- SlEl'ÏÏS-EVWÏEilïffiTIHUD IWIi BE
EEllEEHEEil'IIETlIIllOiWSSEIBfSilEEK.
S i
1886a
No 2o.
E E N-E N-V E E R T IGS T E J
en
N,
en
1
27 3i A A R T.
Z jVTE RD A.
'0,.
aan
vervolgt het blad, kan deze
>r
waaruit het
UIT DE PER 3.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden fl.francc per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franco
in te zenden.
ADVERT ENT1ÈN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents
voor eiken regel meer 7 Cents. Bij abonnement is de prijs be°
lang rijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
a
3e
00,
oer
1:
a-
m
mr
)0,
>n
5
0.
m
ot
r-
gr
in
ï-
i-
,n
.1-
o
e
Ft
De Stand, brengt hulde aan deze poging, om het
struikelblok uit den'weg te ruimen. Er spreekt
zekere niet te miskennen mate van ernst uit en
indien de toongevende mannen van ’48 in onze
Grondwet hadden geschreven, wat thans de
zou
een
volkomen blijft genieten voor deze ramp zal
weten te bewaren, door in de Grondwet de
beginselen te bevestigen, waarin het Nederl.
volksonderwijs is geworteld, en
sedert het begin dezer eeuw zjjn beschavende
en op voedende kracht heeft geput.”
In het adres wordt er o. a. op gewezen dat
van de gelegenheid om godsdienstonderwijs in
de scholen te doen geven, door 299 gemeenten
gebruik wordt gemaakt in 712 openbare school
art. 194 thans toe zou worden buitengesloten
en ziet, nu komen juist de clericalen met zulk
een voorstel aan. Nu laten ze alles over aan
den gewonen wetgever, met uitzondering juist
van dat punt. Het is wezenlijk niet aardig van
die clericale heeren men biedt hun een vinger,
neen, de geheele hand en ze grijpen die
met „forschen knuist” en beuken zonder genade
noch respijt met den anderen op den vrede-
zoekenden tegenstander los. ’t Is waarlijk om
iemand alle lust tot conciliatie te doen vergaan
Een ander vlekje is de vrijheid die door het
amendement zal worden verworven om alle in
stellingen van bijzonder onderwijs ten laste te
brengen van de openbare kas.
„De heeren van het clericale amendement
aldus besluit de Arnh. Ct. verwachten daar
van een „practische uitkomst.” Wij willen dit
niet tegenspreken de aanneming zou hun groote
practische voordeelen aanbrengen. Maar zal er
nog één enkel liberaal gevonden worden, die,
om welke denkbeeldige resultaten op politiek
gebied ook, in deze voorwaarden treden kan
Er is genoeg bijgedraaid thans moet de liberale
koers hervat worden, of ’t zou op omdraaien
uitloopen.”
lokalen, zeker geen onbelangrijk cijfer.
Zonderling verschillend is het oordeel, dat
over de brieven der heeren Van Diggelen eu
S meenge het ontbreekt ons aan ruimte deze
heden op te nemen wordt uitgesproken. De
Tijd zegt o. a. van do verklaring, door laatst
genoemde in zake het onderwijs afgelegd„Deze
plechtige verzekering is zoo onbepaald, zoo vaag
mogelijk en kan ongetwijfeld zelfs door den fel
sten, meest intransigenten liberaal worden ge
geven.”
Van de opmerkingen gewag makende, door
den heer Van Diggelen
gegeven, zegt het blad:
de heer Smeenge geeft,
keper beschouwd, toch eigenlijk niets.”
En tegenover deze opvatting van de Tijd komt
de Standaard met de mededeeling, dat het
Centraal Comité, op grond van de ingekomen
berichten geoordeeld heeft, den heer mr. Smeenge
aan de Drentsche kiezers te moeten aanbevelen.
In de Standaard komt dan ook thans een
advertentie voor, waarin het Centraal-Comité
de namen van alle leden prijken onder het
stuk den kiezers aanraadt op den heer
Smeenge te stemmen.
De ongesteldheid van den minister van bin-
nenlandsche zaken, den heer Heemskerk, is voor
hem geen beletsel om zijn werkzaamheden aan
het departement te verrichten. Hij is per rij
tuig naar zijn bureau gegaan. Heden, uiterlijk
Maandag, hoopt de minister weer in de Kamer
te verschijnen.
Tegen J. de Zwart, den bekenden socialist, eischta
het openbaar min. der rechtbank te Amterdam
5 maanden celstraf wegens diefstal van lood uit
het Volkspark. Onder een 9tal getuigen waren
er twee die verklaarden lood aan De Zwart ge
geven te hebben. Zelf zeide hij dat hij het ter
verdediging tegen de politie genomen had. Da
heer Eortuyn merkte op, dat de beklaagde 1
jaar als krankzinnige ’te Franeker verpleegd is
geworden.
In de Woensdag gehouden algemeene verga
dering van aandeelhouders der Deli-maatschappij
werd verslag uitgebracht over het afgeloopen
boekjaar, waaruit de aanhoudend bloeiende toe
stand der onderneming blijkt. Het dividend over
het oogstjaar 1884 werd bepaald op 107 7» pet.
Te Goorle, bij Tilburg, waren drie jongens
Vrijdag middag bezig met het uitgraven van wit
zand uit een groote zandlaag, toen plotseling
een zoodanige massa zand neerstortte, dat alle
drie er onder bedolven geraakten. Hoewel spoe
dig hulp opdaagde, was de oudste, een zestien
jarige knaap, reeds dood, terwijl de beide anderen
nog in levensgevaar verkeeren.
Een der booten, welke in de vaart tusschen
Stavoren en Enkhuizen zal worden gebracht, is
van de scheepswerf der Koninklijke fabriek te
Amsterdam van stapel geloopen. De boot draagt
den naam Holland en is 171 Engelsche voet
lang.
noodig. Alles blijft gelijk het is, en misschien
dat de rechterzijde, indien na ettelijke jaren
strijdens weder op den eenen of anderen dag
grondwetsherziening aan de orde komt, niet tot
zoo groote bescheidenheid in haar eischen zal
genoodzaakt zijn als zij zich thans tot plicht
rekende. Dat hun voorstel door onze vrienden
en door ons aannemelijk zal geacht worden
de liberale heeren zelven zullen zich daarom
trent wel geen illusie maken.”
Het blad zet aldus hare beschouwing voort
„De liberalen schrappen uit het regeerings-
voorstel de twee eenige gunstige bepalingen,
die er voor ons in gevonden werden, namelijk
dat openbaar onderwijs zal gegeven worden
voor zoover nietop andere wijze in de behoefte voor
zien is en dat van degenen die betalen kunnen,
voor het gebruik maken van het openbaar on
derwijs een billijk schoolgeld zal geheven wor
den, en men zou ook maar een oogenblik
kunnen denken, dat wij ter wille van de aan
neming van dit voorstel, de vrienden van grond
wetsherziening op den bij de gebleken gezind
heid voor ons altijd gevaarlijken en duisteren
weg zouden volgenNatuurlijk kan hiervan
r geen sprake zijn. Toch doet het ons genoegen,
zoo besluit het blad en dit is de eenige licht
zijde van deze zaak dat de liberale partij,
vóór de discussien over grondwetsherziening
zullen hervat worden, openlijk met haar plan
voor den dag is gekomen. De positie der par
tijen en partijgroepen is daardoor tot volkomen
klaarheid gebracht.”
Ook van de linkerzijde is thans een amende
ment tot wijziging van art. 194 der Grondwet
bij de Tweede Kamer ingediend. De heeren
De Beaufort, Van Houten, Kist, Mees en De
Ranitz hebben het initiatief genomen. Het
amendement wil als hoofdzaak vrijheid van on
derwijs en regeling van de inrichting van het
Het Vad. en Hand, begroeten het amendement
mei vreugde. Het eerste blad merkt met leven
dige voldoening den Heer Van Houten, den
anders steeds geïsoleerden staatsman, onder de
voorstellers op Om een definitief oordeel te
vormen, wenscht het blad de toelichting af te
wachten. Voorshands schijnt het haar niet on
aannemelijk. De vraag rijst echter bij haar of
de derde zinsnede, die het recht waarborgt op
voldoend lager onderwijs, waarbij de godsdien
stige overtuiging van hen, die er gebruik van
maken, niet gekrenkt wordt, gelukkig geredi
geerd is en hoe de voorstellers zich de mogelijk
heid in de praktijk denken om dit recht absoluut
zonder uitzondering te waarborgen. De toelich
ting kan hier licht geven om de dubbelzinnig-
hh. Beaufort c. s. er in willen schrijven,
de jongste historie van Nederland zeker
andere en minder noodlottige zijn geweest.
Thans echter, zoo beu blad,
- algemeene formule niet meer volstaan. Ze geeft
in strengen zin opgevat te veel. Want strikt
genomen, zou dit artikel aan den staat de ver
plichting opleggen om, ontbrak er vrij onderwijs,
voor elke secte in elke gemeente scholen te
stichten. En ook ze geeft te weinig, doordien
ze, bij de onmogelijkheid om dit beginsel streng
door te voeren, uitsluitend aan den staat de be-
oordeeling laat van wat al dan niet de gods
dienstige overtuiging krenkt.
Met zulk een artikel, merkt zij ten slotte
op, kan vierderlei systeem ingevoerd1. dat
der eindeloos gesplitste staatsschool: 2. dat der
absoluut neutrale staatsschool3 dat zonder
staatsschool, en 4. dat van een gesubsidieerde
vrije school naast de staatsschool.
Maar bij elk dier vier mogelijkheden zegt de
Grondwet niets en laat alles aan den tijdelijken
zin van den gewonen wetgever over.
Het komt er dus op neer, dat men eigenlijk
het artikel evengoed kon weglaten.
Verschillende bladen bespreken het amende-
went (zie de binnenzijde van dit blad) op art.
194 van de linkerzijde.
De Tijd heeft niets meer en ook niets minder
verwacht dan het voorstel geeft. Het sluit, zoo
schrijft zij, elk denkbeeld van compromis uit en
decreteert eenvoudig, dat de onderwijsstrijd op
het gebied der gewone wetgeving zal worden
voortgezet.
„Wij van onzen kant, zegt het blad, verklaren
ons daartoe terstond bereid maar om dien kamp,
gcljjk wij tot heden gedaan hebben, verder te
strijden, hebben wij geen grondwetsherziening
over dit punt ten beste
„Dat is iets meer dan
maar dat iets is, op den
heid weg te nemen die in de bewoordingen ligt.
Het blad zou de derde alinea echter liever
gewijzigd zien„Van overheidswege wordt
gewaakt, dat overal naar omvang en strekking
voldoend lager onderwijs wordt gegeven.”
Het Hand, noemt het amendement een loyaal
amendementhet komt aan de grieven der
rechterzijde tegemoet door de verklaring, dat
ook een ander stelsel van schoolwezen dan het
bestaande volgens de Grondwet geoorloofd zal
zijn. Daarmede kan en behoort de rechterzijde
tevreden te zijnwant door die lezing wordt
haar voornaamste bezwaar opgeheven, dat steeds
een beroep op art. 194 zich tegen een regeling
in haar geest zou verzetten.
Zeker, het amendement beantwoordt niet, zoo
vervolgt het blad hare beschouwing, aan het
stelsel der rechterzijde; het bepaalt niet, dat het
openbaar onderwijs zal zijn aanvulling van het
bijzondere; het stelt niet het toezicht op het
onderwijs in het algemeen op losse schroeven;
het gebiedt geen schoolgeldheffing eu vergunt
niet uitdrukkelijk subsidien voor bijzonder on
derwijs. Maar het geeft den gewonen wetgever
veel meer vrijheid dan thans; het laat de rege
ling grootendeels aan dezen over, behalve op
die hoofdbeginselen, wmartegenook de rechterzij
de, blijkens haar amendement, geen bezwaar
heeft.
Het blad herinnert de woorden van den heer
De Beaufort van Vrijdag. „Indien men van de
onderstelling uitgaat,” zeide hij, „dat elk artikel
verwerpelijk is, waaraan een meerderheid' een
toepassing kan geven, tegenovergesteld aan wat
men wenscht, dan is er geen artikel te vinden
wat bereikbaar is, tenzij men zijn eigen begin
selen uitdrukkelijk in de grondwet als de eenige
richtsnoer voor den wetgever wil schrijven.”
Tot dat laatste, zoo besluit het blad, heeft
geen der partijen het recht: noch de liberalen,
noch de anti-liberalen. En daarin bestaat juist
de kracht van het amendement der heeren De
Beaufort c. s., dat het geen partij-amendement is,
als dat der rechterzijde, maar alle partijen voor
de grondwet gelijkstelt.
Het amendement der rechterzijde wordt door
de Arnh. Ct., die steeds voor handhaving van
het tegenwoordige Grondwetsartikel streed, sterk
bestreden. Het blad ziet in het. aantrekkelijk
tafereel der clericale toeschietelijkheid enkele
duistere vlekjes, die waarschijnlijk zelfs den
stoutsten bij draaier onder de bijdraaiers zullen
nopen de koers op de open zee van het libe
ralisme te hervatten.
De 6e alinea van het amendement, ’t welk de
openbare middelen beschikbaar stelt voor het
bijzonder ondrewijs, is een der vlekjes. De „bij
draaiers” beweerden dat zij juist voor wijziging
van het tegenwoordige art. 194 waren omdat
zoodoende de mogelijkheid, dat ooit gelden uit
de openbare kas voor het bijzonder onderwijs
konden worden aangewezen, dit toch liet
Het hoofdbestuur van het Nederlandsch On
derwijzersgenootschap heeft een adres tot de
Tweede Kamer gericht, ’t welk strekt om
te dringen op handhaving van art. 194 der
Grondwet.
„Het hoofdbestuur stelt er hoogen prijs op
aldus leest men o. a. in het adres dat er
ten aanzien van de beginselen, naar welke ons
lager onderwijs is geregeld, geen verandering
tot stand kome, maar dat alom in ons vaderland
gelegenheid blijve bestaan om voldoend lager
onderwijs te genieten, hetwelk van wege de over
heid verstrekt wordt, met eerbiediging van ieders
godsdienstige begrippen.
De ernstige handhaving dezer beginselen
acht het hoofdbestuur levensvoorwaarde voor de
Nederlandsche volksschool, die, hoe fel ook be
stookt, ten onzent een historisch en zedelijk
recht van bestaan heeft verworven.
„Zullen echter deze beginselen volledig en
ongestoord kunnen toegepast worden, dan be-
hooren zij, gelijk tot dusver, in de Grondwet
aan de natie te worden gewaarborgd. In deze
wet uitgedrukt al mocht het zijn onder an
dere bewoordingen dan in art. 194 zijn zij,
naar de meening van het hoofdbestuur, in vol
doende mate veilig en verzekerd te achten.
„Worden zij daarentegen niet in de Grondwet
opgenomen, maar afhankelijk gesteld van de
inzichten des gewonen wetgevers, dan staat het
te vreezen en wat elders gebeurt wettigt
deze vrees dat de openbare school de speel
bal wordt der afwisselende regeeringen en niet
minder een twistappel in de gemeenteraden; dat
zij inzonderheid ten plattenlande zal be
zwijken als het offer, geëischt door de uiterste
kerkelijke partijen, en dat aan het onderwijs in
het algemeen onberekenbare schade zal worden
toegebracht.
„Het hoofdbestuur vertrouwt, dat de Kamer
de openbare lagere school naast welke de
bijzondere school de haar toegekende vrijheid
Q. jOj:
I wi
sm;i:ki:i: couilo
Hl» S EML A»
it
lO,
e-
3B
it
le
dé