11DBTEWM1D WOE
■BE EOEHMOIMIEW SWK.
No. 29.
E E N-E N-V EERTIGSTE JAARGANG.
1886.
e
LES
Z ^VT KRI) A. Gr
IO A F II IL.
zelf gebiedend
il.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.francc per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
k-
;e-
en
ut
zich
en
EN,
mik
Tl,
)N>
ne
e-
als
;e-
ir-
.igd
15
k
>0.
10,
50
lo.
1:
ia
ën
Voor de Tijd is het zwaartepunt gelegen in
hetgeen in de derde alinea door den minister
wordt achterwege gelaten. Daar wordt gezegd
dat aan de bijzondere scholen onderstand uit de
openbare middelen kan worden verstrekt dat
kan ook nu geschieden maar de woorden
waarop het eigenlijk aankomt, „onverschillig of
et onderwijs al of niet voldoet aan het in het
ierde lid bepaalde vereischte voor openbare
De minister Heemskerk heeft zijn nieuwe
lezing van art. 194 der grondwet bekend ge
maakt. Zij luidt aldus
B E K E N D M A K 1 N G.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek,
Gelet hebbende op art. 7 van Zijner Majes
teit» besluit van 7 September 1828 (Staatsblad
no. 55), roepen op, alle personen, welke als
gehuwd of als weduwnaar met kind of kinderen
in de tweede klasse van de algemeene rol der
schutterij, in het vorige jaar opgemaakt, zijn
gebracht, doch sedert dien tijd door het over-
I lijden van hunne vrouwen of kinderen, de be-
I voegdheid hebben verloren om in die klassen
I te verblijven, en dus als nu in de eerste
j klasse der voor dit jaar te formeeren algemeene
(rol gerangschikt moeten worden
1 om van zulke veranderde omstandigheden ter
1 Secretarie dezer gemeente kennis te geven, vóór
iden 15en der volgende maand, zullende bij ver-
jzuim dezer aangifte de belanghebbenden, inge
volge art. 8 van voormeld Koninklijk besluit,
bij de Schutterij worden ingelijfd en bovendien
tot eene geldboete en gevangenisstraf verwezen
■worden.
I Voorts wordt ter kennis van de belangheb
benden gebracht, dat zij, die hun 34e jaar heb
ben voleindigd of' gedurende vijf jaren bij de
(reserve hebben gestaan, desverkiezende kunnen
«worden ontslagen, wordende elk, die van dit
'recht wenscht gebruik te maken, aangemaand
1 om zulks uiterlijk vóór den 30en Juni aanstaande
{ter Secretarie aan te geven.
Sneek den 9 April 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
J. W. BENNEWITZ, Secretaris.
TWEEDE KAMER.
Iets kalmer is het Vaderland. Dit blad acht,
evenals de N. R. C., de zinsnede over het
subsidie onschuldig en meent dat daartegen prin
cipieel geen bezwaren van de zijde der liberalen
kunnen bestaan. Maar de verplichte schoolgeld-
heffing behoort in de Grondwet niet te huis,
Ware dit aan den wetgever overgelaten, dan
zou men althans een artikel aus einem Guss
gehad hebben. Thans zegt het bladHet amen-
dement-De Beaufort is beter,
Het Hand, had van een zoo bekwaam man
als de heer Heemskerk iets geheel anders ver
wacht. Er is van zucht tot toenadering geble
ken bij de debattenvan liberale zijde is door
verschillende sprekers toegegeven, dat men de
traditioneele opvatting van art. 194 wil loslaten,
omdat die niet met den aard eener grondwettige
bepaling strookt. Daardoor is aan de rechterzijde
alle grond ontnomen van verzet, is aan al wat
zij in billijkheid kan verlangen voldaan. Dit
had men mogen verwachten, dat de minister
zou hebben ingeziendie sterke stelling had
ook hij moeten innemen en met het talent, dat
hem onderscheidt, moeten verdedigen. Hij had
dan wellicht een eenigszins gewijzigde lezing
van het amendement der linkerzijde kunnen
voordragen, maar hij zou dan het gewicht van
het regeeringswoord in de schaal hebben ge
worpen voor een zuiver stelsel.
„Nu echter is de zaak door de nieuwe lezing
in geen enkel opzicht vooruitgekomen. De be
middelaar heeft ten slotte niet anders gedaan
dan de notulen kort samen te vatten. Het
eigenlijke werk, dat zoo eigenaardig op deze
regeering rustte, moet nog verricht worden.”
De Stand, hééft niet minder dan zes bezwa
ren in het nieuwe voorstei-Heemskerk ontdekt.
Op het uiterste bod der rechterzijde wordt, naar
’t blad aantoont, afgedongen: 1°. uitbreiding
van regeeringsbemoeiing met het vrije onderwijs,
door het noodzakelijk stellen van de akten ook
voor middelbaar onderwijs2°. het vrije onder
wijs wordt als pariah gesteld naast het open
bare, waaraan alleen de aanhoudende zorg der
regeering gewijd is3°. deze pariah, zoo hij
arm is, kan onderstand krijgen als een bedelaar;
4°. of hij dit echter krijgen kan, zal eerst nader
door de wet bepaald worden. De gewone wet
gever mag hem ook iure laten doodhongeren
5°. onderstand zal aan scholen kunnen verleend
worden, niet aan het onderwijs als zoodanig, en
6°. voor het verleenen van onderstand zal de
overheid alle conditiën kunnen stellen, die ze
goedvindt.
Het hoofdbezwaar van de Stand, schijnt echter
gelegen te zijn in het woord „onderstand.”
„Zeer beslist gaan wij, aldus luidt het slotwoord,
zoo dat „onderstand” blijven moet, met deze
redactie niet mede.”
Even ongunstig denkt er ’t Utr. Dbl. over.
Ook dit blad ziet in het voorstel-De Beaufort c.s.
den uitersten termijn: „Wij hebben, roept het
blad uit, te grooten eerbied voor het gezond
verstand onzer medeburgers, om een oogenblik
te vreezen, dat iemand dupe van dat geknutsel
zal zijn.
„Voor ons is en blijft de hoofdzaak, dat alle
ouders en pleegouders, waar ook in Nederland
gevestigd, voor hun kinderen en pleegkinderen
de gelegenheid hebben en behouden tot het
ontvangen van voldoend openbaar lager onder
wijs, zonder dat zij in hun godsdienstige over
tuigingen worden gekrenkt, zoodat voor allen,
van welk geloof of richting ook, de toegankelijke
volksschool blijft bestaan.
„Al wordt zulks onder fraai klinkende zin
sneden zooveel mogelijk bewimpeld, aan dien
eisch voldoet het voorstei-Heemskerk niet.
„Daarom is dat voorstel beslist verwerpelijk
voor allen in den lande, die gehecht zijn aan
het kostbaarst erfdeel onzer vadereneerbiedi
ging der geloofsvrijheid voor alle landgenooten
zonder onderscheid.”
ADVERTEN11ÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents
voor eiken regel meer 7’/a Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
scholen,” zijn vervallen. En dit mag, naar de
Tijd zegt, in geen geval worden toegegeven.
Vast moet staan dat neutraliteit geen vereischte
behoeft te zijn om subsidie te verstrekken.
De Amst., die reeds, gelijk wij meedeelden,
te kennen gaf dat de liberale partij de bevoegd
heid om subsidie aan bijzondere scholen te ver
strekken, zal moeten toestaan, wil zij iets van
de zaak tot stand zien komen, bepaalt zich tot
het aangeven der punten, waarop verschil tus-
schen rechter- en linkerzijde blijft bestaan. Voor
zich zelf meent het blad, dat uit het voorstel
van den heer Heemskerk de bepaling nopens
het verplichte schoolgeld zal moeten vervallen.
De mogelijkheid van het te heffen mag de
grondwet niet buitensluiten, maar het heffen
zelf gebiedend voor te schrij ven, dat gaat te ver.
De Haagsche correspondent van hei Hand.
schetst de positie der partijen in de Tweede
Kamer aldus
„Hoe staan thans de zaken Het voorstel
der regeering is onaannemelijk verklaard door
den heer Lohman en den heer Van Houten.
De heer Lohman verklaarde het voorstel-De
Beaufort c. s., de heer Van Houten het voor-
stel-Mackay c. s, onaannemelijk. Als dat zoo
blijft, dan is de quaestie uit. De heer Van
Houten meende evenwel, dat er nog éene mo
gelijkheid bestond, dat namelijk na een verwer
ping van het amendement-Mackay c. s. de door
de linkerzijde uitgestoken hand alsnog werd
aangenomen.
„Men zal zich dienomtrent van te voren be-
hooren te verstaan, anders maken wij ons be
vreesd voor iets anders, en wel voor een repe
titie van hetgeen bij de kiestabel gebeurde met
het afzonderlijk district Schiedam. Het zou
mogelijk zijn, dat de beide amendementen en
misschien nog andere die wellicht in aantocht
zijn, werden verworpen, des noods door staking
van stemmen. Dan ware het niet ondenkbaar,
hoe vreemd het ook schijnt, dat de geheele
rechterzijde plotseling van front veranderde, en
als één man stemde voor het regeeringsvoor-
stel, dat nu nog onaannemelijk wordt verklaard.
Dat is immers eveneens geschied met de kies
tabel, daar deugde niets van en toch heeft men
unaniem voorgestemd toen het Schiedamsche
amendement door de regeering was overgeno
men. De door ons bedoelde taktiek om schijn
baar de mislukking der grondwetsherziening
op de schouders der liberalen te schuiven, is
lang niet onwaarschijnlijk. Het is dus hier de
tweede maal, dat de heer Heemskerk ter elfder
ure in de kaart der rechterzijde gaat spelen.
Wilde de regeering inderdaad onpartijdig zijn,
dan had zij althans de verplichte schoolgeld
heffing moeten loslaten, toen de linkerzijde dit
geheel onaannemelijk had verklaard.”
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
Gemeente SNEEK,
voldoende aan art. 87 der wet op de Nationale
Militie van den 19den Augustus 1861 (Staats
blad no. 72), brengen door deze ter openbare
kennis dat de tweede zitting van den Mili
tieraad voor deze gemeente zal worden gehou- I
den in het gemeentehuis van Schoterland te
Heerenveen op Dinsdag den 20en April 1886,
des voormiddags ten 9‘/j ure.
Dat in die zitting uitspraak wordt gedaan
omtrent alle in de eerste zitting niet afgedane
zaken en omtrent hen, die als plaatsvervanger
of nummerverwisselaar verlangen op te treden.
Sneek den 30 Maart 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
ALMA.
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
UIT DE PERS.
Het is voor den premier te hopen dat de leden
der Tweede Kamer gunstiger denken over de
poging van den heer Heemskerk, om een brug
te slaan tusschen linker- en rechterzijde, waar
langs men tot wijziging van art. 194 zou kunnen
komen, dan de pers. Bijna eenparig luidt het
oordeel ongunstig.
De N. R. Cl. meent dat de nieuwe alinea 3
in het nieuwe ontwerp„de wet bepaalt of en
in hoever aan bijzondere scholen onderstand uit
openbare kassen kan worden verleend,” het
artikel der regeering voor de liberalen niet on
aannemelijk maakt. Met die alinea te aan
vaarden verbindt men zich tot niets, en blijft
de liberale partij, ook zedelijk, in haar recht,
bij de wet te bepalen (indien zij het in hare
macht heeft) dat aan scholen, die wegen gods
dienstige (of ongodsdienstige) richting niet voor
leerlingen van alle gezindheden toegankelijk en
bruikbaar zijn, geenerlei onderstand uit openbare
kassen kan worden toegekend.
Maar wat het voorstel voor de liberale partij
onmogelijk maakt, is, volgens het blad, dé 4e ah,
die tegen geestelijke verdrukking van minder
heden geen waarborg geeft, alsmede het „billijk
schoolgeld
Het blad twijfelt geen oogenblik of art. 4
heeft de geheele liberale partij tegen zich. Het
onvervreemdbaar recht van ieder Nederlander
op onderwijs dat zijn godsdienstige overtuiging
niet krenkt, kan niet worden prijsgegeven en het
voorstel-De Beaufort zal te dezen opzichte wei
haar allerlaatste woord zijn.
Wil de tegenpartij dit recht niet erkennen,
en moet daarop de grondwetsherziening schip
breuk lijden, de liberalen zullen gedaan heb
ben wat zij konden en mochten, en zij kunnen,
naar de N. R. Ct. meent, als mannen van be
ginsel, met gerustheid de uitspraak der natie
inwachten.
KAEEKER ('01 HAAT
i£ I Ai Ai K X L A X I».
i
8
I
I
?n
Het Regeerings-voor stel spreekt wel van toegankelijkheid, niet
van bruikbaarheid dier scholen. De heer Schaepman bestreed
den heer van Houten en ontkende, dat het amendement der
rechterzijde Katholiek getint was. Hij verdedigde de bepalin.-
gen van schoolgeld helling en het subsidiestelsel, in ’t belang
van rechtsgelijkheid. De heer Borgesius bestreed heftig de op
neming van schoolgeld heffing, als nadeelig voor het openbaar
onderwijs en verdedigde nader het amendeinent-de Beaufort,
terwijl de heer van Baar vasthield aan het amendement der
rechterzijde. Door de rechterzijde is haar amendement ge
splitst in twee deelen, eéïi op' het eerste en tweede lid en een
op het derde lid.
De heeren van Delden, Gleiehman en van der Sleyden heb
ben als amendement voorgesteid, de verplichte schoolgeldhef-
fing te doen vervallen. De heer de Ranitz verdedigde uit
voerig het amendement der liberalen, als het eenige middel
tot toenadering. De heer Halfmans verweet humoristisch den
liberalen, dat zij niet aannamen het amendement der rechter
zijde. dat in het voordeel was van het openbaar onderwijs, meer
dan spreker eigenlijk wel wilde. De heer Buma hield vast aan
het bestaand art. 191. De heer A. Mackay verdedigde nader het
amendement der rechterzijde.
De heeren Brouwers en van Baar hebben een sub-amende-
ment voorgesteld, om uit het amendement der rechterzijde weg
te laten regeling by de wet en of en hoe subsidie zal worden
verleend. De heer de Beaufort verdedigde sterk het amende
ment der linkerzijde, bij verwerping waarvan het gebleken zou
zijn, dat voor verdere grondwetsherzieningen art. 194 moet be
houden worden. (Zie Telegr.)
„Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezicht der
overheid en, voor zoover het lager- en middelbaar onderwijs be
treft, het onderzoek naar de bekwaamheid en zedelijkheid des
onderwijzershet een en ander door de wet to regelen.
„Het openbaar onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende
zorg der regeerlng, de inrichting daarvan wordt door de wet
geregeld.
„De wet bepaalt, of en in hoeverre aan bijzondere scholen on
derstand uit openbare kassen kan worden verleend.
„In of voor elke gemeente behoort het lager schoolonderwijs
te voldoen aan de behoefte der bevolking. Voor zooveel daarin
niet op andere wijze is voorzien geschiedt dit van overheids
wege in openbare scholen, voor onvermogenden kosteloos, voor
anderen tegen betaling van een billijk schoolgeld,
„De openbare scholen zijn toegankelijk voor leerlingen zonder
onderscheid van godsdienstlgegezlndheid.
„De koning doet van den staat dér hooge, middelbare en
lagere scholen jaarlijks een uitvoerig verslag aan de Staten-
Generaal geven,”
De discussie over de Grondwetsherziening is in de zitting van
jl Woensdag voortgezet De heer Keuchenius lichtte zijn amen
dement zeer uitvoerig toe, bestreed de aanvallen in de Katho
lieke pers en verklaarde, dat zijn amendementjuistaruitdrukte
het anti-revolutionaire beginsel in zake het onderwijs.
De minister Heemskerk verdedigde het nieuw Regeerings-
artikel. (Zie onder ’t binnenland.) Geheel het amendement-
Mackay kan hij niet overnemen; het amendement-Keuchenius
week te zeer af van den gewonen wetstijl en het amendement-
de Beaufort liet te veel over aan den gewonen wetgever. Wat
het hienw artikel zelf betreft, de eerste alinea eischt vrijheid
van onderwijs; de tweede handhaaft het beginsel, dat openbaar
onderwijs is Staatszorg; de deide alinea huldigt In de meest
algemeeue termen, dat de gewone wetgever zaj bepalen of al
dan niet subeidie zal worden gegeven; de vierde alinea eischt
openbaar neutraal onderwijs d&ar, waar de vrijwillige oprich
ting van scholen onvoldoende voorziet in de behoeften der be
volking. De heer Lohman bleef het amendement der rechter-
ayde handhaven.
De heer van Houten bestreed de amendementen der rechter
zijde en het voorstel der Regeering, dat vooral door het begin
sel van schoolgeldheffing in de Grondwet op te nemen, vijandig
is aan het openbaar onderwijs; dezerzijds was men tot het
uiterste gegaan door neutrale redactie-voorstellen; weigert de
overzijde die, dan maakt zij wijziging van art. 76 onmogelijk.
De discussie is gister voortgezet. De heer van der Kaay
«entte het amendement toe, met den heer van der Loeffvoor-
Sesteld, strekkende om te bepalen, dat het onderwijs aan de
openbare en gesubsidieerde bijzondere scholen zoo wordt inge-
I richt, dat ieders godsdienstige begrippen worden geëerbiedigd.
ïjc
NATIONALE MILITIE.