MEIIffs- ES num milt III.II) MDE
(HEM EMEMBMDISSHffl SfflK.
I
No. 26.
1886.
E E N-E N-V EERTIGSTE
J
W OE AS D A. O
31 31 A. JR T.
1
I
UIT DE PERS.
was
r
I
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.franco per post 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franco
in te zenden.
r
a
vol veront-
Ea wat zijn
ADVERT ENT 1ÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents
voor eiken regel meer 7’/i Cents. Bij abonnement is de prijs be»
lang rijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
SNEEK, 30 Maart.
Men verdiept zich hier in gissingen omtrent
het spoorloos verdwijnen van de eenigste doch-
ter van den timmerman P. vd. W. alhier.
Maandag avond omstreeks half negen moet
ze de ouderlijke woning hebben verlaten en is
tot heden niet teruggekeerd. In welke vreese-
lijke spanning de diepbedroefde ouders verkee-
ren, laat zich, zooals licht te begrijpen is, niet
beschrijven.
Als of ’t nog niet genoeg ware, heeft ook nog
de hr. Keuchenius een nieuw art. 194 der grond
wet voorgesteld, luidende
Het onderwijs, in overeenstemming met de
liefde tot God en den naaste en bevorderlijk aan
kennis en wetenschap, is volksbelang.
Het geven van onderwijs is vrij. Het toezicht,
daarover van overheidswege uitgeoefend, wordt
geregeld bij de wet.
De wet regelt de inrichting van het openb.
onderwijszij bepaalt in welke mate ieder, die
van dat onderwijs gebruik maakt, met uitzon-
KENN1SGEVING.
en WETHOUDERS der
Een staaltje van het besef, dat ons publiek
heeft van zijne verplichtingen tegenover de po
litie en de maatschappij, deelt het R. Nbl. me
de. De Rotterdamsche politie had Zondag avond
op de Coolvest de hand gelegd op eene vrouw,
die zich openlijk aan diefstal had schuldig ge
maakt honderden omstanders, die volmaakt op
de hoogte waren van het gebeurde, die dus wis
ten dat de politie daar een gemeene dievegge,
een gevaar voor ieders eigendom dus, in arrest
genomen had, verdrongen zich niettemin om de
politie, belemmerden haar in hare bewegingen,
en slaagden er eindelijk in, de vrouw aan de
handen der agenten te ontrukken. Onder luid
gejuich over dien zegelpraal van geweld op recht
zette de vrouw het op een loopen.
Het R. Nbl. voegt hierbijZeg nu aan al die
omstanders, welke de politie in de vervulling
van haar plicht belemmerden, dat zij handlan
gers van dieven zijn, ze zouden u
waardiging steenigen, niet waar?
ze toch anders
voorgesteld. I denng
Na meegedeeld te hebben, dat een dertigtal daarvan bijdraagt,
i leden der liberale partij er hun zegel aan hechten
en de woorden in herinnering te hebben ge
bracht met welke zij het dadelijk begroette,
betoogt de Stand, dat het schijnbaar iets geeft,
maar in werkelijkheid het bestaande bestendigt.
Nu eenmaal, schrijft het blad, met kracht en
geweld overal, zelfs waar het onnoodig is, prach
tige scholen zijn gesticht; nu men een meer dan
voldoend onderwijspersoneel heeft aangekweekt,
zoodat men met zijn hoofdonderwijzers geen raad
weet nu geheel het openbaar onderwijs op den
meest soliden voet en in kclossalen omvang is
ingerichtnu de drang der omstandigheden de
feitelijke onmogelijkheid heeft aangetoond, om
zelfs daar, waar zij door niemand begeerd werd,
een openbare school op te richten nu, ja,
laat men grootmoedig de verplichting om overal
scholen te bouwen los. Het voorschrift ver
valt doch eerst nadat het volledig is uitge
voerd. Dit is te laat.
Behalve dit, geeft het amendement niets dan
een andere redactie. Niet een betere, niet een
duidelijkere. Het laat, in het wezen der zaak,
evenals het bestaande artikel, alles over aan
den gewonen wetgever.
Niet alleen dat de toekomstige wetgever vrij
wordt gelaten, hij wordt ook in de war ge
bracht. De tegenwoordige redactie van art. 194
moge onduidelijk zijn, zij heeft door de toe
passing een bepaalde beteekenis erlangd. Ook
dit zou nu weder op losse schroeven komen
te staan. De strijd over al of niet confessio
neels staatsscholen wordt heropend. De vraag,
of eerbiediging van elks godsdienstige overtui
ging op niets anders, of op niets meer neer-
komt, dan op het niet krenken eener overtui
ging, op niet opzettelijke beleediging, van anders
denkenden, ook die vraag wordt weer aan de
orde gesteld. Als de liberalen, wat bij velen
het streven is, de openbare school tot een mo
derne secteschool willen maken, wat zij nu
dikwijls is, maar niet zijn mag dan kunnen
zij dat met behulp van het nieuwe artikel doen,
als zij maar zorg dragen hun onderwijzers te
verbieden krenkend te spreken van eenige
godsdienstige overtuiging.
En wie zal over het al of niet krenkende
oordeelen De overheid. Maar wat dat betee-
kent, leert de ervaring. Het bewijs is nooit te
leveren. En evenmin is de zin van „krenkend”
vast te stellen.
Vergeleken dus bij het tegenwoordig artikel
geeft het amendement niets behalve de kans
op heropening van den strijd over allerlei ge
schilpunten, zonder waarborg van, ja wellicht
zonder uitzicht op rechtmatige oplossing van
den strijd.
Voorts betoogt het blad dat het ook minder
geeft dan het voorstel der regeering, ’t welk
althans tot heffing van schoolgeld verplicht, ter
wijl het natuurlijk in het niet verzinkt bij dat
der rechterzijde.
Zelfs in den boezem der sociad-democra
tische partij in Nederland ontstaat verschil van
Oj eening 1
Door een ongelukkig toeval is Donderdag
avond te Leiden de student in de medicijnen,
de heer Berdenis van Berlecom, van Middelburg,
in het door hem bewoonde huis van den heer
J. J. Groenewoud, gymnastiek-onderwijzer aan
den Ouden Singel, uit het raam gevallen. De
hoogte van het raam tot den. begaanbaren grond
zal pl. m. vijf meter zijn. Hij is op een ijzeren
hek neergekomen en zoo ernstig verwond, dat
hij Vrijdag middag is bezweken.
BURGEMEESTER
Gemeente SNEEK,
voldoende aan art. 87 der wet op de Nationale
Militie van den 19den Augustus 1861 (Staats
blad no. 72), brengen door deze ter openbare
kennis dat de t w e e d e zitting van den Mili
tieraad voor deze gemeente zal worden gehou
den in het gemeentehuis van Schoterland te
Heerenveen op Dinsdag den 20en April 1886,
des voormiddag» ten ure.
Dat in die zitting uitspraak wordt gedaan
omtrent alle in de eerste zitting niet afgedane
zaken en omtrent hen, die als plaatsvervanger
of nummerverwisselaar verlangen op te treden.
Sneek den 30 Maart 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
ALMA.
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
1
De Arnh. Ct., die zoo sterk voor handhaving
van het bestaande art. 194 der Grondwet ijvert,
is, gelijk zich verwachten liet, weinig ingeno
men met het nieuwe voorstel van het vijftal
leden der liberale partij.
„De lezing van de heeren De Beaufort c. s.
geeft in waarheid, naar ’t blad doet opmerken,
niets meer dan een andere redactie van artikel
194, slechts op éen punt duidelijker dan de
andere amendementen, binnen en buiten de
Kamer besproken en beoordeeld, maar dat alle
dubbelzinnigheid laat bestaan, die casuïstische
napluizers in den laatsten tijd in dat artikel
hebben weten te ontdekken. Duidelijker, in
zoover het lager onderwijs van de andere takken
afgezonderd wordt gehouden, even dubbelzinnig
om die „gelegenheidvan voldoend lager
onderwijs, waarbij (de) godsdienstige overtuigin
gen niet worden gekrenkt.”
„Beteekent, vraagt het blad, de hier bedoelde
omslachtige phrase iets anders dat het overal van
art. 194, in den gezonden zin, waarin het toege
past werd Beteekent het, dat bijvoorbeeld een
niet Katholiek ingezetene van Noordbrabant
desverlaagd voor zijn kinderen van overheidswege
een school kan vorderen, niet van Kathölieke
godsdienstbegrippen doortrokken Of beteekent
het, dat de staat op zoodanige aanvrage den
belanghebbende verwijzen kan naar een ander
uiteinde des lands, waar hij „de kinderen, die
onder (zijne) macht zijn of aan (zijne) zorg zijn
toevertrouwd”, dat verlangde onderwijs kan
laten genieten
„Of wel, keert deze lezing het hoofdbeginsel
van art. 194 om en verklaart het hen, die een
voor de godsdienstige overtuigingen (het enkel
voud ware hier, dunkt ons, voldoende 1) van
anderen krenkend onderwijs niet verlangen, tot
uitzonderingen, tot dissidenten het wèl kren
kende onderwijs tot den regel, tot het volks
onderwijs bij uitnemendheid voor Nederland?
„Ziedaar bij de eerste kennisneming opge
rezen vragen, die de dubbelzinnigheid van de
voorgestelde lezing bewijzen. Maar zóó dub
belzinnig is ze toch niet, dat er de subsidi-
eering van sectescholen in te lezen staaten
daar het ultimatum der clericale partijen dit
uitdrukkelijk in de Grondwet opgenomen wil
zien, kan het zoogenaamd liberaal element bij
haar niet dan teleurstelling wekken.”
Nader heeft de Stand, haar meening ontwik
keld over het amendement door vijf leden van
de linkerzijde nopens art. 1194 der grondwet
Voor het gerechtshof te Amsterdam werd
gister in hooger beroep behandeld de zaak contra
Fortuyn, door de rechtbank tot f250 boete
veroordeeld wegens honende woorden.
Beklaagde werd verdedigd door mr. Spin uit
Den Haag, die tot vrijspraak concludeerde. Ook
Fortuyn verklaarde niet beboet te kunnen wor
den, omdat hij niet in eigenlijken, doch in po-
litiek-economischen zin had gesproken.
Het openbaar ministerie persisteerde bij het
vonnis en zag van elke repliek af.
Tegen de socialisten Klom en Eckhardt bleef
het hof de door de rechtbank opgelegde straf,
wegens politie-verzet, handhaven.
Naar het dagblad de Amsterdammer mee
deelt, is het weekblad van dien naam aangekocht
door den heer Tj. van Holkema te Amsterdam.
Donderdag avond toch is, naar de Avondpost
meedeelt, in het lokaal „Gelderlaud” te ’s Hage
door aandeelhouders in de drukkerij „Excelsior”,
van de sociaal democraten, een vergadering gehou
den ter bespreking van de schorsing van den direc
teur der drukkerij door de commissarissen van
die inrichting. Het bestuur dacht niet anders,
of het schorsingbesluit zou worden bekrachtigd,
al was het bekend met de verdeeldheid onder
de sociaal-democraten over die handeling, en
Domela Nieuwenhuis en zijn aanhangers zagen
daarin een poging om de drukkerij, waar het
socialistische orgaan Recht voor Allen gedrukt
wordt, geheel te reorganiseeren en het drukken
van het blad te staken.
Er werden warme discussion gevoerd, waar
van de slotsom was, dat de partij van Domela
Nieuwenhuis zegevierde. Het besluit van schor
sing van den directeur der drukkerij werd
vernietigd, waarna hem plechtig de sleutels van
het gebouw wederom werden ter hand gesteld,
maar de overwinning werd slechts behaald met
42 tegen 29 stemmen.
De bekende woordvoerder der socialistische
partij, Van Raaij, is voorts als lid van den Soc.
Bond geroijeerd. Naar aanleiding daarvan heeft
hij een brochure uitgegeven: „Mijn afscheid aan
den Soc.-Dem. Bond.’”
Uit het verhaal van den heer Van Raay blijkt
dat hij zich niet blindelings wilde onderwerpen
aan het gezag van den heer F. Domela Nieu
wenhuis en daarom uitgeworpen w’erd. Hij
heeft niet opgehouden de beginselen te belijden,
door hem gehuldigd,; en beweert dat hij het
slachtoffer is van de bourgeoisie onder de soci
aal-democraten. De „heeren” socialisten, Do
mela Nieuwenhuis is hun aanvoerder, wilden
hem den voet lichten en ’t is hun gelukt.
Uit hetgeen de heer Van Raay over den heer
Domela Nieuwenhuis schrijft, blijkt dat deze
een zeer hooge post in den bond inneemt. Hij
tutoyeert iedereen, maar wil zelf altijd „mijn
heer” heetenhij heeft met Recht voor Allen
een kapitaal verdiend en steekt alle winst, die
’t blad oplevert, in den zak. Of hij de man is,
aan wien het volk bij een eventueele revolutie
de macht zal kunnen toe vertrouwen, betwijfelt
de heer Van Raay.
de onvermogenden, in de kosten
De vrije inrichtingen van onderwijs kunnen,
naar regelen bij de wet gesteld, slechts in zoo
ver door rijk, gewest of gemeente worden on
dersteund, als tot opheffing van onbillijke be
lemmering of tot vermijding van alle bevoor
rechting der openbare lagere scholen noodig is.
De Koning doet, enz.
De Tijd noemt de indiening een daad van
slechte tactiek, alleen geschikt om verdeeldheid
te zaaien en het krachtig optreden der rechter
zijde te belemmerende formuleering men
lette vooral op de vierde alinea is voorts zoo
ongelukkig mogelijk, terwijl de inhoud niet al
leen minder goed is dan die van het amende
ment der rechterzijde, maar zelfs slechter dan
die van het tegenwoordige artikel 194.
Om deze laatste uitspraak te rechtvaardigen,
wijst het blad op de tweede alinea, wier tweede
volzin geheel terug neemt wat in de eerste wordt
uitgesproken.
Óver het geheel ontbreken van elke positieve
bepaling omtrent het al of niet confessioneel of
neutraal karakter der school, over den zonder
lingen inhoud der eerste alinea, die het element
van opvoeding voorbij ziet, om alleen te denken
aan de verspreiding van kennis en wetenschap,
zou het blad nog zeer veel hebben op te mer
ken, maar het gelooft dat het inderdaad over
bodig is.
Het vat ten slotte den indruk aldus samen:
Men vraagt hoe een scherpzinnig man
Iets zóó onnoozels zeggen kan
De minister van binnenlandsche zaken
Vrijdag genoegzaam hersteld om in den namid
dag in de kamerzitting te verschijnen. Z. Exc.
deed zijn joyeuse entrée, juist toen zijn ambt
genoot van financiën art. 1 van zijn conversiewet
zag aannemen.
van
OEEKER (0IR4Ï
t*
i.
Rl Si X EK L A M It.
2
ix
1
1
3
1
3
3 j
1
;e
n
n
NATIONALE MILITIE.