Sffl'S- III 1MBHHHUI M DE
No. 33.
E E N-E N-V EERTIGSTE J
1886.
i
c
Z Ak T JE II T> a. o-
24 APRIL.
UIT DE PER 8,
BISXKNLAN D,
het afgeloopen boekjaar,
altiMW
ADVERIENI1ÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents
voor eiken regel meer 7’/a Cents. Bij abonnement is de prijs be.
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
bekendmaking.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA.
De Secretaris, J. W. BENNEWITZ.
BEKEND MAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek,
Gelet hebbende op art. 7 van Zijner Majes-
teits besluit van 7 September 1828 (Staatsblad
do. 55), roepen op, alle personen, welke als
gehuwd of als weduwnaar met kind of kinderen
ia de tweede klasse van de algemeene rol der
schutterij, in het vorige jaar opgemaakt, zijn
gebracht, doch sedert dien tijd door het over-
hjcen van hunne vrouwen of kinderen, de be
voegdheid hébben verloren om in die klassen
te verblijven, en dus als nu in de eerste
klasse der voor dit jaar te formeeren algemeene
rol gerangschikt moeten worden
om van zulke veranderde omstandigheden ter
ecretarie dezer gemeente kennis te geven, vóór
ton i5en der volgende maand, zullende bij ver-
toim dezer aangifte de belanghebbenden, inge
volge art. 8 van voormeld Koninklijk besluit,
)lJ de Schutterij worden ingelijfd en bovendien
°t eene geldboete en gevangenisstraf verwezen
Worden.
Voorts wordt ter kennis van de belangheb-
touden gebracht, dat zij, die hun 34e jaar heb-
>®n voleindigd of gedurende vijf jaren bij de
eserve hebben gestaan, desverkiezende kunnen
borden ontslagen, wordende elk, die van dit
'echt wenscht gebruik te maken, aangemaand
zulks ui terlijk vóór den 30en Juni aanstaande
er Secretarie aan te geven.
Sneek den 9 April 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
i. W. BENNEWITZ, Secretaris.
ven hetzelfde volk.”
Aan het slot van een viertal artikelen over
den minimum eisch der rechterzijde, in de Stand.
geplaatst, zegt de schrijver, de heer De Savornin
Lohman
„Misschien heeft de rechterzijde haar plicht
niet gedaanmisschien is zij zelve de oorzaak,
dat. de onderdrukking voortduurt en alle ontwik
keling der natie wordt tegengehouden.
„Welnu! Spoedig heeft de natie gelegenheid
zich uit te spreken. Het betreft hier een be
lang, waarover zij zelve bij uitnemendheid ge
schikt en gerechtigd is te oordeelen. Meent zij,
dat op andere, op betere wijze aan den school
strijd een einde kan worden gemaakt, of ook,
dat die strijd nu lang genoeg geduurd heeft en.
het beter is de wapenen neer te leggenmeent
zij dat onze eisch onbillgk is, en dat de eene
helft der natie, omdat zij anders over de opvoe
ding van hare eigen kinderen denkt dan het
andere deel, nu ook van staatswege bij dat an
dere deel mag worden achtergesteld of eindelijk
ook, meent zjj, dat de openbare school zoo
spoedig mogelijk moet worden vernietigd, zelfs
daar, waar niemand een andere begeert,
welnu zij spreke zich uit.
„Maar dan liefst duidelijk 1 Het wordt hoog
tijd.”
h’,
In zake de bekende gas-quaestie omtrent het
opleggen van boete van f225,000 aan de Im
perial, besloot de Amsterdamsche gemeenteraad
de een termijn te stellen, om de maatschappij
alsnog gelegenheid te geven om aan de eischen
der concessie te voldoen.
Deze COURANl verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.—francc per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
Het Weekbl, de Amst. acht de optreding van
een clericaal ministerie in de gegeven omstan
digheden de eenige oplossing. Kamerontbinding
zou volgens haar een roekelooze daad zijn. Zij
is, en hiermede haalt het blad de woorden uit
mr. Heemskerk’» Praktijk onzer grondwet aan:
„Een buitengewoon middel om ziekelijke toe
standen in het staatkundige leven te genezen
het kan somtijds praeventief, maar ook enkele
malen door de aanwending, heilzaam werken.”
Geeft de tegenwoordige toestand reden om
dien onder de „enkele malen” te rangschikken?
vraagt het blad, en haar antwoord luidt ont
kennend.
Een ontbinding, zoo vervolgt het blad, vraagt
het oordeel der kiezers over dat beginsel van
regeeringsbeleid, waaruit de moeilijkheden, in
welke men geraakt is, zijn gesproten. Een ont
binding, thans uitgelokt, zou aan de kiezers
vragen hebben uw lasthebbers in de onder-
wijsquaestie naar uwen wil gestemd Er is
geen enkele reden om te vermoeden, dat het
antwoord ontkennend zou luiden. Van clericale
zijde zeker niet, en evenmin van liberale zijde.
De discussien, in de liberale kiesvereenigingen
Ook het Hand, geeft een beschouwing over
de crisis. Na eenige algemeenheden te hebben
gezegd aangaande de reden waarom het mini
sterie ontslag nam en geconstateerd te hebben
dat de crisis er is en de regeering tot het ge
wichtig besluit niet gekomen zal zijn zonder
ernstige overweging van den toestand, betoogt
het blad dat een ministerie-Schimmelpenninck
geheel onmogelijk is.
„Men spreekt er thans van, zoo vervolgt het
blad zijne beschouwing, dat wellicht de heer
A. Mackay zou worden geroepen, maar ook hij
is de rechte man niet. Neen, een Lohman, een
Schaepman, de heftige leiders, die het „non
possumus” met luide stem door ’s lands ver
gaderzaal hebben doen weerklinken, zij zijn
het die voor het volk van Nederland geroepen
moeten worden om de verantwoordelijkheid te
dragen hunner roekelooze politiek.
„Durven zij deze taak niet aan, welnu dan
zal diezelfde natie kunnen oordeelen over deze
leidslieden, aan wie zij in de laatste jaren, door
schoone beloften verblind, in tal van districten
haar vertrouwen schonk.”
Uit goede bron verneemt het voorts, dat
Heemskerk zou blijven enkel op verlangen des
Konings, zonder dat aan iemand anders de
opdracht wordt gedaan een Kabinet te vormen.
Ging men tot directe ontbinding over, zegt het
blad na deze mededeeling, het zou er nog even
mee door kunnen. Doch thans maar weer zoo
bedaard voort te ministèren alsof er niets gebeurd
ware, een paar zwakke broeders te verwijderen
en verder niets, de Grondwetsherziening weer
met dezelfde Kamer onderhanden nemen en
desnoods, met een machtiging tot ontbinding ge
wapend, het naderend conflikt af te wachten,
dat kunnen wij van een ernstig man als Heems
kerk niet aannemen. En naar ons oordeel zou
de linkerzijde met eene dergelijke houding ook
geen genoegen kunnen nemen.
Thans is het tijd dat de VQorloopige toestand,
in 1879 in het leven geroepen, eindelijk op-
houde; het is noodzakelijk dat van de twee
groote partijen, die het land verdeelen, één het
vertrouwen der natie vraagt, ten einde op hare
verantwoordelijkheid ’s lands belangen te gaan
behartigen. Wil Heemskerk met energie den
vrijzinnigen weg op, het blad heeft er vrede
mede, dat zijn ministerie, met betere krachten
aangevuld, blijve.
Naar de dagbladen te oordeelen, schijnt men
aan de rechterzijde van het aanvaarden van het
gezag niet zoo afkeerig als sommigen denken.
Zoo leest men in de Tijd, het orgaan van de
heeren Vermeulen en Schaepman:
„Het spreekt van zelf, dat de beslissing der
Kroon door ons in elk geval met eerbied zal
ontvangen worden. Maar indien de rechterzijde
door den Koning tot de regeering mocht geroe
pen worden, dan gelooven wij, dat zij zich aan
de haar opgedragen taak niet zou behooren te
onttrekken.
Het programma van een dergelijk Kabinet
der rechterzijde zou o. i. behooren te zijn
Kamer-ontbinding, samenvallende met de perio
dieke verkiezingen in Juni.
Vervolgens onverwijlde indiening van wetsont
werpen tot aanvulling der Kamer met negen
leden, uitbreiding van het kiesrecht door verla
ging van den census en nieuwe indeeling der
districten.
Zijn die wetten aangenomen, dan voor de
tweede maal ontbinding.
Daarna zien wij verder.”
Aan het Depart, van Waterstaat is deze
week aanbesteed het maken van gebouwen en
eenige andere werken tot uitbreiding van het
station Leeuwarden. Raming f125 300.
Het laagst is ingeschreven door Tj. Th.' Kloos
terman te Hemelum en H. G. Brouwer te
Stiens met een som van f104.700.
Zes ontslagenen van het personeel der socia
listische drukkerij Excelsior hebben een vorde-
ring ingesteld, om betaling van hun aandeel
in het dividend van het afgeloopen boekjaar
dat p. m. f 100 meer bedraagt dan hun is uit
gekeerd.
naar aanleiding van het advies der liberale unie
gevoerd, laten daaromtrent geen twijfel overig.
De laatste mogelijkheid noemt het blad een
clericaal ministerie. Te dien aanzien merkt het
op, dat ook voor een kabinet uit de beide ker
kelijke partijen samengesteld, de mogelijkheid
eener grondwettelijke oplossing der school-
queastie voorloopig uitgesloten schijnt te zijn.
Het blad ziet echter in uitbreiding van het kies
recht den weg, die voor de rechterzijde geheel
open staat en knoopt aan deze stelling de vol
gende beschouwing vast
„ludien zij de regeering uit handen des ko
nings aanneemt en bij de Kamer een herzien
voorstel Lohman indient, dan is de uitweg
zij het ook voor de liberale kamerleden niet de
meest begeerlijke gevonden.
„Wordt het voorstel aangenomen, dan bestaat
er kans op een anti-liberale meerderheid in de
Kamer en kan de clericale partij in ernst be
proeven of de eenheid harer deelen tegen den
positieven arbeid der regeering is bestand. Der
liberale partij worde dan de rust gegund waar
aan zij behoefte heeft. Of liever - geen rust.
Zware arbeid staat haar dan te wachten, eerst
om zich rekenschap te geven van de redenen
waarom zij van haar standpunt viel, en dan om
krachtig naar een nieuwe zegepraal te streven.
Deze zal niet uitblijven.
„En verwerpen de liberale kamerleden op
nieuw de censusverlaging, welnu, dan is de tijd
der Kamerontbindidg gekomen. Dan kunnen de
verbonden clericalen zich de eer gunnen aan de
kiezers te vragen „Wenscht gij uw monopolie
te handhaven
Het Wag. Wbl. zegt aangaande de crisis:
„Wij meenen, dat de heer Heemskerk wel
aan zal blijven. Wie toch zou hem kunnen
vervangenEr is in de Tweede Kamer noch
een meerderheid rechts noch een meerderheid
links. Zijn de liberalen alles behalve onderling
vereenigd, de anti-liberalen evenmin. Voor
laatstgenoemden komt hier nog bij, dat ze in
de Eerste Kamer de groote meerderheid tegen
over zich hebben. De eisch derhalve, van libe
ralen kant gedaan, dat de rechterzijde thans de
teugels van ’t bewind moet aanvaarden, is niet
alleen onvoldoende gemotiveerd, maar ook met
’s lands belang in strijd. Een anti-liberaal mi
nisterie heeft geen levensvatbaarheid, zou bin
nen korten tijd zich moeten verwijderen,”
Bij de wederoptreding van het ministerie-
Heemskerk acht het blad Kamerontbinding
echter wenschelijk.
De Arnh. Ct. spiegelt den toestand vau de
onderwijs-aangelegenheden in ons land aan die
in Belgie en is met het oog daarop tevreden,
dat het dreigend gevaar althans voor eenigen
tijd is afgewend. Doelend op de concessies, die
de liberale leden wilden doen, zegt het blad:
„Bijna waren ook wij gestrand op de blinde
klippen, die in Belgie zooveel schipbreuks heb
ben veroorzaakt. Ook bij ons werden vele ge
moedelijke lieden aangetrokken door het sirenen
gezang van vrjjheid, een schoon woord waar
achter het leelijk doel van dwang verborgen
was. Ook bij ons meenden vele strijdensmoede
en rustlievende mannen, dat eenig toegeven en
conciiiatie uit den onderwijsstrijd tot den onder-
wijsvrede zou leiden. Maar de Belgen hebben
tot hunne schade en schande sedert 1830 tot
tweemaal toe ondervonden, dat, al wordt nage
noeg alles op onderwijsgebied aan de clericalen
toegegeven, de strijd er slechts te feller en ha
telijker om wordt, dat elke concessie verder
weg voert van den ieder vaderlandslievend man
dierbaren vrede en eensgezindheid onder de zonen
iiiii i:um hi i iRMMsira siw
•i
OEEKER COURANT
,en WETHOUDERS van de Cemeentc Sneek
orengen bij deze ter kennis van de ingezetenen
de uitrejkinS der biljetten en declaratoiren voor de
beschryving van de personeele belasting en het patentrecht,
v»™ of a.ï“ellng daarvan acht dagen daarna een aan-
vang zal worden gemaakt;
f.2e’ Pat eXc.nwe! hiei'vaI> «Ü'n uitgezonderd de patentplich-
ïsw1?^10; no- 37—40 vaa tabel 14 der wet van 21
MC! 1819 (Staatsblad no 84): zijnde slijters in wijnen, dranken
ui likeuren in het kiem, tappers, kroeghouders en kofflehuishou-
™rn\a?”,.welko do?r de 0ntvau8örs, dadelijk na den ingang
dSd»TOto?r itjaar’ndatx’ Op ?en eersten Mei aanstaande, een
van drie
mochten z(jn voorbijgegaan of overgeslagen, zich in geen geval
hond°.ndTng yerzlunl m°sen beroepen, maar integendeel ge
houden zftn, de vereischte en behoorlijk ingevulde verMarin-
kantoTe L °A ,Uiterlijk °P deu 31 Mei e. k.in te dienen ten
ve*°^^ de Metten ter invulling steeds
4e. Dat de patentpliehtigen van de tabellen 7 en 16 (zijnde
kramers, vreemde kooplieden en schippers ofgezagvoerders van
vaartuigen) zoomede de debitanten van loterij-briefjes, voor
zooveel zij hun beroep niet voor het eerst uitoefenenJ ter be-
yaa.Pateut aangifte behooren te doen bij de Hoofden
oer plaatselijke besturen aan de plaatselijke Secretarie, en voor
spatie van den termijn voor de ophaling der gewone
declaratoiren van patent bepaald;
?at’ voor de 0Ilder ten 4en gemelde patent-schuldigen,
op vertoon van de quitantie van de betaalde rechten, uitge
zonderd degenen, welke hun aanslag bij termijnen kunnen be
talen, aan welke zonder vertoon van quitantie het patent kan
worden afgegeven, de patenten dadelijk verkr igbarr zijn
worden de patentpliehtigen, vermeld onder no. 37—40 van ta’-
oei 14, bij deze tevens opmerkzaam gemaakt, dat het patent
overeenkomstig art. 2 der wet van den 24 April 1843 (Staats-
,ii r n?' i1’) met aan hen mag worden afgegeven, dan nadat
11.1 ,v‘“' huunen aanslag voor het dienstjaar hebben
betaald en het verschuldigde van het voorafgaande jaar ten
ta .ongezuiverd terwijl zij bovendien, wanneer zij
in „ebreke blijven de patenten af te halen, telken reize, dat
zy de vereisehte patenten, of afschriften van die aan de be
voegde Ambtenaren niet kunnen vertoonen, volgens art. 21
8 1 der wet van 21 Mei 1849, vervallen in eene boete van f15.
oo w 4Jat. art- 29 l 2 der wet op het personeel van
T'?,?,“art..1S3' (Staatsblad no. 4) tot tegensehat ters dezer ge
meente zyn benoemd: Tjeerd van der Steele, Nolke Petrus
Molenaar, Bernardus de Jong en Pieter van der Werf. Wor
dende den ingezetenen voorts indachtig gemaakt op de wijzi-
wolke een der vrijstellingen van vrouwelijke dienstbo-
«en by art 5 der wet van 9 April 1869 (Staatsblad no. "59)
hebben ondergaan, en op die, welke in de twee eerste para-
Ua4e“ V,a’J art,,£7 der wet van 29 Maart 1833 (Staatsblad no. 4)
n t 7 derze lde wet van 1869 zijn gebracht, waaromtrentde
„4® l®.. beschrijvingsbil. etten de noodige inlichtingen
bevatten, voorts: dat bij de bezwaarschriften ingevolge
wt i der wet van 4 April 1870 (Staatsblad no. 60) een dupli-
het aa“slaS-biljet. tegen betaling van vijf cent bij
X^iFlpVii^ is'moet worden °™*ele*d-