harlingen G. B. Schmidt, apothe
ker te LeeuwardenC. H. van Ankum, apo
theker te GroningenK. van Ringh, apotheker
te Bolsward G. Steenhuisen, apotheker te
Veendam.
geen Duyvis, Kielstra en de Vos.
Het hoofdstuk Nationale Schuld werd eenpa
rig aangenomen.
Daarna was aan de orde de begrooting voor
Finantiëu.
Bij het algemeen debat, in de zitting van gis
teren, Donderdag, bestreed de hear de Bruyn
Kops de uitbreiding der directe belastingen. Hij
drong aan op keering van den zoutsmokkelhan-
del en op verlaging van den suikeraccijns De
heer Glercx wilde een compromis tusschen de
voorstanders der directe en indirecte belastingen,
door heffing eener rentebelastiug en verhooging
der inkomende rechten, te zamen meer opbren
gende dan 12 millioen. De heeren van den
Borch en W. van Dedem wenschten wijziging
der wet op de herziening der ongebouwde ei
gendommen. De heer Ranitz drong aan op re
geling van het burgerlijk pensioenfonds. De hr.
Mees wenscht dat de Minister, zoodra hij inzag
de gegrondheid der grieven van de suikerraffi-
nadeurs, daaraan tegemoet kwam. De heer van
Baar kwam op tegen inkomstenbelasting. De
heer van der Looff verzocht eene andere rege
ling voor scheepsmeting.
De Minister van Financiën verdedigde de
juistheid van de raming der middelen. Het
wetsontwerp tot herziening der wet op het zout
is in bewerking. De bezwaren der suikerraffi-
nadeurs zal hij ter harte nemen. Voor wijzi
ging der wet tot herziening van de ongebouw
de eigendommen bestaat geene aanleiding. Met
het plan van den heer Glercx zal de Minister
niet weten wat te doen. Andere scheepsmeting
zal hij overwegen. Het algemeen debat is af-
geloopen.
De discussie over het ontwerp tot verhooging
van den accijns op het gedistilleerd is aauge-
vangen. De heeren Bahltnan en Barna bestre
den het. Heden avond voortzetting.
ADVER1EN11ÊN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents
voor eiken regel meer 7’/i Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen by den
Uitgever.
„Geheel in overeenstemming met het Groot-
Oosten der vrijmetselaren heeft ook de Liberale
Unie uitgemaakt, dat art. 194 der grondwet niet
behoort herzien te worden. Wel zou er een
buitengewone mate van optimisme vereischt wor
den, om na deze uitspraken nog aan het tot stand
komen van grondwetsherziening eenig geloof te
slaanZelfs het denkbeeld der geringste con
cessies, zelfs de mogelijkheid, om tot een ver
gelijk te komen, Wordt door de machtigste or
ganen van het liberalisme verworpen. Wij voer
ons vinden in dit feit volstrekt geen reden tot
buitengewone bezorgdheid. Niet van ons is het
verlangen naar grondwetsherziening uitgegaan
en ook op het terrein der tegenwoordige grond
wet kan de schoolstrijd met succès door ons
worden voortgezet. Benieuwen zal het ons
alleen, of de liberalen, welke grondwetsherzie
ning en kiesrecht wijziging voor alles noodig
achten, op den duur zamen zullen gaan met die
conservatieve liberalen, voor welke het behoud
van art. 194 meer waarde heeft dan de geheele
grondwetsherziening. Allerminst zou het ons
verwonderen, zoo een groot deel der liberale
kiezers aanstaanden zomer bij de stembus liet
blijken, genoeg te hebben vau dio soort van
conservatisme bij zijn woordvoerders, welke zich
uil in het afwijzen van elke poging om hetzij
met, hetzij zonder grondwetsherziening, te
komen tot uitbreiding vau het kiesrecht en dat
zelfs door het votum van 21 Nov. 11. over de
kiestabel de uitvoering van de tegenwoordige
grondwet onmogelijk maakte.
feest zal Zaterdag
BEKENDMAKING.
i aan den rijke. Het brood belasten ten bate van
de landheeren. Er ia inderdaad iets ergelijka
in.”
De beslissing;, door de Liberale Unie genomen
in zake het kiesrecht, heeft het Rand, voldaan.
Met overgroote meerderheid is de wensch uit
gesproken, dat een onbekrompen uitbreiding van
het kiesrecht onder den werkmansstand reeds
nu wenschelijk is, terwijl in de toekomst een
geleidelijke uitbreiding op den grondslag der
geschiktheid noodig is geacht. Deze verklarin
gen hebben het Hand, verheugd.
Anders is het gevoelen van de Amst. Dit
blad spreekt vau frasen en meent dat er nie
mand zal gevonden worden die durft beweren
dat deze frasen, zonder eenige zakelijke toelich
ting, den wil der vergaderden duidelijk doet
kennen.
Wat is een onbekrompen uitbreiding? vraagt
het blad. Wat is de ruimste uitbreiding Wat
is geschiktheid? Gezegd is bet niet. Wat wél
is gezegd, leert ons de verwerping van de motie
vau den heer Fockema en Andreae. Dit voor
stel bezat inderdaad een in houd, het was geen
frasegeen hoed zonder hoofd. Aanvankelijk
eiken arbeider stemrecht toegekend, die directe
belasting, betaalt, en voorts stemrecht mogolijk
voor ieder die lezen en schrijven kan. Edoch,
van deze onbekrompenheid wilden de onbe-
krornpenen niet weten.
De Amst. blijft dan ook even ongunstig als
vroeger over de Liberale Unie denken. Vage,
onbepaalde, dubbelzinnige formaliteiten brengen
ons niet verder, ’t Artikel wordt aldus besloten:
„Gezond politiek leven kan niet terugkeeren,
tenzij de voorstanders van algemeen stemrecht,
zich bewust van de politieke beteekenis van
hun stelsel, zich plaatsen tegenover hen, die
niet de arbeidersklassen beschouwen als tnede-
gerechtigd om zich te doen vertegenwoordigen,
maar zich zelf geroepen blijven achten hen als
staatsburgers onder controle to houden, en bij
stukjes en beetjes het kiesrecht toe te staan.
„Hier is een principieel verschil, dat zich niet
laat wegredeneeren. Men heeft te doen met be
ginselen, in wezen aan elkander tegenoverge
steld, waarop zich politieke partijen laten orga-
niseeren.
„Zulk een organisatie is noodig.
„Dat de Unie die organisatie, welke tot prin-
cipieelen strijd en mitsdien tot frisch leven leidt,
tegenhoudt, betreuren wij zeer. Daarom alleen
zijn wij tegen deze Unie.
„Dit liberalisme heeft geen karakter. Dat is
de groote fout. En het karakter vormt men niet
door dubbelzinnigheid.
„Liever twee liberale partijen, die weten wat
zij willen, dan een Unie, dia niet wil weten,
die niet durft zeggen, wat zij wil.”
Ook de Standaard en de Tijd geven hun
oordeel over de vergadering der Liberale Unie.
Het eerstgenoemde blad vat dit aldus samen: j
„Wat van den aanbeginne te voorzien viel,
kwam uitDe Liberale Unie moest uitloopen
op uiterst ^-liberale tweedrachtigheid.
„Op tweedrachtigheid in stee van unie. Want
feiteiyk deed ze dusver niets dan aan de twee
schakeeringen in de liberalistische coterieën ge-
legenheid geven, om heur krachten te meten,
WW—W*«VW^AAW^WM. VW VM. UUV1V1-
schil voor de toekomst te aoeentueeren.
i „En ook, op een il-liberale instee van op een
i liberale vereeniging, want het denkbeeld zelfs,
de landbouwers, I om het gelijke en evenredige recht van alle
I landsburgers voor de wet te erkennen, wierp ze
met verachting van zich.”
En de Tijd die zich meer speciaal tot het
Over de graanprijzen en graanrechten heeft
prof. Beaujon te Amsterdam een artikel geplaatst
in het Handelsblad, ’t welk als volgt wordt
besloten
„De ondervinding, in Duitschland opgedaan en
in officieele cijfers neergelegd, leert1° dat het
tarief van 1879, welks werking men ten volle
beoordeelen kan, de positie der graan bouwers
aanvankelijk verbeterd heeftdoor do graanprijzen
virtueel te verhoogeu2°. dat zij dit voordeel
bij de eerstvolgende verpachting aan de grond
eigenaars hebben moeten afstaan in den vorm
van pachtsverhooging. Het is waarlijk niets
nieuws, dat het zoo toegaat. Het is zelfs niet
aangenaam, dat men het telkens herhalen moet.
Maar dit is toch niet overbodig zoolang men
om „matige” en „fiscale” graanrechten van 10
k 20 pot. komt vragen met de bewering, dat
zoo iets een vrij onverschillige zaak is en nie
mand kwaad zal doen. Wij lijden sedert jaren
j aan een gecompliceerde kwaal, die verscheiden
oorzaken heeft of hebben kan. Maar alle symp-
i tomen zonder onderscheid wijzen een vermin-
dering van het inkomen dar natie aan. Daar-
i onder lijdt ieder, maar natuurlijk de armste het
i meest. Nu is er niets ontstem mends in, dat men
in deze omstandigheden met een
gezicht, op maatregelen komt aandringen, die
de onmiskenbare strekking hebben om van het
geSinaldoeld nationaal inkomen een grooter deel
dan tot dusver te geven aan
die het bij de eerste pacht vernieuwing aan de
i grondeigenaars zullen hebben af te dragen. Voor
I allen te zamen is er minder dan voorheen. Nu
Delden, Borge- wil men ontnemen aan den anno, om te geven onderwijs-vraagstuk bepaalt spreekt als volgt
onschuldig i elkaar eenige bitterheden te zeggen en het ver-
I-
SNEEK
SUS
B 1 .W B M L. A N I».
I S
ir
te
Q
T.
0.
ti-
ic
i
t COURANT.
IURGEMEE3TER en WETHOUDERS van de Gemeente Sneek
Gelat op art. 19 der Wet op de Nationale Militie van 10 Au-
gtistu» 1801 (Staatsblad no. 72) en op de wet van 1 Mei 1863
(biaatsblad no. 41).
».?13‘i^eIi.door deze ter kennls her ingezetenen, dat bij hoofd-
dier wet, handelendo over de inschrijving voor de
ixantie, onder anderen voorkomt het navolgende:
Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven alle
mannelijke ingezetenen, die op den Isten Januari van hetjaar
J.un ivde jaar waren ingetreden.
Voer ingezeten wordt gehouden:
.hU» wiens vader, of, ia deze overleden, wiens moeder, of,
zijn beide overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet
Van den 2bsteii Juli 1850 (Staatsblad no. 44);
2. hij die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de
aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde
ijdRtip voorafgaande, achttien maanden in Nederland verblijf
hield;
hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al
houdt V00gd gQeu in^t,zeten» hij binnen hèt rijk verblijf
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, behoo-
rende tot eenen Staat, waar de Nederlander niet aan den ver-
plichten krijgsdienst is onderworpen of waar ten aanzien der
uienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aanga-
Art. 16. De inschrijving geschiedt:
1. van e m ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of,
ia deze overleden, de moeder, of, ztfn beiden overleden, de
voogd woont;
2. van een gehuwde en van een weduwnaar inde gemeente
waar hy woont;
3. van Lem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door
«ezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten ’blanda geves
tigd is, in dj gemeente waar hy woont
4. van d<.n buiten ’s lands wonenden zoon van een Neder-
ander, die ter zake van *8 lands dienst in een vreemd land
Nederland ge^Xd heef?" ziju vader of v00«d Uet la‘“8t
Voor dc militie wordt niét ingeschreven
1- de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een in
gezeten, die geen Nederlander is
2. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon
van een vreemdeling, al is zyu voogd ingezeten.
3. de zoon van den Nederlander, die ter zake van lands
dienst in Rijks overzeesche bezittingen of koloniën woont.
vp rV volgens art. 15 behoort te worden ingeschre-
en, is ver. lic it, zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders
i\te ®eve’ tusschen den Isten en 318ten Januari.
nf O,n^üs^ehllieid afwezigheid of ontstentenis is zijn vader,
oi, is deze oveneden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden,
voogd tot het doen van die aangifte verplicht.
H 20, die eerst na hot intreden van zijn 19do jaar,
Geen yoór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt, is
verplicht zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te
btven bjj Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waarde
inschfij.ing, volgens art. 16, moet geschieden.
Ki t igrbij gcidea de bepalingen der 2de en 3de zinsnede van
Zyne inschrijving geschiedt in het register van het jaar,
daartoe hij voigens zjjn leeftijd behoort.
J»aar aanleiding van bovenstaande bepalingen maken Bur
gemeester en Wethouders verder bekend, dat op Woensdag
en 6en Januari 1886 ten Gemeeatehuizc alhier eene bijzondere
ying zal worden gehouden tot inschrijving der mannelijke
Ingezetenen, die op den Isten Januari 1886 hun 19de jaar zijn
aftreden, en die alzoo geboren zijn in 1867, en wel voor
W(jk 1, 2, 3 en 4 'e voormiddag» 9 uur,
w 5. 6, 7 ea 8 10 -
9, 10, 11 en 12 w 11
i „13, M, 15 en 16 ’s middags 12 w
B 17, 18, 19 en 20 ’s namiddags 1 n
terwijl overigens de inschrijving ter Secretarie dezer gemeente
*an gescliieden van 'a morgens 9 tot 's namiddags 1 uur.
bheek den Hen December 1885.
Burgemeester en Wethouder» voornoemd,
ALMA.
De öëeretarls,
J. W. BENNKW1TZ.