A ■IB- III IBMVTIÏ Bi ll) MOB DI r i i 1 1 life No. 17. 1886. A. T E It I> A. O- 27 F F. B R U II I. tr UIT DE PER 3. 1 I Bij de behandeling van het wetsontwerp tot vaststelling van de uitkeering der personeele belasting werd, gelijk men zich herinneren zal, vrij scherp gesproken over hetgeen in Friesland met de arm bedoeling voorvalt. Die aangelegenheid vindt men nader behandeld en toegelicht in het verslag omtrent de ver richtingen van het armbestuur, thans aan de Tweede Kamer toegezonden. Uit hetgeen daarin met betrekking tot den toestand van het armwezen in Friesland is mede gedeeld, worden de volgende conclusion getrok ken 1. In Friesland zijn de subsidien uit de ge meentekassen aan instellingen van weldadigheid toegekend, belangrijk hooger dan in de andere provinciën. 2. In Friesland zijn de uitgaven door ker kelijke armbesturen voor bedeeling gedaan veel lager dan die, gedaan door de burgerlijke arm besturen, terwijl in Zuidholiaad en Gelderland de uitgaven door de kerkelijke besturen daaren tegen belangrijk hooger zijn dan die der bur gerlijke. 3. In Friesland zijn door de gemeenten armbesturen van verschillenden aard te zaraen veel meer personen bedeeld dan in Zuidholland, Gelderland en Groningen, terwijl ook de uitga ven dier bedeeling, per inwoner berekend in de eerstgenoemde provincie, veel honger waren dan in de drie laatstgenoemde gewesten. Het Nederlandsche Landbouwcomité behan delde Woensdag in zijn te Utrecht gehouden vergadering het concept-rapport aan de regee- ring op de adressen, waarin wordt aangedron gen op heffing van invoerrechten op granen JDVEBIENllÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents voor eiken regel meer 7J/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. V oerwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, voldoende aan de circulaire van heeren Gedeputeerde Staten van Friesland van den 14 Januari 1886 n°. 26, 3e afdeeling statistiek, brengen ter kennis van de ingezete nen, navolgende VITNOOD1GING-. „De Gedeputeerde Staten der Provincie Fries land, gelet op het 2e lid van art. 73 der wet van 4 Juli 1850 (Staatsblad u°. 37.) Noodigen de inwoners der Provincie uit, om, zoo zij in andere Provinciën in de Rijks Directe Belastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór den len April aanstaande aan hunne vergadering te doen blijken, ten einde door haar daarop kunne worde gelet bij het opmaken der lijst van hoogstaangeslagenen voor de verkiezing van Afgevaardigden ter Eerste Kamer van de Staten Generaal.” Sneek, 22 Januari 1886. Burgemeester en Wethouders voornoeind ALMA De Secretaris, J. W. BENNEWITZ Deze COURANI verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.franco per post f 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. beralen in den lande, die het inzien. Met in genomenheid maakt het blad dan ook gewag van het adres, waarin op een wijziging van art. 194 wordt aangedrongen, die aan den wetgever de vrije hand laat en waarin ’t volgende als hoofdbegiasel wordt aangogeven Het is staatsplicht te zorgendat nergens voldoend lager onderwijs ontbreke. Het geven van onderwijs moet vrij zijn. De staat heeft het recht waarborgen te eischen van de bekwaamheid der onderwijzers en toe zicht uit te oefenen op het onderwijs. De inrichting van het openbaar onderwijs moet bij de wet worden geregeld- Het verdere kan worden overgelaten aan de wet. „Wij weten wel aldus besluit het blad mistroostig zijn artikel dit het ijdele arbeid is nog voor deze inzichten propaganda te maken. Maar wie dit standpunt innemen, zouden aan hun plicht tekort doen, als zij niet aan den vooravond der grondwetsherziening althans hun nerzijds bewezen, dat het hun met die herzie ning ernst is. „Wij hebben overigens de hoop opgegeven op het tot stand komen der grondwetswijziging. En onverklaarbaar, om niet te zeggen verbazing wekkend naïef, is ons het optimisme van hen, die de vaan zwaaiende van het „onveranderd behoud”, zich echter aanstellen alsof de door hen vurig verbeide herziening onzer hoogste staatswet binnen korten tijd komen zal. Of is de grondwetsherziening hun maar een leus ge weest, die zy straks met kalmte weder opber gen, als de beslissing is gevallen „Hoe de zaken nn juist zullen loopen, willen wij niet voorspellen. Het zal afhangen van de partijtaktiek, of de eindbeslissing wat vroeger komt of wat later. Het leven vau het kabinet zal er wel mee zijn gemoeid. Niet dat wij het diep zouden betreuren, maar wat moet dan uit den chaos voortkomen „Donker is de horizont en mismoedig klinkt hetwachter, wat is er van den nacht P” Nu de staatkundige bladen zich meer en meer gaan bezig houden met de kerkelijke geschillen, acht de Standaard het nuttig een woordje tot beter verstand der zaken te doen hooren en te o nderzeeken of ’t waar is wat verscheiden libe rale bladen haar lezers diets maken, dat nu dan toch eindelgk het streven der Kuyperianen, om heel Nederland onder het jak van Óalvijn te brengen? ten duidelijkste aan het licht treedt. Mot de vragen wat een gereformeerde is of wat hy beiydtin hoever zijn geloof met de waarheid overeenkomt, en dergelijke, heeft, dit spreekt vanzelf, een politiek blad zich niet in te laten. Ook niet een anti revolutionair blad. Maar wat een politiek blad wel zeer zeker aaugaat, is de gewichtige vraag: door welke middelen een godsdienstige, of welke andere richting ook, in.loed poogt uit te oefenen. Zoo lang overreding het eenige middel van propa ganda is, staan alle partijen gelijk, en heeft, in onze dagen, de regeering zich van elke in menging te onthouden. In theorie zijn alle anti-revolutionairen en de meeste liberalen het hierover eens. Maar, heerschzuehtig als de mensch is, poogt hij, naar het blad doet opmerken, telkens en telkens weer, ook met een weinigje dwang, zijn evenmensch in het goede spoor te houden. De liberalen deden het nu 80 jaar lang met de schoolwet, maar nog veel beslister traden zij in de kerk op, bepaaldelijk in de Gereformeerde kerk. Zij hebben de kerk, met regeeringshulp, al degenen die niet door hen „verlicht” verkozen 1 -te worden uit de kerk gedrongen. Te verwon- i deren is het dan ook niet dat zij, die van het kerkelijk leven zijn vervreemd, niets begrijpen van hetgeen er in het genootschap omgaat en onthutst zijn door den aanval, die nu in ernst schijnt te zullen worden ondernomen. Natuurlijk betichten zij nu de aanvallers van de zwartste misdaden, vooral in het opleggen van gewetens dwang, het bedreigen met een Calvinistische staatskerk, brandstapels, revolutie en wat niet al. Voor echter het doodvonnis wordt geveld zou de Standaard gaarne iets naders meedeelen over den aard of de werking der kerkenordening. Van haar hangt de inwendige richting der kerk af en zij kan allicht zoo gemaakt worden dat zij oorzaak wordt van gewetensdwang en ge loofsvervolging, ’tgeen te meer klemt in een land waar een groot deel der kerken van rijks wege bezoldigd wordt. De drie kerkenorden, waartusschen thans de strijd gevoerd wordt, zijn de modern-synodale, de orthodox-synodale en de Dordsch-synodale. Welke van de drie het best de individueele vrijheid waarborgt, zei, naar ’t blad hoopt, door eenige toelichting blijken. Voor heden wordt alleen de modern-synodale, de orde die thans in ons land heerscüt, ge- teekend en betoogd, dat zij de individueele vrij heid evenmin als de billijkheid waarborgt Het college, ’t welk de kerk bestuurt, ver- eenigt toch in zich zalf alle macht (wetgevende, rechtsprekende en besturende). Een zelfstandig rechtsprekende macht, in staat om eventueele willekeur van de hoogste besturende macht tegen te gaan, bestaat er niet, zoodat de minderheid volkomen machteloos staat tegenover de meer derheid, die haar macht in de synode beeft weten te brengen. Wel bezit zij geen leger of politiemacht, maar haar vonnissen worden, zonder nader onderzoek, door den burgerlijken rechter geëerbiedigd. Verzet tegen haar is revolutie. Gelukkig geldt voor deze modern synodale kerkorde geeu kerkleer, hoe zonderling dit ook is voor een fer&genootschap. Iedere gemeente heeft vrijheid te gelooveu of niet te gelooven wat zij goedvindt, De Synode vraagt alleen onderwerping aan haar reglementen, volkomen en dadelijke onderwerping, maar daarmede is zij dan ook voldaan. Men zou dit systeem wat de hierarchische of dericale zijde aangaat gelijkt het veel op een roomsch-katholiek kerk bestuur voor vrijzinnig kunnen aanzien, ware het niet dat oen groot deel der kerk, en wel, volgens de Standaard, het deel dat de oudste brieven bezit, van meening is dat zulk een alle gaartje zonde is voor God. Aan een redevoering, dezer dagen door den heer Duyvis, lid der Tweede Kamer, over de crisis op het gebied van handel en nijverheid uitgesproken, zijn de volgende behartigenswaar dige opmerkingen ontleend: Oorlogen zijn nadeelig, niet alleen op ’t oogen- blik dat zij worden gevoerd maar zij werken lang na, omdat de kosten gedekt worden door leeningen, waarvan de rente en de aflossingen moeten gevonden worden uit belastingen. De overdreven uitgaven, die de oorlogen vorderen, niet alleen direct, maar ook indirect, omdat de natiën in vredestijd steeds moeten zorgen tot een oorlog toegerust te zijn, putten de volken uitzij moeten invloed uitoefenen op de aige- meene welvaart, ook omdat immer invoerrechten en andere indirecte belastingen de oorlogen heb ben gevolgd. Werden de kosten door directe belastingen gedekt, dan zou de oppositie tegen al te zwaren druk te sterk worden handel en De samenkomst der Tweede Kamer nadert en de grondwetsherziening dringt zich dus op den voorgrond. Wel wordt er weder gesproken van uitstel, maar het is moeilijk aan te nemen dat de Kamer thans voor het zoo lang voorbe reide werk zal terugdeinzen. De hoop op een gunstigen afloop moge gering zyn en de kans dat het ministerie-Heemskerk in den strijd ondergaat, grootde Kamer dient eindelijk een besluit te nemen. Het Hand, wijdt een artikel aan de aanstaande zitting. Het blad zou het struisvogelpolitiek achten de debatten over grondwetsherziening nog langer te verschuiven. De discussie kan trouwens ook al levert zij geen practische uitkomst op de politieke atmosfeer zuiveren, de verschillende partijen positie doen nemen, en de kiezers in staat stellen hunne sympathie in de een of andere richting bij de stembus te openbaren. Er moet slag geleverd worden, althans op óen der hoofdquaesties. De rechterzijde moet eindelijk met haar art. 194 voor den dag komen. En dan is het de taak der liberalen om hun afwachtende houdiug te verlaten en hunnerzijds te toonen, of zij een veranderde lezing van art. 194 bestaanbaar achten met den grondwettige^ waarborg voor goed onderwijs. Het Hand, kan de hoop nog met opgeven, dat vau liberale zijde een lezing wordt voorgedragen, die beter dan het bestaande artikel dat niets waarborgt en de openbare school tegen aanslagen niet bevei ligt - de staatszorg voor algemeene verspreiding Van goed onderwijs verzekert, maar den gewonen Wetgever verder vrijlaat in de regeling. M il men uit den doolhof geraken, dan moet, uaar ’t blad meent, een debat over art. 194 niet worden ontweken, maar zoo spoedig mugelijk uitgelukt. Het Vaderland is met de halsstarrigheid, waar mede vele liberalen art. 194 der Grondwet wil len gehandhaafd zien, alles behalve tevreden, t Blad wenscht dat de Grondwet werkelyk een Oronawet zal zijn en niet in bijzonderheden trede, die den aanstaanden wetgever binden, liet is zoo eenvoudig, zegt het blad, alle dub belzinnigheden te vermijden en enkele hoofdbe- j ginselen in de Grondwet te schrijven, waarom trent verschil van gevoelen schier ondenkbaar verkeerd in een genootschap, genaamd Nederl. is en er zijn gelukkig nog warme, oprechte li- Herv. kerkgenootschap en daarna allengskens met hun latere bestemming. den leerling. Datgene moet ontwikkeld voor het we- - - een goed hart toe. Maar wat hij veroordeelt, is de veelheid of liever de veelsoortigheid van de we tenschap, die men den jongelui thans zoekt in te pompen; die kan er slechts toe lijden, in vele hoofden veel halve wetenschap op te hoopen, die dikwijls gevaarlijker is dan niet weten. nijverheid zijn echter al te vaak de dupe. Beschermende rechten kunnen nooit strekken om malaise te voorkomen. Ware dat wel het geval, dan zouden er geen crisissen moeten ge weest zijn in de jaren, toen alle Europeesche regeeringen het beschermend stelsel waren toe gedaan dan zouden nu Amerika, Frankrijk, Duitschland, Rusland, Oostenrijk enz. vrij moe ten zijn van^malaise en dat zyn ze niet. Be lemmeringen in het verkeer kunnen wel oorza ken zijn van stoornis, doch nooit van bevorde ring van den handel. Beschermende rechten kunnen aanleiding geven tot overproductie, stich ten verwarring in de industrie en kunnen daar door bevorderlijk zijn aan het ontstaan van han- delscrisissen. De tarieven-oorlogen door de groote staten van het vasteland van Europa thans gevoerd, zijn dit zonder twijfel geweest. De opvolgende ministers van financiën schijnen hun heil te zoeken in het in den weg leggen van hinderpalen aan handel eu nijverheid. Men vergt alles vau den handelaar, den fabrikant en den kleinen man en laat het kapitaal in porte feuille ongemoeid. De grootste fout van ons tegenwoordig on derwijs is, dat alle leerlingen dezelfde opleiding ontvangen, zonder dat rekening gehouden wordt met hun latere bestemming. Er moest een splitsing gemaakt worden, naar de bestemming van C wordeu, wat den leerling dienstig is vak zijner keuze. Spreker- veroordeelt de tenschap niethij draagt haar integendeel veelheid of liever de veelsoortigheid van de «■wHwmwDissiMfsmi. I I I B I M K N I. A N U> i on 12 t I w 15 56 18 >r ’4 18 )f 1 >r 19 >r J7 51 K 45 59 10 20 r .-I - 1 aaaBwnyjCTg

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1886 | | pagina 1